Concurrenten kunnen
geen vrienden zijn
PZC r
Gerard Reve maakt van
zichzelf een relikwie
Dichters liggen Komrij na aan het hart
Met satire valt niet te spotten
Muziekroman
Anja Sicking
Dirk Ayelt
Kooiman
Trou Moet Blycken
donderdag 6 december 2001
chrijven wilde ze
altijd al, maar de
muziek nam al haar
tijd in beslag. Anja Sicking
(1965) studeerde klarinet
aan het Koninklijk
Conservatorium. Pas daarna
gaf ze toe aan haar literaire
aspiraties.
Ik heb veel meegespeeld in mu
ziektheaterproducties, ver
telt Sicking. „Daar kwam ik in
aanraking met andere kunstdis
ciplines. Ik ontdekte dat ik het
leuker vind om zelf iets te ver
zinnen dan om dingen uit te voe
ren." Maar Sicking heeft de
wereld van de muziek niet hele
maal verlaten: haar eerste ro
man, Het Keuriskwartet, speelt
in de Haagse conservatorium
wereld.
Onlangs ontving ze voor haar
boek de Geertjan LÜbberhui-
zenprijs voor het beste literaire
prozadebuut van 2000.
Het Keuriskwartet schetst een
donker gekleurd beeld van het
leven van de conservatorium
leerling. Vier getalenteerde kla
rinetstudenten vormen een
kwartet. Hun samenwerking
lijkt uiterst succesvol maar uit
eindelijk heeft de onderlinge ri
valiteit dramatische gevolgen.
Zo op het eerste gezicht hebben
ze wel wat gemeen: de schrijf
ster en klarinetstudente Pauli
ne, de ik-figuur uit Het Keuris
kwartet. Maar Sicking vind die
conclusie te gemakkelijk. „Ik
heb de ik-persoon gekozen als
een beetje neutrale, meegaande
figuur omdat ik denk dat de le
zer zich daarin makkelijker kan
verplaatsen dan in een van de
andere figuren, die veel extre-
mer zijn. Eigenlijk zie ik mezelf
meer als een combinatie van alle
vier de hoofdpersonen. Alle
maal vertegenwoordigen ze een
kant van mijn karakter."
Ook de suggestie dat het harde
beeld dat ze van de muziekwe
reld schetst haar eigen conser
vatoriumtij d weerspiegelt,
wijst ze van de hand. „Integen
deel. Die rivaliteit is er zeker,
maar het is slechts een onder
deel van het geheel. Ik vind het
interessanter om te schrijven
over dingen die moeilijk gaan.
Musiceerplezier is iets wat je
zelf moet ervaren. Daar kun je
nauwelijks over schrijven."
De conservatorium wereld bleek
het ideale klimaat voor het the
ma van het boek. Sicking: „Ik
wilde een boek maken over
vriendschap en rivaliteit, over
de vraag hoever mensen kunnen
gaan om hun eigen doelen te be
reiken. Durven ze voor zichzelf
te kiezen, hoeveel schade kun
nen ze anderen berokkenen? In
een kwartet komt dat thema
heel sterk naar voren, zeker als
die mensen alle vier hetzelfde
instrument bespelen. Ze moeten
samenwerken maar ze becon
curreren elkaar ook."
Behalve een psychologische
schets is Het Keuriskwartet ook
gewoon een spannend boek. Het
werd dan ook genomineerd voor
de Schaduwprijs voor het beste
thrillerdebuut en stond in de
thrillergids van Vrij Nederland.
„Hoewel het in mijn ogen een
echte roman is. heeft het boek
wel bepaalde elementen van een
thriller", erkent de schrijfster.
„Vooral het opbouwen van een
spanningsboog fascineert me."
Daarbij speelt ook haar muzi
kale achtergrond een rol: „Het
maken van een grote opbouw is
ook in de muziek heel belang
rijk. Ik denk dat ik door al die
composities die ik gespeeld en
beluisterd heb onbewust een be
paald vormgevoel heb ontwik
keld."
Inmiddels heeft Sickings het
musiceren opgegeven om zich
geheel aan het schrijven te kun
nen wijden. Ze werkt aan een
tweede boek en geeft als gastdo
cente les aan de Amsterdamse
Hogeschool voor de Kunsten.
Daarnaast werkt ze als pro
grammamaakster bij Radio 5.
„Ik heb het schrijven en het spe
len een tijdje gecombineerd.
Maar ik had het gevoel twee
topsporten te bedrijven en dan
nog heel verschillende, zoals
zwemmen en tennissen. Maar de
muziek speelt voor mij nog
steeds een heel belangrijke rol.
Ik heb alleen een andere plaats
in het muziekleven gekregen
dan verwacht: niet spelend
maar schrijvend."
De reacties die ze uit de muziek
wereld kreeg, waren overwe
gend positief„Musici vinden
het leuk dat er over hen geschre
ven wordt", vertelt Sicking. „De
meeste boeken over muziek
gaan over grote solisten en geni
ale componisten. Over de gewo
ne orkestmusicus wordt nauwe
lijks geschreven, terwijl zijn
leven minstens zo interessant
is."
Ook haar tweede roman zal in de
muziekwereld spelen. Veel wil
ze er nog niet over kwijt maar
dat het een heel ander boek
wordt, is zeker.
Winand van de Kamp
Anja Sicking: Het Keuriskwariet -
Uitgeverij Contact, 32,90.
Dirk Ayelt Kooiman en hu
mor, dat is niet bepaald een
logische combinatie. De 55-ja-
rige schrijver heeft een reeks
boeken op zijn naam staan
waarvan de inhoud even dor is
als de titel. Werk als Niets ge
beurt (1979), De vertellingen
van een verloren dag (1980),
De afwezige (1990), De terug
keer (1996), De verdwenen weg
(1998). Die saaie reeks lijkt nu
doox'broken te worden met Vic
torie, volgens de flaptekst een
'onversneden satirische roman'.
Maar om dit satirisch bedoelde
verhaal heb ik niet één keer ge
lachen.
Het proza heeft dezelfde stilisti
sche kwaliteit als het gemiddel
de sportverslag. Kooiman be
toont zich een kampioen van de
gemeenplaats. Dat blijkt uit dit
soort zinnen: „Hij had het bijltje
erbij neergegooid, de boel de
boel gelaten." Of we krijgen te
lezen: „Zij weetniet wat erop je
schouders rust wanneer je een
tent moet runnen." Het wordt
trouwens allemaal nog erger
wanneer de auteur iets nieuws
probeert te verzinnen. Dan
blijft bijvoorbeeld een term 'als
een koekoeksei' in iemands ge
heugen hangen.
Over originaliteit gesproken: hij
heeft wel erg merkbaar afgeke
ken van Vonne van der Meer. Die
liet in haar meest recente boe
ken een aantal mensen afreizen
naar een zomerhuis op een Wad
deneiland. Zij kwamen in de
eenzaamheid daar op een of an
dere manier met zichzelf in het
reine. En wat heeft de schrijver
van Victorie bedacht? Hij laat
de hoofdpersoon een eenzame
week doorbrengen in een kam
peerwagen op een Waddenei
land. De man krijgt aldus volop
gelegenheid tot zelfonderzoek.
Hij realiseert zich te kort ge
schoten te zijn tegenover z'n
voormalige echtgenote en te
genover z'n kinderen: „Pappie
had het namelijk druk. Altijd
druk. Pappie was een workaho
lic. Pappie moest zonodig ho
gerop." Pappie heeft evenwel
vooral diep medelijden met
zichzelf: „Van z'n vriendin z'n
congé gekregen. Met koffer en al
als grof vuil buiten de deur ge-
zet." De treurige held van het
verhaal, Vic of Victor genoemd,
prees zich de laatste maanden
juist zo gelukkig. Hij was bij de
aardige Else ingetrokken die
hem een thuis had geboden: „De
verrukking dat er als hij van zijn
werk kwam iemand met eten op
hem wachtte."
Op een kwade ochtend wordt hij
wakker terwijl Else z'n koffer
aan het inpakken is. „Zo gaat
het niet langer", verklaart ze.
Zij heeft een hekel aan hem ge
kregen omdat hij vlucht in zijn
werk en 'volkomen onzelfstan
dig' zou zijn. Met koffer en al be
landt Vic op kantoor. Een colle
ga die er een ironische opmer
king over maakt, krijgt een
dreun. Reden om zich zorgen te
maken over hem: „Jij vergt te
veel van jezelf." Hij wordt on
middellijk op vakantie ge
stuurd, naar de caravan in een
zeer verlaten gebied op het ei
land. De problemen beginnen
dadelijk bij aankomst. Er moe
ten levensmiddelen worden in
gekocht, terwijl hij zich niet kan
heugen „wanneer hij voor het
laatst alleen en naar eigen in
zicht boodschappen heeft ge
daan."
Deze eerste proef slaagt. Maar
hij zal nog veel meer moeten
doen om te bewijzen dat hij zon
der zijn werk kan en in staat is
voor zichzelf te zorgen. Een goe
de schrijver had van dit gegeven
iets aardigs weten te maken,
maar Kooiman laat de verveling
snel toeslaan. Hij herhaalt zich
telkens en neemt nauwelijks af
stand van de man „die zijn ego
heeft verloren." Deze bedenkt
iets om zijn verblijf een doel te
geven. Met spullen die hij op het
strand vindt, wil hij in grote let
ters het woord 'Victorie' maken,
Met het meisje van een plaatse
lijke slijterij als getuige zal hi]
z'n kunstwerk, dat niet hele
maal voltooid raakt, in brand
steken. Een roman die zo'n ver
trouwde, wezenloze Kooiman-
titel verdient. Victorie had beter
De nederlaag kunnen heten.
Hans Warren
Dirk Ayelt KooimanVictorie - Uit
geverij De Harmonie, 160 pag.i
f29,75.
Nop Maas, samensteller van de Reve-expositie in Den Haag; op de achtergrond een portret van Reve, gemaak:
door Ine Laurant (1997). foto Roland de Bruin/GPD
proza
'Jan Mulder: De vrouw als karre
tje. Het literaire proza van Jan
Mulder gebundeld, aangevuld
pret een groot aantal nieuwe
verhalen, toespraken en song
teksten. Uitgeverij De Bezige
Bij, 496 blz„ 39,90.
CarelPeetersDit heerlijk zwal
ken. De essays in deze nieuwe
bundel betrappen een verbor
gen kenmerk van deze tijd: de
neiging om alles dubbelzing te
verklaren zodat er van twee
walletjes gegeten kan worden
en niet meer gekozen hoeft te
worden. Uit deze dubbelzinnig
heid is het derde gezicht van de
dubbele moraal ontstaan, dat
vooral in zijn commerciële ge
daante allesbepalend is gewor
den. Uitgeverij De Harmonie,
163 blz., 32,50.
D. Hooijer: Kruik en kling. Pro
zadebuut van D. Hooijer. In
haar verhalenbundel zijn vrij
wel alle personages zonderling,
eenzaam of eigenzinnig. Maar
vaker nog zijn ze het alle drie te
gelijk. Alle vehalen, hoe tra
gisch ze vaak ook zijn, hebben
een ondertoon van lichte spot en
soms een bijna absurdisch ka
rakter. Uitgeverij G. A. van Oor
schot, 192 blz., 35,25.
Willem Elsschot: Villa des Roses
Een Ontgoocheling. De eerste
twee delen van het langver
wachte Volledig werk van Wil
lem Elsschot (1882-1960) in een
geheel 'gerestaureerde' leesedi
tie, bezorgd door het Constan-
tijn Huygens Instituut der
Koninklijke Nederlandse Aka-
demie van Wetenschappen. Els
schot kan weer gelezen worden
in authentieke vorm, mét al zijn
eigenaardigheden, maar zonder
alle tekstcorrupties die in de
loop van de jaren in het werk
zijn geslopen. Alle delen zullen
vergezeld gaan van een uitge
breide verantwoording en com
mentaar. Uitgeverij Athenenae-
um-Polak Van Gennep. Villa
des Roses (224 blz., geb.) kost
43,96, Een Ontgoocheling
(116 blz., geb.) kost 35,04.
vertaald
Jacob GlatsteinDe heenreis.
Als achtste deel van de Jiddi
sche Bibliotheek verschijnt een
modernistisch meesterwerk in
de Jiddische literatuur: De
heenreis van Jacob Glatstein
(1896-1971) over de reis die de
Noordamerikaanse dichter, es
sayist en journalist in 1934 on
dernam vanuit de VS naar zijn
geboorteplaats Lublin om zijn
doodzieke moeder te bezoeken.
In een montage van observaties,
gesprekken met reisgenoten,
herinneringen en innerlijke mo
nologen bouwt Glatstein het
drama op dat zich tijdens die
reis voor zijn ogen ontvouwt.
Vertaling: Herman Note. Uitge
verij Vassallucci, 220 blz., geb.,
ƒ41,76.
Alejo Carpentier: Het konink
rijk van deze wereld. De Cu
baanse schrijver Alejo Carpen
tier (1904-1980) schreef in 1949
Het koninkrijk van deze wereld,
het fascinerende verhaal van de
gebeurtenissen op Haïti in het
begin van de negentiende eeuw.
De slavenopstand leidt ten slot
te tot het eerste zwarte konink
rijk met een zwarte koning. De
tirannie blijkt echter slechts
van kleur te zijn veranderd. Uit
gebreide heruitgave van deze
beroemde roman, nu voor het
eerst uitgebreid met Carpen-
tiers beroemde proloog Het
wonderbaarlijke werkelijke,
die, hoewel tot dusver alleen ge
publiceerd in de eerste Spaans
talige editie, wordt beschouwd
als een baanbrekend document.
Vertaling: Arthur H. Seele-
mann, Uitgeverij In de Knip-
scheer/Reprise Literairreeks,
176 blz., 25,-.
Kjell Johansson: Het rode huis.
Roman uit 1997 van de Zweedse
schrijver Kjell Johansson in
vertaling. Samen met zijn zusje
Eva, zijn vader en moeder en
zijn grootouders woont de
hoofdpersoon in Het rode huis
in een verkrot huis aan de rand
van een arbeiderswijk in Stock
holm.
Ze zijn nog armer dan de 'gewo
ne' arbeiders, maar ook fanta
sierijker. Door zijn wonderlijke
verhalen en mooie, onhaalbare
voornemens, probeert de vader
zichzelf en zijn gezin te sturen.
Maar hij drinkt ook en kan op
vliegend zijn. Zijn vaders ver
halen, de boeken van zijn moe
der, zijn eigen fantasie en die
van zijn zusje voorzien de harde
werkelijkheid van de hoofdper
soon van een idyllisch laagje.
Totdat een naderende tragedie
de eerste scheurtjes zichtbaar
maakt.
Vertaling: Janny Middelbeek-
Oortgiesen. Uitgeverij De Geus,
352 blz., geb., 49,60.
Aan de reeks incidenten rond
Gerard Reve en de uitrei
king van de Prijs der Neder
landse Letteren is nog geen ein
de gekomen. Naar nu pas blijkt
heeft de jury slechts met een ma
gere meerderheid van stemmen
kunnen besluiten, dat de prijs
naar Reve zou gaan.
Het Nederlandse jurylid, Gilles
Dorleijn, las in het Haagse Let
terkundig Museum bij de ope
ning van de tentoonstelling, Ge
rard Reve, leraar en belijder het
juryrapport voor. De laatste zin
nen daarvan luidden: „De jury
meent, voldoende argumen
ten te hebben aangevoerd om
Gerard Reve voor de Prijs dei-
Nederlandse letteren voor te
dragen. Wat zij bij dezen met
meerderheid van stemmen
doet."
Behalve Dorleijn hadden in de
jury zitting de Vlamingen Jos
Borré, Geert van Istendael en
Bert Vanheste, en de Nederlan
ders Kees Fens en Nelleke Noor-
dervliet. Andermaal een verne
dering voor Reve, nadat het
Belgische koningshuis al gewei
gerd had de prijs uit te reiken in
het bijzijn van zijn levenspart
ner Joop Schafthuizen tegen
wie een zaak loopt betreffende
misbruik van een minderjarige
jongen.
De Reve-tentoonstelling, sa
mengesteld door de Neerlandi
cus Nop Maas en vormgegeven
door Wim Crouwel, bergt veel
curiosa, zeldzame handschrif
ten, foto's en uitgaven. Topstuk
ken zijn allereerst het door het
Letterkundig Museum in 1996
verkregen handschrift van De
Avonden alsmede het pluche
konijn, dat in dat boek zo'n be
langrijke rol speelt. Het konijn
werd door Reve's vroegere echt
genote Hanny Michaelis in
bruikleen gegeven.
Uit haar verzameling komen
ook andere onverwachte bijdra
gen, zoals tekeningen van en
door de jonge Gerard. Ook is er
een briefje te zien waarop opge
roepen wordt tot het lidmaat
schap van de jongensclub 'Onze
gemeenschap', de club die in
Werther Nieland een rol speelt.
Televisiebeelden uit het inter
view dat Mies Bouwman in de
jaren zestig met de schrijver
had, bevestigen wat een wel
denkend man de schrijver in die
tijd eigenlijk nog was.
Filmbeelden zijn er ook van zijn
vroegere huisgenoten Teigetje
en Woelrat, bekend uit Nader
tot U en Op weg naar het einde.
De twee vrienden hadden dia's
en 8-mm filmpjes meegenomen
die Reve toont in Huize 'Het
Grasin Frankrij k en zelfs thuis
bij de ouders van zijn jonge
vriendjes.
Jan-Hendrik Bakker
Expositie: Gerard Reve, Leraar en
Belijder - Letterkundig Museum
Den Haag, tot 26 mei. Open: di-vt
10-17, za-zo 12-17.
Wie is de beste lezer van het land? Onge
twijfeld Gerrit Komrij, zo bewijzen de
essays waarin hij steeds één gedicht be
spreekt. Hij maakt dan niet alleen verhelde
rende opmerkingen over dat gedicht,
doorgaans geeft hij ook een treffende ka
rakteristiek van het hele oeuvre van een
dichter, en vaak verrast hij zelfs met bespie
gelingen over de dichtkunst in het alge
meen.
letterkundige kroniek
Een eerste reeks van deze stukken werd bij
eengebracht in het succesvolle In Liefde
Bloeyende, nu is er een tweede bundeling
verschenen onder de titel Trou Moet Blyc
ken. Het is nauwelijks overdreven om te
zeggen dat de poëzie zijn leven is. Zoals hij
het zelf omschrijft: „Als ik in één woord zou
moeten samenvatten wat poëzie voor mij is,
Gerrit Komrij
dan zou ik zeggen waarheid. Een zinnelijke
waarheid, een bovenzinnelijke waarheid,
het maakt niet uit. Mits er godbewaarme
geen morele of nuttige waarheid wordt be
doeld."
Poëzie wordt door weinigen meer serieus
genomen. Eigenlijk ook niet door de critici,
de commentatoren, de analisten die de kwa
lijke gewoonte hebben tussen de poëzie en
het publiek te gaan staan. Komrijmet hoe
veel persoonlijkheid z'n artikelen ook wer
den geschreven, heeft nooit zulke neigin
gen. Het is opmerkelijk hoezeer hij zich als
een middelaar opstelt, eerbiedig jegens de
dichter en dienstbaar aan de lezer. Voorin
genomenheden, voor zover hij die mocht
hebben, zet hij ruimhartig opzij. Hij is op
recht nieuwsgierig naar alle gedichten, hij is
bereid de vriend van elke dichter te zijn.
Slechts een enkele keer raakt z'n geduld op,
zo lukt het hem niet welwillend te blijven te
genover Leonard Nolens die zo graag als een
echte poëet wil overkomen dat hij een kari
katuur van een dichter werd. „Kilo's licha
melijk gekwispel, met een pond emotie en
twee ons tranen", vonnist Komrij.
Maar verder liggen ze hem doorgaans na
aan het hart: de dichters van lang geleden en
de dichters van vandaag, de beroemdheden
en de vergetenen, de fijnzinnigen en de on-
beheersten. Hij benadert ze allemaal met de
Komrij-methode, een merkwaardige men-
geling van gevoel en verstand, van nuchtere
constatering en aandacht voor het wonder.
Het moet voor iedere dichter een eer zijn dat
je wereld eindelijk eens met zoveel interesse
wordt verkend.
Het meest opzienbarend is misschien dat hij
ook in de bekendste gedichten allerlei ont
dekkingen weet te doen. Zie in zijn nieuwe
bundel de stukken over Nijhoffs 'De moeder
de vrouw', over 'Mijn moeder is mijn naam
vergeten' van Neeltje Maria Min, over 'Ra
diobericht' door Ida Gerhardt, over Slauer-
hoffs 'Woningloze'.
Gelukkig verliest hij z'n kritische zin nooit.
Naar aanleiding van 'Insomnia' noemt hij
J.C.Bloem een 'meester van het cliché'. On
vergetelijke regels zouden bij hem steevast
door „gemeenplaatsen en ouwewijventhee-
watergeleuter" worden gestut. Een van de
dingen die Komrij bezighouden is het ver
schil tussen goede en slechte poëzie. In een
aantal stukken legt hij uit waarom slechte
poëzie slecht is: het eerste kenmerk ervan is
bombast. Het allerslechtste gedicht, zo laat
hij overtuigend zien, is het vers dat P.C.Bou-
tens ter gelegenheid van het huwelijk van
prinses Juliana en prins Bernhard schreef:
„Met dit gedicht zonk de heerBoutens zelfs
onder zijn doorgaans toch al belabberde ni
veau."
Meestal vindt de schrijver van Trou Moet
Blycken wél waarheid in de poëzie. In het
werk van domineedichter P.A. de Génestet
('Hij blijft de jongen in pofbroek tussen de
heren in hun lakense pak') evengoed als in
dat van IIja Leonard Pfeijffer ('met in room
boter gebakken beelden'). De nieuwe bun
del is enigszins anders opgezet dan In Liefde
Bloeyende. In dat boek stelde hij de belang
rijkste dichters van Nederland en Vlaande
ren voor, nu richt hij zich meer op bepaalde
thema's. Maar beide uitgaven hebben te veel
gemeen om een scherp onderscheid te ma
ken. Je mag hopen dat het niet bij twee bun
dels blijft. Deze ene begenadigde lezer
maakt het gemis van een miljoenenpubliek
voor de poëzie bijna goed.
Hans Warren
Gerrit Komrij: Trou Moet Blycken of Opnieuw In
Liefde Bloeyende. De Nederlandse poëzie van de
twaalfde tot en met de eenentwintigste eeuw in
honderd en enige gedichten - Uitgeverij Bert Bak
ker, 368 pag./ f 31,95.
foto J acq u es Zo rg m a n/G PD
Anja Sicking: „Overgewone musici wordtzelden geschreven.