Januari was telkens een feest
PZC
Muziek heeft altijd
met ademen te maken
Lekker relaxed, de zacht
wiegende blues overheerst
Laatste opera Ahoy'
25
Roger Braun
Solo-album
Ronnie Wood
donderdag 10 januari 2002
LaTraviata was twee jaar geleden één van de succesvolle opera's in Ahoy'Rotterdam.
foto Frans Schellekens/GPD
ie herinnert zich niet de 'Carmen', 'Aïda' en
'Nabucco'? In de afgelopen tien jaar werd
Rotterdam in j anuari steeds opgeluisterd door
een opera, in een ruimte die niemand er ooit geschikt voor
had geacht, sportpaleis en pophal Ahoy'. Na tien bewogen
jaren komt aan deze traditie een eind. Voor koorleden, musici
en productiemedewerkers blijft de agenda vooralsnog leeg
na II trovatore, de laatste in de reeks Opera in Ahoy'. Een
terugblik.
Het begon als een vreemde
sensatie, Opera in Ahoy'.
Het leek onmogelijk om de inti
miteit van het theater over te
brengen naar zo'n grote zaal.
Toch, door de eigen aanpak,
werd het geen theater, maar een
opera-evenement voor een
breed publiek. Waarom komt er
een einde aan iets wat een zeke
re faam heeft verworven? Deels
zijn het de financiële beperkin
gen, want doordat sponsor Na
tionale Nederlanden zich terug
trekt wordt het budget wel erg
krap, zeker zonder subsidie.
De sponsor vond het 'tijd om de
bakens te gaan verzetten', aldus
Wim Schipper, oud-directeur
van Ahoy'. Daarom klinkt er
ook geen wrok in de stem van
Peter Kroone, directeur van
Companions, vanaf het begin
producent en stuwende kracht
van Opera in Ahoy'. Jammer
vindt hij het wel. Kroone: „Ik
ben een groot operaliefhebber,
en het was mijn droom om dit
voor een groot publiek te reali
seren. Deels ben ik daarin ge
slaagd. Ik aanvaard dit einde als
een voldongen feit."
Hij is er bij toeval ingerold, via
Wim Schipper, zijn schoonva
der. Schipper had andere groot
schalige opera's gezien en dacht,
dit kan ook in Ahoy'. Wim
Schipper: ,,Ahoy' stond bekend
als poppodium, maar ook Lee
Towers trad er al op. Populair
klassiek, zoals de Night of the
Proms, zou erg succesvol blij
ken. Ik ben een operafan, en zag
in Peter een uiterst creatief
mens. Dus waarom niet, dacht
ik, mensen gaan toch ook naar
Verona om de opera in het groot
te zien?"
Voor Peter Kroone kwam het
aanbod 'als een verrassing',
maar hij zette er direct zijn tan
den in. Dat was wel nodig ook,
want niet iedereen stond te
springen om aan zoiets mee te
werken. Peter Kroone: „De so
listen waren in het begin niet
enthousiast, ik heb veel moeten
praten. Mijn adviseur was pro
fessor Horvath, de voormalig
artistiek directeur van de Ween-
se opera, en samen zijn we op
zoek gegaan naar nieuwe stem
men. Solisten ook die het als een
kans zagen om op te treden. Een
aantal zijn ons daarna trouw ge
bleven, zoals Olga Romanko,
die sinds 1995 bij ons zingt. Ze
had nu ook in Rome kunnen
staan, maar ze kiest voor ons.
Dat vind ik leuk."
Veel mensen die nooit eerder
kennis hadden gemaakt met
opera kwamen naar Ahoy' voor
die eerste betovering. Maar dat
waren er op den duim niet ge
noeg om de concurrentie het
hoofd te bieden, constateert
Kroone. Een sterk gestegen
aanbod van andere operagezel
schappen, maar ook de opkomst
van musicals voor een groot pu
bliek, en de sterk gestegen pro
ductiekosten nekten Opera in
Ahoy' tenslotte.
Maar dat er een leegte ontstaat
zonder Opera in Ahoy', wordt
duidelijk uit de reacties van de
circa 12.000 vaste bezoekers,
die faxen en mailen om te be
danken voor tien mooie jaren.
Op de website schrijft een Rot
terdams paar in het gastenboek:
„Elke keer in januari is het weer
feest. We kijken uit naar ons
jaarlijks uitje in Ahoy'. Januari
2003 zal voor ons niet meer het
zelfde zijn."
Ondanks deze grootschalige
operaproducties is Rotterdam
niet echt een operastad gewor
den, zo lijkt het. Uit onderzoek
de goede solisten en het uitmun
tende orkest; de laatste jaren het
Nederlands Balletorkest onder
leiding van Ed Spanjaard. Ook
de concertante uitvoeringen in
het Concertgebouw in Amster
dam, die op cd zijn verschenen,
en de registraties die op televisie
zijn uitgezonden door de TROS,
konden rekenen op een hoge
waardering.
Peter Kroone kijkt al langer
over de grenzen, en blijft dat ook
doen. Zijn producties wist hij
succesvol te verhuren aan ande
re, nog veel grotere zalen, zoals
het Stade de France in Parijs
(78.000 plaatsen) en de Olym-
piahalle in München (52.000
plaatsen). Hoe het komt dat
daar wel die enorme bezoekers
aantallen gehaald worden?
„Dat is de kracht van Aïda", al-
van Companions blijkt dat
slechts 4 procent van de bezoe
kers uit de Maasstad komt, en
een zelfde percentage uit Am
sterdam. De grootste publieks-
stroom is afkomstig uit het mid
den van het land, met een grote
cirkel om het gebied tot aan
Amersfoort. En dat is ver weg,
voor een laat avondje uit. Maar
ondanks alles is er veel voldoe
ning, aldus Peter Kroone: „Het
besef dat het elke keer weer lukt
om zoiets op touw te zetten is
wonderlijk. Iedereen stijgt bo
ven zijn eigen kunnen uit, als in
een soort roes, het is magisch. Je
vergeet waar je bent."
Dat lijkt toch wel de grootste
verworvenheid van Opera in
Ahoy': de makers hebben laten
zien dat het kan, kwaliteit bren
gen op grote schaal. De kritiek
die er aanvankelijk was ver-
stomde bij het zien en horen van
dus Kroone. „En het is leuk dat
zoiets ook in het buitenland
lukt. Maar ik wil niet om de drie
jaar Aïda ten gehore brengen.
Derek is eruit."
Volgens Wim Schipper bestaat
er zoiets als het 'ijzeren reper
toire' in de opera; stukken die
zich goed lenen voor een groot
publiek. Schipper zit nu in het
bestuur van de European
Arenas Association, een over
koepelende organisatie van
achttien Europese arena's.
Daarom volgt hij de ontwikke
lingen nog op de voet. Hij vindt
het jammer dat het nu ophoudt
in Rotterdam: „Peter heeft zijn
nek uitgestoken, en de produc
ties zijn nu op zijn best. Maar je
ziet dat de aandacht niet blijft.
Het is wel goed geweest voor de
uitstraling van Ahoy', en zeker
ook voor Rotterdam." Kroone
komt nog wel eens terug met een
opera in Rotterdam, zo wordt er
gespeculeerd, opera zit hem ten
slotte in het bloed. Zelf denkt hij
daar anders over: „We hebben
prachtige herinneringen, en die
neemt iedereen straks mee.
Maar dit is echt de allexdaatste.
II trovatore dus. Giuseppe Verdi
componeerde de partituur in
1852, en vlak na de voltooiing
ging het stuk in première in het
Apollo theater in Rome. Het li
bretto werd geschreven door
Salvatore Cammarano, op basis
van de tragedie 'El trovador'
van Antonio Garcia Gutiérrez.
Verdi had vlak daarvoor enorme
successen behaald met Rigolet-
to; daarom werkte hij in één
adem door aan dit nieuwe stuk.
Het was een productieve perio
de, want in die tijd ontstond ook
de basis voor 'La traviata', na
dat Verdi het toneelstuk 'La da
me aux camélias' van Alexan
dre Dumas had gezien. Maar het
'intieme' 'La traviata' verschilt
hemelsbreed van het groteske,
spectaculaire 'II trovatore'.
Deze opera staat bekend om de
ingewikkelde verhaallijn, met
weliswaar prachtige muziek,
maar met ontzettend veel ge
beurtenissen die elkaar opvol
gen. Van de compositie is het
zigeunerkoor legendarisch, ie
dereen zal de populaire melodie
herkennen. Ook de korte tenor
solo 'Di quella pira' is een hoog
tepunt in de muziek. Meer dan
ooit is dit een opera uit het 'ijze
ren repertoire', die in Ahoy' de
zaal voor zich zal winnen.
Zita Bebenroth
Opera in Ahoy' met 'II trovatore'
van G. Verdi, te zien op 16 januari
(uitverkocht), 18 en 19 januari om.
20.00 uur, en een matinee op 20 ja
nuari om 14.00 uur. Met: hel Neder
lands Balletorkest o.l.v. Ed Span
jaard, het Opera in Ahoy'-koor o.l.v.
Louis Buskens, solisten Olga
Romanko, Vladimir Stoyanov, Eli-
sabetta Fiorillo en Ignacio Encinas.
Informatie: www.opera-trovato-
re.nl
Een reeks liedbegeleidingen,
gevolgd door een serie solo
recitals. Pianist Roger Braun
moet de komende weken in het
'hele' land aan de bak. Zes keer
begeleidt hij bariton Maarten
Koningsberger in Winterreise
van Schubert. Daarna voert hij
negen keer in de serie Kunst van
het Luisteren Beethovens sona
te Pathétique en Schuberts So
nate in Bes uit.
Zij n voorliefde voor het begelei
den is bekend. Het is de 'verbor
gen' zanger in hem. Schuberts
liedcyclus Die schone Mülerin
maakte op zijn tiende een
onuitwisbare indruk. Het was
vanzelfsprekend dat zijn piano
studie bij Jan Wijn aan het
Sweelinck Conservatorium een
vervolg kreeg bij twee meesters
in het lied begeleiden, Rudolf
Janssen in Amsterdam en Kon
rad Richter in Stuttgart. Beel
dend piano spelen vanuit de
poëzie, dat leerde hij ben hen.
„Een zwevende lotusbloem of
de grootsheid van de hazelnoot
boom, probeer dat maar eens uit
te beelden. Geleidelijk aan ga je
de techniek ontwikkelen om
aan dat soort aspecten invulling
te geven."
Maar twee jaar geleden kwam
Roger Braun, in 1968 in Heerlen
geboren, met een overweldigen
de Schubert-cd met de sonates
in A en Bes. De kritieken waren
lovend. „Als je als pianist solo
kunt spelen, dan moet je dat ze
ker niet laten. Solospelen houdt
je technisch wakker, dat is het
moeilijkste wat er is. Je hebt al
les zelf in de hand, moet zoveel
dingen tegelijk doen, dat je je
zelf tot op de grens begeefttot j e
er bijna vanaf valt."
Het een bevrucht het ander,
vindt hij. „Dat surplus aan tech
niek komt je bij het begeleiden
weer van pas. Anderzijds ga je
door veel te begeleiden als een
zanger denken, je benadert de
muziek niet meer puur pianis-
tiek. En dat is goed, want mu
ziek heeft altijd met ademen te
maken, is eigenlijk altijd vo
caal. Bij sommige instrumen
ten, zoals een piano, kom je er
niet meteen op, denk je te veel
verticaal, waardoor het melodi
euze wegvalt. Met zangers bezig
zijn heeft mij anders doen den
ken over mijn solospel."
Akkoorden kleuren, harmonie-
en laten vervloeien, melodische
lijnen met elkaar vervlechten,
de zanger steunen en inspireren.
Dat zijn de aspecten van het be
geleiden die Roger Braun fasci
neren. „Met een teveel aan tech
niek iets eenvoudigs spelen kan
heel moeilijk zijn. Je mag niet de
indruk wekken op eieren te lo
pen. Als begeleider moet je een
heel ander palet ontwikkelen
dan als solist Je bent eerder be
zig met twintig soorten pianissi
mo dan met het zwart-wit van
forte en piano."
Is de kleinere pianoforte daar
niet geschikter voor dan de mo
derne, grote Steinway? „Een
modern instrument heeft eigen
lijk een te wollige klank en het
geluid is zo groot dat je niet kunt
doorspelen bij een pianissimo.
Ook ritmisch kun je op een oud
instrument veel meer doen. Ik
ga me daar zeker op toeleggen,
maar dat is iets voor de toe
komst."
Voorlopig richt hij zich op het
uitbouwen van zijn carrière. Hij
wordt steeds vaker door zangers
gevraagd om hen te begeleiden.
Als winnaar van de prestigieuze
Wigmore Hall International
Song Competition voor liedbe-
geleiders in Londen in 1997 en
als officiële begeleider van de
Internationaler ARD Musik-
wettbewerb in München - „Dat
is een echt erebaantje" - is dat
niet vreemd. Daarnaast heeft
zijn vaste samenwerking met
Maarten Koningsberger alle
aandacht. „Je groeit steeds
meer naar elkaar toe, begrijpt
elkaar meteen, ook als je met de
rug naar elkaar toe staat. Dat
geeft enorm veel vertrouwen."
En dan is er sinds een jaar of
twee het lesgeven. Aan het con
servatorium in Aken doceert hij
liedinterpretatie voor pianisten
en zangers. „Het is meer dan
pianoles geven. De betekenis
van poëzie en literatuur, de in
breng van de zanger en de rol die
ja als pianist daarbij speelt, met
dat samenspel probeer ik de stu
denten vertrouwd te maken. Je
moet in een recital de luisteraar
de middelen aanreiken om er de
beelden bij te maken. De musici
moeten op toneel hun eigen ope
ra creëren, de plaatjes moeten
de luisteraars er zelf bij verzin
nen."
Doceren hoort bij zijn taak als
uitvoerend musicus, vindt hij.
„Het is tegenwoordig niet meer
zo vanzelfsprekend dat jonge
mensen met klassieke muziek in
aanraking komen of naar con
certen gaan. Als uitvoerend mu
sicus kun je daar best wat aan
doen. Ik denk dat je daar ook bij
je repertoirekeuze rekening mee
moet houden. We hebben nu te
maken met een generatie die
zelfs de bekende klassieke wer
ken niet meer kent. Een mix van
bekend repertoire en wat je zelf
de moeite waard vindt lijkt me
een goede oplossing. Vaak kan
dat trouwens goed samengaan."
Die balans probeert hij ook te
vinden tussen gecontx-acteerd
woi'den en zelf concerten ox*ga-
nisex'en. „Het is soms moeilijk
om continuïteit in je opti'edens
te krijgen. Als ik niet gevraagd
woi'dt voor een bepaald podium
waar ik graag optreed, dan or
ganiseer ik zelf een conceit. Ik
vind dat een musicus daax-in een
bepaalde verantwoordelijkheid
heeft. En bovendien: in vele ge
vallen is het financieel ook nog
aantrekkelijker."
Gevraagd, of op eigen initiatief,
solo of als begeleider, Schubeit
zal niet vaak ontbreken op het
repertoire van Roger Braun. „Ik
ben met de muziek van Schu
bert vei'gx'oeid. Die milde droef-
heid spreekt me aan. Zijn mu
ziek geeft troost, spreekt een
collectief onderbewustzijn aan.
De hei'innering aan het geluk
die mooier is dan het geluk zelf.
In die romantische sfeer voel ik
me niet onprettig."
Jos Frusch
Die Winterreise van Schubert door
Maarten Koningsberger, bariton, en
Roger Braun, piano: Concertge
bouw Amsterdam (8/2).
Sonate Pathétique van Beethoven
en Sonate in Bes D960 van Schu
bert: Concertgebouw Amsterdam
(1/3), Theater aan het Vrijthof Maas
tricht (2/3), Muziekcentrum Vre-
denburg Utrecht (5/3), Muziekcen
trum Frits Philips Eindhoven (7/3),
Concertzaal Tilburg (12/3), Dr. An
ton Philipszaal Den Haag (13/3).
Roger Braun: „Door veel te begeleiden ga je als een zanger denken."
foto Frits Widdershoven/GPD
Ronnie Wood is gitarist, kunstschilder en
'family man'. Maar hij is en blijft in de
eerste plaats een Rolling Stone. Leuk en
aardig dat hij een mooie solo-cd heeft ge
maakt, maar iedereen wil eerst weten of de
Stones snel weer op tournee gaan. „Geen
conci'ete plannen", zegt hij drie keer. Op be
zoek bij Ronnie Wood in zijn eigen club in
Londen. „Ik ben blij dat ik een dubbele uit
laatklep heb."
Een onvergetelijke scène uit de Beatles-film
'HelpJohnPaul, George en Ringo stappen
uit bij vier geschakelde rijtjeshuizen. „Wat
zijn ze gewoon gebleven", zeggen de"over
buren tegen elkaar als de jonge sterren elk
hun voordeur betreden. Blijkt dat achter de
fagade een groot huis schuilt gaat, waar de
Fab Four in luxe baden. Rolling Stone Ron
nie Wood kan ook zo'n scène spelen. Achter
drie ogenschijnlijk vrij gewone gevels aan
Harrington Road in Londen bevindt zich
Woods eigen club. Alleen voor leden. De
sfeer is er rustig, de bediening galant, cle
ambient-muzak een verschrikking en de
kerstboom heeft alleen lampjes, geen bal
len. Boven, op een grote bank, zit Wood zelf,
te midden van zijn kinderen Leah en Jessie.
Net een hofhouding. Hier is Wood de baas,
waar hij bij de Rolling Stones gedwongen is
lettexlijk tweede gitaar te spelen.
Wood houdt audiëntie omdat hij recent zijn
zevende solo-album uitbracht: Not For Be
ginners. En die moet even flink onder de
Ronnie Wood samen met zijn zoon Jessie.
aandacht worden gebracht. Interviews, een
diner met familie en pers, de volgende dag
een showcase en dat alles afgeblust met een
aftei-party.
Zonder zoon Jessie zou Ronnie Wood nooit
deze nieuwe cd hebben gemaakt. Hij wox'dt
namelijk begeleid door het bandje van Jes
sie, een stel twintigers dat ook tijdens de
showcase een uiterst capabele begelei
dingsband blijkt. Maar aan Not For Begin
ners is niks jonge-honderigs. De sfeer van de
plaat is erg relaxed, met zacht-wiegende
blues als overheersend genre. Het is wel een
plaat die groeit en ook herhaalde malen ty
pische Stones-riffjes kent.
„De rust is toeval", meent de magere clubei
genaar. „Er hadden wel meer i'ock 'n roll-
nummers op kunnen staan, maar ik wilde de
natuurlijke flow van de liedjes niet versto
l-en. Ik ben ook niet zo'n romantisch per
soon, al houd ik wel erg van melodie. Mijn
teksten worden nogal gauw sentimenteel.
Grote kans dat we op een volgende plaat de
nadruk zullen leggen op blazing rock 'n roll.
We weten dat we dat ook kunnen."
Het bewijs levert hij een dag later al. Oud-
Guns 'n Roses-gitarist Slash is sux-prise-
guest (evenals Andrea Corr) en hij doet
Shepherd's Bush Empire trillen. Er komt
een selectie van bekende songs langs uit de
lange carrière van Ronnie Wooddie voor hij
tot het ambt van tweede gitarist bij de Sto
nes werd geroepen gitarist was bij The Fa-
ces, de band met Rod Stewart.
Door de jax-en heen heeft Wood tal van gast
optredens verzorgd. Hij kent werkelijk ie
dereen. Geen wonder dus dat zelfs Bob Dy
lan op Not For Beginners te horen is. „Wat
ik zo leuk vind, is dat iedereen Dylan kent
van zijn krakende stem en dat hij nu als gi-
tai'ist op mijn plaat te horen is. Kan-ie ook
goed." Waren de Stones in de jax-en zestig in
staat de jeugd tegen hun ouders te laten re-
belleren, tegenwoordig zit Stone Ronnie
Wood in één band met zijn kinderen. Zoon
Jessie (gitaar): „Van een generatieconflict is
inderdaad geen sprake. En van smaakver
schillen ook niet. Dit is een mooie tijd."
Het familiediner heeft een verdieping lager
plaats. De wanden worden gesierd door
twee enoi'me schilderijen. Een gx-oepspor-
tret van Rolling Stones aan de ene wand,
terwijl het gezin Wood toepasselijk heeft
plaatsgenomen onder een doek dat Beggar's
Banquet moet voorstellen, genoemd naar
een oude Stones-elpee. De schilderijen zijn
door Ronnie Wood zelf geschilderd. „Ik ben
erg blij dat ik een dubbele uitlaatklep heb.
Ik speel rock 'n roll met anderen; schilderen
doe ik in afzondering. Heeiiijk. Ik zie geen
hiërarchie, het kan naast elkaar bestaan. Ik
ben een Tweeling, ik ben twee mensen. Ik en
het canvas."
Het vakmanschap spat van de doeken. Hij
kan melden dat zojuist een schilderij van
hem is verkocht voor 21.000 Engelse pon
den, die bedoeld zijn voor de nabestaanden
van de aanslagen op 11 septembex-. In de
showcase staat hij alleen stil bij een andere
dode, zijn vriend George Harrison. Hij
speelt Far east man, dat ze samen schreven
in 1974.
En hij gooit er nog een Jealous guy achter
aan, het lied van die andex-e overleden Beat-
le, John Lennon. „Geweldige liedjes van ge
weldige mensen. Ja, ik kom in een pex-iode
dat ik vrienden moet missen. Maar Rod Ste
wart leeft nog, en Mick. Toch?"
In januari neemt hij een plaat op met Rod
Stewai"t: You strum and I sing. En daarna?
Met de Stones op tournee? „Geen concrete
plannen", zegt hij een keer of drie, De Sto
nes gaan in 2002 op een of andere manier
vieren dat de groep veertig jaar bestaat. En
in 2003 wordt gevierd dat Rolling Stones
veertig jaar een live-band is. Zijn blik ver
raadt niet of dat een hint is.
Theo Hakkert
Cd: Ronnie Wood - Not For Beginners.