Het verhaal achter 't 'of in d'n 'oek Kreeft verhongert tijdens strenge winter of hete zomer 24 24 25 25 Historie Walcherse hoeves weerwoord Floron zoekt zeldzame planten op Zeeuwse veehouderij stelt zich voor Strengere normen rond mest en gif Ik ken mén kruske allien nie droagen bijzonder blauw woensdag 30 januari 2002 Eind januari sterke vorst, 's zomers noch honger noch dorst Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschapland- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18,4380 AAj Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Op initiatief van de Stich ting Regionale Ge schiedbeoefening Zeeland begon in 1995 een groep en thousiaste amateur-historici aan een onderzoek naar de geschiedenis van een aantal oude boerderijen op Walche ren. Een karwei dat langer duurde dan verwacht: nu, zeven jaar later worden de resultaten gepresenteerd. Op zestien plaatsen, ver spreid over heel Walcheren, is de historie van daar aan wezige boerderijen in kaart gebracht. Consulent regio nale geschiedbeoefening Aad de Klerk noemt het een voorbeeldige afsluiting van 2001 Internationaal jaar van de vrijwilligers en een be langrijke opmaat tot 2003 Nationaal jaar van de boer derij. Huibert Jacobus Budding werd in 1834 bevestigd als predikant van de hervormde ge meente in Biggekerke. Twee jaar later brak hij met de kerk en dat was het begin van de Af scheiding in Zeeland. De 'afval lige' dominee verwierf heel wat aanhangers. Voor zijn predikin gen moest hij gebruik maken van schuren. Ook die van de hoeve op de hoek van de Kluit- hoekweg/Veldersweg op het Platte van Walcheren. Diensten die stiekem werden gehouden en nogal eens verstoord werden door politie-optredens. Om veldslagen tussen de kerkgan gers, onder meer uit Arriemui- den, en de politie te voorkomen, stopte de boer spaden en andere scherpe werktuigen weg. Het is één van de feitjes die Kees Dekker uit de archieven heeft gehaald bij zijn onderzoek naar het 'of in d'n 'oek, waar zijn fa milie van 1846 tot 1994 boerde. Hijzelf droeg het melkveebe- drijf over aan de uit Zuid-Hol land afkomstige familie Krom hout en kreeg daarna tijd én interesse om de geschiedenis van de boerderij waarop hij ge boren en getogen is, uit te plui zen. Voorvader Job Dekker kocht het bedrijf tijdens een vei ling. Voor gebouwen en grond moest 562 gulden per hectare betaald worden en de hypo theek werd verstrekt door de fa milie Lantsheer. Speuren Dekker is teruggegaan tot 1799, al moet volgens oude kaarten op de plaats waar nu de Kluithoek- weg ligt, al eerder een boerderij hebben gestaan. Vanaf dat jaar kon hij speuren in de registers van het Kadaster en de memo ries van successie. Hij heeft zijn onderzoek als leerzaam en leuk ervaren en stak veel op over de ontwikkeling op het Platte van Walcheren in de afgelopen twee eeuwen. Hem zijn vooral opge vallen de veranderingen die het landschap onderging. De vele Hoeve Vluchtenburg aan de Schroeweg bij Souburg. foto's Dirk-Jan Gjeltema kleine percelen maakten plaats voor grotere; bomen en struiken op het land verdwenen. Tot zijn spijt heeft Dekker niet zoveel kunnen achterhalen over het boeren zelf, de ontwikkeling van het inkomen en veranderin gen in de landbouw. Dat is een manco waar meer onderzoekers op stuitten. Onder meer door de inundatie van Walcheren in 1944 is veel materiaal hierover verloren gegaan. Maar Dekker beschikt nog over de boekhou ding van het bedrijf - dat altijd naamloos is gebleven - vanaf 1945 en hij denkt erover daar nog eens in te duiken. Hij heeft al ontdekt dat er opvallende fei ten in staan,Zo is te zien dat ze in 1950 voor tarwe 25 cent de ki lo kx'ijgen en dat is nu nog zo." Antoinet de Wijze heeft hoeve Vluchtenburg aan de Schroe weg bij Souburg onder de loep genomen. Haar dossier over de boerderijtegenwoordig van de gebroeders Ovaa, is zo'n twintig centimeter dik. Ze heeft de ge schiedenis gevolgd vanaf 1625, toen er een nog naamloze hof stee met boomgaard lag. Op een kaart uit circa 1724 komt de naam Vluchtenburg voor. Het was toen een buitenplaats met een groot herenhuis en vijver en diverse bedrijfsgebouwen. Er is veel gesloopt en door de inunda tie verdwenen. Het huidige woonhuis dateei-t uit 1829 en de schuur uit 1872. Pionieren Zeven jaar geleden begon De Wijze aan haar onderzoek om dat ze meer bekend wilde raken met werken in archieven. Dat is goed gelukt. Ze heeft het bezig zijn in een groep als zeer plezie rig ervaren: kennis uitwisselen en elkaar steunen. Maar toch ook veel alleen pionieren. „Je kiest een boerderij uit, gaat er naar toe, praat met de mensen en duikt in de archieven. Het wordt steeds leuker. Het is net een puzzel, allemaal stukjes die in elkaar gaan passen. Ook is het een beetje verslavend. Als je iets gevonden hebt, wil je al weer het volgende gaan onder zoeken. Je wilt het verhaal zo compleet mogelijk hebben." Niet alle afzonderlijke onder zoeken zijn helemaal klaar, onder meer de boerderijen bij Boudewijnskerke zijn nog niet afgerond. „Je moet het op een gegeven moment gewoon af sluiten", zegt Antoinet de Wijze. Het onderzoek naar de boerde rijen heeft niet alleen voor de deelnemers bevredigende resul taten opgeleverd. Ook voor an dere onderzoekers is nu een berg informatie beschikbaar, waar zij hun voordeel mee kunnen doen. De gegevens worden op geslagen in het Zeeuws Archief en zijn voor iedereen toeganke lijk. „En mijn nageslacht weet nu: daar komen jullie vandaan", stelt Kees Dekker. In de loop van de jaren is de sa menstelling van de onderzoeks groep gewijzigd. Er vielen men sen af en er kwamen nieuwe bij. Uiteindelijk haalden dertien deelnemers de eindstreep. De resultaten van het onderzoek worden vanavond gepresen teerd door de Stichting Cultu reel Erfgoed Zeeland, samen met de Heemkundige Kring Walcheren. Dat gebeurt tijdens een bijeenkomst in de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg, vanaf 20.00 uur. Burgemeester A. de Bruijn van Veere en voor zitter G. Smallegange van de Zeeuwse Boerderijenstichting geven een reactie op het onder zoek en het belang ervan. Rinus Antonisse Boerderij op de hoek van de Kluithoekweg/Veldersweg in Middelburg. De Europese zeekreeft is in allerlei opzichten een be langwekkend dier. Om te begin nen al doorzijn kieskeurigheid. In Nederland komt hij vrijwel alleen voor in de Oosterschelde, en gelukkig is het daar tegen woordig weer een redelijk ge wone verschijning. Lange tijd is dat wel anders geweest. Na de strenge winter van 1962-1963 was het aantal kreeften in de Oosterschelde dramatisch te ruggelopen. Dat had te maken met de temperatuurregeling van de kreeften. Als de water temperatuur lager wordt dan 5 graden Celsius staken ze volle dig met hun voedselopname. Geen wonder dus dat in een strenge winter grote aantallen kreeften verhongeren. Aan de gewenste temperatuur zit trouwens niet alleen een on dergrens; de temperatuur kan ook te hoog oplopen. Boven de 22 graden gedijen kreeften ook niet meer. Gelukkig is zowel het een als het ander uitzonderlijk in onze omgeving. Kreeften zijn gepantserde die ren. En net als bij krabben groeit ook bij kreeften het pant ser niet mee wanneer de kreeft groeit. Vandaar dat de dieren tijdens het groeistadium een aantal keren hun pantser afwer pen, waarna er in korte tijd een nieuw pantser ontstaat. Daar voor is een grote hoeveelheid kalk nodig, en om daarin te voorzien, eet een pas vervelde kreeft het afgeworpen panster gedeeltelijk op. Kreeften zijn uitgesproken trage groeiers. Het kan wel tien jaar duren voordat een kreeft zijn volle omvang bereikt heeft. Waar schijnlijk is het juist aan die ho ge leeftijd te danken dat de exemplaren die in de Ooster schelde de strenge winter van '62-'63 hebben overleefd, nog voor voldoende nageslacht heb ben kunnen zorgen om de soort als zodanig in stand te houden. Overigens zijn strenge winters niet het enige gevaar voor de soort. Ook overbevissing kan ervoor zorgen dat onze kreeften in de gevarenzone komen. Een kreeft krijg je niet zomaar te zien. Het zijn nachtdieren, die zich overdag verschuilen in ho len of tussen de stenen. Boven dien zijn de dieren goed geca moufleerd. Hun blauwzwarte kleur met oranje stippen is van nabij bekeken bijzonder mooi, maar toch vallen de dieren on der water volstrekt niet op. De looppoten van een kreeft zijn uit zeven geledingen samengesteld. Ze zijn voorzien van krachtige scharen, waarmee de prooien worden vermorzeld. Ondanks hun vervaarlijke uiterlijk zijn het overwegend aaseters, die zich voeden met dode dieren. Er is een tropische soort, de klap- perdief, die met zijn scharen de bast van kokosnoten trekt. De kieuwen van een kreeft zit ten onder de zijkanten van het kop-borststuk in de zogenaam de kieuwkamers. Kreeften heb ben een krachtig achterlijf met brede flappen aan de staart. Hiermee kunnen ze bij dreigend gevaar snel schuin achteruit zwemmen. Behalve de Europese zeekreeft, zoals onze Oosterscheldekreeft officieel heet, komt in Europa ook de Noorse kreeft voor. Deze soort heeft een woongebied van Noorwegen tot in het Middel - landse-Zeegebied. De Noorse kreeft is kleiner dan de Europe se zeekreeft en is gemakkelijk herkenbaar aan de kleur. Deze soort is inderdaad zo rood als een kreeft. Vanuit Amerika en Canada worden zeekreeften ge ïmporteerd en onder biologen leeft de angst dat ontsnapte exemplaren van deze vreemde lingen zich zullen vermengen met onze kreeften. In het oostelijk deel van Zeeland leeft, in het zoete water van de Krammer-Volkerak, de rivier- kreeft. Het is een kleine soort, waarvan de mannetjes maar zo'n zes centimeter lang wor den. De vrouwtjes zijn dubbel zo groot. De rivierkreeft is een vrij schaars voorkomend dier, dat wettelijke bescherming ge niet. Dat zou ook voor de zee kreeften geen overbodige luxe zijn. Petra Sloof De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort tot het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake. foto Marco Faasse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23