Zeeuws is mijn ziel en niet mijn zaligheid PZC Het schuim stond Fidel Castro op de lippen Engel Reinhoudt Andrew Miller heeft een lange adem 25 In de wolken Levenslucht Ileana de la Guardia donderdag 6 december 2001 &CUMW- ,Cf* De wereld achter een Zeeuws gedicht. Dat is het thema van de serie gesprekken, die elke twee weken in de bijlage Kunst Cultuur wordt gepubliceerd. Lou Vleugelhof kiest samen met de dichter een gedicht. Een gedicht dat zijn wortels in Zeeland heeft en zonder Zeeland ongeschreven was geble ven. Vandaag: Lou Vleugelhof in gesprek met Engel Rein- houdt. ngel Reinhoudt (1946) geboren te Wolphaartsdijk, woont in 's-Heerenhoek en is een van de weinige chansonniers in Midden Zeeland die dicht en zingt in het Zeeuws. Zijn liederen zijn in heel Zeeland bekend. Hij schrijft zijn eigen teksten. „De melodie vloeit bijna als vanzelf voort uit de tekst", zegt hij bescheiden. Ik zou hem de troubadour van het Zeeuwse lied kunnen noemen. Zijn liederen zijn zowel vrolijk als melancholisch, kritisch en filosofisch, vol humor en levenswijsheid. Wij spraken over en naar aanleiding van een van zijn mooiste liederen: "In de wolken". We spreken beiden het Zeeuws van Zuid-Beve land. We zijn beiden van 's-Hee renhoek, daarom dacht ik eerst om dit gesprek in het Zeeuws te voeren en zo in de krant te publi ceren, maar ik denk dat veel le zers moeite zouden hebben met de spelling van het Zeeuws. Er is nog geen algemene Zeeuwse spelling, al worden er krachtige pogingen toe ondernomen. Onze roots zijn dezelfde, maar we gaan niet over 's-Heeren- hoek praten. Belangrijk voor ons gesprek is, dat we beiden in het Zeeuws hebben geschreven. Hoe kom jij ertoe in het Zeeuws te dichten? Heb je nooit voor de keuze gestaan om in het Zeeuws of in het AN Algemeen Neder lands) te schrijven? ..Dat staat me vrij scherp voor de geest. We hadden een caba retgroepje op school. Ik schreef teksten in het Hollands, behalve als het lollig of boertig moest zijn. Dan moest het in het Zeeuws. Ook daarna bleef het Zeeuws voorbehouden voor speciale gelegenheden. Tot ik in 1971 op het humorfestival in Knokke kwam. Daar ontmoette ik Willem Vermandere, een be kende zanger, dichter, beeld houwer in Vlaanderen. Die trad daar op en zong daar de mooiste liedjes in het West-Vlaams. Ik vond om te beginnen zijn liedjes heel mooi. Ik verwonderde me erover dat het in het West- Vlaams ging en niet alleen lollig en boers was. Dat is voor mij het keerpunt ge weest om het ook zo te willen. Ik heb toen enkele liedjes geschre ven. Vermandere had veel suc ces met het liedje: 'Blanchfe en z'n paei'd'. Daarin beschrijft hij een bodedienst van leper naar Louwe. In Wolfersdiek (Wol phaartsdijk) had je ook zo'n bode met kar en paard. Toen heb ik ook zo'n liedje geschreven. Een van de volgende was een liedje over een koopman, die langs de deuren ging met zijn Engel Reinhoudt: „Als er iets gebeurt dat me raakt, dan verwerk ik dat altijd in hetZeeuws." foto Lex de Meester marskraam, een 'agosiant'." „Bij toeval liep ik een medewer ker van de PZC tegen het lijf. Die zette wat in de krant, zo werd ik gevraagd om her en dei- te zingen. Ik heb nooit meer an ders dan in het Zeeuws geschre ven en gezongen. Zo ontdekte ik de rijkdom van de Zeeuwse taal en de uitwerking ervan op het Zeeuwse publiek. Hoe ervaar jij het gebruik van het Zeeuws in de poëzie? „Ik heb er nooit moeite mee ge had. Ik denk in het Zeeuws. De regels die me invallen zijn altijd in het Zeeuws. Tenzij ik op ver zoek iets maak, dan kan het ook in het Nederlands. Als er iets ge beurt dat me raakt, dan verwerk ik dat altijd in het Zeeuws. Het is mijn moedertaal. Nu wordt het Zeeuws je wel extra opge drongen. De politiek houdt er zich mee bezig. Het Zeeuws moet een officiële status krijgen. Als je nu ergens komt en je spreekt dialect, doet men net of je het zelf uitgevon den hebt, als iets bijzonders. Zeeuws is mijn ziel en niet mijn zaligheid. Ik kan bij wijze van spreken net zo goed een liedje over de maanlanding schrijven in het Zeeuws als over een echt Zeeuws onderwerp. Ook moet ik niks hebben van nationalistisch getinte activi teiten die met het pleidooi voor het Zeeuws soms naar boven ko- Vernieuwt het Zeeuws zich te genwoordig nog? Worden er bij voorbeeld nog echt nieuwe Zeeuwse woorden gemaakt? „Die kom ik helemaal niet te gen. Als ze er zijn, dan zijn ze be dacht. Jan Zwemer bedreef die sport nog wel eens. Maar ze le ven naar mijn mening niet echt." Hoe werkt bij jou de combinatie van muziek en tekst? Hoe ont staat dat? „In de meeste gevallen is er eerst de tekst. Ik ben meer een tekst dichter dan een muzikant. In een goed vers dat bij mij ont staat zit de muziek als het ware ingebakken. Dan kost het ook weinig moeite om daar een pas send melodietje bij te bedenken. Als ik het een paar keer voor me zelf zing, vergeet ik het ook niet meer." „Een liedje in opdracht, bij voorbeeld over de Euro, daar maak ik natuurlijk eerst de tekst voor, maar het bedenken van een melodie kost dan veel meer moeite. Maar in een goede tekst zit zoveel ritme dat de no ten bijna naar boven komen, als je het hardop voorleest. Ik bege leid mijn teksten met simpele akkoorden op een gitaar. Bij voorbeeld voor het liedje: 'A je in de wolken bin je 't aoltied ni je zin', kostte het me nauwelijks moeite om een melodie te be denken. Die lag voor het grijpen in de tekst. En als je eenmaal één zin hebt, dringt de rest zich van zelf aan je op. Ik ben blij dat je dit lied gekozen hebt, want ik vind het zelf ook een van mijn gaafste liederen." Het is een mooi compact lied, kun je iets meer vertellen over het ontstaan ervan? „Het is geschreven in oktober. Maar het gaat natuurlijk terug op een ervaring in het voorjaar, als je 'op j e rik an een diekje ligt Er spelen herinneringen mee uit mijn kinderjaren. Zulke erva ringen verdichten zich natuur lijk tot de lijn die in het liedje zit. Als ik nu aan een dijk zou liggen zou dat ook een meditatief mo ment voor me worden." Wanneer is voor jou een lied heel goed? Heb jij er een ideaalbeeld „Ik ben een dichter die zijn tek- A j e in de wolken bin E je 't altied nï je zin En je mot 'r glad nie eêns es vee voe doe Op je rik lig' an een diekje Onbekommerd en dan kiek je Alleên ni boven en de rest komt nï je toe Refr: In de wolken wil ik weze Lekker ööge luchten leze In de wolken, in de wolken A je in de wolken bin je 't altied ni je zin Ze tööv're beelden op het groate, blauwe doek Koalen, oliebollen, reuzen Dotten watte, plumen, neuzen Dir is een öóp te zien in 't hemels prentenboek Refr. A je in de wolken bin je 't altied nï je zin Eêl de waereld schuuft op zijn gemak verbie J'n ouwen atlas komt toet leven Blad voor blad verbie 'edreve De wind die wakkert zachtjes an je fantasie Refr. A je in de wolken bin je 't altied nï je zin Het gevoel voe tied en ruumte dat gï kwiet A je eên bin mie de wolken Bï j'van aolle landen volken De stilte is z'n eigen öögste lied Refr. In de wolken, in de wolken sten ook voordraagt. Ik leg geen ei en laat het daarbij. Als ik een uitvoering geef, dan speelt voor mij ook het publiek een belang rijke rol. Dan is mijn vraag: 'zul len de mensen er ook iets aan be leven?' Niet dat ik uit ben op effecten, maar het publiek is wel een criterium, waar je je werk aan toetst. Een goed lied is een simpel verhaal, waar iets meer inzit dan het verhaal alleen. Ik schrijf ook liedjes die niet meer zijn clan anekdotes. Ik streef naar meer diepgang, maar dat moet wel vanzelf komen, zoals in dit liedje 'In de wolken'. Ik verzin de diepgang er niet apart bij. Ik heb dit liedje binnen een uur geschreven. Daar word je 's morgens mee wakker. Dat be denk je 's nachts en 's morgens hoef je het alleen maar op te schrijven. De muziek zit er dan al in." Ben je als zanger ook filosoof? „Dat zou mooi meegenomen zijn. Ik probeer zowel kritisch als beschouwend te zijn. In ieder geval houd ik mijn teksten zo veel mogelijk positiefZo heb ik een mooi lied gemaakt over onze multiculturele samenleving, waarin alle kleuren aan bod ko men. Niet iedereen is daar even positief over." Wat denk jij over de toekomst van het Zeeuws? Ik zie geen grote toekomst voor het Zeeuws. Het zou leuk wezen als het Zeeuws als tweede taal erkend werd, maar het is na tuurlijk alleen maar status. Door die erkenning breng je het Zeeuws niet tot nieuw leven en het zal er ook niet toe leiden dat meer mensen Zeeuws gaan spre ken. Vergeet niet dat de ontwik keling van het Zeeuws altijd al in de richting van het Neder lands is gegaan. Mijn Zeeuws is meer vernederlandst dan dat van mijn ouders. Je merkt het aan simpele woorden; ik zeg: 'kom 'ns vrom, aars vaol je in de dulve' waar onze kinderen zeg gen: 'kom terug, anders vaol je in de sloot'. De klank is er nog wel, maar de woorden verdwij nen. Met de klanken kunnen we nog wel honderd jaar 'voruut'." Dokters zijn voor mij een ob sessie, zegt Andrew Miller, maar dat zijn vader dokter was heeft daar niets mee te maken. In zijn roman Levenslucht, die was genomineerd voor de Booker Prize, hebben alle per sonages ademhalingsproble men. Voor iemand die lange tijd in angst leefde dat hij een aandoe ning aan zijn longen had, rookt Andrew Miller (41) er stevig op los. De Engelse schrijver peutert de tabak uit een wel erg klein pakje van een onbekend merk en rolt een shaggie.Vele dokto ren hebben me beklopt en be luisterd. Ik was ervan overtuigd dat ik een longprobleem had. Ik heb in allerlei buisjes en appa raten moeten blazen. Niks. Toen nog allergie-testen. Ik werd er letterlijk rood van. Weer niks. Allemaal inbeelding." Geen wonder dat zijn roman Le venslucht heet, een vrij poëti sche vertaling van de Engelse ti tel Oxygen, wat natuurlijk ge woon 'zuurstof' betekent. Het is Millers derde roman, na Heel meester Pijn en Casanova ver liefd, twee historische romans. Hij werd met Oxygen voor de Booker Prize genomineerd, maar de prijs ging naar Peter Carey. In Levenslucht komen grofweg twee verhalen samen. De ern stig zieke Engelse dame Alice Valentine heeft longkanker. Haar zoon Alec keert terug naar huis om haar te verzorgen. Haar andere zoon, Larry, ooit een ge vierd acteur in Los Angeles, keert ook terug, terwijl zijn car rière voorbij lij kt. En dan is er de andere lijn rond Laszló Lazar, schrijver van een toneelstuk dat Alec aan het vertalen is. Alle vier staan ze voor een beslissend moment in hun leven en voor pijnlijke keuzes. „Bijna alle personages hebben problemen met ademhalen. Ali ce vooral natuurlijk; ze kan niet genoeg krijgen van zuurstof, het echte spul. Haar zoons Alec en Larry worden kortademig als ze hun eigen onmacht doorzien. En bij Laszló Lazar, de Hongaarse banneling die een klusje moet opknappen in het voormalig Joegoslavië, slaat de spanning op de longen. Als je je ergbewust bent van je ademhaling, ga je er nog meer op letten. Zo draai je je zelf op en wordt het alleen maar erger." Millers vader is dokter, is dat een verklaring misschien? „Dokters lijken een obsessie voor me. Ze komen in al mijn boeken voor. Nou kun je al mijn aanvallen op de dokters natuur lijk gaan uitleggen als aanval len op mijn vader, maar dat is me te voor de hand liggend. Ik geloof dat eenvoudigweg niet. Ik heb ook nooit zelf de ambitie gehad om arts te worden. Thuis lagen stapels exemplaren van het British Medical Journal. Mooie, blauwe omslagen met foto's van vreselijke wonden en misvormde lichaamsdelen. Erg interessant voor kinderen, maar het leidde me niet naar het dok tersvak. Ik ben niet weten schappelijk ingesteld." Miller begon aan Levenslucht kort nadat de vaders van twee van zijn beste vrienden plotse ling stierven. „Je beseft dat je in de periode bent aanbeland dat je niet langer kunt volhouden dat je ouders onsterfelijk zijn." Een andere aanleiding voor het boek was een bezoek aan We nen, waar hij een demonstratie van Albanese studenten gade sloeg. „De Kosovo-crisis. Lasz ló Lazar komt daar in terecht. Hij heeft de Russische inval in Hongarije in 1956 nog op zijn netvlies staan. Hij wordt ge dwongen partij te kiezen in een complex probleem. De rebellen bij wie hij zich aansluit werden later afgeschilderd als bandie ten die net zo erg waren als de Serviërs. Of waren de Serviërs niet zo erg? 'Waar zijn de lijken dan?' De problemen van enga gement, propaganda en zijn ei gen verleden komen samen." Theo Hakkert Andrew Miller: Levenslucht. Ro man - Vertaling: Inge de Heer en Jo hannes Jonkers. Uitgeverij Anthos, 256 blz., f44,50. Lou Vleugelhof Andrew Miller foto Phil Nijhuis/GPD Twaalf jaar geleden werd de vader van Ileana de la Guardia in opdracht van Fidel Castro geëxecu teerd. Ze week voor de Cubaanse dictatuur uit naar het buitenland. Ze heeft haar herinneringen te boek gesteld. Lachend kwam hij binnen. Begon grapjes te maken. Keek geamuseerd naar boven waar een lek in het pla fond zat en naar beneden waar een plantenbak de druppels moest opvangen. „Ik was als verdoofd. Hoe kon die man in godsnaam denken dat ik hem zou be groeten, een hand zou geven, de man die tien dagen daarvoor mijn vader had geëxecuteerd. Dat was pex-- vers. Hij wilde laten zien dat hij mij ook hier onder controle had en dat de school voor slechtziende kin deren waar ik als psychologe werkte zijn territorium was. Ik ben kort daarna opgehouden daar te werken. Ik werd ziek. Voelde me vies en achtervolgd." Ileana de la Guardia leeft inmiddels met haar Argen tijnse man Jorge Masetti in het buitenland. Maar ruim twaalf j aar na de executie van haar vader Anto nio ('Tony') is ze nog geëmotioneerd. Fidel Castro gaf opdracht om Tony de la Guardia, generaal Arnaldo Ochoa en nog twee anderen te elimineren, op beschul diging van drugssmokkel, waartoe Castro overigens zelf opdracht had gegeven. De smokkel diende om Cuba de broodnodige buitenlandse deviezen te ver schaffen. Om deze executies een schijn van legaliteit te gevenwerd een showproces op touw gezetwaarbij de toch al povere Cubaanse wetgeving nog eens met voeten werd getreden. Inhetzelfde proces werd Patri cio de la Guardia, de tweelingbroer van haar vader tot dertig jaar gevangenisstraf veroordeeld, niet om dat hij ergens van werd beschuldigd, maar omdat hij niet 'mee wilde werken'. „De advocaten die mijn va der en de anderen werden toegewezen, werkten voor de contra-inlichtingendienst, wat je ongeveer moet zien als dat je wordt verdedigd door je eigen beul. Die Ileana de la Guardia: „Pas als je het vertrouwen wint van ge wone Cubanen wordt er iets duidelijk over de dictatuur." foto Roland de Bruin/GPD advocaat zei ook nog dat hij zich schaamde dat hij zo iemand als mijn vader moest verdedigen. Die advoca ten waren een puur formele aankleding van het tribu naal. De verdediging stelde niets voor, dat kun je wel begrijpen." De werkelijke reden van dit proces was volgens Ileana de la Guardia een heel andere. De ge broeders De la Guardia waren al lang van mening dat er iets fundamenteels moest veranderen in Cuba en ook generaal Arnaldo Ochoa stond zeer sympathiek tegenover de pogingen van de toenmalige Russische leider Gorbatsjov om de Sovjet-Unie te hervormen. Ochoa was een topmilitair en bovendien Held van de Revolutie, iemand met enorm veel aanzien in Cuba. Ze begonnen een gevaar te vormen voor de machtspo sitie van Fidel en zijn broer Raül Castro, de tweede man in de hiërarchie. 'Die man wordt met de dag gek ker', hadden ze onderling wel eens over Fidel Castro gezegd. Op Ochoa's initiatief was het vredesak- kkoord in Angola tot stand gekomen. „Cubaanse troepen worden al lang niet meer als een bevrijdings leger gezien, maar als een bezettingsmacht, vertelde mijn oom Patricio aan Castro. Het schuim stond Ficlel op de lippen, vertelde mijn oom me later." Toen Washington kwam met beschuldigingen dat de Cubaanse leiders waren betrokken bij drugssmokkel op grote schaal was voor de Castro's de tijd gekomen om drie vliegen in één klap te slaan: zich te ontdoen van mogelijke rivalen, de anderen schrik aan te jagen en zich schoon te wassen van de verdenking van drugssmokkel. Na de gevangenname van haar vader probeerden Ileana en haar man Jorge Masetti onmiddellijk con tact met hem te krijgen. Antonio en Patricio zaten ge vangen in Villa Marista, het hoofdkwartier van de in lichtingendienst, in een buitenwijk van Havana. Maar ze kregen hem niet te zien. Wel een zalvende psychiater, die hen op het hart drukte om vooral geen actie te ondernemen. Tony en Patricio zaten niet ge vangen, maar werden slechts 'vastgehouden voor na der onderzoek'. Nu een advocaat gaan zoeken, of de buitenlandse pers inlichten, of een mensenrechtenor ganisatie inschakelen, zou alleen maar averechts werken. 'Heb vertrouwen in de Revolutie' werd hen telkens te verstaan gegeven.Met de publicatie van haar herinneringen, die nu ook in het Nederlands zijn vertaald, zoekt Ileana eerherstel voor haar vader. Geen heilige, maar zeker ook niet de schurk die Cas tro van hem heeft gemaakt. 'Ik vraag je alleen trots te blijven op je vader', had hij haar in een laatste brief geschreven. En dat is ze, tot tranens toe. Maar tegelij kertijd wil ze een boekje open doen over de specifieke kenmerken van de Cubaanse dictatuur, een kant die de meeste toeristen die het eiland bezoeken nooit zul len leren kennen. „Pas als ze het vertrouwen winnen van gewone Cubanen, als ze bijvoorbeeld bij een Cu baans gezin intrekken, zal hun iets duidelijk wor den", meent Ileana. „Zakenlieden die handel drijven met Cuba weten over het algemeen wel beter. Maar dat zijn meestal opportunisten, die alleen aan hun ei- gen belang denken. Voor Cubaanse arbeiders moeten zij de staat in dollars betalen, die op hun beurt slechts een kwart uitbetaald krijgen", aldus Cubaanse. „Wat met mijn vader is gebeurd, kan in feite iedereen op Cuba overkomen, zelfs een buitenlandse zaken man. Van de ene op de andere dag beschouwen ze je als een vijand van de revolutie en dan is het met jou gebeurd. Er is een perfect controlesysteem, nog per fecter dan dat van de toenmalige Oost-Duitse Stasi, dat iedereen niet alleen controleert, maar ook na drukkelijk laat weten dat hij gecontroleei'd wordt. Om te intimideren, om iedereen het gevoel te geven dat hij nooit alleen is. Dat hij altijd en overal wordt bekeken, beluisterd, dat hij elk moment gestraft kan worden voor een reëel of een bedacht vergrijp. Privé- leven bestaat niet. Alles, maar dan ook alles is van de staat. Zelfs in je zogenaamde vrije tijd laten ze je niet met rust. Dan woi'd je opgei'oepen om vrijwilligers- wei-k te doen. Verplicht natuux-lijk." Toch heeft het Cuba van Castro in het buitenland nog steeds een goede naam, ex-voer Ileana. „Vooral sommige mensen van links willen gewoon niet zien wat er aan de hand is. Voor hen, zoals Danielle Mitterrand bijvoorbeeld letterlijk tegen mij zei, zijn de executies v.an 1989 slechts 'een incident'. Die mensen zijn gewoon in het vexieden blijven steken. Alles wat met hun oude dro men in tegenspi'aak is, negeren ze gewoon. Misschien kunnen ze dat psychologisch ook wel niet, ondanks het feit dat ze wel degelijk weten wat er speelt. Ze hebben toch de uittocht in 1994 gezien van de balse- ros? Mensen die zich op autobanden in zee stortten om te vluchten. Levensge va ai-lijk. Dat doe je toch niet als je het naar je zin hebt? Blijkbaar denken die lieden dat als ze een linkse dictatuur aanvallen, dat ze dan ook hun linkse idealen opgeven. Maar dat is toch ab surd? Je kunt toch links zijn en democraat? En dat er op Cuba tenminste onderwijs en medische voorzie ningen zouden zijn, hoeft toch nog niet te betekenen dat je dan een dictatuur op de koop moet toenemen? Er zijn toch ook landen die geen dictatuur zijn, maar waar de mensen desondanks onderwijs hebben en medische voorzieningen? En wat is dan nog het on- dei*wijs op Cuba. Je leei-t ze lezen en vervolgens stel je censuur in. Cubaanse schrijvers die in ballingschap zijn gegaan, mogen niet gelezen worden." Ondanks alles heeft Ileana nog hoop dat er binnen het systeem mensen zijn die beseffen dat het zo niet langer kan op Cubadat er een soort van overgang moet komen naar een democratisch systeem. „Want die verandering moet van binnen uit komen. Er is geen andere oplos sing." Rieks Holtkamp Ileana de la Guardia, De naam van mijn vader. Uitgeverij Arena. Prijs f39,56.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 25