Afbouwen zoals
niemand dat doet
Op de grenzen van de techniek
Opschieten
met de
brandweer
Nieuw procédé
vergt flexibiliteit
Onverwachte
obstakels
De nieuwe burgemeester
van Borsele krijgt me
teen na zijn benoeming een
opdracht van commissaris
van de koningin Wim van
Gelder mee. Die komt hierop
neer: regel zo snel mogelijk
de brandweerzorg voor de
noordkant van de Wester-
scheldetunnel. Anderhalf
jaar voor de opening van de
tunnel is daar nog steeds
nauwelijks iets voor gedaan.
Geruime tijd is ernaar ge
streefd de brandweer van
een gedeelte van de gemeente
Borsele te koppelen met de
brandweerkorpsen van een
aantal bedrijven in industriege
bied Vlissingen-Oost. Dat had
een gedeeltelijk door beroeps
brandweerlieden bemande
blus- en hulpverleningseenheid
moeten opleveren, die ook voor
Westerscheldetunnel in te zet
ten zou zijn.
Ondanks verwoede pogingen
van de zijde van de gemeente
heeft men moeten vaststellen
dat het draagvlak voor zon op
zet onvoldoende was.
Het gebrek aan voortvarend
heid bij het voorbereiden van de
hulpverlening aan de noord
kant van de tunnel, valt des te
meer op omdat aan de Zeeuws-
Vlaamse kant wel initiatieven
zijn genomen. Dat is een verte
kend beeld, vindt commandant
Wout van Leersum van de regio
nale brandweer. ,,De brandweer
in Terneuzen heeft de afgelopen
jaren tijdens de bouw van de
tunnel al een taak gehad in de
hulpverlening bij ongelukken,
branden en andere calamitei
ten. Logisch dat ze daar verder
zijn met aanvalsplannen, aan
schaf van speciaal materiaal en
oefeningen. De brandweer van
de gemeente Borsele hoefde dat
helemaal nog niet, want ze kon
den de tunnel toch nog niet in."
Afspraken
Dat gaat weldra veranderen. Nu
de tunnelboormachines Zuid-
-Beveland hebben bereikt, zijn
de tunnelbuizen na de demonta
ge van de boren ook vanaf de
noordkant toegankelijk. Vol
gens Van Leersum is het de
bedoeling op korte termijn af
spraken te maken tussen de
brandweerkorpsen van Terneu
zen en Borsele over taakverde
ling en samenwerking bij cala
miteiten die zich tijdens de
afbouwfase in de tunnel kunnen
voordoen.
Directeur Tin Buis van de NV
Westerscheldetunnel rekent er
op dat vóór de ingebruikname
van de tunnel in de zomer van
2003 de hulpverlening bij even
tuele calamiteiten zowel van uit
de zuidkant als vanuit de noord
kant zal zijn geregeld. ,,De route
via de Westerscheldetunnel is
een openbare weg en dat bete
kent dat het openbaar bestuur -
dus in de eerste plaats de ge
meenten - ervoor moet zorgen
dat de brandweer voldoende is
toegerust om in voorkomende
gevallen op de juiste manier te
kunnen optreden."
Commissaris Van Gelder acht
deze redenering in principe
juist, maar in de praktijk van de
Westerscheldetunnel iets te
makkelijk. „De belangrijkste
tunnels in Nederland liggen in
de regio's Amsterdam en Rotter
dam op het grondgebied van
grote gemeenten. In die gevallen
kun je zeggen dat de gemeenten
verantwoordelijk zijn voor de
brandweerzorg. Maar met de
Westerscheldetunnel ligt het
anders. Je kunt niet zondermeer
stellen dat Terneuzen met straks
na de herindeling een kleine
45.000 inwoners en Borsele met
nog geen 25.000 inwoners daar
dan maar voor moeten zorgen.
Ik zou me kunnen indenken dat
ook het Rijk daarvoor een duit
in het zakje doet,"
Rampen
Vorig jaar oktober heeft Van
Gelder in een toespraak erop ge
wezen dat recente rampen
dwingen op een andere manier
over veiligheid te denken. Hij
zei toen: „Enschede heeft ons
geleerd dat we risico's moeten
inventariseren, de les van Vo-
lendam was dat we de naleving
van regels moeten controleren
en New York heeft ons pijnlijk
duidelijk gemaakt dat we reke
ning moeten houden met bui
tengewone omstandigheden."
Van Gelder erkent nu dat het in
het licht van een andere benade
ring van risico's 'een punt van
zorg' is dat de hulpverlening
vanuit het noorden bij calami
teiten in de Westerscheldetun
nel nog grotendeels moet wor
den opgezet. „Als deze zaak
over anderhalf jaar niet gere
geld is, dan hebben we een pro
bleem."
Van Leersum gaat ervan uit dat
in achttien maanden tijd nog
heel wat valt te doen.We zullen
er in elk geval haast mee moeten
maken." Dat gebeurt ook. Bin
nenkort steken de NV Wester
scheldetunnel, de regibnale
brandweer, de gemeentelijke
korpsen van Terneuzen en Bor
sele, de politie en de GGD de
koppen bijeen om te komen tot
een integraal veiligheidsplan
voor de tunnel met een rampen -
bestrij dingsplan voor na de in
gebruikstelling. Van Leersum:
„Het knelpunt is niet de des
kundigheid. Die kim je trainen.
Het gaat erom dat je snel genoeg
ter plaatse bent. Te lange aanrij-
tijden zijn te voorkomen door
dat we beschikking krijgen over
meer beroepsbrandweerlieden
of over een brandweerpost
dichter bij de tunnel. Daar kan
inderdaad het Rijk misschien in
bijspringen."
Ben Jansen
Niet alleen het boren van
de Westerscheldetun
nel op grote diepte, in slappe
grond, wordt wereldwijd be
schouwd als eentechnisch
hoogstandje. Ook de manier
waarop Kombinatie Middel
plaat Westerschelde (KMW)
de afbouw van de tunnel ter
hand neemt, oogst alom be
wondering. Projectmanager
Uitvoering Olav Dalmijn:
„Standaard is dat je eerst de
tunnel boort en dat daarna
pas de afbouw begint. Wij
kiezen voor een combinatie.
Dat vergt erg veel flexibili
teit van iedereen, er is vaak
sprake van een zeker span
ningsveld tussen de verschil
lende disciplines, maar het is
wel een gezonde spanning."
KMW-directeur Rob de
Leeuw haalt de schouders
op over de 'gezonde spanning'
op de werkvloer; „Ach, iedereen
vecht voor zijn deel van het
werk, dat vindt men het belang
rijkste. Dan is het van 'weg jij
met die trein en die kraanAf
en toe moet je de verschillende
ploegen een beetje temperen.
Maar het is natuurlijk een feit
dat, wat we nu doen, geweldig
complex is. Nooit eerder ergens
vertoont. En misschien leidt dat
bij sommigen tot een cultuur
schok. Het zij zo."
Momenteel wordt de afbouw-
planning bijgesteld. Dat
gebeurt aan de hand van de ver
wachte aankomst van de tun
nelboormachines. Over pakweg
vier, vijf weken als ook Sara in
Ellewoutsdijk is gearriveerd,
wordt daar meer over bekend.
De Leeuw: „Dan zal ik ook zeg
gen: Pats, op die datum leveren
we op
Zodra het boren achter de rug is,
wordt begonnen met het ont
mantelen van de machines.
Daarvoor zijn drie maanden
uitgetrokken. In dezelfde perio
de moeten ook de werktr-eintjes
uit de tunnel verdwijnen. Zodra
het spoor is afgebi'oken, worden
de transporten verder uitge-
voerd met wendbare wielvoer
tuigen (in verband met de arbo-
voorschriften uitgei'ust met
dieselmotoren, voorzien van
roetfilters), die worden ingezet
vanaf het bouwterrein aan de
zuidzijde. De Leeuw: „Daar tor
nen we niet aan. We gaan niet
plotseling vanuit noord wer
ken." Het ventilatiesysteem
verhuist deels naar het noorden.
Net als de bouw van de dwars
verbindingen (in juni is.de laat
ste, de zesentwintigste gereed)
is ook de aanleg van het kabel
kanaal en het funderingsmate-
riaal voor de rijweg al een flink
eind gevorderd, net als de bouw
van de elektra-, verbindings- en
pompkelders en de zandvan
gers. Inmiddels is over ruim een
kilometer een deel van de hitte-
werende bekleding aange
bracht; de bewapening waarop
een robotmachine die bekleding
spuit is al verder gevorderd. Pas
als het omvangrijke buizenstel
sel langs de oostwand van de
twee tunnelbuizen - in totaal 70
kilometer aan leidingen - is
weggehaald, kan ook het reste
rende deel van de tunnelwand
worden bewerkt. Daarna kan de
tunnel verder worden aange
kleed met verlichting, ventila
toren, signalisatie, hulpposten,
de betonnen vangrails en ten
slotte het wegdek. Zien de tun
nelbouwers kans het afbouw-
schema verder in elkaar te
schuiven, dan heeft dat ook di
rect consequenties voor de ople-
verdatum.
Ook de wegen en bijbehorende
kunstwerken (halve klaverbla
den, viaducten, tunneltjes,
hangtrogbrug) krijgen steeds
meer vorm. Optimistische we
genbouwers van KMW ver
wachten dat de toeleidende we
gen zowel op Zuid-Beveland als
in Zeeuws-Vlaanderen eind no
vember gereed kunnen zijn. En
ook dat is vroeger dan de aan
vankelijke planning. KMW wil
de verschillende viaducten al
snel na gereedkomen vrijgeven
voor het veikeer. Dat gebeurt
bijvoorbeeld met de nieuwe
Herbert Dowweg in Terneuzen,
die met een viaduct over de tun
nelweg wordt geleid. De voor
bereidingen voor de ontsluiting
van die nieuwe weg zijn in volle
gang. En hetzelfde geldt voor
het viaduct over de Hoekseweg
tussen Terneuzen en Hoek. Daar
wordt in februari het wegdek
gelegd. Op het tracé in zuid wor
den momenteel ook de bermen
vanaf de rotonde op de weg
Hoek-Sluiskil-brug tot aan de
Molendijk verhard. Voor het vi
aduct aan de Binnendijk is het
ondersteunend dek in de maak.
Het streven is dat alle kunstwer
ken van het zuidelijke tracé nog
voor de zomer klaar zijn. Daar
na volgt de asfaltering. De
spoorbrug van de hangtrogbrug
van de Dow-spoorlijn richting
Sas van Gent wordt deze week
op z'n plaats gehesen. Half fe
bruari wordt het spoor vervol
gens omgelegd.
Vangrail
In noord is op het tracégedeelte
tussen de Staartsedijk en het
Tolplein de betonnen vangrail
aangebracht.
De bouwvakkers zijn volop be
zig met de bouw van de eerste
verdieping van het bedienings
gebouw daar. Voor het halve
klaverblad dat de tunnel ver
bindt met Vlissingen-Oost zijn
de grondwerken in volle gang.
Er wordt ook zand aangereden.
De viaducten Staartsedijk en
Korte Zuidweg zijn in aanbouw,
de bouw van het viaduct Bors-
selsedijk moet nog beginnen.
Eind deze week wordt ook be
gonnen met de aanleg van de
f ietstunnel aan de Jurjaneweg.
Wout Bareman
dinsdag 22 januari 2002
fotografie Charles Strijd
De tunnelboormachines Neeltje Su-
zanna en Sara hebben er aanmer
kelijk langer over gedaan de overkant
van de Westerschelde te bereiken dan
de eerste planning aangaf. Over het 6,6
kilometer lange traject zouden ze 27
I maanden doen. Het zijn er 32 geworden
- in het geval van Neeltj e Suzanna in de
westbuis - en waarschijnlijk 33 voor
Sara in de oostbuis.
Deze laatste machine, die in de zomer
van 1999 als eerste in Terneuzen ver-
trok, heeft met fikse storingen te kampen
I gehad, waardoor veel vertraging is opgetre-
I den.
Dat is directeur Tin Buis van de NV Wester
scheldetunnel (opdrachtgever en toekom
stig exploitant) een beetje tegengevallen.
„We hebben met een langdurige aanloopfa
se te maken gehad. Het kostte veel tijd de
kinderziekten in het boorproces op te
lossen. En er zijn ernstige problemen opge
treden, zoals de vervoi'ming van het
boorschild, een lekke hoofdlager en afdich
tingsproblemen tussen boorschild en tun-
j nelwand. Nee, ik heb er nooit aan getwijfeld
I of we de overkant zouden halen, maar ik
I moet toch constateren dat we werken met
een stuk techniek dat nog niet helemaal uit
ontwikkeld is. De ervaringen met andere
t geboorde tunnels in slappe bodem waren
blijkbaar niet zonder meer te vertalen naar
de situatie hier in de Westerschelde."
Raket
I Bij de aannemingsgroep Kombinatie Mid
delplaat Westerschelde (KMW) worden de
conclusies van Buis niet gedeeld. Directeur
Rob de Leeuw: „We zijn hier bezig op de
grenzen van de techniek. Op een diepte van
60 meter boren in waterdooiiatende grond.
Dat is nog nooit vertoond. Daar komt meer
bij kijken dan ervaringen die elders zijn op
gedaan omrekenen. We hebben hier echt
met onverwachte problemen te maken ge
kregen. Het wezenlijke is dat we uiteinde
lijk in staat zijn gebleken ze op te lossen."
Bernd Otten, projectmanager boorproces,
vergelijkt het vertrek van de tunnelboorma
chines met de lancering van een raket. „Je
hebt je zo goed mogelijk voorbereid op wat
je kunt verwachten, maar het is onmogelijk
om vooraf rekening te houden met combi
naties van allerlei onzekerheden. Het gaat
erom dat je in processen en procedures mo
gelijkheden inbouwt om onvoorziene pro
blemen te kunnen oplossen."
Volgens Otten is het - ook naarmate de erva-
ringen met het boren van tunnels in zachte
bodem toenemen - onmogelijk een stan
daard tunnelboormachine te ontwikkelen.
„Elk project is uniek en daar heb je unieke
apparatuur voor nodig." De Leeuw: „En
dan nog blijft het een raadsel waarom van
twee volkomen identieke machines die in
exact dezelfde omstandigheden werken, er
één is waarbij de problemen zijn opgetreden
die ons de meeste hoofdbrekens hebben ge
kost." De snelheid van het boorproces is in
2000 fors opgevoerd door een andere orga
nisatie en een versterking van de boorploe-
gen. De Leeuw en Otten: „Toen waren twee
andere tunnelprojecten klaar en kwam er
meer gespecialiseerd personeel beschik
baar Dat is een knelpunt in deze branche: je
hebt deskundige en zeer ervaren medewer
kers nodig. Die pluk je niet zo maar van de
straat." Buis kan nog een andere verklaring
bedenken voor de trage start van het boren.
„We zijn meteen naar het diepste punt ge
gaan: naar de Pas van Terneuzen. Zestig
meter diep krijg je met een enorme druk te
maken. Achteraf zeg je dat het misschien
beter was geweest dergelijke moeilijkheden
pas later tegen te komen. Maar eerlijk ge
zegd zie ik niet hoe het anders had gemoe
ten. Van Ellewoutsdijk naar Terneuzen bo-
ren was om andere redenen geen optie."
Belangstelling
De bouw van de Westerscheldetunnel is
door initiatiefnemers en aannemers van on
dergrondse bou wproj ecten met veel belang
stelling gevolgd. Buis: „Onze tunnel is in
Nederland en daarbuiten veel bekender dan
we ons dagelijks realiseren." Die interesse
geldt het door De Leeuw zo treffend om
schreven werken op de grenzen van de tech
niek, zoals de grote diepte en de daarbij
behorende druk en het maken van de dwars
verbindingen tussen de tunnelbuizen door
de Westerscheldebodem plaatselijk te be
vriezen. Ook het gebruik van minder spec
taculaire technieken, zoals het aanbrengen
van een hittewerende laag van spuitbeton,
en de gelijktijdige uitvoering van bouw- en
afbouwwerkzaamheden, maakt de Wester
scheldetunnel tot een boeiend leerobject
voor anderen.
Ben Jansen
Volgens Bernd Otten, projectmanager boorproces, is het onmogelijk een standaard boormachine te ontwikkelen: „Elk project is uniek en daar heb je unieke apparatuur voor nodig.