Zal ik het even
voor u inpakken?
Verzamelen is jagen en vallen zetten
25
Roma Pas mikt er net naast met haar camera
Modeproject
in de Vleeshal
PZC
donderdag 31 januari 2002
et is geen toeval dat de Vleeshal en de Kabinetten
van de Vleeshal in Middelburg de komende
maanden ook op koopavonden geopend zijn. De
dubbelexpositie Higher Truth is namelijk een project over
mode. Daarvoor is de Vleeshal getranformeerd tot een luxe
modewinkel. Alleen: er is geen kledingstuk te zien, laat staan
te koop.
A chter de transparante gevel
xA.brandt licht. Wie buiten
staat, ziet de silhouetten van
verkoopsters en kan nog net de
aangename klanken opvangen
van een lounche-muziekje.
Links en rechts van de grote
deur, die nog even gesloten
blijft, schitteren etalages. Ze
zijn nagenoeg leeg maar enorme
spiegels zetten de bezoeker oog
in oog met zichzelf. Een klein
bordje vermeldt Higher Truth
No.5 en een lijst van sponsors,
waaronder het dure champag-
nemerk Moët Chandon.
Dan zwaait de deur open en de
portier maakt een uitnodigend
gebaar. Vooruit dan maar. Bin
nen drentelen twee verkoop
sters. Vriendelijk zeggen ze ge
dag, maar verder gunnen ze de
bezoeker geen blik waardig.
Voor zover het niet transparant
is, glanst alles in de winkel. Zo
als het kledingrekje waarop
niets hangt. Achterin leidt een
zwarte gang, rond als een grote
rioolbuis, naar de paskamers.
Die zijn ruim genoeg voor meer
dan één bezoeker, maar wie bui
ten wil wachten kan een koel
glaasje water tappen. In de
kleedkamer staat een beeld
scherm. Daarop verdwijnt, in
vertraging, het silhouet van ie
mand die op de rug wordt ge
zien. Dan komt een ander in
beeld, ook op de rug gezien. De
bezoeker herkent zichzelf en
realiseert zich dat hij zojuist
langs een camera moet zijn gelo
pen.
Naar buiten maar weer. Hier is
toch niets te koop. Of wel? Is dat
een tijdschrift, daar bij de enor
me verkoopbalie? ,,Zal ik het
even voor u inpakken?", vraagt
de verkoopster vriendelijk. Het
in plastic gevatte stapeltje pa
perassen wordt zorgvuldig in
vloeipapier gevouwen. Dan ver
dwijnt het in een glanzend wit
modetasje, samen met een blan
co kaartje dat de verkoopster
voor de ogen van de bezoeker in
een blanco envelopje heeft ge
schoven. „Dat is dan één euro,
alstublieft. Gaat het zo mee?
Een prettige dag nog verder."
Higher Truth No.5 is een project
van Guus Beumer en Rutger
Wolfson. De eerste heeft naam
gemaakt als creatief directeur
van het modemerk Alexander
van Slobbe. Hij is een spin doc
tor in de modewereld, bedenker
van concepten, schrijver van ar
tikelen over mode, lid van de
landelijke Raad voor Cultuur.
Rutger Wolfson is directeur van
de Vleeshal. „Ik wilde al heel
lang een tentoonstelling over
mode maken, maar ik kende
niemand in die wereld", vertelt
hij. „Ik ben rond gaan vragen en
iedereen noemde Guus Beumer..
Als je in de modewereld iemand
zoekt, wordt zijn naam ge
noemd."
Wat hij precies met mode wilde
doen wist Wolfson niet, behalve
clat het volstrekt anders moest
zijn dan wat musea of galeries
gewoonlijk presenteren als ze
zich op dat terrein begeven.
„Musea werken nog steeds van
uit het idee van de kunstenaar
als genie", legt Wolfson uit. „Ze
zien de ontwerper dus als de
kunstenaar en stellen zijn crea
ties tentoon alsof het schilderij
en zijn. Maar een aantal kle
dingstukken op poppen, zo'n
statische opstelling met de na
druk op de ambachtelijkheid
van het vak, dat heeft niets te
maken met de glamour van de
modewereld. Wij hebben het
omgekeerd. Bij ons is geen kle
dingstuk te zien. Wij tonen al
leen de interessante huls erom
heen."
In Higher Truth No.5 (de drie
termen verwijzen naar parfums
van respectievelijk Dior, Calvin
Klein en Chanel) draait het om
de verbeelding waarmee een
stijlvolle wereld wordt opgeroe-
De bezoeker van de Vleeshal ervaart op welke manier in de modewereld het publiek wordt verleid.
pen die potentiële kopers asso
ciëren met bepaalde merken.
Wolfson: „Onze vraag was: Hoe
laat je dat zien? Advertenties
zijn natuurlijk dé vehikels van
de mode, maar we beschikken
niet over de burgetten om die te
plaatsen. Een modeshow is te
Roma Pas exposeert foto's in de Kabinetten van de Vleeshal in Middelburg.
Draait het in de Vleeshal om ervaren, in
de Kabinetten van de Vleeshal staat het
kijken centraal. Ook het onderwerp van
Higher Truth Nr. 71een tentoonstelling met
foto's van Roma Pas, is mode. Maar net als in
de Vleeshal gaat ook hier de aandacht niet
in de eerste plaats uit naar de modellen die
spectaculaire creaties showen maar naar de
omgeving.
In de eerste van de drie zalen toont Pas wel
iswaar foto's van een modeshow, maar het
lijkt wel alsof ze door een sleutelgat zijn ge
nomen. De modellen zijn slechts gedeelte
lijk te zien, het grootste deel van de foto is
zwart. Het duurt even voor duidelijk wordt
de foto's vanuit het publiek zijn genomen,
over een schouder heen, onder een arm door.
Een andere, prachtige, foto is voor het
grootste deel wit. Alleen links is een rij keu
rig gelakte schoentjes te zien.
Pas bewijst dat je veel over een onderwerp
kunt vertellen als je de camera er niet direct
op richt. De schoenen zeggen alles over het
aanwezige publiek en hetzelfde geldt voor
de outfit van publiek en medewerkers van
de modeshows die in de volgende twee zalen
wordt getoond. In de middenzaal gaat het
vooral om foto's van verwachting en verve
ling. Wachten op de modellen of wachten op
een volgend model dat iets interessanters
toont dan degene die nu voorbijloopt. In de
laatste zaal zijn foto's te zien die gemaakt
zijn voorafgaand aan een modeshow. Door
een hal met lege stoelen loopt iemand. Uit
een pasje om de nek blijkt dat het gaat om
mensen die bij de organisatie horen. De fo
to's tonen aan dat wie een modeshow be
zoekt, als publiek of als werknemer, goed
nadenkt over zijn kleding: glinsterende
zonnebrillen, een gescheurd t-shirt, modi
euze spijkerbroek met zorgvuldig losge-
scheui'de kontzak, er is veel werk verricht
om er nonchalant en casual uit te zien. Roma
Pas geeft een overtuigend beeld van mode
door er net naast te fotograferen.
eenmalig. Zo kwamen we op het
idee van d e flag ship stores, de
winkels die als uithangborden
fungeren, die de sfeer van een
bepaald merk uitdragen. Daar
worden de beste architecten te
genaan gegooid, daar hangt de
goeie geur, daar wordt de juiste
muziek gedraaid, er staan
mooie dames. Het is een parallel
universum dat niet rationeel
kan worden gedefinieerd. Wat
daar gebeurt is niet onder woor
den te brengen, dat kan alleen
zintuiglijk worden gedefini
eerd."
De bedoeling is dus de bezoeker
van de Vleeshal te laten ervaren
op welke manier in de modewe
reld het publiek wordt verleid.
„Er wordt een spel met je aange
gaan", verduidelijkt Beumer.
„Een spel van aantrekken en af
stoten. Die enorme wand in de
Vleeshal stelt je voor de vraag of
je daar wel of niet naar binnen
moet gaan. Net zoals de drempel
van een luxe modewinkel hoog
is, terwijl het toch ook verleide
lijk is daar eens binnen te stap
pen. Ben je eenmaal binnen dan
volgt de confrontatie met het
personeel. Die geven je normaal
nooit aandacht. Je wordt in de
richting van een kledingstuk
gestuurd en pas als je belang
stelling toont, word je aange
sproken. We hebben speciaal
mensen, hier in Zeeland, gecast
om als personeel te fungeren.
Alexander van Slobbe heeft hun
kleding ontworpen. Daarin zit
ten moderne referenties, maar
ook een zekere neutraliteit."
Het bezoek aan de kleedkamer
is in de Vleeshal 'uitvergroot tot
een ruimtelijke ervaring'. De
bezoeker wordt letterlijk met
zichzelf geconfronteerd. Bij een
winkel hoort natuurlijk het af
rekenen. Vandaar dat het kaart
je voor de tentoonstelling bij het
weggaan wordt betaald. In ruil
voor de toegangsprijs van één
euro wordt een reader met arti
kelen over mode en kunst mee
gegeven. Daarbij hoort een om
slachtig inpakritueel.
Wie de Vleeshal bezoekt reali
seert zich dat intimidatie onder
deel is van de verleidingstech
niek die de mode hanteert. En
niet alleen de mode. Beumer:
„Wat wij laten zien is niet de in
houd maar de vorm. Dat is ook
het interessante. Mode is van
zichzelf een format geworden,
een cliché dat over alles wordt
heengelegd en ook transponeer-
baar is naar andere zaken. Kijk
naar defrontmen in de politiek.
niet is." Met Higher Truth No.5
hebben Beumer en Wolfson een
actueel thema bij de kop gepakt
in de hoop dat mensen daarover
gaan nadenken. Kritiek leveren
ze niet. „Je kunt schande spre
ken van de verleidingstechnie
ken in de mode, maar dat is een
Twintig jaar geleden zeiden we
nog dat het bij ons ging om de
ideologie en niet om de persoon.
Geen Amerikaanse toestanden.
Maar neem Pim Fortuyn. Dat is
het lanceren van een sterretje,
keurig in pak met stropdas. Dat
is mode. Dat is die fascinerende
techniek om ergens een belang
aan te geven dat er helemaal
achtei'haald standpunt", meent
Wolfson. „Ze zijn deel van ons
leven. En er zit toch ook schoon
heid en raffinement in? Mensen
voelen zich er prettig bijWij
vinden het zinvoller de vraag te
stellen: Wat is die ex-vai'ing dan
precies? Wat voor betekenis zit
er in? Dat lukt je niet als je aan
de zijlijn blijft staan en kritiek
fotografie Dirk-Jan Gjeltema
levert. Wij hebben juist de mo
dewereld opgezocht. Dat is veel
effectiever. Gevolg is dat je nu
niet serieus meer een tentoon
stelling over mode kunt maken
als je je niet verhoudt tot wat
hier in de Vleeshal te zien is."
„Het mooie is ook datje het idee
van deze tentoonstelling in dx'ie
zinnen aan mensen kimt uitleg
gen. Iedei'een is zich ex-van be
wust hoe we dag in dag uit ver
leid worden, iedereen heeft een
idee bij deze tentoonstelling.
Het is geen intellectueel com
mentaar, het is gewoon een pre-
sentatie midden in de stad. Voor
iedereen. Daarom zijn we ook
op koopavonden open."
ErnstJan Rozendaal
Expositie: Higher Truth - t/m 3 april
in de Vleeshal en de Kabinetten van
de Vleeshal in Middelburg, open:
woe, vri, za en zo van 13-17 en don
van 13-20 uur.
Donderdag 7 februari vertoont film
theater Schuttershof een film over
mode. Aanvang film: 20.30 uur, in
leiding Guus Beumer en Rutger
Wolfson: 19.30 uur.
In de kleedkamer staat een beeldscherm. Daarop verdwijnt, in vertraging, het silhouet van iemand die op de rug
wordt gezien.
Hoeveel affiches Max-tijn L. Le Coultx-e in
x-uim 25 jaar heeft verzameld, weet hij
niet. „Dat kan ik niet op de duizend nauw
keurig zeggen." Vanaf zijn vijftiende verza
melt hij affiches, stelselmatig, bijna beze
ten. De Beyerd in Bx-eda toont vierhondex-d
affiches uit de collectie-Le Coultre.
„Je hebt verzamelen en je hebt sparen", zegt
Max-tijn L. Le Coultre, notax-is te Hilvex-sum
en verzamelaar in hart en niex-en. „Postze
gels sparen is geen verzamelen. Je koopt el
ke sex-ie die uitkomt en je gaat af en toe naar
de postzegelwinkel om te kijken of er nog
wat is. Dat is sparen. Verzamelen is iets heel
anders. Verzamelen is jagen."
Zo'n jager is Maitijn Le Coultx-e sinds zijn
vijftiende jaar Toen, in 1975, kwam hij bij
toeval in het bezit van Etoile de Nord, een
affiche van de legendarische art déco-ont-
werper Adolphe Mouron Cassandx-e. En
toen was het hek van de dam. Vele duizen
den, tienduizenden affiches later behoox-t
Etoile du Nord nog altijd tot de top-5 van Le
Coultx-e's collectie. Tienduizenden affiches:
dat is niet overdreven. „Maar hoeveel pre
cies kan ik niet op de duizend nauwkeurig
zeggen."
Verzamelen is een actieve bezigheid. Een
collectionneur gaat niet alleen actief op
jacht, hij zet ook netten en vallen uit. Vanaf
het allereex-ste begin heeft Le Coultre dat
systematisch aangepakt. „Aan musea vroeg
Jan Wijga: Philips
ik: bewaar alsjeblieft alles, dan kom ik één
maal per jaar langs om het op te halen. Ex-
ligt veel in archieven, bedrijven hebben
soms nog stapels oude affiches op zolder lig
Cy Szilas: Baeder
gen. Ik heb jarenlang faillissementsadver
tenties van drukkerijen uitgeknipt. Verza
melen is gericht jagen.
Op den duur weet men dat je verzamelt, en
ken je ook al je medevex-zamelaars. „Dat
zijn er niet veel. Als je serieus verzamelt dan
dx-aait zich na jax-en het fenomeen om. Dan
zoekt de markt de verzamelaar. Toen ik nog
in mijn ouderlijk huis woonde, kwamen ex-
wel mensen aan de deur met affiches. 'Is je
vader thuis?', vroegen ze dan." Streeft een
vex-zamelaar van dit kaliber eigenlijk naar
volledigheid? „Nee. Volledigheid is onmo
gelijk. Affiches zijn een mer a boire in het
kwadraat. Er zijn er véél meer dan postze
gels."
Le Coultre bezit commerciële affiches, poli
tieke affiches, culturele affiches. Zijn eigen
voox-keur gaat uit naar het eerlijke, ondub
belzinnige commerciële affiche. „In mijn
collectie ligt de nadruk op commerciële affi
ches. Die vind ik aantrekkelijk omdat het
commerciële aspect een extra spanning in
het affiche brengt. De opdrachtgever wil
zijn product in beeld, de kijker moet het
product in één oogopslag herkennen, het
moet snel klaar zijn en het mag niets kosten
Een affiche is een eendagsvlinder. Het hangt
drie weken in de regen en dan is het weg. Een
affiche is geen kunst."
Dat kunstzinnige aspect geldt wel voor cul
turele affiches, zoals ze bijvoorbeeld voor
het theater worden gemaakt. Le Coultre:
„Die affiches zijn meer vrije kunst. De ont
werper leest het stuk dat opgevoerd wordt
en verbeeldt in zijn ontwerp zijn interpreta
tie van het betreffende stuk. De meeste ten
toonstellingsaffiches vind ik niet interes
sant. Het moet een zelfstandig ontwerp zijn
om verzamelbaar te zijn."
Op politiek vlak heeft Le Coultre zeer inte
ressante postex-s. „Politieke affiches illu
streren op een fantastische manier de ge
schiedenis, de politieke ontwikkelingen in
Duitsland en Rusland, de Tweede Wex-eld-
ooxiog, de jaren zestig, de milieubeweging.
Commex-ciële affiches geven ook wel een
tij dsbeeld, maar pas wel opze geven een ge
ïdealiseerd beeld."
De affiches die Marlijn Le Coultre verza
melt beslaan een periode van iets meer dan
een eeuw. „Rond 1890 wordt het affiche in
teressant. Vóór die tijd waren het letter-affi-
ches, het ging om de tekst. Later kwam de
verschuiving van tekst naar beeld: het mo
derne affiche."
Geluk
Soms moet een verzamelaar geluk hebben.
„In 1981 verhuisde ik en de verhuizer ver
telde me dat hij ooit eerder iemand had ver
huisd met een grote vex-zameling affiches.
Die had er twintig- a dex-tigduizend, groten
deels eigentijdse affiches. Die man vex-za-
melde geen oude affiches, zoals de meeste
verzamelaars, maar nieuw geproduceerde.
Tijdens vakanties in Frankrijk reed hij met
zijn gezin over binnenweggetjes en stopte
hij bij ieder vers aangeplakt affiche. Hij
reed pas door als hij het ding had. Zijn fami
lie werd er gek van. Ik heb zijn collectie op
gespoord in Los Angeles en gekocht."
Overigens spaart ook Marlijn L. Le Coultre
zijn gezin niet, schrijft hij in hetboekA Cen
tury of posters dat bij de tentoonstelling
verschijnt. „Ik wil mijn vrouw en dochtex-s
bedanken dat ze mij (nog) niet het huis uit
geschopt hebben, want het lijkt meer op een
pakhuis van boeken en oud papier dan op
een normaal huis."
Wat is eigenlijk de kick van het verzamelen?
„Aanvankelijk was de kick van het verza
melen de aanschaf, het bezit. Nu vind ik het
fijner om ze aan mensen te laten zien, om
tentoonstellingen te organiseren. Bijvoor
beeld in het ReclameArsenaal, waaraan ik
mijn verzameling van duizenden Neder
landse affiches heb geschonken, ook te be
zoeken via internet. Plet ReclameArsenaal
werkt weer samen met De Beyexxl, het toe
komstige Museum voor Grafisch Ontwerp
Ik wil mijn eigen collectie ooit terugbrengen
tot duizend. Dat zouden dan deze vierhon
derd stuks inDeBeyerd kunnen zijn, aange
vuld met zeshonderd andere."
Hans Rooseboom
Expositie: A century of posters, affiohes uit de
verzameling Le Coultre - De Beyerd, Boschstraat
22 Breda, lot 25 maart. Het boek 'A century of
posters' van Martijn F. Le Coultre en Alston W.
Purvis is verschenen bij V K Publishing, 448
blz., €30,-. Zie ook www.reclamearsenaal.nl