Het is geen zielig verhaal Van de Velden merkt het nog wekelijks. De beroepskeuze van leerlingen heeft vaak veel te maken met de leefwereld van de ouders, die naaste familie. Wat dat betreft valt de appel nog steeds niet ver van de boom. Daar is ook niets mis mee, aldus de 49-jarige decaan. Maar dan moet de tiener wel tot die keuze gekomen zijn na een fiks Onder zoek, na het aftasten van allerlei andere mogelijkheden. Als hij.of zij dat heeft gedaan heeft Van de Velden geen enkel probleem met een traditionele keuze. Hij weet immers maar al te goed dat er families zijn die al generaties lang in de bouw zitten of in het onderwijs. De decaan van Nehalennia vindt dan ook dat een loopbaan- oriëntatieplan onderdeel uit moet maken van het examen dossier van een leerling. Via zo'n plan moet de tiener aan kunnen tonen dat hij onderzocht heeft welke toekomstmogelijkheden er zijn. En als vervolgens de keuze valt op het traditionele familieberoep, 'prima.' „Maar dan weet ik dat er een afweging heeft plaats gevonden. Daar gaat het mij om." Van de Velden vertelt met en thousiasme over zijn functie op de Middelburgse vmbo-school met bijna achthonderd leerlin gen. Hij is al zo'n twintig jaar decaan en actief binnen de lan delijke organisatie van deca nen. Ook is hij geregeld in Zoe- termeer te vinden voor overleg met ambtenaren van het Minis terie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Daarnaast geeft hij lezingen voor collega's. Bovendien heeft hij ook nog eens een eigen rubriek in de De- kanoloog, het maandblad voor decanen. Tot slot is hij actief binnen het Zeeuwse om ervoor te zorgen dat de opleidingen be ter op elkaar aansluiten. „Lang zaam maar zeker treedt daar verandering in op." Maarzo- lang scholen zelfstandig zijn zullen er verschillen blijven, weet hij. Als voorbeeld noemt hij de problemen die verhuizers ondervinden. De ene school heeft bijvoorbeeld een richting metaal-electro terwijl de andere daar twee gescheiden afdelin gen voor heeft. „Verhuizen van de ene school naar de andere geeft altijd problemen." Bedenkingen Door zijn jarenlange ervaring en vele nevenfuncties weet hij dus wel zo'n beetje wat er ver wacht wordt van een decaan. Met grote stelligheid zegt hij dat een decaan nimmer de keuze van een leerling mag verwer pen. „Zeg nooit, dat kan jij niet." Hij gruwt als hij hoort dat er decanen zijn die zoiets wel doen. Een decaan mag hoog stens bedenkingen uiten. Zeg gen dat een bepaalde keuze wel Nederland kent 6000 beroepen en een veelvoud aan functies. Werk zat dus voor de gemiddelde decaan om leerlingen goed te begeleiden bij het kiezen van de juiste studierichting of beroep. Henk van de Velden van de Stedelijke Scholengemeenschap Nehalennia in Middelburg is zo'n decaan. Leerlingen de vaardigheid bijbrengen om te kiezen, zo omschrijft hij zijn taak. Want de keuze voor een studierichting of beroep wordt niet in zijn kantoortje gemaakt. „Dat gebeurt thuis aan de keukentafel." zeer moeilijk zal zijn. „Maar af wijzen? Nee! Nooit." Zelf heeft hij in het verre verle den eens een jongen bijna ontra den automonteur te worden. Ondanks die vele bedenkingen van Van de Velde zette de leer ling door en is hij nu een zeer ge waardeerde monteur. Als de twee elkaar tegenkomen wordt Van de Velden nog wel eens her innerd aan zijn bedenkingen van destijds. Hij ontmoet veel oud-leerlingen als hij in Middelburg loopt. Elke keer vraagt hij dan hoe het hem of haar vergaat. Daarbij is hij niet echt geïnteresseerd in de huwelijkse staat noch in het kindertal of de gezondheid maar wel in de werkkring. On- Walchers valt hij daarbij direct met de deur in huis, zegt hij met een glimlach. In zijn contacten met oud-leerlingen weet hij dat 'the American dream' ook in Zeeland nog steeds waarge maakt kan worden. Zo vertelt, hij over een Turkse leerling die nu een groot schoonmaakbe drijf leidt. En een meisje, begon nen als kapster, is nu hoofdver tegenwoordigster van Calvin Klein. De eerste rijdt in een 'vet te Mercedes', de ander in een 'dikke, vette BMW'. „The sky is the limit voor leerlingen van het vmbo", zegt hij om maar te be nadrukken dat zijn school niet beschouwd moet worden als de laagste trede in onderwijsland. De Middelburgse decaan prijst zich gelukkig dat hij leerlingen stage kan laten lopen om te on derzoeken of een beroep wel voldoet aan de verwachtingen. Zo wilde een meisje dolgraag dierenarts-assistente worden. Ze was als zoveel leeftijdge nootjes helemaal gek van paar den. Na twee weken stage kwam ze echter gedesillusioneerd te rug bij Van de Velden: veel te bloederig. Haar droomberoep was na een paar weken terug ge bracht tot de juiste proporties en ze koos voor een andere rich ting: strips tekenen. Van de Velden lardeert zijn ver haal met vele voorbeelden. Maar het meest trots is hij toch wel op Frits. Deze Middelburgse jongen dreigde zonder diploma vroegtijdig de school te verlaten net zoals jaarlijks vele tiendui zenden andere jongeren doen. Hij was getest voor havo/vwo. Zijn eerste jaar dp die opleiding verliep echter rampzalig omdat de jeugdige Middelburger daar niets praktisch kon doen. Hij bleef dus zitten en kreeg het dringende advies over te stap pen naar het vmbo. Daar voelde hij zich meer thuis maar ook hier redde hij het niet echt. Ge zien het leeftijdsverschil zou nog eens blijven zitten rampza lig zijn, besefte Van de Velden. In overleg met de jongen en zijn ouders werd daarom voor een andere oplossing gezocht: een leer-werk route terwijl zoiets destijds nog in het geheel niet bestond. Frits kon drie dagen per week aan de slag bij een sloopbedrijf. Hij wilde namelijk net als zijn vader in de autobranche zijn geld verdienen. Maar een baan bij een reguliere garage zat er destijds nog niet in. Om die re den koos hij voor het sloopbe drijf om zo alles te leren van auto's. Op school volgde hij ver volgens alleen die lessen die voor hem belangrijk waren zo als Nederlands, Duits, Engels, wis- en natuurkunde. Frits bloeide helemaal op en is nu aan een opleiding voor auto- spuiter begonnen. „Het gaat goed met hem", zegt de decaan niet zonder trots. En als bonus kreeg de decaan ook nog eens veel lof van de onderwijsambte- naren in Zoetermeer. Want daar weten ze wat voor inspanningen er nodig zijn om te voorkomen dat leerlingen als Frits dropouts worden. Niet voor niets hebben ze nu leer-werk-routes officieel opgenomen in de onderwijspro gramma's om vroegtijdige uit val te voorkomen. De decaan was nog niet zo lang geleden een vijftig-plusser die het wat rustiger aan mocht doen. Die tijd is volgens Van de Velden 'gelukkig voorbij'. Want het decanaat vergt volgens hem meer en meer inspanningen. „Niet iets om even rustig aan te doen." Het komt maar zelden voor dat leerlingen, die precies weten wat ze willen worden, bij hem terecht komen. Zo herinnert hij zich nog een Middelburgs meis je dat hoe dan ook stewardess wilde worden. „Dat was echt een uitzondering." Leerlingen in het eerste jaar van het vmbo weten in het merendeel van de gevallen nog niet wat ze willen worden. In de loop der jaren groeit dat besef, mede dankzij lessen van de decaan. Van de Velden vindt dat hij daar zo vroeg mogelijk mee moet begin nen. De uiteindelijke keus wordt thuis gemaakt, zo is zijn ervaring. „In gesprekken aan de keukentafel." En niet bij hem in zijn kantoortje. Hij weet dat ouders soms een be ter inzicht hebben in wat het kind kan dan de tiener zelf. Als voorbeeld vertelt hij over een meisje. Ze wilde dolgraag bloemschikster worden. Haar moeder zag dat echter niet zit ten. Ze vond dat haar dochter peuterleidster moest worden omdat ze 'zo fantastisch met kinderen omging'. „Dat was dus bekvechten", weet de decaan nog goed. Van de Velden regelde vervolgens twee stages. Halver wege de eerste stage bij een peu terspeelzaal liet de dochter we ten dat ze daar inderdaad op haar plek was. De stage bij het tuincentrum werd afgezegd en de dochter is nu een gelukkige peuterleidster. Zo'n tachtig procent van de leerlingen heeft hem in het ge heel niet nodig om tot een goede keuze te komen, rekent Van de Velden voor. Die bespreken hun loopbaanplanning met de eigen mentor of stippelen zelf een rou te uit. Die weten wat ze kunnen, wat ze willen. Hij helpt diege nen die het nog niet weten, die twijfelen. Emile Calon Decaan Henk van de Velden: „De uiteindelijke keus voor een beroep of studierichting wordt thuis gemaakt, in gesprekken aan de keukentafel.foto Dirk-Jan Gjeltema dinsdag 15 januari 2002 Jos en Hugolien den Boer in Zierikzee tellen jaarlijks alleen al 1491 euro neer voor twee jaarabonnementen van het streekvervoer omhunzoonMartijn (15) en hun dochter Merel (13) naar de Christelij ke Scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis te kunnen laten gaan. „Een flink bedrag, maar het is geen zielig ver haal", benadrukt Hugolien. Haar motivatie: „We hebben zelf gekozen voor een gezin en als je kinderen hebt, moet je ook voor hen zorgen en dat kost geld. Daar kun je geen anderen voor laten opdraaien." Hugolien is part-time peu terspeelzaalleidster in Zierikzee, haar man is werkmeester bij het Werkvoorzie ningsschap in Middelharnis. Zij kiezen op basis van hun levensovertui ging er bewust voor hun kinderen een middelbare school op christelijke grond slag te laten volgen. Die is er al jaren niet meer op Schouwen-Duiveland, dus moet er voor gereisd worden. „Het lijkt me te recht dat we de kosten daarvan zelf beta len. Daar kun je niet de gemeenschap voor laten opdraaien", zegt Hugolien. Martijn zit in Havo-4 en Merel in VMBO- 2. Beiden zijn nog onder de zestien, dus er behoeft voor hen nog geen schoolgeld te worden betaald. Vanaf volgend school jaar geldt dat wel voor Martijn. Dan komt er zo'n 820 euro bij de totale onderwijs kosten. Nu beperken zich die nog tot 369 euro voor het boekenfonds voor beide kin deren. Daar komt in de loop van het jaar dan nog zo'n 250 euro aan allerlei zaken bij. Voor een grafische rekenmachine bij voorbeeld 75 euro en 36 euro in totaal voor een psalmboekje, een map voor hand vaardigheid, een schetsboek en een atlas. De kosten van excursie en andere school- tripjes vallen wel mee, vindt. Hugolien. Zij betaalde vorig jaar 49 euro aan de zogehe ten leerling- en ouderbijdrage. Dat is een fonds waaruit de school leuke dingen be taalt zoals een dag langlaufen of kanoën in de Ardennen, een dagje Brussel of een middagje naar de kunstijsbaan in Den Haag. Zowel Martij n als Merel hebben een baan - tje om een zakcentje bij te verdienen. Daarmee dragen ze niet bij in de kosten voor hun onderwijs. „Nee, dat is voor ons zelf", benadrukt Merel en ze toont als voorbeeld het vrolijke hoesje van haar mobieltje met de afbeeldingen van Diddle. Het onderwijs zal de komende jaren een toenemende hap uit het gezinsbudget ver gen. Hugolien en Jos hopen dat hun kin deren voorlopig verder gaan met leren. De jongste telg Jochem is negen. Hij zit in groep vijf van het basisonderwijs en staat dus in de startblokken zijn oudere broer en zus op te volgen. Ali Pankow Merel 's ochtends vroeg op weg naar haar school in Middelharnis. Broer Martijn is nog niet in beeld maar komt meestal wel precies op het laatste moment aanrennen. foto Pieter Honhoff

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 21