In de rij voor Homeros
lil n
Xiioi I 11
«IÉi
23
Troje aan de Rijn
PZC
donderdag 6 december 2001
ot 17 februari 2002 is in Bonn Troia. Traum und Wirklichkeit te zien. Een
tentoonstelling rondom de Ilias, het dichtwerk van Homeros uit de
achtste eeuw voor de jaartelling. Vele voorwerpen, van Griekse vazen
met mythologische afbeeldingen tot en met moderne sculptuur over de Trojaanse
oorlog, getuigen van de invloed van het beroemde boek. Maar vooral probeert
men, aan de hand van recente vondsten, de realiteit achter de legende te tonen.
Het paard van Troje
door Pesaro,
circa 1550.
In het begin was er een boek. Dat boek
opent met de regels: 'Muze, bezing ons de
wrok van de zoon van Peleus, Achilles,/ die
ongenadige wrok die de Achaeërs grenze
loos leed bracht,/ tal van krachtige zielen
van helden prijsgaf aan Hades/ en die hun
lichaam ten prooi aan honden en allerlei
soorten/vogels deed vallen.' Met deze on
heilspellende proloog van de Ilias begint de
Griekse literatuur, de literatuur van heel
het Westen. Maar meteen ook beginnen de
raadsels. Wie was eigenlijk Homeros, de au
teur van deze regels? En was zijn verhaal een
verzinsel of putte hij uit verre overlevering
en vage herinnering?
De schrijver en zijn episch gedicht houden
de mensheid al eeuwen in him ban. Op de
tentoonstelling in Bonn krijgt men niet al
leen een indruk van die fascinatie. Men pre
tendeert eveneens antwoord te kimnen ge
ven op bepaalde vragen. De geheimen rond
de auteur blijven in stand. Maar de myste
ries rondom Troje, de belegerde stad, zou
den voor een deel worden ontsluierd. Overi
gens kim je Ilias moeilijk een gedicht over
die oorlog noemen. Een oorlog waarin naast
de Griekse mensen ook de goden van Hellas
verwikkeld raakten. Er wordt nauwelijks
iets gezegd over de oorzaken en achtergron
den van de strijd. Homeros zwijgt over de
schoonheidswedstrijd van drie godinnen
voor Paris, hij rept niet over het schaken van
Helena, hij wijdt geen woord aan het houten
paard.
Toch wordt aan de 'museummijl' van Bonn
de bezoeker met een immense replica van
dat paard naar binnen gelokt. Ook in andere
opzichten is de promotie grootscheeps aan
gepakt. Dit is zo'n expositie waarop de
drommen af moesten komen. En zoals ik zelf
ervoer: de drommen zijn gekomen. Je kunt
een flink stuk in de Ilias lezen eer je uitein
delijk tot de tentoonstelling doordringt. In
de rij staan voor Homeros, lang moeten
wachten op het verhaal van Troje: het gaat
duidelijk om een onderwerp dat de fantasie
van velen prikkelt.
Ik had me tot een x'eisje naar Bonn laten ver
leiden door een boek dat ter gelegenheid
van het evenement verscheen. Ik bedoel niet
de tamelijk bescheiden Ausstellungsführer,
een soort catalogus, maar het nauwelijks te
torsen naslagwerk waarin ongeveer alles
over Troje wordt verteld wat er te vertellen
valt. Vanaf de geologie van de streek tot en
met de bijzonderheden van de vogeltrek: het
komt allemaal uitputtend aan de orde. De
archeologie van Troje wordt besproken: een
stad die sinds duizend j aar is verlaten, maar
die vijfduizend jaar heeft bestaan, met een
verleden dat zich in de bodem uit een inge
wikkeld stelsel van lagen af laat lezen. En
uiteraard is er aandacht voor Homeros.
Diens werk stond minstens tien eeuwen
lang centraal in het onderwijs. De eerste zin
die vele kinderen in de Griekse wereld kon
den schrijven luidde: 'Homeros was geen
mens, maar een god.'
Zijn poëzie diende niet alleen als leerboek,
maar vanwege de verhalen over goden en
helden ook als een bijbel. Een allerminst
voorbeeldige bijbel! Want de goden bij
Homeros voeren niet alleen oorlog, ze stelen
ook, bedriegen elkaar en plegen overspel.
Vandaar dat sommigen zich tegen hem
keerden: zó mocht je niet over de goden
spreken. De bekendste opponent is Plato,
die in Het Bestel de contouren schetste van
wat naar zijn opvatting de ideale staat was.
In die strak georganiseerde samenleving
zou voor oneerbiedige en onstichtelijke
poëzie als de Ilias, juist vanwege de immen
se kracht en invloed zo gevaarlijk, niet lan
ger plaats zijn. Er was geen mens gevoelig
voor Plato's oproep. De gewraakte stem
bleef dan ook gewoon klinken. Niet alleen
in Hellas en Rome. Ook in de literatuur van
de Middeleeuwen, de kunst van de Renais
sance, de cultuur van vandaag straalt alom
de zon van Homeros.
Heel interessant is het moment waarop men
Hektor wordt gekleed voorde strijd, detail van een tapijt uit de 15e eeuw.
achter de poëzie naar de historie ging zoe
ken. De grote naam op dit gebied, een unie
ke grensganger tussen feit en fictie, is Hein-
rich Schliemann (1822-1890). Hij gingbij de
heuvel Hisarlik graven naar de stad van de
Ilias. Hij vond niet alleen vele kostbaarhe
den, maar naar hij meende ook het Troje uit
de boeken. Schliemann is dikwijls bespot,
vooral omdat hij bij zijn zoektocht naar de
realiteit van de mythe persoonlijk blijk gaf
van een ongebreidelde fantasie. Met de ken
nis van vandaag moet je echter erkennen
dat de man over wie men mopperde dat hij
opgravingen deed alsof hij aardappels rooi
de, in grote lijnen gelijk heeft gehad. Hij
vergiste zich een paar lagen, maar de vond
sten van later tijd bevestigden dat hij de
stad met de breedgebouwde muren op het
spoor was geweest.
Tot voor kort werden de archeologen met
hun klassieke achtergrond gehinderd door
het vooroordeel dat Troje een Griekse plaats
móest zijn. Recente onderzoekers en eigen
tijdse oudheidkundigen - aangevoerd door
Manfred Korfmann - hebben dat stramien
verlaten. Troje zou volgens hen het oord zijn
dat tussen omstreeks 1400 en 1200 voor
onze jaartelling in documenten van de Het-
titen Wilusa heette. Een aantal van deze
kleitabletten met spijkerschrift is op de ten
toonstelling te zien. Troje wordt door Hom
eros Ilios genoemd, in wat ouder Grieks is
dat Wilios. Dat lijkt ongetwijfeld op Wilusa,
vandaar dat de gelijkstelling tegenwoordig
door menigeen wordt geaccepteerd.
Waren de bewoners van Wilusa inderdaad
Hettiten? Als het doorslaggevende bewijs
daarvoor wordt een bronzen zegel met een
diameter van twee centimeter aangevoerd.
Het voorwerpje, de spil waar de expositie
rond draait, dateexl uit het eind van de
twaalfde eeuw voor Chr., de periode van de
Trojaanse oorlog naar men veronderstelt.
Plet zegel, ter plaatse gevonden in 1995,
heeft een Hettitische inscriptie. Waaruit
men afleidt dat in Wilusa deze taal werd ge
sproken. Er wordt heel zelfverzekerd over
gedaan: „Als letztes Indiz macht diese In
schrift, das einzige bislang in Troia gefun-
dene Schriftzeugnis aus dieser frühen Zeit,
die Verbindung zwischen der Stadt am His
arlik und dem hethitischen Reich deutlich
und laBt die vermutete Indentifikation von
Wilusa mit (W)Ilios nahezu zur GewiBheit
werden."
Jawohl! Maar volgens mij is dit een zéér
voorbarige conclusie. Ook in de archeologie
zou moeten gelden: één getuige is géén ge
tuige. Want wat bewijst deze geheel op zich
zelf staande vondst? Het stukje brons kan
heel goed van elders zijn aangevoei'd, zoals
ook dingen uit Griekenland en Egypte wer
den geïmporteerd. Niettemin gaat het hier
om een fascinerend onderwerp. Ideaal ma
teriaal voor een boek, maar is het ook stof
voor een tentoonstelling? In Bonn wordt ge
demonstreerd van niet. Het gebodene, hoe
belangwekkend de aanleiding ook mag zijn,
houdt het midden tussen een rommelzolder
en een museumdepot. We krijgen, om het
vriendelijk uit te di'ukken, een Troje zonder
schatten te zien. Er zijn meer teksten dan
voorwerpen, een onmiskenbare aanwijzing
voor het feit dat de samenstellers zich in
verlegenheid voelden gebracht.
Je kunt er evenwel niet onderuit vast te stel
len dat er óók sprake is van gemiste kansen.
We zijn in de afgelopen jaren van de Kunst-
und Ausstellungshalle normstellende expo
sities gewend. De Troje-tentoonstelling
blijft vér onder het gemiddelde, de inrich
ting is ronduit chaotisch en de kwaliteit van
de stukken blijkt nogal eens bedenkelijk.
De bustes van Homeros zijn voor het groot
ste deel afgietsels. Bij de juwelen van
Schliemann gaat het om 'Nachbildungen'.
De in 1961 gevonden vaas met een spectacu
laire afbeelding van het Trojaanse paard,
waarmee men op de affiches en boekomsla
gen pronkt, is op Mykonos gebleven. In
plaats daarvan is uit de reserves een scherf
opgediept waarop je met veel goede wil een
stukje been van het paard kunt ontwaren.
De keuze van schilderijen en tekeningen
met aan de Ilias ontleende motieven is een
aanfluiting, wanneer je bedenkt hoe over
vloedig de mogelijkheden waren.
Gelukkig staat daar ook wat tegenover. Het
is een voorrecht om de vitrines met vondsten
uit allerlei lagen van Troje te mogen bekij
ken. Aantrekkelijk en leerzaam is de galerij
met Griekse vazen waarop vele scènes uit
Homeros' werk in beeld zijn gebracht. Er is
een groot fragment van een zeldzame 'Tabu
la Iliaca' te zien, een soort samenvatting in
stripvorm van de Ilias, daterend uit het jaar
15 na Chr. Het marmeren tabletje is weer
van veel toelichting voorzien. Maar onver
klaard blijft dat nadrukkelijk naar het werk
van Stesichoros wordt verwezen, een dich
ter die twee keer over Helena schreef.
De eerste maal in de gebruikelijke zin: zij
zou naar Troje zijn gegaan, en vanwege haar
brak de oorlog uit. Maar haar zo menselijk,
al te menselijk af schilderen was beledigend
voor Helena, een dochter van Zeus die zelf
soms als godin werd vex-eerd. In tweede in
stantie verklaarde de met blindheid ge
strafte Stesichoros dan ook dat niet zijzelf,
maar een schijnbeeld naar Troje was ver-
trokken. Waarop hij z'n gezichtsvermogen
terugkreeg. Homeros herriep zijn inzicht
niet, vandaar dat hij voorgoed als blinde de
geschiedenis in moest gaan.
Die geschiedenis van de dichter en zijn epos
komt vooral in het naslagwerk, maar ook op
de tentoonstelling tot leven. Hoe je ook over
de bevindingen van de archeologen mag
denken, één ding is zeker: voor een paar
maanden ligt Troje niet aan de Skamandros
maar aan de Rijn, tijdelijk kijk je niet vanaf
de Ida maar vanaf de Drachenfels over de
legendarische plaats uit, voor een poos is
Bonn niet de stad van Beethoven maar de
stad van Homeros. En ook aan het eind is er
dat wonderbaarlijke boek. De Ilias waar
over zo lang er mensen zijn zal worden ge
droomd.
Hans Warren
Amfoor uit de
Leagros-groep
Expositie: Troia. Traum und. Wirklichkeit tot 17
februari 2002 te zien in: Kunst- und Ausstellungs
halle der Bundesrepublilc Deutschland, Muse-
umseile Bonn - toegang €6,60 - open dinsdag en
woensdag 10-21 uur, donderdag t/m zondag 10-
19 uur.
Boeken: Ausstellungsführer (224 pag./€7,50);
Troja. Traum und Wirklichkeit (490pag./€25,-).
De beste Nederlandse vertaling van de Ilias is clie
van H.J. de Roy van Zuydewijn, verschenen bij de
Arbeiderspers.
Scène uit de Trojaanse Oorlog: Kassandra en Helena bij het beeld van Athena.
Middeleeuwse verbeelding van de tweekamp tussen Hektor en Achilles.