Als het groene gras oranje is Leren horen als een ongeboren baby wKSt i j ilrL, Wmm Ir u .r* fch. - j r as1 Haarverlies door medicijngebruik Koffie helpt tegen hoofdpijn Eerste hoogleraar reumachirurgie Schimmel in tarwe niet schadelijk Nachtwerk vergroot kans kanker Veel Nederlanders zien lang niet alle kleuren Verbod salmonella-ei vooral bedoeld voor zorginstellingen CHICAGO - Cafeïne kan hoofdpijn sneller verlichten dan een van de meest gebruikte medicijnen hiertegen, ibuprofen. Combinatie van beide middelen werkt het beste. Zo blijkt uit een studie van de Diamond Clinic in Chicago. Het onderzoeksteam keek naar 345 mensen die minstens drie keer per maand ernstige hoofdpijnaanvallen hadden. De pa tiënten waren opgedeeld in vier groepen en mochten twee we ken voor aanvang van de studie geen koffie drinken. De deelnemers kregen als therapie twee maanden lang alleen 400 milligram ibuprofen, een combinatie van 400 mg ibupro fen en 200 mg cafeïne, alleen 200 mg cafeïne of een placebo. Uit de studie blijkt dat 58 procent van de proefpersonen die uitsluitend het gebruikelijke geneesmiddel of alleen de ca- feïnedosis - die overeenkomt met een flinke kop koffie - kre gen, minder last hadden van hoofdpijn. De cafeïnegebruikers voelden de verlichting een half uur eerder. Het team bestu deert nu of cafeïne ook helpt bij migraine. GPD AMSTERDAM - Aan het Medisch Centrum van de Vrije Uni versiteit in Amsterdam is vorige week dr. R. Pöll benoemd tot hoogleraar orthopaedie, in het bijzonder reumachirurgie. Hij is hiermee de eerste hoogleraar reumachirurgie in Nederland. De reumachirurgie heeft de afgelopen jaren een grote ontwik keling doorgemaakt. In steeds meer gevallen is het nu moge lijk om met een operationele ingreep de lichamelijke situatie van een reumapatiënt te verbeteren. Naar schatting een op de tien Nederlanders heeft een vorm van reuma; in totaal 1,6 miljoen mensen. Jaarlijks worden ge middeld 140.000 nieuwe gevallen van reuma vastgesteld. ANP DEN HAAG - De schimmel deoxynivalenol (DON) die van nature soms in tarwe voorkomt, levert een zeer gering risico voor de gezondheid op. Dat stelt de Gezondheidsraad in een advies aan de ministers Borst van Volksgezondheid en Biink- horst van Landbouw. Ondanks het kleine risico vindt de raad DON toch een onge wenste stof in voedsel. Een oogst tarwe die een te hoog DON- gehalte bevat, kan beter niet worden geconsumeerd door mensen. De departementen hadden de Gezondheidsraad gevraagd uit te zoeken wat het risico was, omdat in 1999 in drie graanmon- sters teveel giftige schimmels waren ontdekt. Het ging in dat jaar om de graanoogsten uit 1997 en 1998, waarbij de schim mel door natte weersomstandigheden in West-Europa flink was opgebloeid. ANP SEATTLE - Vrouwen die veelvuldig nachtdiensten draaien, hebben mogelijk zestig procent meer kans op borstkanker. Volgens onderzoek van het Fred Hutchinson onderzoekscen trum voor kanker in het Amerikaanse Seattle heeft dat ver hoogde risico te maken met licht. „Blootstelling aan licht tijdens de nacht kan het risico op borstkanker vergroten, doordat het de natuurlijke nachtelijke productie van het hor moon melatonine kan onderdrukken", aldus een van de on derzoekers. Minder melatonine kan er volgens hen voor zor gen dat de eierstokken meer oestrogeen gaan produceren. Het ontstaan van borstkanker staat weer in verband met de pro ductie van dit vrouwelijke geslachtshormoon. Het zal overigens nog even duren voordat artsen vrouwen gaan ontraden om 's nachts te werken. De relatie tussen nach telijk licht en borstkanker is nog niet onomstotelijk vast ko men te staan. Zo zou ook stress een rol kunnen spelen bij het ontstaan van de ziekte.RTR maandag 5 november 2001 door Corine van Zuthem HENGELO - Bijna tien procent van de Nederlanders is kleurenblind. Ze ne men bepaalde kleuren niet waar, on derscheiden het verschil niet tussen rood en groen of zien in het ergste geval helemaal geen kleuren. „Ik neem altijd iemand mee als ik kleren ga kopen, om dat ik anders met de gekste combina ties thuiskom." Het gras is voor hem oranje. De blaad jes aan de bomen ook. En de kleuren van een verkeerslicht zijn voor hem van boven naar beneden: geel, geel en wit. Jan Knupker (81) is kleurenblind. Hij heeft vooral moeite met de kleuren rood en groen, en alles wat daarvan af geleid is. Rood ziet hij meestal als fel rood, maar de rode appels in een groene boom vallen hem niet op. „Dat rood wordt dan als het ware weggefilterd, doordat de bladeren van de bomen voor mij oranje zijn." Rode blos Donkergroen ziet hij weer wel, al om schrijft hij dat als „olijfgroen". Boven dien is het voor hem lastig om bijvoor beeld het onderscheid te maken tussen roze, violet en paars. Dat noemt hij al lemaal „een beetje blauwachtig", evenals de rode blos op iemands wan gen. De aandoening kwam aan het licht toen hij als kind tijdens het spelletje „Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en het heeft de kleur van..." door de mand viel. „Want ik zag veel meer voorwerpen voor blauw aan dan een ander." Inmiddels weet hij dat als het bovenste verkeerslicht gaat branden, hij moet stoppen. Maar toen hij onlangs in de Amerikaanse staat Florida in een huurauto reed, zorgde zijn kleuren blindheid opnieuw voor vei-warring toen bleek dat de verkeerslichten daar niet boven elkaar, maar naast elkaar staan. Bijna tien procent van de Nederlanders is kleurenblind. De aandoening komt veel meer voor bij mannen (ongeveer 8 procent) dan bij vrouwen (0,4 procent). Dat komt doordat de eigenschap die bepaalt of je kleurenblind wordt op hetzelfde chromosoom zit als de eigen schap of je man of vrouw wordt. Daar naast zijn er een heleboel mensen die in lichte mate kleurenblind zijn, maar dat zelf niet weten. Vaak komen ze daar pas achter als ze een kleurentest doen. Omdat iedereen de kleur van het gras groen noemt, doet iemand die kleuren blind is dat ook. Pas in heel specifieke situaties ontdekken deze mensen dat ze een ander soort, groen zien. „Als kind zag ik ook de kleur van het gras voor groen aan", zegt Jan Knupker. „Want gras is groen, zo had ik dat geleerd. Maar toen ik aan iemand vertelde dat dat voor mij dezelfde kleur was als de wimpel van de vlag, kwam ik erachter dat anderen die ldeur oranje noemen." „Kleurenblindheid komt veel meer voor dan we denken", zegt Tom Bakx, oogarts in het Streekziekenhuis Mid den Twente inHengelo. „Een afwijking in het kunnen onderscheiden van Meu ren begint eigenlijk al met de discussie of iets donkerblauw is of paars. En hoe vaak komt het niet voor dat de één iets blauw vindt, terwijl de ander het groen noemt? Dat betekent dus dat één van de twee al in zeer lichte mate een afwij king heeft." Mensen die Meurenblind zijn nemen bepaalde kleuren niet waar, onder scheiden het verschil niet tussen rood ,en groen of zien in het ergste geval hele maal geen Meuren. Eigenlijk is Meu- renblindheid niet de goede benaming, want er zijn maar heel weinig mensen die helemaal geen Meuren zien. De term Meurenzinstoornis beschrijft be ter wat er aan de hand is, namelijk een verminderd vermogen tot het zien en onderscheiden van één of meerdere Meuren. Daarnaast is er een Meine groep mensen die alle Meuren waar neemt als één willekeurige Meur (mo- nochromasie). In veruit de meeste gevallen is Meuren- blindheid aangeboren en komt het aan beide ogen voor. Maar de afwijking kan ook op latere leef tij d ontstaan, door be schadiging van de oogzenuw, bijvoor beeld als gevolg van multiple sclerose, diabetes of medicijnvergiftiging. In zulke gevallen, waarbij de aandoening ook aan één oog kan voorkomen, is de Meurenblindheid meestal van tijdelij ke aard, zegt Bakx. Er bestaat geen geneesmiddel tegen kleurenblindheid. In de meeste geval len vormt de aandoening echter geen ernstige belemmering voor een nor maal leven. „Ik word er natuurlijk re gelmatig mee geconfronteerd, maar in de loop der j aren heb ik er wel mee leren omgaan", zegt Jan Knupker. „Ik weet nu eenmaal niet beter. Wel moet ik er altij d voor zorgen dat er iemand met me meegaat als ik nieuwe Meren ga kopen, anders kom ik met de gekste combina ties thuis." GPD Bijna tien procent van de Nederlanders is kleurenblind. Zij zien het verschil niet tussen rood en groen. foto Werner Rauwerdink/GPD door Sander Grootendorst ZUTPHEN - Een ongeboren baby luis tert al naar de stem van moeder. Maar die stem binnen in die buik klinkt an ders, veel hoger dan voor de buitenwe reld. Het kindje is erop gespitst; het ne geert al de andere geluiden die het in zijn binnenwereld hoort. En als het eenmaal ter wereld is gekomen, her kent het de stem. Al is het even wennen, want moeder klinkt opeens een stuk dieper. Maar die hoge tonen zijn er ook nog: veilig en vertrouwd. Op dit idee heeft de Franse KNO-arts prof. A. Tomatis een therapeutisch sys teem gebaseerd en bij het Thaleia Insti tuut in Zutphen werkt Manja van Wijnkoop ermee. Ze maakt gebruik van een apparaat dat er uitziet als een aangepaste cassetterecorder. Ook de koptelefoon is anders. Hij heeft zoals gewoonlijk twee uiteinden die over je oren moeten, maar wie het ding opzet, voelt ook boven op zijn hoof d een knop je drukken. „Dat is voor de botgeleiding", legt Van Wijnkoop uit. „Als ergens geluid klinkt, hoor je het eerst met je botten. Die geven een signaal: hé, daar komt iets aan. Daarna volgt de luchtgelei- ding." Met het apparaat, ook wel het 'elekti-onisch oor' genoemd, kan de tijd tussen de eerste bot-opvang en de eer ste oor-opvang - normaliter is die ex treem kort - worden verle- igd. Het is een van de 'trucjes die de thera peut dankzij het apparaat kan inzetten om de luistervaardigheid te verbete ren. Helemaal van voren af aan leren luisteren, daar gaat het om. Zoals een baby in de buik van een moeder. Van Wijnkoop heeft de stem van de moeders opgenomen die voorlezen uit 'De Meine Prins'. De machine kan de lage tonen emit wegfilteren. Voor de luisteraar blijven de hoge tonen over. Verder terug naar af kan een therapeut niet gaan. Daar komt bij dat verbeterde waarneming van hoge tonen je meer energie geeft, zegt Van Wijnkoop. Langzamerhand worden de lage tonen toegevoegd. De luisteraar beleeft nog maals wat er bij zijn geboorte en de eer ste dagen daarna door hem heenging. Voor de meeste mensen is dat proces ooit verlopen zoals het moet: probleemloos. Maar voor een baby waarvan de moeder tijdens de zwangerschap met fysieke of psychische moeilijkheden kampte, is het contact met moeders binnenstem niet zo vanzelfsprekend geweest. Het Thaleia Instituut biedt een tweede kans. Daarnaast is er een categorie kinderen voor wie het even wicht in hun leven door andere oorza ken is verstoord. „Kinderen die een deuk hebben opgelopen", zegt Van Wijnkoop. Kinderen met incest-erva- ringen blijken baat te hebben bij de To- matis-methode. „En autistische kinde ren worden er vaak een stuk rustiger door." Stimuleren Het oor. Tomatis heeft er boeken over volgeschreven en ook Manja van Wijn koop, die van huis uit pedagoge is, kan boeiend vertellen over de manier waar op geluiden tot ons komen en wat wij daar vervolgens mee doen. Over het wezenlijke verschil tussen horen en luisteren. „Het verkeer buiten hoor ik tijdens dit gesprek niet of nauwelijks", zegt ze, met een blik op een drukke straat. „We zijn in staat ons te concen treren op de geluiden die we willen ho ren. Daar gaan we dan vervolgens naar luisteren." Ze vertelt over het middenoor, waarin de gehoorbeentjes liggen: „Met het ap paraat kunnen we de spiertjes van het middenoor stimuleren om zich in te spannen. Dat is eigenlijk fysiotherapie van het oor." En ze vertelt over de evo lutie: dat het gehoor, het waarnemen van geluiden, al in een heel vroeg stadi um van de ontwikkeling van het die renrijk gecombineerd werd met het evenwichtsorgaan, dat beweging en Een elektronisch oor: Afke (9) speelt met Nel Straathof, assistente bij het Thaleia Instituut in Zutphen, het spelletje 'vier op een rij'. Ze luistert via de koptelefoon naar muziek van Mozart waaruit de lage tonen zijn weggefilterd. foto Ab Hakeboom/GPD houding coördineert. Bij de mens is het verband tussen beide organen heel hecht. Goed kunnen horen en luisteren draagt bij aan een evenwichtig leven. Je zou het de basisgedachte van Toma tis kunnen noemen. De luistersessies zijn niet in een mid dagje gepiept. Je bent er vijfentwintig dagen mee kwijt. „Dat lijM veel, maar kinderen komen hier toch voor hun ple zier." Levend bewijs is Afke (9). Ze vond dat luisteren zo aangenaam, dat ze na de therapie nog eens terug wilde komen. Ze zit samen met Thaleia-me- dewerkster Nel Straathof een spelletje te doen, terwijl ze met een koptelefoon op het hoofd luistert naar muziek van Mozart. Op eigen verzoek. Ze wordt er rustig van. Haar moeder ook. Die is in een andere kamer aan het breien. Naast de moederstem is een belangrij ke rol weggelegd voor Mozart. Van Wijnkoop: „Van Mozarts muziek blijft veel overeind als je de lage tonen eruit- haalt. Veel meer dan bij andere compo nisten. Mozart moet een hele mooie luistercurve hebben gehad, zegt Toma tis. En het is geen muziek met een grote emotionele lading, zoals de romantici. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je hier komt luisteren en daar melan choliek van wordt." GPD Van vandaag maandagtot en met 10 november wordt de landelijke Week van het Oor gehouden. door Henri Brandenburg Hoe weten we of haaruitval het gevolg is van het ge bruik van een bepaald genees middel? Dat is niet eenvoudig vast te stellen, en dat geldt voor alle bijwerkingen van medicij nen die niet al te frequent optre den. Alleen de bijwerkingen die vaak voorkomen worden gesig naleerd voordat het middel op de markt komt. Als een bijwer king slechts bij één op elke dui zend gebruikers optreedt, moe ten er heel wat patiënten het geneesmiddel gebruiken voor dat je zeker weet dat die bijwer- Mng het gevolg is van het ge bruik van dat middel. Als een patiënt op een gegeven moment last krijgt van haaruit val, kan dat ook puur toeval zijn. Bij de meeste middelen komt haaruitval gelukMg niet frequent voor. Pas als een ge neesmiddel in de handel is, wor den er veel patiënten tegelijk aan het middel blootgesteld en dan wordt pas duidelijk welke minder frequente bijwerkingen optreden Alleen als arts, patiënt en apo theker op hun hoede zijn en alle vermoede bijwerkingen mel den, valt op een gegeven mo ment op dat een geneesmiddel een bepaalde bijwerking heeft. Bij kanker wordt gebruik ge maakt van middelen die de cel deling remmen (cytostatica). Die middelen zijn helaas nog steeds niet zo specifiek dat ze al leen de kankercellen aanpak ken: ook gewone delende cellen van het lichaam worden door deze middelen beïnvloed. In de praktijk zie je dan ook dat bij gebruik van chemotherapie veel bijwerMngen optreden, en dan vooral in organen waarin zich bij een gezonde persoon ook snel-delende cellen bevin den. Dergelijke organen zijn bijvoorbeeld het bloed (waarin steeds nieuwe bloedcellen wor den aangemaakt), het spijsver teringskanaal (de cellen van het maag- en darmslijmvlies ver nieuwen zich met grote snel heid) en de haren (waarvan ie dereen weet dat die snel groei en). Haarverlies (alopecia) is dan ook een bijwerking die je bij verschillende cytostatica kunt verwachten. Dat kan variëren van geringe haaruitval tot com plete kaalheidEen kaalheid die het uiterlijk van de patiënt in grijpend verandert en daardoor een zware psychische belasting kan vormen. Het dragen van een pruik kan soms een oplossing zijn. Overigens zijn cytostatica niet de enige groep geneesmiddelen waarbij kaalheid optreedt, er zijn ook andere groepen genees middelen waarbij haaruitval als bijwerking voorkomt. Jicht wordt veroorzaakt door een teveel aan urinezuur in het bloed, waardoor aanvalsgewijs de vorming van urinezuurkris- tallen plaatsvindt. Jichtmidde- len zorgen voor verlaging van. de hoeveelheid urinezuur in het bloed, en, hoewel ze dat op ver schillende manieren doen, ze hebben daarnaast vrijwel alle maal ook haaruitval tot gevolg. Een uitputtende opsomming van de preparaten waarbij haaruitval is beschreven valt moeilijk te geven. Zoals hierbo ven al is beschreven bij de cyto statica en androgenen is haar uitval soms een gemakkelijk te verMaren bijwerking. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor prepara ten die bij ernstige huidaandoe ningen worden toegepast (reti- noiden). In andere gevallen ligt het verband minder voor de hand en is haaruitval clan ook moeilijker voorspelbaar: bij sommige (dus niet alle!malari amiddelen, bloedverdunners, epilepsiemiddelen, antidepres siva en antireumatica zien we ook haaruitval, en dan nog niet eens bij alle gebruikers. Voor alle bijwerkingen waarvan u vermoedt dat die samenhan gen met een geneesmiddel geldt: meld ze bij uw arts of apotheker. Henri Brandenburg is zieken huisapotheker door Jantina Russchen DEN HAAG - Eet geen rau we eieren. Het advies is even simpel als doeltreffend om een salmonellabesmetting te voorkomen. En voor wie het toch niet kan laten een am bachtelijk bereide pudding te serveren: Leg nooit de vieze vaatdoek in de buurt van rauwe eierdooiers of ei wit! Je ziet het niet, je proeft het niet en je ruikt het niet. Je merM pas dat je een met sal monella besmet ei hebt gege ten als je in de sprint naar het toilet moet. De bacterie ver oorzaakt een stevige diarree- aanval. Maar voor ouderen, zieken en baby's kan een sal monellabesmetting zelfs do delijk zijn. Om dit risico te verMeinen komt er een verbod op het ge bruik van rauwe eieren in professionele keukens en mogen eieren die salmonella bevatten niet meer worden verkocht voor consumptie. Deze strengere regels, waar toe het kabinet eind vorige maand besloot, biedt de con sument volgens een woord voerder van het ministerie van volksgezondheid alleen maar voordelen. „Heel sim pel: het eten van een ei wordt veiliger." Toetjes Maar hoe zit dat dan met toetjes waarin rauwe eieren zijn verwerkt, zoals bava rois, andere pudding-achtige desserts en diverse soorten ijs? Verdwijnen die straks van de menukaarten in res taurants en verzorgingshui zen? Dat zal zo'n vaart niet lopen, meent president Rob Munter van het Koksgilde, de beroepsvereniging voor koks. Hij wijst er op dat in veel professionele keukens al wordt gewerkt met halffa brikaten - producten in poe- dervorm die het ei vervangen - en gepasteuriseerd (verhit) eiwit en eigeel. „Alleen in topbedrijven ste ken koks nog energie in het ambachtelijk bereiden van gerechten. Maar in die res taurants is de controle op de producten nog strenger." De kans op een salmonellabe smetting na een gezellig etentje is dan ook volgens Munter miniem. De nieuwe regel zal zich in eerste in stantie richten op instellin gen als ziekenhuizen en ver- zorgings- en verpleeghuizen, voorspelt hij. De woordvoerder van het mi nisterie van volksgezond heid beaamt dat. „Hoe de regel exact uitpakt voor de horeca, weet ik nu nog niet. Voor zorginstellin gen golden al richtlijnen, maar deze worden nu bin dend." Munter vindt dat een goede zaak. „Ouderen en zie ken hebben veel minder weerstand." Maar gezonde keukenprin sen en -prinsessen kunnen zich thuis ook beter niet wa gen aan het kokkerellen met onverhitte eieren, vindt Munter. „Om elk risico te vermijden." Voedingsbodem Want overal in de keuken loert het gevaar. Een besmet ting wordt volgens voorzitter Rob Tazelaar van het Pro ductschap Pluimvee en Eie ren (PPE) in de meeste geval len veroorzaakt door een gebrek aan hygiëne. „Een ei is een fantastische voedings bodem voor bacteriën. En salmonella is overal. Als je je vieze vaatdoekje in de burnt van een ei laat liggen, wippen de bacteriën zo op het ei over. Je moet dus voorzichtig met rauwe eieren omgaan. Als je dat niet doet, speel je met vuur." Tazelaar vindt het uitste kend dat het werken met rau we eieren aan banden wordt gelegd, maar de uitbanning van salmonella-eieren (die gelegd worden door kippen die de bacterie bij zich dra gen) noemt hij absurd. „Dat betekent dat er 500 miljoen eieren moeten worden ver nietigd." Hij voorspelt dat de nieuwe regel catastrofaal is voor de pluimveesector. „Er zullen ongetwijfeld bedrij ven moeten sluiten." Op dit moment is naar schat ting tien procent, van de hen nen in ons land besmet met salmonella. Ongeveer drie tiende van hun eieren bevat de bacterie. Het PPE is niet van plan zich bij het verbod op salmonella-eieren neer te leggen. GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 26