Minoes vlucht nog steeds in bomen
Bonte mix van gein en ongein in de modewereld
Ploeteraars
verdienen altijd
mededogen
Nu jakkeren de Sex Pistols op het witte doek voorbij
Zoolander
Scène uit Songs From The Second Floor.
Op een kruispunt in een deso
laat landschap staat een
zwaarlijvige man in een slecht-
zittend pak. Achter hem een
vuilnishoop vol afgedankte
kruisbeelden. De man is ten ein
de raad, maar de louche verte
genwoordiger in religieuze arti
kelen die hij daar aantreft, heeft
juist zijn handelswaar gedumpt
en gaat er als een haas vandoor,
enkele rondslingerende cruci
fixen onder de wielen van zijn
auto vermorzelend.
In de verte naderen een paar ge
stalten die we eerder ook al te
genkwamen. Voorop loopt het
kind dat in een verbijsterende
scène ritueel werd geofferd.
Daarachter de jammerende
Russische jongen, die samen
met zijn zus door Duitse solda
ten werd opgehangen voordat
hij een ruzie met haar had kun
nen bijleggen. De man ziet ook
een oude vriend die zelfmoord
pleegde, wat destijds wel goed
uitkwam omdat hij zo het van
hem geleende geld kon houden.
In de velden rijzen nu nog veel
meer geesten op. Boos en wan
hopig probeert de man ze weg te
jagen. Ze schrikken wel, maar
komen koppig terug. Daar staat
hij dan. Hij wilde toch alleen
maar een boterham verdienen,
zoals hij wanhopig uitroept, en
nu torst hij de schuld van de
mensheid op zijn schouders.
Met dat indrukwekkende alle
gorische beeld eindigt Songs
From The Second Floor van de
Zweedse regisseur Roy Anders-
son, een van de meest verba
zingwekkende films die we in
lange tijd hebben gezien. An-
dersson werkte er jarenlang in
stilte aan, in zijn eigen studio
waar hij in volledige vrijheid
zijn unieke stijl ontwikkelde.
Zijn brood verdiende hij met
(veelal prijswinnende) reclame
films, die ook al een volstrekt ei
gen signatuur hadden. Achteraf
bezien waren die kleine tragiko
medies rond gefrustreerde lot
tospelers, kaasliefhebbers en
brokkenmakers stuk voor stuk
voorstudies voor zijn huidige
meesterwerk.
De ontwikkeling van Anders-
sons speciale werkwijze begon
toen hij na zijn geflopte tweede
speelfilm Giliap (1975) het plan
opvatte om een gedicht van de
Zuid-Amerikaan César Vallejo
te verfilmen. Oorspronkelijk
wilde hij die ode aan de kwets
bare mens illustreren met docu
mentaire beelden, maar hij
kreeg het gevoel dat hij daarmee
de mensen voor zijn camera ex
ploiteerde. Vanaf dat moment
besloot hij zijn eigen werkelijk
heid te construeren, wat geleid
heeft tot die typische tableaux
vivants waar je maarniet op uit
gekeken raakt.
Het is een Oost-Europees aan
doend wereldje, bevolkt door
verfomfaaide, vaak iets te dikke
burgermannetjes met bleek ge
schminkte gezichten. Het heeft
allemaal een benauwende
vreemdheid die maakt dat je de
werkelijkheid daarachter juist
scherper ziet. Met een verbluf
fende precisie gecomponeerde
taferelen, somber, droefgeestig
en aangrijpend, met subtiele
zwarte humor, verwondering en
tederheid.
Het is allemaal dermate bijzon
der dat je in de verleiding komt
om eindeloos uit te weiden over
allerlei uiterlijkheden, zoals de
onbeweeglijke camera, de tutti
ge schemerlampjes en de uitge
kiende kleurstellingen. Ook al
omdat bij gebrek aan conven
tioneel verhaal Songs From The
Second Floor zich lastig laat na
vertellen. Er zijn wel een paar
lijntjes, maar je kunt de film net
zo goed zien als een panorama
van de naderende Apocalyps,
een wereld die knarsend tot stil
stand gekomen is, waar zelfkas-
tijders door de straten trekken,
brave arbeiders worden ontsla
gen, een goochelaar zijn vrijwil
liger echt dreigt door te zagen,
de vluchtende rijken hun over
laden vliegveldkarretjes niet
meer vooruit krijgen, een zwij
gende dichter in het gekkenhuis
komt, een man zijn meubelzaak
in brand steekt en mensen door
hun zorgen de liefde vergeten.
En dan is er nog dat gedicht
waarmee het allemaal begon en
waarvan de regels een voortdu
rend terugkerend refrein vor
men. De mensen maken er een
puinhoop van, vooral als er
ideologieën en instituten aan te
pas komen. Er komt geen einde
aan de schuld, de vernedering
en de schaamte.
Ons mededogen met de ploete
raars kan nooit groot genoeg
zijn. Ja, dit is onze wereld, en zo
als Andersson het toont, zo za
gen we het nog niet eerder.
Leo Bankersen
Songs From The Second Floor: regie
Roy Andersson, met: Lars Nordh,
Stefan Larsson, Torbjörn Fahl-
ström, Lucio Vucina. Te zien in
't Beest Goes, do. en vr. 20.30 u.
donderdag 6 december 2001
rie jaar geleden
werd met de
Burny Bos-
productie Abeltje voor het
eerst bewezen dat je met een
kinderfilm in eigen land een
miljoen kaartjes kunt
verkopen, hetgeen een jaar
later met het door Maria
Peters vervaardigde
Kruimeltje nog eens
bevestigd werd. Thans
krijgen we te maken met
Minoes, waarvoor Burny Bos
opnieuw een door Annie
M. G. Schmidt geschreven
kinderboek uit de kast heeft
getrokken. De door Vincent
Bal geregisseerde film blijkt
zeker niet minder geslaagd
dan Abeltje.
Aanvankelijk werd wat zor
gelijk aangekeken tegen de
situatie dat Minoes vrijwel te
gelijkertijd de bioscopen zou
bereiken als Iiarry Potter en dat
zoiets wel eens minder goed zou
kunnen uitpakken voor de Ne
derlandse productie. Het is
evenwel niet onaannemelijk dat
Minoes juist zal meeliften op het
succes van Harry Potter. De
massa's kinderen die nu al heb
ben genoten van de avonturen
van de Britse tovenaarsleerling
zullen heus nóg wel een keer
naar de bios willen, voor over
vijf weken de kerstvakantie
voorbij is.
Bovendien, voor ouders die
merken dat Harry Potter-voor
stellingen voortdurend zijn uit
verkocht, is er nu tenminste een
magnifiek alternatief om de
kinderen heen te sturen. Daar
naast is Minoes ook heel ge
schikt voor ukkepukken die
Harry Potter nog wel eens te eng
kunnen vinden.
Minoes gaat over een poes die
heeft gesnoept van een vaatje
hormonentroep dat van een
slordig bepakte vrachtwagen
was afgekieperd. Sindsdien is
het beestje veranderd in Juff-
fouw Minoes, een in groen man
telpak gehulde dame die nog
steeds stapelgek is op vis, in bo
men vlucht als er een hond in de
buurt komt en zich graag op da
ken nestelt om daar de geani
meerde conversatie aan te gaan
met de katten van het stadje
Killendoorn. Juffrouw Minoes
(Carice van Houten) heeft het
pad gekruist van Meneer Tibbe
(Theo Maassen), een jonge jour
nalist die eigenlijk te verlegen is
voor zijn vak en daarom op de
nominatie staat ontslagen te
worden. Als de timide verslag
gever Minoes gastvrijheid biedt
in een kartonnen doos op zijn
zolderkamer, blijkt het poeze-
vrouwtje tot tegenprestaties be
reid. Met een heel netwerk van
miauwende informanten gaat
ze leuke primeurtjes toespelen
aan Tibbe die daar goede sier
mee maakt op de redactie van de
Killendoornse Courant, het
geen hem opstuwt naar de sta
tus van sterverslaggever.
Er ontstaan voor Tibbe evenwel
nieuwe problemen als hij met
zijn katten-persdienst op echt
belangrijk nieuws is gestuit.
Meneer Ellemeet (Pierre Bok-
ma) is deodorant-fabrikant en
bovendien erevoorzitter van de
Vereniging van Dierenvrienden.
Met schijnbaar onbaatzuchtige
schenkingen aan de gemeente
heeft Ellemeet zich tot een ge
liefd burger gemaakt. Maar
Minoes, de katten en Tibbe ont
dekken dat in werkelijkheid de
weldoener een boosdoener is en
bovendien allerminst een die
renvriend.
De journalist heeft met die ont
hulling de voorpagina gehaald,
nog voor hij zijn wetenschap be
wijzen kan. En dat de Killen
doornse katten zijn informan
ten zijn, daar kan hij bij zijn
hoof dredacteur niet mee aanko
men.
Vanzelfsprekend loopt het alle
maal voor iedereen goed af, be
halve voor de corrupte onderne
mer. Rob van Gijzel zou heel
tevreden mogen zijn over
Minoes. De Belgische regisseur
Vincent Bal won in 1999 met
Man van Staal de Kinderfilm
prijs op het Festival van Berlijn.
Van hem mochten we verwach
ten dat hij de heerlijk droge en
soms volmaakt absurde humor
van Annie Schmidt het volle
pond zou geven. Die krijgen we
inderdaad royaal uitgeserveerd.
Aanmerkelijk lastiger voor hem
was het om al die scènes met
pratende poezen min of meer
aannemelijk geënsceneerd te
krijgen. Met een stel uitstekend
getrainde Burmezen en een
reeks verfijnde trucages bereikt
Bal effecten waar in te geloven
valt.
Dat je het neerzetten van een
doortrapte deodorant-fabri
kant prima aan Pierre Bokma
kunt overlaten, dat is zo verras
send niet. Dat is wel Carice van
Houten als een overtuigend
poezige Juffrouw Minoes en ook
cabaretier Theo Maassen vindt -
in zij n eerste filmrol - als de aan
vankelijk zo schutterige journa
list Tibbe moeiteloos de juiste
toon. Een heerlijke film, zeker
ook voor ouders en grootouders.
Pieter van Lierop
Minoes: regie Vincent Bal, met Cari
ce van Houten, Theo Maassen, Pier
re Bokma, Jack Wouterse, Olga Zui-
derhoek en de stemmen van Annet
Malherbe, Wim. T. Schippers, Katja
Schuurman, Paul Haenen, Frits
Lambrechts, Hans Teeuwen en hoes
Luca. Te zien in CineCity Vlissin-
gen, De Koning Hulst, Cinemactu-
eel Bergen op Zoom en Roxy Bergen
op Zoom.
De punkband The Sex Pistols
ging halverwege de jaren
zeventig af als een voetzoeker
op een feestje, en in zijn docu
mentaire The Filth And The
Fury probeert Julien Temple dat
gevoel weer te pakken te krij
gen. Toen hij de groep voor het
eerst ontmoette was hij nog
filmstudent.
Hij hoorde ze een liedje van The
Small Faces verminken en vond
dat intrigerend genoeg om er
met de camera achteraan te
gaan. Een.deel van het materi
aal dat hij in de daaropvolgende
jaren schoot, verwerkte hij in de
bizarre parodie The Great
Rock-'n-Roll Swindle (1980).
Veel bleef echter ongebruikt en
vormt nu de basis voor een on
gepolijst portret van een even
kortstondig als invloedrijk fe
nomeen.
De drijvende kracht achter The
Great Rock-'n-Roll Swindle
was de egocentrische Pistols
manager Malcolm McLaren. De
bandleden zelf waren daar nau
welijks bij betrokken. De nieu
we film wordt nu gepresenteerd
als het ware verhaal en moet de
mythe weerspreken dat de Pis
tols een creatie van McLaren
waren. Paul Cook, Steve Jones,
Glen Matlock en Johnny Rotten
uitstekend in geslaagd de geijk
te formule met interviewtjes en
concert fragmenten te vermij
den. Terwijl de gesprekken op
de geluidsband tot een ongezou
ten en vaak ironisch relaas zijn
gemonteerd, jakkeren de beel
den onstuitbaar voorbij. Vanaf
het debuut op gestolen appara
tuur-, via de veiligheidsspelden,
afgebroken zalen, een gerucht
makend tv-optreden met een
dronken presentator, het bele
digen van de koningin, hun ver
banning uit Londen, Rottens af
keer van hanenkammen en Sids
tragische flirt met junkie Nancy
Spungen tot aan de desastreuze
Amerikaanse tournee die de
groep niet zou overleven. Ri
chard III, uit een oude Shake-
spearefilm, ziet het allemaal
met een sluwe glimlach aan en
levert gepast commentaar. Een
montagegrapje van Temple dat
nog eens onderstreept hoe ab
surd het eigenlijk was.
Leo Bankersen
The Filth and the Fury: regie Julien
Temple, met Pa ul Cook, Steve Jones,
Glen Matlock, Johnny Rotten, Sid
Vicious. Tezien m Schuttershofthe
ater Middelburq, do. 23 u., vr. en za.
22 u.
komen uitgebreid aan het
woord. Met de in 1979 aan een
overdosis overleden Sid Vicious
had Temple al eerder een inter
view gehad. De schrik van de
burgerij zit wat ongelukkig in
een tuinstoel in Hyde Park. Hij
ziet er slecht uit. Hij heeft een le
lijke schram op zijn wang en
vertelt over zijn pogingen om
van de heroïne af te komen. Het
is een aangrijpende opname,
schokkender dan het baldadige
lawaai waar Johnny Rotten en
zijn maatjes het patent op had
den. Het maakt ook duidelijk
hoezeer Julien Temple het ver
trouwen van de groep genoot.
Hij heeft dat vertrouwen met
The Filth And The Fury (de titel
is ontleend aan een verontwaar
digde krantenkop uit die tijd)
niet beschaamd.
In het begin doet hij zelfs erg
zijn best om te benadrukken dat
we het storende geluid van deze
arbeidersjongens moeten zien
als een authentiek protest tegen
cle verkankerde samenleving.
Hij gooit er een hectische colla
ge van oud televisiemateriaal
tegenaan, met onder andere een
hopeloos knullige weerman, een
scheldende racist en grappen
van Tommy Cooper. Op het po
dium gilt Johnny Rotten met
Johny Rotten, voorman van de Sex Pistols
zijn snerpende stem 'I am the
antichrist, I am an anarchist', op
straat breken rellen uit. Het
mist zijn effect niet, al deed het
me ook een beetje denken aan
die ontspoorde jongeren die je
wel eens op tv zag, en die zo goed
wisten te vertellen dat het alle
maal de schuld was van het sys
teem en hun ongelukkige jeugd.
Objectief is dit rauwe popdocu
ment ongetwijfeld niet, maar
het straalt wel een authentiek
soort eerlijkheid uit. Jongens
die overal schijt aan hadden en
eigenlijk verbaasd waren over
wat hun muzikale scheldpartij
teweegbracht. Temple is er ook
Derek Zoolander, de titelheld van de nieuwe Ben
Stiller-komedie, is Male Model Of The Year. Hij
dankt zijn succes aan de speciale blik die hij bedacht
heeft en pleegt te omschrijven als zijn Magnum-look.
Hij demonstreert de expressie: De wangen worden
iets naar binnen gezogen, de ogen iets toegeknepen.
Binnenkort zal hij iets nieuws lanceren: zijn Tiger-
look. Dat wordt sensatie: hij zuigt de wangen iets
naar binnen, de ogen'worden toegeknepen. Niemand
ziet het verschil. Het is een van de betere momenten in
een film die stoeit met de wereld van fotomodellen en
haute couture. Derek Zoolander (Stiller dus) is rijk
geworden. Dat hij tevens beschikt over een groot hart
zou moeten blijken uit het gebaar dat hij wil maken
ten behoeve van kinderen met dezelfde handicap als
waaronder hijzelf zijn leven lang gebukt ging. Hij
schenkt geld voor een opvangscentrum voor kinderen
die niet zo vlug kunnen lezen. Als hij door zijn archi-
moord. Binnenkort zal dit staatshoofd toevallig in
New York een belangrijke modeshow bijwonen,
zwaar beveiligd uiteraard, maar vanaf de catwalk
zou de liquidatie verricht kunnen worden door een
gehersenspoelde mannequin.
Ieders gedachten gaan onmiddellijk uit naar Zoolan
der omdat met diens hersens er het minste gespoeld
hoeft te worden.
Hij wordt ontvoerd, maar gelukkig beschikt Derek
over een bewaarengel in de persoon van Time-ver-
slaggeefster Christine Taylor. Ik geloof niet dat Hol
lywood een vergelijkbaar kakelbonte mix van gein en
ongein heeft gepresenteerd sinds Austin Powers The
Spy Who Shagged Me.
En het gaat je verstand te boven dat Ben Stiller aan de
ene kant zo fijngevoelig was om twee toevallige shots
van de WTC-gebouwen uit de voltooide film te ver
wijderen, terwijl hij er tegelijkertijd geen been inzag
om koddig bedoelde effecten te slaan uit een beoogde
moord op de president van een bestaand moslimland.
Het sparen van gevoelens schijnt alleen in nationaal
perspectief opportuun te zijn.
Pieter van Lierop
Zoolander regie Ben Stiller, met Ben Stiller, Owen Wilson,
Will Ferrell, Christine Taylor, Jon Voight, Jerry Stiller. Te
zien in CineCity Vlissingen, DeKoning Hulst, Cinemaclueel
Bergen op Zoom.
tecten het ontwerp gepresenteerd krijgt, barst hij uit
in woede: ,,Maar dit gebouw is veel te klein. Dit op
vangcentrum zou zelfs te klein zijn voor mieren!"
Waarna het supermodel te horen krijgt: „Jawel me
neer Zoolander, maar dit is nog maar de maquette!
Enfin, zo'n licht is dus het drievoudige Male Model Of
The Year, in felle rivaliteit verbonden met het meer
hippe fotomodel Hansel (Owen Wilson). Een keer
krijgen die twee de gelegenheid een rechtstreeks duel
uit te vechten waarbij het erom gaat wie van de twee
met de meeste gratie zijn onderbroek uit weet te trek
ken zonder eerst de bovenbroek uit te doen. Scheids
rechter is David Bowie.
De diverse modemeetings in de film worden trouwens
platgelopen door een meute aan echte 'celebrities'.
We zagen: Claudia Schiffer, Garry Shandling, Do
nald Trump, Tommy Iiilfiger, Christian Slater. En
echt meeacteren doen Milla Jovovich, Jon Voight en
zowat de hele familie van Ben Stiller. Het probleem
van de film is dat het Zoolander-typetje leuk is be
dacht maar dat er van het verhaal weinig deugt. Je
dwaalt een beetje van de ene sketch naar de andere.
Soms zijn ze amusant. Tussendoor dient een plot
zichtbaar te worden.
Die gaat zo: De modekoningen van de wereld zijn ra
zend op de president van Maleisië omdat die het mini
mumloon voor kinderarbeid wil verhogen, hetgeen
de kledingindustrie op veel hogere kosten zou jagen.
Dus dient de president van Maleisië te worden ver
Acteur/regisseur Ben Stiller als model Derek Zoolander demonstreert de Magnum-look.
Carice van Houten speelt Juffrouw Minoes.