Weggevaagd door het woedende water Nederzettingen terug op de kaart gezet Verdronken dorpen in Zeeland zaterdag 10 november 2001 De Plompe Tcfren aan de zuidkust van Schouwen, overblijfsel van het verdronken Coudekerke. fotografie Dirk-Jan Gjeltema De namen spreken tot de verbeelding. Clauskinderen, Moggershil, Soele- kerke, Offliet, Stuivezand, Stampaert, Hughevliet, Sint Nicolaas in de Varne. Het zijn verdronken dorpen. Zeeland grossiert er in. Gemeenschappen, wegge vaagd door stormvloeden en militaire in undaties. Ze zijn in elke regio te vinden. Vaak resteert niet meer dan een vermel ding in de archieven en is de precieze lig ging gissen. Ergens onder water of onder een laag klei. Heel soms komen er resten tevoorschijn. Dan vormt zich een idee over hoe mensen hebben gewoond en ge werkt in een woelige Zeeuwse Delta. De worsteling tegen het water verloren. Macht en onmacht vloeien samen in de historie van de verdwenen dorpen. Om hoeveel plaatsen het gaat is onbekend. Het zijn er veel, dat is wel duidelijk. Voor geschiedvorsers ligt er een vrijwel onontgon nen terrein. Spitten in de archieven levert steeds nieuwe informatie op. De belangstel ling voor de verdronken dorpen neemt toe. Groeiend historisch besef en de naderende herdenking van de watersnoodramp van 1953 spelen een rol. Onderzocht wordt of er een monument voor het verzonken erfgoed kan worden opgericht. Daarvoor is als locatie de kerktoren aan de zuidkust van Schouwen - overblijfsel van het verdronken Coudekerke - in beeld. De toren balanceert op de grens van land en water. Kan het symbolischer? Geschiedenis Per saldo is er in Zeeland meer land verloren dan gewonnen. Verdronken landen, verzwol gen dorpen - Jan Kuipers, medewerker arche ologie bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zee land (SCEZ), begrijpt goed waarom het zo tot de verbeelding spreekt. „Het is typisch iets wat bij de getij densfeer van Zeeland past. Het heeft alles te maken met de ontstaansgeschie denis van de provincie." Provinciaal archeo loog Robert van Dierendonck denkt dat het ook in de genen zit. „Je hebt een volksgevoel wat iets heeft met verdronken dorpen. Als je op de slikken van Valkenisse loopt, dan voel je Scholieren doen bodemonderzoek in het verdronken dorp Valkenisse. De locatie is aangewezen als beschermd archeologisch monument. het gewoon. Bovendien liggen daar de resten van een verdronken dorp voor het oog zicht baar." Het is vooral een schier onafgebroken reeks stormvloeden geweest die de ondergang van dorpen veroorzaakt (en in mindere mate, vooral in Zeeuws-Vlaanderen militaire inun daties) en de grillige contouren van Zeeland tekentNatuurgeweld waartegen de mens zich nauwelijks kan verweren. Het moet bar en boos zijn geweest in de Delta. Kuipers noemt onder meer 1014 en 1134 als zwarte jaren. In 1287 lopen alle Zeeuwse eilanden behalve Walcheren onderwater. Bronnen maken mel ding van zestien grote vloeden in de 13e eeuw en twintig in de 14e eeuw. In 1404 slaat de eer ste Sint Elisabethvloed hevig toe, in 1421 ver oorzaakt de tweede Sint Elisabethvloed de Biesbosch. Een hele zware ramp is de Sint Felixvloed van november 1530, die de onder gang van Reimerswaal inluidt en Noord-Be veland en Sint Philipsland voor lange tijd drij vende maakt. Kroniekschrijver Reygersbergh bericht daarover: „Den v dach van Slacht- maent op Sinte Felix dach wast enen so groten storm uit ten noord-ioesten, en twas snoenens te XII uren so hooghe ghevloeyt, dat dwater over sommighe straten ende dijcken liep, hoe wel dattet noch twee uren vloeyde daer na eerst vol zee was. En opten selven Saterdach als sommogen scrijven overvloeyden in Hol- lant, Brabandt, Zeelandt en in Vlaanderen vier hondert ende vier parochies, nochthans leedt Zeelandt die meeste schade." Catastro faal is ook de vijfde Allerheiligenvloed in 1570. De inwoners van de stad Reimerswaal geven pas na 100 jaar de strijd tegen het water op (1631). Vanaf de 18e eeuw wordt het optre den van stormrampen wat minder frequent, maar er is geen eeuw zonder overstromingen. Jan Kuipers noemt Oud-Bommenee (1684) en Namen (1717) als de laatste dorpen die defini tief door toedoen van het water verdwijnen. Vers in het geheugen ligt de februariramp van 1953. Er komen 1.835 mensen om het leven (in Zeeland873), ongeveer 72.000 mensen moeten evacueren en circa 200.000 hectare land over stroomt. De schade wordt hersteld; dorpen gaan niet verloren. De hoeveelheid verdronken plaatsen in Zee land is volslagen uniek, ook op Europese schaal, zegt Van Dierendonck. Onder de Delta ligt een archeologische schat verborgen. Van ongeveer de helft is de ligging vrij goed be kend, maar slechts 23 verdronken dorpen zijn geheel of gedeeltelijk op de archeologische monumentenkaart geplaatst, omdat daarvan resten zijn gevonden. Vanaf de elfde eeuw be gint de mens het landschap ingrijpender in te richten door dijkaanleg en inpolderingen. De ellende van overstromingen en dijkdoorbra ken begint. Hele gebieden in West-Zeeuws- Vlaanderen en aan de zuidkust van Schouwen verdwijnen; de verdronken landen van Saef- tinge en Zuid-Beveland ontstaan. Kuipers wijst erop dat de zee niet altijd als hoofdschuldige mag worden aangemerkt. Het afgraven van veen voor zoutwinning en brandstof - het zogenaamde moemeren - le vert ook veel problemen op. Door te dicht ach ter de dijken te graven, raken die verzwakt. „Er zijn dorpen die zich helemaal weggemoer- neerd hebben, zoals Moggershil op Sint Phi lipsland", weet Kuipers. Verwaarlozing van het onderhoud en het niet tijdig versterken van dijken speelt eveneens een rol. Dat heeft zeker bijgedragen aan de omvang van de wa- tersnood in 1953. Het antwoord in de vorm van het Deltaplan komt snel, al duurt het nog tot oktober 1986 voordat koningin Beatrix kan verklaren dat de Delta veilig is. De vergane dorpen spreken niet alleen tot de verbeelding, ze trekken ook schatgravers aan. Vooral als de resten gemakkelijk bereikbaar zijn. Het Ver dronken Land van Zuid-Beveland (met Rei merswaal en Nieulande in de kom van de Oosterschelde) is voor een groot deel leegge plunderd. „Het was een zondagje uit voor de Brabanders. Het resultaat van de zoektochten kwam niet verder dan de schoorsteenmantel of de handel", vertelt Van Dierendonck. Ge probeerd is dat lot voorbij te laten gaan aan het in 1570 verdronken Valkenisse op het Schor van Waarde in de Westerschelde. Het aansprekendste voorbeeld van de Zeeuwse verdronken dorpen, omdat het plotseling grijpbaar is geworden. Door de dynamiek in de Westerschelde zijn sinds 1989 resten van Valkenisse tevoorschijn gekomen. Onderzoek levert een prima beeld op van een middeleeuws dorp en zijn omge ving. Archeologen - Van Dierendonck voorop - koesteren Valkenisse als een historisch erf goed van uitzonderlijke waarde. De funda menten van de kruiskerk en het kerkhof erom heen zijn opgetekend en er zijn 130 graven gevonden. Ook zijn resten van grote en kleine huizen en schuren aangetroffen, waaronder het huis van Melis, genoemd naar een naam op een zegelstempel dat in de bij het huis horende beerput opdook. Ten oosten van het dorp is de plattegrond van het kasteel van de heren van Valkenisse ingemeten. Valkenisse is inmiddels aangewezen als be schermd archeologisch monument. Nu moet er snel voor gezorgd worden dat de resten door de stroming niet alsnog in het water verdwij nen. Mogelijk biedt het natuurcompensatie programma voor de verdieping van de Wester schelde uitkomst. Van Dierendonck hoopt er vurig op. Hij ziet Valkenisse als een levend ge denkteken van de Zeeuwse afhankelijkheid van het water. Dat is nog eens andere koek dan het monument voor de verdronken dorpen waarover ten provinciehuize in de Middel burgse Abdij wordt gedelibereerd. Dat mag er voor Kuipers en Van Dierendonck ook best ko men. Te onthullen op 5 november 2003, Sint Felix Quade Saterdach. Rinus Antonisse Leida Goldschmitz, secretaris Zeeland van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, heeft een lijst met bijbeho rende kaart gemaakt van 114 verdronken dorpen en 1 stad (Rei merswaal). Het is geen definitieve opsomming. Zelf noemt ze de zoektocht naar de juiste gegevens een traject zonder einde, waarbij fouten onvermijdelijk zijn. De bronnen zijn vaak niet compleet en sommige historieschrij vers namen in de loop van de tij d eikaars gegevens over zonder ze te controleren. Bij het samenstellen van de lijst heeft Gold schmitz een aantal uitgangspunten gehanteerd. Opgenomen in de lijst en op de kaart zijn: - nederzettingen of dorpen waarvan uit administratieve gege vens (vaak kerkelijke archieven) bekend is dat ze een kerk had den. Kapeldorpen, buurtschappen en gehuchten zijn niet meege nomen; - kapeldorpen waarvan de kerk later verheven werd tot kerk; - dorpen die langdurig geïnundeerd zijn geweest en later op (bij na) dezelfde plaats werden herbouwd; - dorpen die bedreigd werden door de zee (kustafslag) en daarom landinwaarts werden verplaatst; - gedeeltelijk verdronken en daardoor verlaten dorpen. Voor zover bekend is het jaar waarin het dorp verdronk, buiten- gedijkt of verlaten werd, achter de naam vermeld. Op de kaart is aangegeven of het om een stormramp, een militaire inundatie of beide oorzaken gaat. Van veel dorpen is de exacte ligging onbe kend, omdat ze archeologisch (nog) niet is aangetoond. Op de kaart duidt een vraagteken een dorp aan waarvan de vermoede lijke ligging onder voorbehoud kan worden aangeduid. Soms is in bronnen sprake van een stad met marktrechten, maar wordt niet over een kerk gesproken. In die gevallen is de plaats toch op genomen in de veronderstelling dat zo'n stad wel een kerk gehad zal hebben. Nederzettingen uit de prehistorie, de Romeinse tijd en de vroeg ste Middeleeuwen - zoals Ganuenta bij Colijnsplaat, Walichrum bij Domburg en Scaltheim bij de Kop van Schouwen - zijn buiten beschouwing gelaten. Als ook de verdronken plaatsen uit die tij den worden meegenomen, wordt het verwoestende werk van de zee nog ontzagwekkender. Dan wordt het ineens begrijpelijker waarom zoveel Zeeuwen geneigd zijn de rug naar het water te keren. 1: Bommenee (1682; verlaten in 1684) 2: Claeskynderkerke (1570) 3: Westenschou- wen (16e eeuw) 4: Clauskinderen (Claesker- ke, Oostkerke) (1511) 5: Coudekerke (1550- 1600 buitengedijkt)/6:Zuidkerke (1542 buiten- gedijkt)/?: Brieskerke (1542 buitengedijkt) 8: Westkerke (voor 1500) 9: Oudekerke (ver moedelijk voor 1500) 10: Sint Jacobskerke (voor 1500) 11: Rengerskerke (1662) 12: Si- monskerke (1534) 13: Borrendamme (1642) 14: Philipskerke (1532)/15: Moggershil (1570)/ 16: Stevenesse (1509) 17: Welle (1530) 18: Soecke (Houcke, Dijxhoeke, 's Gravenhoecke) (1530) 19: Weele (1530) 20: Campen (1530/1532) 21: Soelekerke (Soetelinkskerke) (1530/1532)/22: Oud-Wissenkerke (voor 1352) 23: Oud-Wissenkerke 1530/1532) 24: Geers- dijk (1530/1532) 25: Oud-Kortgene (1530/ 1532) 26: Nieuw-Hamerstede (Edekinge?) (1530)/27: Emelisse (1530/1532)/28:Oud-Cats (Subburchdijc)(1530) 29: Oud-Hamerstede (1304) 30: Offliet (Ghrutersdijc?) (na 1460) 31: Hongersdijk (1334, 1551) 32: Oostkerke (1334) 33: Westkerke (1377) 34: Oud-Arne- muiden (1440) 35: Welzinge 36: Oud-West- kapelle/37:Tewijk (1530/1532)/38: Sint Kathe- rijnekerke (1530/1532) 39: Oostkerke (1530/1532) 40: Monster (1530/1532) 41: Westkerke (Raaskerke) (1530/1532) 42: Wol- fertsdorp (1530) 43: Coudorpe 44: Oud-Eve- ringe tweede helft 15de eeuw) 45: Nieuw- Everinge (1530) /46: Stuivezand begin 17de eeuw) 47: Bakendorp (1530-1570) 48: Vin- ninghe kort na het buurdorp Oostende bui tengedijkt) 49: Oostende (1520/1521 bui tengedijkt) /50: Kouwerve 1530/1532) /51Du- venee (1530/1532) 52: Lodijke (1530/1532) 1 Door natuurrampen verdwenen dorpen O 3 Door militaire Inundalio verdwenen dorpon 4* f2 *•-- #39 42* «43 103 98 9G •64 52 53 *60 i' -07Ï" O'7'l 720 v,o O O80 q79 90#J9 *8S *87 53: Reimerswaal (1631) 54: Nieuwkerke (1530/1532) 55: Assemansbroek (Broecke) (1530) 56: Kreke (1530/1532) 57: Steelvliet (Steenvliet) (1530/1532) 58: Hinkelenoord (1552) 59: Agger (1552) 60: Ouderdinge (1530/1532) 61: Everswaard (1530) 62: Schoudee (1530/1532) 63: Mare (1530) 64: Nieuwlande (1530/1532)/65:Oud-Krabbendij- ke (1530) 66: Tolsende (1530/1532) 67: Nïeuwkapelle (17de eeuw) 68: Valkenisse (1682 buitengedijkt) 69: Oud-Rilland (1530)/ 70: Oud-Bath (1552) 71: Saeftinghe (1175) 72: Stampaert/73: Casuele/74: Weele (St. Ma rie)/75: Namen (1715/1717)/76: SintLaureijns (na 1580) 77: Oud-Hontenisse (1508/1509) 78: Aandijke (1584) 79: Saemslach/Gender- dijk 80: Oud-Othene (Noten) (1586) 81: Triniteit (1584/1585) 82: Beoostenbly 83: Peerboom (1488 militaire inundatie en 1493 stormramp) 84: Sint Janscapelle 85: Moer- kerke(eïnd 15e,begin 16eeeuw)/86: Niekerke (1393,1488) 87: Steelant (1488) 88: Hugher- sluis (1492)/89: Hertinghe (1488)/90: Koude- kerke (1375) 91: Willemskerke (1488 storm vloed en militaire inundatie, 1586 inund.) 92: Vreemdijke (Vroondijk) (1488 storm en inun datie, 1601 storm) 93: Pakinghe (Sint Laur- einskerke) (1214/eind 14e eeuw) 94: Wevels- waele (1375/1376,1404)/95: De Piet (Ter Piete, Piëta, Pieten) (1375) 96: Boterzande (1375/1376) 97: Hughevliet (1404)/98: Gater nesse (1570) 99: Oud-IJzendijke (1437) 100: Elmare (1375) 101: Sint Nicolaas in Varne (1377) 102: Oostmanskerke (1404) 103: Schoondijke (1583/1585) 104: Nieuwerkerke (1570 en militaire inundatie, 1583) 105: Sint Catharina (Sint Cathelijne) (1375/1376 en 1583) 106: Coxie (1477, 1583) 107: Hanne- kenswerve (storm en militaire inundatie, voor 1660) 108: Nieuwvliet (16e eeuw) 109: Oost ende (voor 1516)/110: Westende (voor 1516)/ 111: Reimersdorpe (Remboudsdorpe) (voor 1516) 112: Waterdunen (voor 1516) 113: A- venkerke (voor 1516) 114: Schoneveld 1375) 115: Sint Lambert-Wulpen (1516).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 25