Trouw aan de blues Doe Maar is heel belangrijk geweest Maurizio Pollini, pianist met een status aparte Bolero resultaat van hersenkwaal Cuby doet een rondje Nederland Van Mozart tot Schönberg U2 tegen sloop studio Professor volksliedjes De Bolero, het beroemde mu ziekstuk van Maurice Ra- vel, dat wordt gekenmerkt door de herhaling van steeds dezelf de thema's, is waarschijnlijk voortgekomen uit een hersen- aandoening van de compo nist. Dat concludeert de Franse neuroloog Frangois Bol ler. Ravel leed vanaf 1927 aan een geheimzinnige vorm van de mentie, waarbij hij geleidelijk het vermogen verloor om te spreken, te schrijven en piano te spelen. Hij was toen 52 jaar. Vol gens Boller is dat te jong voor de ziekte van Alzheimer, de meest gestelde diagnose. De neuroloog meent ook dat Ra vels geheugen, bewustzijn en sociale vaardigheden meer in tact bleven dan bij alzheimer het geval zou zijn geweest. Boller denkt dat de componist leed aan een combinatie van twee kwalen. De ene heet 'pro gressieve primaire afasie' en leidt tot een geleidelijke af braak van de spraakcentra in de hersenen. Daarnaast zou Ravel hebben geleden aan 'corticoba- sale degeneratie', waardoor hij de controle over zijn lichaams beweging zou zijn kwijtge raakt. Als gevolg daarvan 'werd de musicus een gevangene van zijn eigen lichaam'. „Ravel verloor niet zijn vermogen om te com poneren, hij raakte het vermo gen kwijt om daar uitdrukking aan te geven", concludeert de onderzoeker. Volgens Boller tastte de aandoe ning vooral Ravels linkerher senhelft aan, die de spraak re- guleert. Ook is die hersenhelft volgens hem bij musici en com ponisten betrokken bij het ver werken van melodie en harmo nie van een muziekstuk. De rechterhersenhelft houdt zich daarentegen meer bezig met het timbre en de klankkleur van de muziek. Boller stelt vast dat een stuk als de Bolero, dat dateert uit 1928, al een indicatie geeft van Ravels ziekte. De compositie bestaat uit slechts twee thema's, die eik acht keer worden herhaald. De orkestratie bevat echter wel 25 verschillende klankkleurcom binaties. Ravel omschreef zijn compositie zelf als een 'orches- traal weefsel zonder muziek'. De melodische monotonie van de Bolero was het gevolg van het geleidelijke verlies van de func ties van Ravels rechterhersen helft, meent Boller. Dat com penseerde hij met zijn andere hersenhelft, die verantwoorde lijk is voor de klankleuren van de compositie. Musicologen hebben de conclu sies van de neuroloog Boller in middels 'interessant' genoemd, meldt het tijdschrift Nature, Zij wijzen er echter op dat de com ponist in zijn latere jaren erg ge ïnteresseerd was in mechanise ring en moderne machines. Dat zou het repetitieve karakter van de Bolero eveneens kunnen ver klaren. Martïjn Hover De Ierse popgroep U2 is bij een rechtbank in Dublin in het geweer gekomen tegen de voorgenomen sloop van hun opnamestudio Hanover Quay. Het gebouw staat in een oud ha vengebied in de Ierse hoofdstad. Een projectontwikkelaar wil op die plek een uitgaanscentrum neerzetten. De leden van U2, onder aanvoe ring van bandleider Bono, voe ren aan dat het pand te veel mu- ziek-historische waarde heeft om te worden gesloopt, aldus het Britse showbizzpersbureau WENN. De band neemt al sinds het begin van de jaren tachtig platen op in het haven gebied. Harry 'Cuby' Muskee mag met recht een blanke blues veteraan genoemd worden. Hij draait al meer dan 35 j aar mee in het nationale bluescircuit en in dat kleine kringe- tje heeft hij grote dingen meegemaakt. In de roerige jaren zestig volgden de fans hem tot in de slaapkamer van zijn boerderij in het Drentse Grollo en roofden souvenirjagers zijn vierhonderd elpees tellende platencollectie. Daarbij na men ze en passant zijn militaire uitrusting mee. Muskee zag medebandleden aan drank en drugs te gronde gaan, maar wist zelf te overleven. Anno 2002 woont hij nog steeds in Drenthe en maakt nog steeds dezelfde muziek. Hij staat op dit moment zelfs meer dan ooit in de belangstelling, want samen met zijnBlizzards is hij bezig met een succesvolle tournee langs de Nederlandse theaters. Die Blizzards zijn al lang niet meer dezelfde muzi kanten met wie Harry ooit z'n naam definitief vestigde, maar dat mag de pret niet drukken. Want tenslotte hebben ook gita rist Erwin Java, bassist Herman Deinum, drummerHans La Faille en toetsenman Heimig van de Vegt een flinke staat van dienst opgebouwd in het vader landse blueswereldje. Cuby heeft niet te klagen over erkenning. Zo mocht hij al eens de erepenning van de stad Assen in ontvangst nemen en viel hem ook de Culturele Prijs van de provincie Drenthe ten deeL Maar Muskee heeft dan ook nooi t stilgezeten sinds hij samen met Eelco Gelling Cuby &The Blizzards uit de grond stampte. Want ook nadat The Blizzards ten onder waren gegaan, bleef Muskee steeds weer opduiken: eerst met de formatie Red White Blue en vervolgens met de Harry Muskee Band. Na verloop van tijd evolueerde deze in de Muskee Gang en heet tegen woordig kortweg Muskee. Harry Muskee is inmiddels 60 jaar en is zijn provincie altijd trouw gebleven. ,,Ik heb altijd muziek gemaakt en na afloop ben ik steeds terug gegaan naar Drenthe. Ze hebben me vaak ge vraagd waarom iknooit naar het Westen ben verhuisd. Waarom zou ik? Ze hebben hier ook water en elektriciteit. En hier liggen mijn roots. Ik kom uit een heel oude turfschippersfamilie. Die voer de Drentse Hoofdvaart af naar Hoogeveen, Assen, Meppel en Zwartsluis. Als je de stam boom van de Muskees bekijkt, zie je dat die mensen het niet ge makkelijk hebben gehad. Ze hadden een heleboel kinderen, maar een aantal daarvan over leed al op hele j onge leeftij d. Dat is de familie waaruit ik stam en omdat ik weet wat ze allemaal hebben meegemaakt, heb ik geen enkele reden om me op de borst te slaan en te zeggen: Kijk mij eens." „Ik houd nog steeds van handge- maakte muziek", vervolgt Mus kee. „Voorrnij geen elektroni sche rommel van zoveel beats per seconde. Ik houd van muziek maken in z'ix puurste vorm. "Voor mij is het een roeping en een hobby tegelijk. Toen ik nog een klein jongetje was hoorde ik John Lee Hooker voor de Ameri- kaanse propagandazender The Voice Of America en ik raakte terstond besmet met het blues virus." Muskee is de blues door de jaren heen trouw gebleven, maar hij heeft zich wel altij d gerealiseerd dat er maar een kleixie markt voor is. ,,Ik was twee jaar gele den in Chicago, de bluesstad bij uitstek, zou je zeggen. Er woneii daar tien miljoen mensen. Van de eigenaar van de grootste pla tenzaak in de stad hoorde ik da; het aandeel van blues in de mu ziekmarktvan Chicago maar zes procent is. 999Heel weinig, dus. In Nederland ligt dat percentage nog veel lager, maar dat heeft donderdag 31 januari 2002 Harry Muskee. mij nooit veel kimnen schelen. Ik wil gewoon de bluescultuur aan de mensen laten horen. Dat is een missie voor mij Muskee is geboren en getogen in AssenIn de periode tussen 1967 en 1971 woonde hij samen met de leden van The Blizzards in een boerderij in Grollo. Dat was Harry's meest roemruchte pe riode als nationale bluescory fee. „Ik was naar Gx-ollo ver huisd omdat Assen me niet meer beviel. Nee, die boerderij was geen commune, maar ik was er wel elke dag met The Blizzards aan het repeteren. De dorpsbe woners keken eenbeetje vreemd tegen me aan, maar ik was geen buitenstaander. Ik praatte ook Drents, ik was een van hen." Cuby the Blizzards werden in die dagen al snel de belangrijk ste vertegenwoordigers van de rauwe blanke stadsblues, een muzieksoort die destijds stond voor een vrijgevochten en on aangepaste levensstijl. Denaam Cuby had evenveel gewicht als die van zijn Engelse kunstbroe der John Mayall. „Blues stond inderdaad voor een levensstijl", zegt Muskee. „Die stijl heb ik nog wel een beetje. Ik heb geen auto en ik voel me een vrijbuiter. Ik heb ook nooit een vaste baan gehad. Ik heb Nederlands ge studeerd, maar daar ben ik om wille van de muziek mee gestopt. Ik kan dus geen enkel diploma laten zien. Nou ja, 't is nu toch te laat om weer in de burgermaatschappij te functio neren." Muskee kan in ieder geval terug kijken op een rijk leven. Wat zijn op z'n 60ezijn verworvenheden? „Dat ik een brede interesse voor een heleboel verschillende din gen heb gekregen", antwoordt foto Reyer Boxem/GPD hij meteen. „Ook wat muziek betreft. Ik vind bijvoorbeeld Bach en Mozart heel mooi. Ik ben op een ander niveau gaan luisteren. En zien. Ik reis graag naar Griekenland omdat ik van de oudheid houd en omdat ik het een en ander van architectuur weet, kijk ik graag rond in We nen. Er is voor mij dus echt wel meer dan blues alleen. Harry de Jong Cuby& the Blizzards zijn op de vol gende plaatsen te zien: 1 februari: Stadsgehoorzaal, Vlaar- dingen 4 februariDe Kleine Komedie, Am sterdam 16 februari: Kennemer Theater, Be verwijk 5 maart: De Oosterpoort, Groningen 9 maait: Jan van Besouwhuis, Goir- le 22 maart: Musis Sacrem, Arnhem Aantal professoren Neder landse Muziek verdubbeld. Het zou zo een kop in de krant kunnen zijn. Toegegeven: de verdubbeling gaat van één naar twee hoogleraren Vaderlandse muziek, allebei aan de Univer siteit Utrecht. Maar toch is het opmerkelijk. Nadat vorig jaar Emile Wennekes aantrad als bijzonder hoogleraar 'Neder landse muziek na 1600', is dit jaar Louis Peter Grijp (1954) aangesteld als bijzonder hoog leraar 'Nederlandse liedcultuur van heden en verleden'. Is Nederlandse muziek soms in de mode? „Het is een golfbewe ging," zegt professor Grijp die vandaag in de Utrechtse Nico- laïkerk zijn oratie zal houden, getiteld 'Van Hadewijch tot Ha- zes'. Hij beschrijft hoe de En gelstalige amusementsmuziek in de jaren '60 en '70 de Neder landse liedjes voor lange tijd 'in de hoek van de truttigheid drukte'. En dat kennelijk nu de tijd rijp is voor een heroriënte ring op de eigen taal. ,De groep Doe Maar is daar heel belangrijk in geweest. Die is te gen de stroom in weer in het Ne derlands gaan zingen. Die golf beweging in voorkeur en afkeer voor liedjes in de eigen taal zie je door de hele muziekgeschiede nis heen", verklaart Grijp. „Een vreemde muziekvorm spoelt ons land binnen met zijn eigen taal aanvankelijk. De Nederlanders nemen die vorm over, eerst nog in de oorspronkelijke taal en pas veel later proberen ze zo'n genre ook in de eigen taal uit." Met zijn eerste college 'Van Ha dewijch tot Hazes' wil professor Grijp zijn studenten enthousi ast maken voor het vak Volks- liedkunde. „Hadewijch (een dichteres uit de 13e eeuw, red.) en Hazes zijn als het ware de grenzen van het liedgebied dat ik wil onderzoeken. Ik begin met een globaal overzicht te ge ven van wat zich tussen die ui tersten bevindt op het gebied van het Nederlandse lied. En ik wil een aantal belangrijke prin cipes behandelen, zoals contra factuur: het maken van liedtek sten op bestaande melodieën. Op zich een simpel principe, maar wel het belangrijkste pro ductiebeginsel vanaf Hade wijch, en dat voortduurde tot in de 19e eeuw het gecomponeerde lied de overhand neemt." Veel van de door hem onder zochte muziek voert Louis Grijp uit met zijn eigen ensemble Ca- merata Trajectina. Maar wat ligt er bij voorkeur op zijn cd- speler? „Veel klassieke muziek en dan vooral oude muziek. Dat is mijn muzikale ijkpunt. Met Camerata Trajectina liep mijn onderzoek en de uitvoerings praktijk lange tijd hand in hand. De laatste tijd heb ik mijn onderzoeksterrein verruimd naar hedendaagse populaire muziek, en dan drijft mijn be trokkenheid meer op een cultu- reel-wetenschappelijk belang stelling. „Mijn colleges zijn niet per se bedoeld om studenten voor deze muziek te winnen. Ik vind het wel heel belangrijk mijn stu denten te laten horen waar het over gaat. Neem die liedjes van het radioprogramma Onder de Groene Lindeuit de jaren zes tig: al die oude stemmen en dat gekraak. Als je je erin verdiept, dan hoor je er veel meer in. Dan kun je die ruis van die oude stemmen veel makkelijker weg denken. Dan wordt het weer in teressant als onderdeel van je ei gen geschiedenis." Peter Grijps leerstoel is een ini tiatief van het Meertensinsti- tuut, het instituut waar volks cultuur wordt onderzocht en dat sinds J. J. Voskuil en zijnme- garoman 'Het Bureau' wereld beroemd is geworden. „Ik sta er- helaas niet in, ik ben te jong," zegt Grijp met een intonatie, waarin zowel spijt als opluch ting klinkt. „Maar ik herkende de sfeer van het instituut aan de Keizersgracht onmiddellijk. Het is een haarscherpe karika tuur, je herkent de mensen zo. Ze zijn naar het leven getekend. Maar er is veel veranderd." Deplorabel „Voskuil begint zijn cyclus wanneer hij als jonge medewer ker in de jaren '50 aankomt bij het instituut. Toen was het de plorabel. Ik denk dat hij gelijk had, want het was een antiqua rische wetenschap. De volks kunde was in Voskuils tij d in een ivoren toren geplaatst." „Voor sommige personen was het vervelend, maar voor het in stituut heeft Voskuil louterend gewerkt. We hebben het beeld dat daar werd opgeroepen moe ten bijstellen door te laten zien dat we inmiddels anders waren geworden. Dat we bijvoorbeeld veel meer naar het heden kij ken." Louis Grijps oratie gaat over de belangstelling van de elite voor de muzikale volkscultuur. Het gaat dus ook over hemzelf en de mensen die in de Nicolarkerk naar hem komen luisteren. „Al in de 16e eeuw toont de elite in teresse voor boerendansen. Mijn verhaal gaat over het volkslied als uitvinding van de late 18e eeuw en als uiting van een fascinatie voor muziek van de mindere klasse. En het ein digt dus met Hazes, want die is inmiddels omarmd door de elite van deze tijd. Die elitaire be langstelling kun j e nog het beste omschrijven als een vorm van negatieve zelfdefiniëring: kijk, wij vieren onze andersheid. Joke Dame Louis Peter Grijp, hoogleraar voor de liedcultuur en kenner van het levenslied. foto Evert Elzinga/GPD Sommigen missen bij Maurizio Pollini 'gevoel'. Anderen beschouwen hem als de meest fascinerende pianist sinds Richter. Deutsche Grarrrmophon maakte veel werk van Pollini 's 60ste verjaardag. In Schumann laat de Italiaanse klaviermeester de boze geesten los. Een dromerige blik en een romantisch kap sel sieren de hoes van zijn eerste grammo foonplaat uit de jaren zestig. Op die kwali teiten kan Maurizio Pollini zich niet meer beroemen. Maar zijn spel is er niet minder op geworden. Ter gelegenheid van zijn zes tigste verjaardag kwam Deutsche Grammophon met een 'Maurizio Pollini Edition', een serie heruitgaven op dertien cd's, met muziek van Mozart tot Schönberg. Ook verscheen er een nieuwe opname met werken van de componist die hem meer fas cineert dan wie ook: Robert Schumann. Al meer dan dertig jaar wordt de beroemd ste Italiaanse pianist vergezeld door het ge le label. Dat is opmerkelijk, zeker in het licht van de ontwikkelingen in de jaren ne gentig, waarbij talrijke, ook beroemde mu sici door platenmaatschappijen aan de kant werden geschovenMaar Pollini is altijd een pianist met een status aparte geweest. Naar elke nieuwe opname van hem wordt uitge keken. En elke nieuwe vertolking draagt onmiskenbaar zijn stempel. De bewonde ring is zeker niet unaniem. Wat de één 'be heerst' en 'intrigerend' vindt, noemt de an der te 'koel' of te 'intellectueel' vindt. Maar- zijn superieure meesterschap valt niet te loochenen. Veertien was hijtoen hij in het openbaar* de complete Etudes van Chopin speelde. In 1960, hij was achttien, won hij de eerste Het superieure meesterschap van Maurizio Pollini valt niette loochenen. prijs op het Chopin-concours in Warschau. Hoe groot het succes van zijn al spoedig le gendarische eerste plaat (Chopins Piano concert nr. 1 op EMI) ook was, Pollini wei gerde zich door gretige impresario's op sleeptouw te laten nemen. Hij trok zich te rug, liet niets van zich horen. Menigeen vreesde dat hij ernstig ziek was. Maar hij ging in alle rust verder studeren en nam les bij Arturo Benedetti Michelangeli, perfec tionist bij uitstek. fotoGPD Enkele jaren later bracht Deutsche Grammophon kort na elkaar twee elpees van hem uit. Zelden zijn over opnamen van pianomuziek zoveel superlatieven uitge stort. Het was bovendien de veelzijdigheid van Pollini, die frappeerde. Op de ene plaat de volgens velen nooit meer geëvenaarde re gistratie van Chopins Etudes, op de andere een combinatie van Prokofjev (Sonate nr. 7) en Stravinsky ('Trois mouvements de Pé- trouchka'). Opus 25 van Chopin enhet werk van Stravinsky maken deel uit van de box, die DG nu op de markt heeft gebracht. Dat repertoire van Pollini is een verhaal apart. In dat opzicht is het niet onbegrijpe lijk dat hij vaak de 'intellectueel' onder de pianisten wordt genoemd. Dat geldt trou wens ook voor Alfred Brendel, met wie hij niet qua klank maar wel qua repertoire veel gemeen heeft. Ook Pollini speelt nooit mu ziek waarin virtuositeit en pathos de over hand hebben. Dus geen Tsjaikovski of Rachmaninov. En van Liszt niet de circusnummers, maar hoofdzakelijk de grote Sonate, die bij hem een Faust-achtig drama wordt. Bij voor keur concentreert hij zich op de diepziqnige late werken van Schubert of de grillige stukken van Schumann. Het Midden-Euro- pese repertoire heeft bij hem altijd centraal, gestaan met Beethoven als uitgangspunt. Ook dat heeft hij met Brendel gemeen. Maar Pollini maakte wel een opname van de Etudes van Debussy, waardoor veel mensen zich ineens bewust werden van de originali teit van die muziek. En hij houdt zich nog steeds intensief bezig met Schönberg. Het meest opvallend was echter Pollini's aan dacht voor de na-oorlogse muziek. In de concertzaal combineerde hij Bouiez' be ruchte Tweede sonate enkele malen met de 'Hammerklaviersonate' van Beethoven (al lebei opgenomen in DG's 'Pollini Edition'). Moeilijker- kan een pianist het zijn publiek niet maken. Twee maanden geleden speelde hij in het Amsterdamse Concertgebouw nog Stockhausen. De abonnementhouders van de serie'Meesterpianisten', niet gewend aan zulk gehamer, keken vreemd op. Pollini naast de reputatie van een begena digd Chopin-vertolker ook het imago van een doortastend vernieuwer. Dat laatste is een beetje overdreven. Want het is niet meer dan een handjevol 20ste-eeuwse topstukken waarmee Pollini al vele jaren goede sier maakt. Een j aar of twintig geleden zag het er naar uit dat hij een tweede carrière als dirigent ambi eerde. Hij leidde zelfs opvoeringen van de opera van Rossini ('La donna del lago', met Katia Ricciarelli) in Pesaro en legde dat werk op de plaat vast. En daar viel weinig op aan te merken. Maar Pollini, met zijn strenge zelf- kritiek, ging zich toch spoedig weer voor- honderd procent op het klavier concentreren. Stug Die zelfkritiek kan overigens niet voorko men, dat Pollini bepaald niet altijd op het zelfde niveau speelt. Zijn spel kan, wanneer hij minder gedisponeerd is, stug en stuurs klinken. Dat was enkele jaren geleden het ge val toen hij met het Concertgebouworkest het Pianoconcert van Schumann uitvoerde. De nu verschenen Schumann-cd, met daar op 'Davidsbündlertanze' en het 'Concert sans orchestre', klinkt gelukkig heel anders. Dit is één van Pollini's beste opnamen ge worden, op het niveau van zijn registraties van Schumanns Sonate rrr. 1 en Fantasie in C uit 19 7 3En even vitaal en krachtig als die uitvoeringen. Er zijn weliswaar pianisten, die het vluchti ge en irreële bij Schumann beter realiseren en de klank meer raffinement geven. Bij Pollini zijn het vooral het drama en de waanzin in Schumanns muziek, dienaar vo ren komen. Deze pianist laat ons Schumann horen als geestver-want van de schilder Casper David Friedrich, met zijn melancholieke en myste rieuze panorama's. Door de manier waarop hij die wereld oproept staat Pollini op één lijn met de ontzagwekkende Russische grootmeester Svjatoslav Richter. Het onder de titel 'Concert sans orchestre' in 1836 gepubliceerde werk, dat eigenlijk de eerste versie van de Derde sonate is, behoort niet ten onrechte tot de vrijwel vergeten werken van Schumann. Maar het duivelse karakter van het laatste deel, een waanzin nig' 'prestissimo possibile', is ontegenzeglijk Schumann zoals alleen Schumann kan zijn. De manier waarop Pollini in deze muziek de boze geesten loslaat is weergaloos. Aad van derVen 'Maurizio Pollini Edition' (13 cd's) - DG Schumann: Davidsbündlertanze' en 'Con ceit sans orchestre' - Maurizio Pollini (piano) - DG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 32