Ga maar eens met Judith praten inilliBi Een goede kist geeft de les kleur Hoe hoger het inkomen... dinsdag 15 januari 2002 Judith van Maldegem is een van de twee maatschappelijk werksters die hulp bieden aan scholieren binnen het voortgezet onderwijs. Vanuit het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) werkt zij op twee middelbare scholen op Walcheren. „Jongeren zijn niet moeilijker geworden in de loop der tijd. Ze zijn juist boeiender." Van Maldegem (26) is sinds een jaar werkzaam binnen het Sociaal Medisch Team (SMT) van de scholengemeen schappen Scheldemond in Vlis- singen en Nehalennia in Mid delburg. Zo'n team bestaat uit een jeugdarts, een zorgcoördi- nator en een maatschappelijk werker. Het AMW heeft samen met de GGD vijf jaar geleden het project opgezet. De samen werking met leraren en mento ren is belangrijk. „Zij werken als een filter. Ze vangen als eer sten signalen op van leerlingen met wie het niet zo goed gaat." Deze signalen kruinen heel ver schillendzijn. Een leerling pres teert slechter clan voorheen, spijbelt meer of wordt vaker ziek gemeld. „De leraar of men tor gaat eerst zelf een gesprek aan met de leerling. Het komt voor dat de scholier genoeg heeft aan een gesprek met een docent. In andere gevallen wor den ze in het SMT zogenoemd ingebracht." De jeugdarts van het team con troleert eerst de lichamelijke toestand van de jongere. „De arts gaat bijvoorbeeld na of er drugs in het spel zijn. Hierdoor kan de concentratie achteruit gaan. De arts beoordeelt de fy sieke toestand. Wie er daarna verder gaat met de leerling, wordt in overleg bepaald." Van Maldegem brengt samen met de leerling de problemen in kaart. „Het gaat er vooral om dat de jongen of het meisje in zicht krijgt in wat er aan de hand is. Vaak werkt dat al heel verhelderend. Ik maak gebruik van speciale gesprekstechnie ken. Ik behandel ze niet. Het gaat er uiteindelijk om dat de leerling zelf zijn of haar proble men oplost. Ik verwijs ze soms door als ik denk geen hulp te kunnen bieden. Bovendien zijn er soms andere instellingen be ter geschikt de jongere te hel pen." De ouders spelen een grote rol in het hele proces dat een leerling doormaakt. „De ouders worden in principe altijd inge licht. Als een leerling grote be zwaren daartegen heeft, maken we een uitzondering. Het komt ook voor dat juist de ouders aan de bel trekken als ze denken dat het niet goed gaat met hun kind. Mijn taak is om de communica tie tussen ouders en kind te ver beteren." De scholieren die bij Van Malde gem terecht komen, vinden het vaak een beetje eng. „Ze ver wachten een geitenwollensok- kentype. Dat idee verdwijnt meestal wel na een gesprek. Het feit dat de leerlingen binnen school hulp kunnen vragen, maakt de stap naar het SMT makkelijker. De drempel is vrij laag. Het gebeurt weieens dat een leerling een vriend of vrien din meeneemt. Of dat ze tegen elkaar zeggen: jij moet ook eens met Judith gaan praten. Helaas moet ik me aan een strakke planning houden. Het is voor mij al flink doorpezen. Daarom is de filter die een mentor of een leraar vormt zo belangrijk. De leerlingen worden gelukkig niet gepest als ze met mij gesprekken voeren." Van Maldegem kan niet veel zeggen over de resultaten. „Ik houd voor mezelf bij wanneer het laatste gesprek heeft plaats gevonden. We zijn nog niet zo ver dat we de leerlingen blijven volgen. Ik zeg bijna nooit dat ze me moeten opzoeken als het weer slechter gaat. Het zelfver trouwen dat een leerling heeft opgebouwd is juist erg belang rijk. Met zo'n afsluitende opmerking ondermijn ik dat vertrouwen. Een follow-up sys teem waarbij de leerlingen een aantal jaren gevolgd worden, zou wel goed zijn. Het moeilijke daarvan is dat de leerlingen na de middelbare school vaak een De maatschappelijk werksters Judith van Maldegem (rechts) en haar collega Marian Gijs bieden hulp aan scholieren binnen het voortgezet onderwijs. foto Dirk-Jan Gjeltema opleiding in een andere stad gaan volgen. We verliezen ze uit het oog." Van Maldegem denkt dat een SMT binnen scholen nodig is doordat de klassen groter zijn geworden. Kinderen verzuipen binnen zo'n grote scholengemeen schap. De leerkrachten hebben bovendien niet altijd tijd, ener gie of de kennis om zich met de problemen van de leerlingen be zig te houden. Er zitten wat dat betreft gaten in het schoolsys teem, die niet meer dan normaal zijn. Wij kunnen de rust binnen de Idas weer wat op peil bren gen. We kennen de weg en kunnen de leraren ontlasten. Kinderen zijn niet moeilijker geworden. Ze zijn juist boeien der, maar dat wordt niet altijd gezien." Ditty Nieuwenhuize Vorig jaar werd in Zierikzee een leskist voor biologie in gebruik genomen. foto Dirk-Jan Gjeltema Leskisten raken steeds meer ingeburgerd in het onder wijs, vooral op de basisschool. Ze zijn er in allerlei vormen en maten. Gericht op gebruik in de praktijk, bijvoorbeeld op het strand, maar ook bestemd voor meer theoretische lessen in de klas. In alle gevallen geldt dat de leerlingen op een speelse ma nier zélf aan de slag moeten met het onderwerp waarop de les kist betrekking heeft.. Het aan tal kisten is nog steeds groeien de. Vooral onderwerpen in de sfeer van natuur, landschap en ook wel milieu zijn in zwang. De centra voor natuur- en milieu educatie in de provincie spelen bij de ontwikkeling en uitgifte van de leskisten een belangrijke rol. „Je hebt de leskisten toch wel zo'n twintig jaar, of misschien langer. Er is wel het een en ander veranderd. Sowieso het uiter lijk, maar ook de inhoud. In het begin was er het idee: je hebt een bepaald thema, zeg vleermui zen, en alles wat met vleermui zen te maken heeft moet in die kist. Die werd dan ook erg groot en vol. Bijvoorbeeld de kist van de provinciale boomplantcom- missie. Die woog als lood en kon je in je eentje niet vervoeren. Daar is veel op gemopperd. Nu is die kist gesplitst in een bin nen- en buitenleskist." Rita de Ligt van het consulent schap Natuur- en Milieueduca tie Zeeland, noemt als ander voorbeeld de leskist over de koe. „Die had door het uiterlijk veel aantrekkingskracht op kinde ren, maar werd weinig uitge leend. Je moest als leerkracht veel erop studeren. We hebben de inhoud van de koekist dan ook gewijzigd, het was gewoon te ingewikkeld. In de leskisten van nu zit minder, het zijn meer hapklare brokken. De leer kracht moet over een bepaald onderwerp alles in de kist heb ben en daar snel mee aan de slag kunnen." De consulent heeft al lang met leskisten te maken. Ze werkt er zelf mee en is betrokken bij het maken van nieuwe. De eerste die in Zeeland een leskist ont wikkelde was volgens haar het Zeeuws Biologisch Museum. „Daar werden in het begin ei genlijk alle leskisten voor het basisondexwijs ontwikkeld. We werkten eerst met oude muni- tiekisten; die hadden een han dig formaat. "De Ligt zegt dat er veel gebruik wordt gemaakt van de leskisten. Ze noemt het mi lieu-educatief centrum de Be- velanden, waar in 2000 bijna 280 keer een leskist werd uitge leend. „Dat is aardig wat." Zeeuwse schuur Met de binnenleskisten werken leerkrachten meestal zelfstan dig. De buitenleskist wordt doorgaans onder begeleiding van natuurouders gebruikt, al kan de leerkracht er ook zelf mee aan de slag". De NME-cen- tra die de leskisten uitlenen, komen ook met ideeën voor nieuwe. Meestal gebeurt het ontwikkelen gezamenlijk. Ada Lilipaly heeft in 't Zeeuwse voor veel lesmaterialen gezorgd. Er zijn tegenwoordig ook landelij ke bedrijven die leskisten ma ken. De Ligt: „Een hele leuke is: de boer op, om de kinderen voor te bereiden op een bezoek aan een bedrijf. Die is in de vorm van een oude Zeeuwse schuur. Het uierlij k wil ook wel wat. Zo ver zinnen we iedere keer wat an ders." Alikruiken De buitenleskisten moeten vooral functioneel zijn en tegen vocht kunnen, vertelt De Ligt. „De leskist is niet het doel, maar een middel om op aanschouwe lijke wijze bezig te zijn met een bepaald onderwerp. Aanvanke lijk vooral natuuronderwerpen en daar is het milieu bijgeko men, zoals over afval en energie. Nu is het thema: leren voor duurzaamheid. Dat heb ik trou wens nog niet in een leskist te rug zien komen." Nieuw is een kist over dieren van de Ooster- schelde, Daar horen levende exemplaren bij, zoals alikrui ken, krabben en zeesterren. Ge werkt wordt aan een kist over het landschap, waarbij ook stormvloeden aan bod komen. Bedoeling is die kist omstreeks februari 2003 te presenteren. Er zijn inmiddels ook al leskist- jes voor peuterspeelzalen en kleuters. De eerste kist voor die leeftijdsgroep ging over kabou ters en is nog steeds een succes. Er is ook een kist over het bonte pietenpad (de scholekster) en over bijen. „Dan zie je dat de kleuters zich helemaal kunnen inleven in de wereld van de bij en", weet Rita de Ligt. Hoewel er ook kisten zijn voor het begin van het voortgezet onderwijs, ligt het zwaartepunt van het ge bruik toch op de basisschool. Er is een trend om cle kisten ook buiten school te gebruiken, bij voorbeeld bij verjaardagspar tijtjes. De Zeeuwse NME-centra zijn bezig het aanbod aan leskisten in kaart te brengen en na te gaan hoe dat aansluit op de wensen van de scholen. „Dan kun je zien waai' witte vlekken zitten. Die zullen er heus wel zijn. Over de herfst heb je veel aanbod en over andere thema's veel minder. Be doeling is gerichter advies te kunnen geven", aldus De Ligt. Wat voor haar de leukste kist is? „Die voor de schorren. Daar zit ook een riek bij om wormen te spitten en een garnalennet. Je kimt lekker vies en nat worden en het is nog leuk ook." Rinus Antonisse Te veel verdienen om voor een tege moetkoming in de schoolkosten in aanmerking te komen. André en Nelleke Lokerse kunnen er over meepraten. Hun dochter Naomi (17) gaat naar het ROC in Goes. Over de toekomst van het onderwijs is André duidelijk. „Het onderwijs zou gratis moeten zijn met een inkomensaf hankelijke ouderbijdrage", meent hij. Naomi is eerstejaars Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) aan de Goese ROC-vestiging in de Beukenstraat. Haar ouders werken beiden en dat is van invloed op de tege- moetkoming van Naomi. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de tegemoetkoming. Voor tweeverdieners betekent het meestal dat hun gezamenlijke inkomen te hoog is om een vergoeding te krijgen. De maxi male vergoeding in het lesgeld van 852,20 euro krijgt men bij een inkomen tot 24.950 euro. Per meerverdiende euro kalft de te gemoetkoming af. In het geval van de fa milie Lokerse is de tegemoetkoming zelfs nul euro. Voor Naomi krijgen ze nog wel een bedrag van 238,30 euro aan kinderbij slag. Haar ouders betalen de studie voor Nao mi. „Van de kinderbijslag die we kregen, spaarden we de helft voor de studie", ver tellen ze. Een lening, die bij de Informatie Beheer Groep (IBG) goedkoper kan wor den afgesloten, is dan ook niet nodig. „Dat is ook niet eens mogelijk. Dat kan pas van af haar achttiende en dat is pas in decem ber. Ze betalen een bedrag van ongeveer 1500 euro aan schoolkosten. Plieronder valt het verplichte lesgeldbedrag van 852,20 euro, maar ook kosten voorhoeken (ruim vierhonderd euro in het geval van Naomi) en voor ROC-activiteiten (onge veer 23 0 euro)Naomi werkt zelf bij als re ceptioniste in het Goese verzorgingste huis Het Gasthuis, maar daarvan gaat niets naar haar studie. Volgens André Lokerse zijn de regels voor het onderwijs ondoorzichtig. Hij pleit dan ook voor gratis onderwijs met een bijdrage die afhankelijk is van het in komen. Mensen die meer verdienen beta len meer mee dan mensen met een lager inkomen. „In anderelanden is dat alzo", zegt hij. Als directeur' van het verzorgingstehuis Het Gasthuis in Goes heeft hij vaak te ma ken met studenten in de zorg, de sector die door velen het zorgenkindje van het on derwijs wordtgenoemd. „Voor het eerst krijgen die clit jaar een stagevergoeding. Dat is een stap in de goede richting. Dan werken ze niet voor niets", vertelt hij Het Mbo-onderwijs is sowieso lastig als het om tegemoetkomingen gaat. „Je moet goed opletten dat je alles op tijd aan vraagt", besluiten de twee. Harold van Ginkel Nelleke Lokerse: „Je moet goed opletten dat je alles op tijd aanvraagt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 51