Boer is niet alléén baas in de polder Acht krabbenpootjes gaan zoals het moet /\s 24 NIPO vraagt mening over het platteland 25 25 sport weerwoord Zeeland in de tijd van de Noormannen Hofplein in Middelburg blijkt bekend Grote Oorlog bracht vele vluchtelingen Klas schrijft limericks in het Zeeuws bijzonder blauw woensdag 16 januari 2002 Is januari kalm en blij, dan blijft de winter tot in mei Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC. postbus-18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl. Nederland is pas echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn, zo blijkt uit het onderzoek van het NIPOfoto's Dirk-Jan Gjeltema Agrarische activiteiten nemen op het Zeeuwse platteland nog altijd een be langrijke plaats in. De mees te grónd in het buitengebied wordt ervoor gebruikt. Zo is het eeuwenlang geweest en hoewel er steeds meer grond aan de landbouw wordt ont trokken, zal dat nog wel lang zo blijven ook. Toch wordt het buitengebied door de mensen steeds minder als ex clusief domein van de boer gezien. Ruim de helft van de Nederlanders stelt nu dat het bieden van rust, ruimte en recreatie de belangrijkste functies van het platteland zijn. Een minderheid van 37 procent acht voedselproduc tie de voornaamste functie. D at lij kt even schrikken voor de boeren, die nog vaak iets hebben van: het buitenge bied is van ons. Niet dus, vin den steeds meer burgers. Het platteland staat sowieso meer in de belangstelling dan ooit. Dat komt onder meer door de boeren zelf, die zich met hun bedrijven steeds meer aan de burgers presenteren. Ook de mond- en klauwzeercrisis zette de activiteiten op het platteland in de schijnwerpers. Volgens het InnovatieNetwerk Groene Ruimte en Agrocluster in Den Haag is er meer en meer discus sie over de vraag wat de belang rijkste functies in het buitenge bied zijn en welke rol 'de landbouw' daarbij heeft. Aan leiding voor een opinie-onder zoek, uitgevoerd door het NIPO, naar de mening van de Neder landers hierover. Opvallend is de opvatting over de positie van het buitengebied. Rust en ruimte worden het meest genoemd als belangrijk ste rol, pas daarna komt de voedselproductie. De panelen zijn verschoven. De burger be schouwt het platteland in toe nemende mate als een 'open baar gebied', dat vooral gebruikt kan worden om er te fietsen (72 procent) en te wan delen (69 procent) en voor 29 procent ook nog eens om er te kamperen. Het betekent dat de welhaast automatische voor rang voor het agrarisch gebeu ren geen vanzelfsprekendheid meer is. Nederlanders verbinden land bouw en platteland vooral met zichtbare zaken, zoals boeren, koeien en gewassen. Het is een beetje verrassend dat niet direct de mond- en klauwzeercrisis en de mest- en varkenspestproble- men van de laatste jaren worden genoemd. De ondervraagden stellen dat de aantrekkelijkheid van het platteland vooral be paald wordt door de natuurlijk- Wandelroute door weiland bij Arnemuiden. Ruim de helft van de Nederlanders vindt dat rust, ruimte en recreatie de belangrijkste functies van het platteland zijn. heid van het landschap, de in drukken die je er kunt opdoen, de afwisseling, het historische karakter en de ruimtelijkheid (meer vrouwen dan mannen roemen de ruimte). Ondanks, of misschien wel dankzij de mond- en klauw- zeerellende, blij ft de koe een bij zonder gewaardeerd element in het buitengebied. 'Nederland is pas echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn', noteerden de onderzoekers van het NIPO. Moderne agrarische landschappen met een intensief grondgebruik scoren laag. Ook de stedelijke omgeving, oftewel de overgang van de stad naar het platteland krijgt gemiddeld een dikke onvoldoende. Daarbij de aantekening dat 52 procent van de ondervraagden aangeeft in een stad te wonen, 41 procent in een dorp en 6 procent echt op het platteland. Die verhouding is in de Zeeuwse situatie wel an ders. Hoewel de landbouw weliswaar niet meer als belangrijkste functie op het platteland wordt gezien, is driekwart van de Ne derlanders trots op de agrari sche sector. Die trots wordt vooral gevoelsmatig gevoed en niet door kennis over de land bouwproductie. Zo wordt het aantal aanwezige varkens ruim overschat (70 miljoen in plaats van 13 miljoen in werkelijk heid), terwijl het aantal kippen juist wordt onderschat. Slechts drie procent weet dat Neder land als agrarisch productie land de derde plaats inneemt in de wereld. De ondervraagden komen uit op de 115e plaats. Er is voor de boeren veel werk aan de winkel om de beeldvorming meer in de pas met de praktijk te brengen. Terecht constateert het Innova tieNetwerk dat het gebrek aan kennis over de landbouwpro ductie een belemmering ople vert bij de maatschappelijke discussies over de functies van het platteland. Er worden me ningen gevormd en stellingen betrokken op basis van verkeer de feiten. Hier liggen taken voor de georganiseerde landbouw, de natuur- en milieubescherming en het onderwijs, meent het In novatieNetwerk. Dat zal nog niet meevallen want de behoefte aan informatie blijkt beperkt te zijn. Slechts 5 procent wil via het etiket meer weten over de streek waar een product van daan komt. Wel geeft de meer derheid aan meer informatie op het etiket te willen over het land van herkomst en of het product genetisch behandeld is. Eender de wil gegevens over het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Seizoenen Het natuurlandschap wordt veel meer gewaardeerd dan de landschappen waarin de men senhand een duidelijke rol speelt. 'De indrukken die je er kunt opdoen aan kleuren, geu ren en geluiden', spelen en grote rol bij de waardering. Ook de af wisseling van het landschap en het wisselende karakter in de seizoenen wegen flink mee. Ruim tweederde van de Neder landers is bereid extra te beta len voor Nederlands voedsel als dat bijdraagt aan een mooi landschap; daarnaast moet de overheid de boeren geld geven voor het beheren van natuur en landschap. Twee op de drie mensen zegt 15 procent extra te willen betalen voor voedsel als de garantie bestaat dat gelet is op het welzijn van dieren. Rinus Antonisse Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl De naam Galathea herinnert ons aan een gedicht van P. C. Hooft. 'Galathea siet den dagh comt aan'. Hierin spreekt een minnaar zijn geliefde aan met deze naam. Wie zou gedacht hebben dat er leden van de krabbenfamilie zijn met dezelf- de naam? In het algemeen geven en gaven wij onze dieren niet zulke poëtische namen. De bon te Galathea en de zwarte Galat hea wonen tot in de diepste ge deelten van de Noordzee en zijn zeldzaam. In de Zeeuwse wate ren komt de zwarte Galathea de laatste jaren in toenemende ma te voor. We komen hier meestal de gewone strandkrab tegen. De krabben behoren tot de kreeftachtigen, ook wel schaal dieren genoemd. Het is een uit gebreide diergroep, die niet al leen kreeften en krabben omvat, maar ook de aan de stenen vast zittende zeepokken. De krab is niet echt een aaibaar dier. Wan neer je echter zijn bewegingen volgt, of de pootjes en schilden die je vindt nauwkeurig bekijkt, word je stil van bewondering. Het mechanisme van zo'n pootje is bewonderenswaardig en vast en zeker leerzaam geweest voor vroege uitvinders. De manier waarop krabben lopen, zou je grappig kunnen noemen, maar in de natuur is eigenlijk niets zo maar 'grappig'. Alles is gericht op overleven van de soort en ef ficiënt met je energie omgaan. Dus de acht krabbenpootjes gaan zoals het moet en mis schien komt hier het woord krabbelen vandaan. Het schild van de krab kan prachtige kleu ren hebben. De pootjes en schilden die je langs de vloedlijn vindt, zijn of resten van wat opgegeten is door bijvoorbeeld een meeuw of het jasje waar de krab uitge groeid is. Voordat de krab vol wassen is, vervelt het dier ver schillende keren. Hij verliest het hele omhulsel van zijn lijf en po ten. In die periode is de krab bij zonder kwetsbaar en hij ver bergt zich totdat het nieuwe pantser hard is. Na de laatste keer vervellen zijn de dieren volwassen en kan de paring plaatsvinden. De vrouw tjes lokken de mannetjes door een geurspoor te verspreiden. Wanneer een mannetje een vrouwtje gevonden heeft, houdt hij haar lange tijd gezelschap. Het schild moet zacht zijn als de paring plaatsvindt. In het pa ringsritueel zijn grote verschil len. Van spinkrabben bijvoor beeld is bekend dat de dames zich verzamelen en dat daarop de mannetjes afkomen. Na de paring neemt het vrouwtje de bevruchte eitjes mee onder het achterlijf. Onder het achterlijf van de strandkrab komt wel eens het krabbenzakje voor. Dit is een parasiet die ervoor zorgt dat zijn gastheer niet meer kan vervellen. De daaruit voortko mende larven zwemmen vrij rond en zoeken vervolgens een plekje waar ze kunnen groeien en volwassen worden. Vaak vindt men aan de vloedlijn andere krabben of resten ervan, zoals het rugschild of de poten van een grote krab. Het schild van deze reuzensoort kan wel 25 centimeter breed zijn. Dit is van de Noordzeekrab of, zoals hij in Zeeland wel genoemd wordt, de Hoofdkrab. Deze soort leeft in het westelijk deel van de Oos- terschelde en in de Noordzee tot op een diepte van 300 meter. De fraai getekende krabbenpootjes van de fluwelen zwemkrab wor den ook wel gevonden. Ook dit is een soort van het westelijk deel van de Oosterschelde en de Noordzee. Zoals de naam al zegt: het is een zwemkrab, ter wijl de meeste krabbensoorten lopers zijn. De achterpoten heb ben een afgeplat segment. Andere krabben die in onze con treien voorkomen zijn bijvoor beeld de al genoemde spinkrab ben en hooiwagenkrabben. Dit zijn meesters in het zich camou fleren. Ze zetten zelf stukjes wier of spons op de stekeltjes van hun schild, en soms gaat het daar doorgroeien. Dus begrijp je hoe zo'n dier zich hierdoor be schermt. Ze zijn traag, maar door deze camouflage toch moeilijk te vangen. Het erwten krabbetje, een tot anderhalve centimeter groot, heeft een zeer bijzondere woonplaats. Hij leeft in een mossel of oester. Het por- celeinkrabbetje leeft onder de stenen van de dijk. Een bijzondere soort als de Chi nese wolhandkrab heeft via ri vieren en zeeën zijn versprei dingsgebied vanuit Azië met een aantal Noord- en Midden- Europese landen uitgebreid. Krabben zijn vooral aaseters en dus zijn ze als de vuilnisdienst van de zeebodem van groot be lang. Hun twee scharen zijn ver schillend van vorm. De een kan de prooi vasthouden en de ande re kan er stukjes afsnijden. Eten met mes en vork is niet aan men sen voorbehouden. Petra Sloof De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben- kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort tot het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 23