beeldformaat
Vergeven en vergeten kan ik niet
PZC
S chade vergoeding
na dood tweeling
26
RUDEN RIEMENS
zaterdag 19 januari 2002
F'^«'
Helen Verboven verloor negen jaar
geleden haar zoontjes Kevin en
Roy tijdens de bevalling in het
Elkerliek Ziekenhuis in Helmond. De
dienstdoende gynaecoloog werd schul
dig bevonden aan de dood van één van
de twee j onget j esmaar kreeg geen straf
opgelegd. Na negen jaar procederen
krijgt Helen nu een schadevergoeding
van nog geen achtduizend euro. Een be
lachelijk bedrag, vindt ze. „Als ik het
over kon doen, zou ik een moker pak
ken."
Laat niemand proberen Helen Verboven
nog iets wijs te maken. Ze is wantrou-
wend geworden, zal zich nooit meer met een
kluitje in het riet laten sturen. Want dat is
haar één keer overkomen en dat kostte de le
vens van haar twee zoontjes. ,,Ik vertrouw
de de artsen die mijn kinderen ter wereld
zouden brengen. Maar toen wist ik nog niet
wat er zich allemaal afspeelde in het Elker
liek Ziekenhuis."
Het is negen jaar geleden dat Kevin en Roy
stierven. De pijn is al die jaren niet gesleten.
„Vergeten en vergeven'kan ik niet", zegt ze.
Toch heeft ze de beslissing genomen om niet
meer in hoger beroep te gaan tegen de toege
kende schadevergoeding. „Ik moet probe
ren het af te sluiten, zodat ik weer normaal
verder kan leven."
Contrast
Ze staat nog steeds onder behandeling van
een psycholoog, krijgt ademhalingsthera
pie omdat ze soms het gevoel heeft dat haar
keel wordt dichtgeknepen. Hoe Helen zich
nu voelt, staat in schril contrast met haar si
tuatie negen jaar geleden. Vóór vrijdag 13
november 1992 was ze een gezonde jonge
vrouw. Ze was getrouwd, werkte als tech
nisch administratief medewerkster bij een
ingenieursbureau, hield van uitgaan en lek
ker uit eten.
Dolgelukkig was ze, toen bleek dat ze in ver
wachting was van een tweeling. De zwan
gerschap verliep zonder problemen. Alleen
in de laatste weken bleken de kinderen niet
hard genoeg te groeien. Helen kreeg het ad
vies te rusten en werd een week later opge
nomen in het Elkerliek Ziekenhuis. Uit het
logboek van de verpleegkundigen blijkt dat
het in de eerste dagen goed ging. 'Mevrouw
voelt zich goed', staat er gekrabbeld, 'voelt
regelmatig leven' en op 11 november staat
•er 'voelt zich prima'. De volgende dag, 12
november 1992, staat in Helens geheugen
gegrift, 's Ochtends werd - zoals gewoonlijk
- een zogeheten cardiotocografie (ctg) van
de tweeling gemaakt, waarop het hartritme
van de baby's werd geregistreerd. „Ik had
die week al heel wat ctg's gezien en de ver
pleegkundigen hadden ook uitgelegd wat
daarop te zien was. Toen ik een rechte lijn op
het ctg zag, wist ik al dat er iets niet goed
was. Ook de verpleegkundige schrok toen ze
het resultaat bekeek
Die middag werd ze heel erg ziek en misse
lijk. „Er was iets helemaal mis, dat voelde
ik. Maar je bent helemaal afhankelijk van
de artsen." Pas 's avonds werd opnieuw een
ctg gemaakt. „Ik vroeg aan de arts-assistent
wat die rechte lijn betekende. Hij zei dat de
baby's zich niet meer comfortabel in mijn
buik voelden. Ik vertrouwde het niet, maar
dacht: 'Ze zullen wel weten wat ze doen'."
Later bleek één van de jongetjes op dat mo
ment al overleden te zijn. De arts-assistent
belde 's avonds een aantal keren met een gy
naecoloog die die nacht verantwoordelijk
was. „Door de telefoon zag hij blijkbaar dat
allebei de baby's nog in leven waren en dat
hij niet hoefde te komen", zegt Helen bittei".
Midden in de nacht besloot cle betrokken
gynaecoloog toch naar het ziekenhuis te
gaanmaar dat bleek te laat. Beide kinderen
leefden niet meer. De arts-assistent had al
veel eerder willen opereren. „Ik hoordelater
dat hij die nacht zijn klompen kapot had ge
schopt, zo overstuur was hij van wat er ge
beurd was."
Eenmaal thuis kwam Helen nauwelijks nog
de deur uit. „Ik durfde niet eens naar de
bakker, bang dat iemand me zou herkennen
en zou vragen naar mijn baby's." De baby
kamer die Helen voor Kevin en Roy had in
gericht, werd nooit in gebruik genomen. „Ik
heb de deur van die kamer dichtgedaan en
ben er niet meer geweest. "Dagenlang lag ze
thuis op de bank, de gebeurtenissen in het
ziekenhuis in haar hoofd afspelend. Na zes
weken mocht ze haar medisch dossier in
zien. Meteen viel haar op dat in het dossier
de ctg's van 12 november ontbraken. Haar
werd veideld dat de dossiers daar te dik van
werden en dat die ctg's daarom maar waren
weggegooid.
Er volgde een intern onderzoek in het Elker
liek Ziekenhuis. Ook onderzocht de Ge
neeskundige Inspectie van de Volksge
zondheid de dood van Kevin en Roy. Pas
anderhalf jaar na hun overlijden, in 1994,
verschenen in de pers berichten over de on
enigheid binnen de maatschap gynaecolo
gie van het Elkerliek Ziekenhuis. In 1992
was deze ruzie geëscaleerd: de artsen kon
den het niet eens worden over de verdeling
van het geld dat bij de maatschap binnen
kwam. Een paar artsen praatten om die re
den niet meer met elkaar. Als er al contact
was, dan liep dit via de arts-assistenten.
De slechte communicatie tussen de artsen
zou naast Kevin en Roy ook de levens van
twee andere baby's hebben gekost. Helen
deed aangifte bij de politie en er kwam een
strafrechtelijk ondex-zoek. „Drie dagen lang
zat ik voor verhoor in een hokje, daarna heb
ik een week in bed gelegen."
Ze nam het zichzelf kwalijk dat ze niet eer
der met de gebeurtenissen naar buiten was
gekomen. „Toen ik hoorde dat er later nog
veel meer was misgegaan in het ziekenhuis,
voelde ik me schuldig. Waarom was ik niet
eerder naar de pers gestapt? Met die gevoe
lens ben ik een hele tijd bezig geweest."
Zelfs na negen jaar zijn Helens gevoelens
van onbegrip over de situatie niet vermin
derd. „Een fout maken is menselijk, maar
het is niet te accepteren dat zoiets kan ge
beuren door een ruzie."
Dat er heel wat is fout gegaan, blijkt uit de
verslagen van gesprekken met de inspecteur
van de volksgezondheid. De gynaecoloog
heeft daarin toegegeven dat hij veel eerder
een keizersnede zou hebben uitgevoerd,
wanneer Helen zijn eigen patiënt was ge
weest.
Gevoelloos
In 1994 startte justitie een gerechtelijk on
derzoek naar de dood van Kevin en Roy. Er
kwam een huiszoeking in het Elkerliek,
waarbij de verdwenen ctg's niet gevonden
werden. Een jaar later moest de verant
woordelijk gynaecoloog, die was verkast
naar het Duitse Prüm en daar opnieuw als
vrouwenarts werkte, zich voor de recht
bank verantwoorden. Stap voor stap wer
den de gebeurtenissen rond de bevalling van
Helen behandeld. Helen zat in de zaal. Ze
was inmiddels gescheiden en hertrouwd en
opnieuw zwanger van een tweeling. „Zo'n
rechtszaak komt heel hard aan", zegt Helen.
„Er werd zo gevoelloos gesproken over wat
er allemaal was gebeurd, terwijl ikzelf mijn
mond moest houdenDe gynaecoloog werd
weliswaar schuldig bevonden aan de dood
van het laatstgeboren jongetje, maar kreeg
geen straf opgelegd. In de Nederlandse wet
geving is namelijk geen strafmaat voor
dood door schuld als het gaat om een onge
boren kind. Helen rende bij de uitspraak
huilend de zaal uit.
Wonder
De teleurstelling van de rechterlijke uit
spraak overschaduwde de geboorte van
haar kinderen Jeffrey en Iris. „Het was een
wonder dat ik opnieuw zwanger was van
een tweeling. In het begin dacht ik dat het
opnieuw twee jongens zouden zijn, maar ik
was toch blij toen dat uiteindelijk niet zo
bleek te zijn." Dit keer wilde ze een normale
bevalling, zonder keizersnede en zeker niet
in het Elkerliek Ziekenhuis. Ze werd
opgenomen in Geldrop. „Ik heb veel ge
sprekken gevoerd met de artsen daar. Ik heb
ze duidelijk gemaakt dat ik absolute zeg
genschap wilde hebben over mijn baby's en
mijn lichaam." Helen stond doodsangsten
uit toen er uiteindelijk toch geopereerd
moest worden. „Laat de kinderen maar vei
lig in mijn buik zitten, zei ik toen. Maar na
tuurlijk had ik geen keus."
De officier van j ustitie ging niet in hoger be
roep tegen de uitspraak van de rechtbank.
Helen hield zich vast aan de laatste stro
halm die ze had: een civiele procedure. „Ei
genlijk wilde ik eerst tien miljoen gulden ei
sen. Niet dat ik dacht dat ik dat zou krijgen,
maar om aan te geven hoe ernstig het was
wat mij was aangedaan." Uiteindelijk vroeg
Helen 145.000 gulden schadevergoeding,
waarvan 100.000 gulden voor immateriële
schade. De rest van het bedrag bestond uit
kosten die ze had gemaakt voor bijvoor
beeld de babykamer en loonderving. Vijf
jaar heeft ze op een uitspraak moeten wach
ten: de gynaecoloog werd in november vorig
jaar veroordeeld tot het betalen van 17.000
gulden, nog geen 8000 euro. „Dat had ik ge
woon niet vernacht, zo'n laag bedrag. Vol
gens de rechter is verdriet niet te betalen.
Dat begrijp ik wel. Maar dit gaat niet om de
psychische schade die ik heb geleden door
de dood van Kevin en Roy, maar om het ver
driet dat ik heb over de manier waarop alles
is gelopen."
Jeffrey en Iris weten inmiddels dat ze twee
broertjes hadden. „Ik heb ze verteld dat Ke
vin en Roy zijn gestorven omdat een dokter
niet wilde opereren", zegt Helen. „Maar dat
ze niet meer bang hoeven te zijn voor deze
dokter, want hij werkt niet meer in Neder
land."
Karin Quint