Het is niet niks, dat vmbo PZC Alsof het geld op je rug groeit Liefst het water op Gewoon klanten helpen Orde in de chaos Van die saaie films Ook leren is een sport Staal zonder poespas 19 dinsdag 15 januari 2002 :en met het jargon van de onderwijsvernieu wers, klinkt het bargoens van de maffia glashelder. En dan heb- 'ben het nog niet over het woud aan afkortingen dat het onder wijs teistert. Wat begripsver warring betreft, spant de jong ste samenvoeging van vbo, mavo en speciaal ondenoijs tot het nieuwe voorbereidend mid delbaar beroepsonderwijs (vm bo) de kroonHet is niet niks, dat vmbo. Het omvat zestig procent van alle Nederlandse scholie ren. De eerste leerlingen die op gaan voor het vmbo-diploma zitten nu in de derde klas. Bij de overgang, afgelopen jaar, moes ten ze kiezen uit een scala aan leerwegen. Je hebt de basisbe roepsgerichte, de kaderbe roepsgerichte, de gemengde en de theoretische leeiweg. Voor moeilijk lerende scholieren hoort daar nog leerwegonder steunend ondeiwijs bij. En dan zijn er binnenkort ook nog de leerwerktrajecten. Iedere leerweg of traject legt weer andere accenten, de ene is uitgebreider of diepgravender dan de andere, meer algemeen, of meer op de beroepspraktijk gericht. Daarmee zijn we er nog lang niet. Het vmbo telt vier sec toren: zorg en welzijn, techniek, economie, en landbouw, met daarbinnen een keur aan be roepsgerichte afdelingen. Sommige van die afdelingen, bijvoorbeeld metaaltechniek en elektrotechniek, kunnen wor den samengevoegd. Die heten dan ineens weer intrasectoraal, en worden aangeduid met na men als metalelektro of in het geval er ook loodgieterskennis bij komt kijken: instalelektro. Keuze genoeg dus, zoveel dat je al gauw het spoor bijster raakt. En om het nog ingewikkelder te maken: geen enkele school biedt een volledig pakket. Zo kan je Horendol word je er van. Zelfs Dieuwertje Blok, geroutineerd voorzitter van onderwijssymposia, kan het haar kroost niet meer uitleggen. „Duidelijk maken hoe het onderwijs in ons land functioneert", verzuchtte de tv-presentatrice laatst na een conferentie over het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), „lijkt me onbegonnen werk. Ik zou in ieder geval niet weten hoe ik thuis als moeder moet uitleggen wat hier vandaag besproken is." voor installatietechniek bij voorbeeld alleen in Hulst of Krabbendijke terecht, en voor motorvoertuigentechniek al leen in Middelburg, Oostburg of Sint Maartensdijk. Voor be roepsrichtingen als mode en kleding kan je in Zeeland op geen enkele school meer terecht. Dat hoeft niet altijd een pro bleem te zijn. Vmbo'ers die wis kunde opnemen in hun examen vakkenpakket kunnen na het behalen van hun diploma op el ke willekeurige middelbare be roepsopleiding terecht, zowel in het normale dagonderwijs (roc's) als in bedrijfsopleidin gen. Al leer je daar natuurlijk heel wat gemakkelijker wan neer je alvast wat beroepsge richte kennis uit het vmbo in je bagage hebt. De weg naar de havo is afgesloten, behalve wanneer de theoretische leer weg wordt gevolgd (vergelijk baar met het oude mavo-d ni veau). Bijzonder ingewikkeld dus, dat nieuwe vmbo. Maar daar staat tegenover dat veel meer dan vroeger rekening kan worden gehouden met verschillen tus sen leerlingen, en béhaalde di ploma's een soepeler overgang mogelijk maken naar beroeps praktijk of vervolgonderwijs. Nieuw is ook dat vmbo'ers leren zelfstandig te plannen, zelf standig opdrachten uit te voe ren, samen te werken, en te werken met de computer. De bo venbouw (de klassen drie en vier) in het vmbo wordt daarom ook wel leerwerkhuis genoemd, zoals je bij havo en vwo het stu diehuis hebt. Dat betekent niet dat docenten hun vmbo-leerlin- gen aan hun lot overlaten. „Je zal nooit groepjes vmbo'ers zon der begeleiding door school zien zwerven", zegt unit-hoofd H. van Arenthals van scholenge meenschap Scheldemond in Vlissingen. „Klassikaal onder wijs zal altijd een belangrijke rol blijven spelen. Maar kom je in een praktijklokaal, dan denk je al gauw: wat is het hier een chaos. Dat is schijn. Wat je ziet, is dat iedereen dan in z'n eigen tempo werkt." En dat is precies wat het vmbo beoogt: onderwijs dat op de maat van iedere leer ling is gesneden. Henk Postma Dieren en machines. Daar gaat het haar om. Dus het liefst wordt ze visser. Met stampende motoren de zee op. Een onbereikbaar ideaal, vreest Cathy van Hoorn (15) uit Vlissingen. „Want op zo'n kotter varen alleen maar mannen. En ik ben nu eenmaal een meisje." Cathy heeft haar droom nog niet hele maal laten varen. Zodra ze voldoende afweet van machines, wil ze met die kennis het water op. De grote vaart lijkt haar wat te ver van huis. Maar machinist op een binnen- of kust- vaartschip moet lukken. Zomer vorig jaar, aan het eind van het tweede jaar vmbo, koos ze dan ook voor de nieuwe intrasectorale vmbo-richting die me taalbewerking combineert met elek trotechniek. Kan ze straks zo mee naar de middelbare zeevaartschool. Cathy volgt de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld voor praktisch inge stelde scholieren. Werken aan de draaibank, of met de freesmachine, dat bevalt haar nog het meest. Het heeft al een paar fraaie werkstukjes opgeleverd zoals een lampenhouder en een fotolijstje. Theoretische vakken liggen haar niet zo. 't Is gewoon saai, al dat gedoe met feitjes. Maatschappijleer vindt ze het vervelendst. Dat wil niet zeggen dat ze haar hersens niet graag gebruikt. Wis kunde, onder scholieren niet bepaald populair, vind ze zelfs leuk. Overheden hebben de afgelopen jaren miljoenen guldens in campagnes ge stoken die meisjes de techniek in pro beren te duwen. Veelal vergeefs. Ook voor Cathy hoeven die campagnes niet. Ze kiest vanzelf wel voor tech niek. Want als het ooit op vissen aankomt, dan liever vanuit de machi nekamer, dan dromerig met een hen geltje tussen het riet. Cathy van Hoorn fotografie Ruben Oreel Ziarah Sibbald Kantoortje spelen op de strijk plank. Bij Ziarah Sibbald zat het er van jongs af al in. Papierwinkels creëren. Met het notitieblok aan de te lefoon. De 14-jarige vmbo-scholier uit Vlissingen weet het nu al zeker. Ze gaat de administratie in. Ziarah mikt op een kaderfunctie. Om zich op de middelbare beroepsoplei ding voor te bereiden volgt ze in het vmbo de kaderberoepsgerichte leer weg van de sector economie. Dat bete kent, nu ze in de derde klas is beland, 'heelzelfstandig leren'. Want eenmaal in een goedbetaalde kantoorfunctie beland, zal ze zelf beslissingen moe ten nemen. Op school kan ze zich nu alvast uitle ven. Het praktijklokaal lijkt sinds kort op een echt kantoor. Op ieder bu reau een sjieke zwart glimmende computer, en een telefoon. Zo leert ze met boekhoudprogramma's werken, en met klanten communiceren om on duidelijkheden uit de weg te helpen. Orde scheppen in de chaos van alle dag. Daar houdt ze wel van. Althans wanneer het om werken gaat. In haar vrije tijd gedraagt ze zich heel wat minder formeel. Als het over hobby's gaat, wil haar zogauw niets te binnen schieten. ,,Ja, gezelligheid. Naar vrienden toe, en dan zomaar wat rondhangen. Dat vind ik leuk." Dennis van Dijk Lekker naar de film. En er na afloop een verhaaltje over maken. Klinkt leuker dan het is, vindt vmbo'er Den nis vanDijk (14) uit Vlissingen. ,,'t Zal heus wel ergens goed voor zijn. Maar ik vind het gewoon saai.Dennis volgt de theoretische leerweg. Was hij een jaar eerder geboren, dan zou hij nu op de mavo zitten. Maar die bestaat voor scholieren van zijn leeftijd niet meer. Met de omvorming van mavo en vbo tot vmbo, is het vak culturele en kunstzinnige vorming op het lesroos ter verschenen. Jammer alleen, klaagt Dennis, dat je dan van die vervelende films moet zien. „Als je nou gewoon naar de bioscoop zou mogen. Kan je in schooltijd tenminste eens een gave speelfilm zien." Dennis koos voor de theoretische leer weg omdat je daar meer kanten mee op kan. Met je vmbo-diploma kan je dan naar het middelbaar beroepson derwijs of insteken bij de havo. Wat het straks wordt, weet hij nog niet. Was er geen theoretische leerweg ge weest, dan had hij waarschijnlijk ge kozen voor de beroepsgerichte sector economie. „Want techniek, daar vind ik geen reet aan. En zorg en welzijn of landbouw hoeft voor mij ook niet zo." Van een grotere studiedruk heeft Den nis, nu hij de bovenbouw van het vmbo heeft bereikt, nog niet veel ge merkt. „Het verschil is dat ze nu pro beren ons zelfstandiger te laten wer ken. In de lagere klassen kwamen ze vaker controleren. Voor mij maakt het niet uit. Ik maak m'n huiswerk toch wel." Rassajuffrouw worden. Dat leek haar wel wat. Gewoon klanten bedienen. „Toen ik tien was speelde ik postkantoortje met m'n broer." Nu, in de derde klas van het vmbo, zit Wendy van Nieuwendijk (14) uit Vlissingen graag aan de telefoon. In het praktijk lokaal oefent ze met klasgenoten: klagende klanten te woord staan, be stellingen opnemen, kortom spelen derwijs als aanspreekpunt functione ren in winkel of bedrijf. Met theoretische problemen moeten ze bij Wencly niet aankomen. Als ze dingen uit een boekje moet leren, zo als bij economie, dan snapt ze het niet zogoed. Maar gaat het om de alle daagse praktijk, dan moet je bij Wen dy zijn. Want ze is er eentje die van aanpakken weet. Wendy koos voor de beroepensector economie. Omdat ze in het bedrijfsle ven zo gauw niet een leidinggevende functie voor zich ziet weggelegd, volgt ze de basisberoepsgerichte leeiweg. Wendy van Nieuwendijk Daar kan ze, al doende lerend, nog al lerlei kanten mee uit: de administra tie, de boekhouding, iets met rekenen. Wencly ziet wel. Ze is van vele markten thuis. Ze leest graag boeken. En speelt computerspelletjes. En om bij al dat zitwerk fit te blijven, doet ze aan cle conditiesport tae-bo. Politieagente wilde ze worden. Stoer rondrijden op zo'n motor, en lekker ruig met honden in de weer. Maar dat was toen ze nog op de basis school zat. Eenmaal op het vmbo koos Deborah Baukema (15) uit Oost-Sou burg voor zorg en welzijn. Niet dat ze de hulpverlening in wil. Ze ziet het vmbo-diploma in de eerste plaats als een entreebiljet voor het CIOS, de ROC-afdeling voor sportopleidingen in Goes..Want atletiek lij kt me leuker dan bejaarden verzorgen." Deborah volgt de kaderberoepsge richte leerweg. Dat betekent: al doen de leren. Ze is er zo een die rustigjes start. Maar voelt ze zich eenmaal in haar element, dan gaat ze er vol tegen aan. Zo doet ze het ook op atletiek. Eerst gewoon een beetje meelopen, om tegen het eind genadeloos toe te slaan. Afgelopen jaar nog veroverde ze zo de bronzen medaille tijdens het Zeeuws kampioenschap crossloop voor de jeugd. Nu ze in de derde klas zit, is er wel het een en ander veranderd. De eerste maanden was het meteen aanpakken geblazen. Want er moet nu al worden Deborah Baukema gewerkt voor het diploma. Dat wil zeggen: elk kwartaal punten scoren. „Een stuk moeilijker dan ik gewend ben." Deborah mag dan niet zo verzorgend zijn ingesteld, op school staat ze wel iedere week in de keuken. Dan moet er worden gebakken of gekookt. „Best leuk, tenminste als het goed gaat. Want dan zet je een prestatie neer." Ze lacht: „Ja, ook dat kan je zien als sport." Al die verschillende leerwegen in het vmbo. „Ik snap er zelf ook al lemaal niets van", lacht Dwaijne Wes- terweele 14) uit VlissingenHoeft ook niet. Je kan er toch maar één van vol gen. Voor hem is dat de basisberoeps gerichte leerweg, bedoeld voor prak tisch ingestelde scholieren die zonder al te veel poespas een vak willen leren. Voor Dwaijne is dat een vak in de me taal. Hij werkt graag met staal. „Kan je van alles mee in elkaar zetten." Werken bij de Schel de-groep, dat lijkt hem wel wat. Maar of die straks nog bestaat? Hij ziet wel. Eenmaal goed in z'n vak, kan hij vast ook wel elders te recht. Maar zover is het nog niet. Eerst maar eens het vmbo-diploma metal elektro halen, zodat hij de beroepsop leiding kan gaan volgen. Daarvoor moet hij naar het ROC. Hij kan zich het vak natuurlijk ook gewoon op de werkvloer eigen maken. Maakt niet uit. Hij wil in ieder een goed funda ment leggen om straks fluitend door te leren. Volgend jaar moet Dwaijne examen doen. Daar is hij nu, in de derde klas, al voor aan het werk. De eerste tenta mens, voor wiskunde, Engels, metaal bewerking en maatschappijleer, zijn achter de rug. Wel wat serieuzer allemaal dan die eerste twee jaar basisvorming. Hij moet nu ook veel meer zelf doen. „De leraren helpen je niet meer zo veel." Dwaijne vindt dat niet erg. Integen deel. „Veel beter zo. Leer je tenminste voor jezelf zorgen." Niet dat hij daar al niet mee bezig was. Thuis prutst hij zelfstandig aan computers. En op straat schudt Dwaijne, mocht het no dig zijn, de lastpakken met een simpe le beweging van zich af. Want de ook in de vechtsport is Dwaijne al aardig bedreven. De praktijk is nu eenmaal het leukst. Dwaijne Westerweele Alleenstaand huisvrouw Yvonne den Hollander uit Middelburg heeft drie schoolgaande kinderen, van wie twee in het voortgezet onderwijs. En dat voelt ze behoorlijk in de portemonnee. De kosten van boeken, schoolgeld en excursies rij zen de pan uit. „Je weet als ouder niet waar je het geld vandaan moet halen." Yvonne den Hollander heeft een dochter van 15 op de mavo: het Sint Willibrord College in Goes, en een zoon van 16 op het vbo: de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren. De hoogste kostenpost is het lesgeld. Dat bedraagt per kind van 16 jaar of ouder 852,20 euro. Ze krijgt dat bedrag volledig vergoed omdat ze een minimum inkomen heeft. Aan schoolboeken is ze per jaar zo'n 680 euro kwijt. Ook daar krijgt ze een tegemoetkoming voor die vrijwel kostendekkend is. Daar moet dan wel een hele papierwinkel voor worden ingevuld. Financieel gezien valt het tot dusver dus nogal mee. Afgezien van de reiskosten die ze kwijt is aan haar zoon. Tweederde van die kosten krijgt ze vergoed, wat betekent dat zo'n 272 euro voor haar eigen rekening komt. Dan is er nog het schoolgereed- schap: gymspullen, X'ugzakken, rekenma chines, agenda's, mappen, schriften, pas sers, noem maar op. „Je wilt je kinderen niet tekort doen, dus als ze een nieuwe tas nodig hebben dan krijgen ze die", zegt Den Hollander. Voor beide kinderen sa men is daar, schat Yvonne, al gauw nog eens zo'n 272 euro mee gemoeid. Dat brengt de tussenstand op 544 euro. De sociale dienst in Middelburg betaalt jaar lijks 114 euro voor elk kind tot en met achttien jaar, wat de kosten terugbrengt tot een kleine 330 euro. Maar dan komt het. Schoolgaande kinderen komen te genwoordig niet ver meer zonder compu ter in huis. Dus zo'n ding moest er ook komen. Alsof ouders het geld op de rug groeit, or ganiseren scholen dure schoolreizen die min of meer verplicht zijn. Vorig jaar kon de dochter kiezen tussen een aantal rei zen. De prijsklassen lagen rond de 270 eu ro, het ging om Londen of Rome. „De min der gefortuneerde kinderen konden voor 22 euro naar de Lange Jan in Middelburg. Zo stigmatiseer je die kinderen enorm", zegt Den Hollander opgewonden. Uiteindelijk kon haar dochter toch mee naar Londen. Na veel vijven en zessen bleek de school bereid het bedrag (272 eu ro) voor te schieten. „Daar hadden wij ge luk mee, maar er zijn genoeg scholen die niet zo flexibel zijn." Het is wel de bedoe ling dat ze dat bedrag in termijnen terug betaalt. „Misschien", hoopt Yvonne, „dat de sociale dienst nog wil bijspringen". Volgens de Middelburgse moet de rege ring ouders een helpende hand bieden. Onderwijs en alles wat daar bij hoort, moet gratis worden. „Als je mensen een leerplicht oplegt, dan leg je jezelf ook een plicht op. Het wordt tijd dat de regering aan die verplichting gaat voldoen. Anja Bimmel Yvonne den Hollander: „Je wilt je kinderen niet tekort doen, dus als ze een nieuwe tas nodig heb ben dan krijgen ze die.foto Ruben Oreel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 19