bovenkamer
PZC
Op kousenvoeten naar hereniging van Nederland en Vlaanderen
De Orde van
den Prince
24
RUDEN RIEMENS
zaterdag 26 januari 2002
O G
De betovergrootvader van kroon
prins Willem Alexander verpestte
het. Door de schuld van de eigenzinnige
koning Willem I gingen Belgen en Ne
derlanders na een knallende ruzie in
1839 uit elkaar. De Vlaams-Nederland-
se organisatie 'De Orde van den Prince'
legt zich er niet bij neer en zoekt inspi
ratie bij Willem de Zwijger, de Vader
des Vaderlands van de vroegere ver
enigde zuidelijke en noordelijke gewes
ten. Komt het weer goed tussen Belgen
en Nederlanders?
De Maastrichtse historicus Geert Ver
beet schreef een dik proefschrift over
de scheiding van Nederland en België. „De
Belgen hebben nooit meer zo'n goede ko
ning gehad als Willem I. Na Willem I blijft
het voor de Belgen behelpen met koningen",
zegt hij„Ga maar na, Willem I geeft de Bel
gen twee universiteiten - Gent en Luik - laat
tal van kanalen graven en wegen aanleggen,
sticht de Société Generale en zorgt ervoor
dat de Engelsman Cockerill naar Luik komt
om daar de staalindustrie op poten te zet
ten. Nee, Willem was een goede koning voor
de ontwikkeling van België."
Helaas verspeelt de eigenzinnige betover
grootvader van de huidige kroonprins Wil-
lem-Alexander binnen vijftien jaar zijn
krediet in het zuiden van zijn koninkrijk
door zich als een te autoritaire, protestantse
en Iiollandistische vorst te gedragen. De af
scheiding van België is zijn loon evenals de
diepe haat van de zuiderlingen en de kritiek
van de noorderlingen om de dure oorlog te
gen de opstandige Belgen.
Maar tijden veranderen. Haat slijt, wonden
helen. Het Europa van morgen komt eraan.
Een verenigd Europa, waar het voor de
kleintjes als België en Nederland moeilijk
zal worden om hun stem goed te laten door
klinken.
Nieuwe kansen om de gescheiden delen
weer aaneen te smeden en het bruidspaar
van 2 februari aanstaande een nieuw en gro
terkoninkrijk in het vooruitzicht te stellen?
,,N(ee, die staatkundige scheiding tussen
Nederland en België kun en moet je nu niet
meer ongedaan maken. Laten we eraan
werken om de Nederlandse cultuur over
eind te houden in Europa en verder te stimu
leren door lezingen en studiebijeenkom
sten", zegt Verbeet.
Hij krijgt bijval van Marijke Meijers-Smals.
Zij is net als Verbeet lid van de Orde van den
Prince, een genootschap van Vlamingen en
Nederlanders, dat zich inzet voor het be
houd van de Nederlandse cultuur. De Orde
telt zo'n 3000 leden, verspreid over 100 af
delingen in Nederland, België, Suriname,
Zuid-Afrika en Rome.
Ze diept een plechtig document op uit haar
tas. 'Orde van den Prince, Verklarende tekst
bij de Keure en de Opdrachtverklaring'
luidt de titel. Doel van de Orde is 'de studie,
beleving en uitbouw van de Nederlandse
aard in het persoons-, gezins- en gemeen
schapsleven'. Zo staat het wat plechtstatig
in de 'Keure' van Orde, die in 1955 in de
West-Vlaamse stad Kortrijk door de jurist
Guido de Gheluwe werd opgericht. Hij
stichtte op 29-jarige leeftijd de Orde als een
Vlaams antwoord op de Waalse en Fransta
lige dominantie in België. „Ik wilde een ge
nootschap van de maatschappelijke elite
van Vlaanderen en Nederland. Dit genoot
schap zou een zenuwcentrum moeten wor
den, vanwaar de leidende principes vriend
schap en tolerantie - amicitia en tolerantia -
verspreid zouden worden", zegt de nu 75-ja
rige Van Gheluwe vanuit zijn villa in De
Panne, niet ver van de taalgrens.
Persoonlijk engagement
„De begrippen amicitia en tolerantia heb ik
ontleend aan de kernspreuk van Willem van
Oranje, de Vader des Vaderlands. Net als hij
willen wij ons inzetten voor het Nederland
se Gemenebest en de Nederlandse cultuur.
De Orde van den Prince is dan ook naar deze
'Prince' van Oranje genoemd." Niet ieder
een kan echter lid worden van de Orde, be
nadrukt Van Gheluwe. Nieuwe leden wor
den 'geroepen' en moeten een gelofte van
'persoonlijk engagement' afleggen. „Daar
in verklaren ze zich in hun persoonlijk leven
en in alle beslotenheid te zullen inzetten
voor de idealen van tolerantia en amicitia.
Het klinkt alsof de abt van een kloosterge
meenschap spreekt.
„Met beslotenheid bedoel ik dat we niet
naar buiten treden met onze politieke en fi
losofische opinies. Politieke meningen tel
len niet bij ons. We zijn a-politiek. Via een
niet-politieke weg werken we aan de reali
satie van onze idealen en ons doel, het be
vorderen van de Neerlandistiek en de Ne
derlandse cultuur."
Toch is de Orde ook weer niet zo a-politiek
Koning Willem I, de betovergrootvader van Willem-Alexander.
als Van Gheluwe aangeeft. Want naast de
amicitia en tolerantia - de idealen van Wil
lem van Oranje - laat de Orde-stichter zich
ook nog door gedachten leiden met een on
miskenbaar politiek karakter. Maar kenne
lijk geïnspireerd door Willem de Zwijger
praat hij daar liever niet hardop over. Het
gaat om de Groot-Nederlandse gedachte,
die in de j aren dertig opgei d deed en streefde
naar het opgaan van België en Nederland in
één Groot-Nederlandse staat. Deze 'ge
dachte' is in de jaren vlak na de Tweede We
reldoorlog omstreden in België, gezien het
fikse aantal Vlamingen dat zich in zijn
droom van één groot Dietse staat tot colla
boratie met de Duitsers had laten verleiden.
„De Groot-Nederlandse Gedachte is zeker
in Vlaanderen nog steeds een te besmette
term. Laat ik liever spreken van een geheel
Nederlandse visie of een heel-Nedeiiands
denken", zegt Van Gheluwe. Zijn 'geheel
Nederlandse visie' mikt op een politieke
hereniging van België en Nederland. „Eerst
de hereniging van Vlaanderen en Nederland
en daarna die van Nederland met heel Bel
gië. Samen staan we dan straks sterker in
Europa. Maar dat idee van eenheid moet
langzaam rijpen. De kiem is het besef van de
culturele eenheid van Vlaanderen en Ne
derland. Van daaruit moet het eenheidsidee
ook in politieke zin groeien."
In de Orde van den Prince zullen deze kie
men optimaal tot wasdom kunnen komen,
meent Van Gheluwe. „Door hun persoonlijk
engagement zullen de Ordeleden zich inzet
ten voor deze idealen zodat ze in alle rust
anderen kunnen overtuigen." De Ordeleden
worden dus beschouwd als stille missiona
rissen van de eenwording. Geen onbelang
rijke en onherkenbare monniken overigens.
„Zeker in België behoren tal van prominen
ten tot de Orde."
Grote onrust
Hardop spreken van politieke hereniging is
te gevaarlijk, erkent de man uit De Panne.
Het haalt te snel de politiek binnenskamers
en dat zou wel eens tot grote onrust binnen
de Orde zelf kunnen leidenWant de Ordele
den zijn van divers politiek pluimage, van
aanhangers van het Vlaams Blok tot chris
ten-democraten, liberalen en socialisten
toe. „Je oogst alleen maar tegenwind",
meent Van Gheluwe. En dat vinden ook de
meeste leden, zeker de Belgen.
Het Groninger Ordelid en voormalig CDA-
senator Andries Postma vindt dat de Orde
meer voor zijn mening uit moet komen. Zelf
geeft hij het voorbeeld door te stellen dat hij
niet veel voelt voor Van Gheluwe's ideaal
om de politieke scheiding van Zuid en
Noord ongedaan te maken. Wel erkent de
Groninger de noodzaak van samenwerking
tussen Nederland en België. „Europa
dwingt ons tot samenwerking." Postma
geeft de voorkeur aan een confederatie van
de twee soevereine staten België en Neder
land. „Via verdragen spreken ze af dat ze
bepaalde bevoegdheden afstaan aan een
soort supranationaal orgaan. Goed voor
beeld van een confederatie is de Nederland-
se Taalunie. Die heeft de bevoegdheid ge
kregen om te beslissen over de taal en de
spelling van het Nederlands." Ook de op
lichting van de transnationale universiteit
van Maastricht en Diepenbeek noemt hij
een mooi voorbeeld van confederatief werk.
Een confederatie zou het embryo kunnen
worden van een federatie van Nederland en
Vlaanderen. „Dat zal nog wel een hele klus
worden. Maar moeilijke bevallingen geven
vaak de mooiste baby's."
Hoofdstad van de confederatie zou Brussel
moeten worden. „Een prachtige stad",
vindt Postma. „De hoofdstad van Europa en
tegelijk van de confederatie van Nederland
en Vlaanderen." Nederland moet blij zijn
als Vlaanderen mee wil doen, meent Post
ma, „want Vlaanderen heeft zeven procent
meer welvaart dan Nederland. Ook wemelt
het er van de begaafde mensen."
En Maxima en Willem-Alexander en Philip
en Mathilde hoeven zich van de Groninger
beslist geen zorgen te maken. „Die kunnen
rustig blijven zitten. Die confederatie heeft
van hen geen last. Kijk naar het vroegere
Duitsland. Daar had je een keizer en daar-
naast nog vorsten van allerlei vorstendom
men, die samen het keizerrijk vormden."
Een ander prominent Nederlands Ordelid
Paul Beugels, kunstcriticus, essayist, all
round bestuurder en voorzitter van de afde
ling Utrecht van de Orde ziet noch veel in
Van Gheluwe's droom noch in Postma's
mooie baby. „Politieke eenwording is te ge
dateerd. Ik geloof er absoluut niet in. Ver
spilde moeite. Dat kost te veel energie, die je
beter kunt besteden aan het positie kiezen
binnen Europa. Die Groot-Nederlandse ge
dachte verhoudt zich niet goed tot de Euro
pese unie."
Beugels vindt dat Nederland en Vlaanderen
beter naar een sterke grensoverschrijdende
Euregio kunnen streven. „Nederland en
Vlaanderen hebben veel in huis om zich als
een culturele eenheid te presenteren. Er is
een gemeenschappelijke taal, cultuur en
historie. Verder is er al veel gemeenschap
pelijk beleid op het vlak van milieu, econo
mie en onderwijs."
Binnen Europa ziet hij straks drie bestuur
slagen komen. „De nationale staat en de
grensoverschrijdende regio als tussenlaag
tussen natie en de derde laag, het suprana
tionale Europa." Sterke grensregio's moe
ten het machtsevenwicht tussen de natie en
Europa bewaken. „Europa mag niet sterker
worden ten koste van de naties, Europa
moet een stap terug doen ten gunste van dé
euregio's, waarvan Vlaanderen en Neder
land er één moeten vormen."
Past in dit Europa van morgen nog wel een
Orde van de Prince, die teruggrijpt op een
rebellenleider als Willem van Oranje, die
bijna vijf eeuwen geleden leefde?
„Binnen de Orde is veel denkkracht verza
meld", zegt Beugels. „Die intellectuele
kracht moet gemobiliseerd worden." Doel
moet zijn om in Europa een soort burgerzin
te promoten waardoor het denken over Eu
ropa op gang komt. Europa is nu slechts een
gebouw met een dak, maar nog weinig ge
fundeerd bij de burgers van Europa, meent
hij. „We moeten niet de geschiedenis her
schrijven en terugdraaien, maar de toe
komst beschrijven. Daar gaat het nu om."
Ray Simoen