Laatje handen maar eens wapperen Leren in de fabriek PZC dinsdag 15 januari 2002 de opmars van de leskist; sociaal-medische teams in de klas; alsnog een Zeeuwse universiteit; de eer ste vmbo'ers geportretteerd; versnelde overstap van middelbaar naar hoger beroepsonderwijs; en terug naar de ouderwetse aardrijkskundeles. Tenslotte de vraag: wat moet het kosten. Ouders over de druk van het onderwijs op de huishoud portemonnee. Te weinig zitvlees voor de schoolbanken? Dan maar leren in de fabriek. Zeeuwse scholen, ge meenten en bedrijfsleven werken samen om 'vast gelopen' vmbo'ers weer de leerweg op te krijgen. Ontheven van de leerplicht krijgen ze de kans om werkend bij de les te komen. Afgelopen week meldden de eerste zes kandidaten, afkomstig van de scholengemeenschappen Scheldemond en Ne- halennia, zich aan de poort van De Schelde. Onder de hoede van een leermeester laten ze daar een jaartje de handen wapperen, vijf dagen in de week. Het initiatief ligt op Walcheren. Maar het zit er in dat meerdere Zeeuwse regio's zullen volgen. Scholen en bedrijven maken sowieso steeds va ker van eikaars mogelijkheden gebruik om scho lieren werkend, of werknemers lerend te laten presteren. In deze PZC-onderwijsbijlage aandacht voor de samensmelting van onderwijs en werk. Over vm- bo-scholen waar leerlingen straks met geld ver dienen hun diploma kunnen halen. En over maat werk in diverse sectoren van beroepsonderwijs. Daarnaast: de decaan als beroepskeuzespecialist; Scholieren die zijn vastgelopen in het reguliere onderwijs krijgen een nieuwe kans op de bedrijfsschool van De Schelde in Vlissingen. foto Lex de Meester School en het bedrijf schuiven meer en meer in elkaar. De school duwt de leerling fabriek of kantoor in. En een beetje onderne ming stuurt het personeels lid met enige regelmaat te rug naar school. De één noemt het werkend lerende ander lerend werken. In het hoger en middelbaar be roepsonderwijs zijn werker varingsprojecten, vaak van lange duur, en niet zelden uitgevoerd in het buiten land, al niet meer weg te den ken. Met de samenvoeging van vbo en mavo tot vmbo biedt nu ook het voortgezet onderwijs de mogelijkheid van scholing via leerwerk- trajecten. Scholieren die liever leren door hun handen te laten wapperen dan met een boek voor hun neus, kunnen straks vanaf het derde vm- bo-leerjaar de beroepsprak tijk in. Een veertienjarige hoeft dan nog maar een be perkt aantal uren naar school, en kan in de rest van de tijd werkend leren, en daarmee meteen ook al sala ris vangen. Vrijwel alle Zeeuwse vmbo- scholen willen daar volgend jaar mee beginnen. De Groe ne scholen in Goes en Som- melsdijk beginnen er dit jaar, in augustus, al mee. Op Walcheren heeft men inmid dels een unieke stap verder gezet. Met ingang van deze maand hoeft een groep leer plichtige vmbo'ers daar he lemaal niet meer naar school. Het gaat om scholie ren die zijn 'vastgelopen', met vaak langdurig spijbe len als gevolg. Op de bedrijfsschool van De Schelde in Vlissingen krij gen ze een nieuwe kans: zich werkend bekwamen in de elektrotechniek, in sociale vaardigheden en regelge ving. Zonder salaris welis waar, maar wel met zicht op een serieuze vervolgoplei ding, al dan niet binnen het bedrijf. ,,We gokken er een beetje op dat we ze voldoende kunnen motiveren, en daarmee bin nen het bedrijf kunnen hou den. Want het is tegenwoor dig niet zo makkelijk goeie technici te krijgen. Er zijn niet zoveel scholieren die in teresse hebben voor een technische opleiding", zegt woordvoerder Abrahamse van de bedrijfsschool." Voor het bedrijfsleven bete kent de groeiende samen werking met het onderwijs, in deze tijd van schaarste op de arbeidsmarkt, een moge lijkheid om zich tijdig van goed opgeleid personeel te verzekeren. Wat de scholen betreft getuigt het van een nieuwe pedagogische aan pak. ,,Een brede groep leerlingen is gebaat bij de mogelijkheid om al doende te leren", zegt leidsman H. van Arenthals van de vmbo-unit op de Vlis- singse scholengemeenschap Scheldemond. „Het onder wijs keek altijd naar wat de leerling nog niet kan, nu wordt steeds meer inge speeld op wat een leerling wel kan. Veel scholieren le ren gemakkelijker in de praktijk dan met een studie boek voor de neus." D at vraagt van het onderwij s een heel andere instelling. Praktijkruimten worden aangepast, en docenten moeten anders gaan werken dan ze gewend zijn: minder klassikaal, meer individueel begeleidend. De ene Zeeuw se school is daar verder mee dan de andere. „Op onze school", zegt Van Arenthals, „proberen we de praktijklokalen zoveel mo gelijk op een bedrijf te laten lijken. We streven naar grote praktijkruimten waarin alle werkplekken, apparatuur en functies zijn ondergebracht die je op een kantoor, in een machinefabriek, een restau rant of een timmerwerk plaats vindt." De overheid stopt daar flink geld in. „Er wordt in hoog tempo geïn vesteerd, al zouden we graag zien dat het nog sneller gaat. Dat geldt ook voor de bij scholing van docenten." De leerwerktrajecten waar mee de Zeeuwse scholen de komende twee schooljaren van start gaan, houden in dat een deel van de vmbo'ers in het derde en vierde leerjaar ruim dertig procent van de schooltijd werkend in een bedrijf doorbrengt, en daar ook salaris voor ontvangt. Op school leren ze dan alleen nog Nederlands, en een praktijkvak, inclusief om gaan met de computer. Meer dere vakken mag ook, maar hoeft niet. Er wordt wel gesteld dat leerwerktrajecten met name zijn bedoeld voor minder ge motiveerde of gekwalifi ceerde leerlingen. Staatsse cretaris Adelmund noemde dat onlangs, tijdens een conferentie over de nieuwe aanpak, een voor oordeel. „Het gaat erom dat leerervaringen worden op gedaan op een hoog niveau, aansluitend op de middelba re beroepsopleidingen van de regionale opleidingen centra (roc's)." Essentieel voor het welsla gen van de leerwerktrajec ten is dan ook een goede sa menwerking van de vmbo- scholen met de roc's en het bedrijfsleven. In Zeeland wordt al enkele jaren naar stig gewerkt aan verbetering van de doorstroommogelijk heden voor vmbo'ers naar de middelbare beroepsoplei dingen van de twee roc's in de provincie. Dit jaar willen de Zeeuwse vmbo-scholen de samenwer king met het bedrijfsleven versterken. Daar ligt een mogelijk struikelblok. Want in sommige branches is het voor de middelbare beroeps opleidingen al moeilijk om voldoende stageplaatsen te vinden. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat bedrijven de leerwerktrajecten gaan ge bruiken om bestaande vaca tures op te vullen, of om aan goedkope arbeidskrachten te komen. „Onze leerlingen moeten er echt onder goede begelei ding kunnen leren", zegt Van Arenthals. „Nu sprake is van hoogconjunctuur zijn be drijven vaak snel geneigd daar aan mee te werken. Maar die medewerking moet ook gegarandeerd zijn wanneer het slechter gaat met de economie." Henk Postma

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2002 | | pagina 17