Toneelspelen is nu eenmaal een ambacht, een hobby lijnrecht RUDEN RIEMENS Piet Römer zaterdag 3 november 2001 FOTOGRAFIE TVTiks pensioen. Niks op zijn lauweren IN rusten. Lazer op zeg, moet hij dan de hele dag op de bank gaan zitten? Tuurlijk, hij leest graag een boek en ook is hij niet vies van een goed glas wijn, maar dan heb je het wel gehad. Laat Piet maar spelen. Piet Romer, inmiddels 73 jaar, is volgend jaar een halve eeuw aan het toneel, maar van ophouden weet hij niet. Zolang die zeis 'm maar met rust laat, tenminste. Tijdens de viering van het vijftigjarig bestaan van de televisie, begin oktober, heeft hij maar weer eens geconstateerd dat een leven achter de geraniums niet voor hem is weggelegd. „Wat een wassenbeeldenmuseum, een pa nopticum was datIk ben met de meiden er gens anders gaan zitten met een paar flessen wijn. Veel gezelliger dan dat gelul over hoe goed ze vroeger allemaal waren. Kóm op zeg, het is vandaag! Gisteren is voorbij." De acteur houdt naar eigen zeggen niet van navelstaren; hij werkt liever. Het zevende seizoen van de succesvolle dramareeks Baantjer, waarin Römer inmiddels ver smolten is met de wat nukkige rechercheur De Cock, loopt met veel succes op RTL 4. In februari beginnen de opnamen voor seizoen acht, tevens de laatste reeks. Daarna gaat hij het theater in. Samen met de succesvolle cabaretgroep De Ploeg en zijn zoon, acteur- /regisseur Han Römer. Hij zal te zien zijn in de theaterversie van Festen, waarvan de meeslepende speelfilm-versie, in 1998 ge maakt door Thomas Vinterberg van de Dog- magroep, twee jaar terug internationaal werd bejubeld. De regie is in handen van Willem van de Sande Bakhuyzen. Römer zal te zien zijn als de vader van een door trauma's uiteengereten familie, die op diens verjaardag definitief uit elkaar spat door de onthulling van een groot familiege heim. „De film is gebaseerd op een toneel stuk; dat gaan we dus doen. De Ploeg is een heerlijk groepje ongeleide projectielen bij elkaar. Ze bedenken wat leuks en pakken het dan ook meteen aan. Het stuk leent zich goed voor een tragi-komische aanpak. Het is dramatisch, maar ook wel heel vreemd- kolderiek, dat die mensen door de gang heen dansen met toetertjes en belletjes omdat ze hun feestje koste wat het kost willen vieren, ondanks de tragedie die zich voltrekt." Volgend jaar oktober, na de opnamen van de laatste Baantjer-serie, zullen de repetities een aanvang nemen. In januari moet het stuk de planken op. En ach, Römer is wel ge wend aan lange dagen. Baantjer kost zo'n tien, elf uur per dag. Zwaar, maar het resul taat is er naar. De reeks is nog steeds één van de best bekeken programma's op de Neder landse televisie. „Ik ben het wel anders gewend. In het begin van mijn loopbaan, voordat ik in 1961 naar de Haagse Comedie ging, zat ik bij het gezel schap dat later Centrum zou worden. Met dat gezelschap zwierven we door het land. Soms zaten er dertien mensen in de zaal. De Haagsche Comedie. dat was andere koek: een stadsgezelschap met een eigen theater. Als ik aankwam met de tram zag ik die hele rij mensen staan die al bezig waren plaatsen te bespreken voor het stuk dat wij nog aan het repeteren waren. Dat geeft een prettig gevoel, dan weet je opeens voor wie je het doet." Stiefbeen Zowat een halve eeuw geledenin 19 52ging arbeiderszoon Römer naar de Amsterdamse Toneelschool, waar hij bij Sigrid Koetse en Ramses Shaffy in de klas terecht kwam. Na drie maanden vertrok hij weer omdat het niet ging. Römer was al lang en breed ge trouwd, had drie kinderen en geen inkomen. Daarbij had hij alleen lagere school terwijl de andere studenten vers van de middelbare school kwamen. „Ik had al gewerkt en in dienst gezeten, kwam ik daar in zo'n echt klasje terecht. Dat schuurde niet lekker." Maar aan het toneel, dat móest en zóu hij. En dus ging Piet uit de Jordaan aan het to neel. Hij wilde spelen, zonder al te veel ge kissebis of een stuk wel geëngageerd genoeg was. Een blijspel of een experimenteel stuk, Pinter of Molière. En ook voor televisie en reclame trok hij zijn neus niet op, in een tijd dat dat eigenlijk not done was voor een to neelacteur. In 1955 deed hij zijn eerste 'tele- visietje': als os verkleed mocht hij in een kribbe liggen. Zijn grote doorbraak kwam met Stiefbeen en zoon, waarin hij de rol van junior voddenman vertolkte. Alhoewel hij het theater altijd als zijn basis is blijven be schouwen, heeft Römer zijn faam vooral te danken aan tv. Citroentje met Suiker, 't Schaep met de 5 pooten, Merijntje Gijzen, maar ook de rol als opper-Piet die de jaar lijkse intocht van Sinterklaas in goede ba nen moest leiden. „Ik zag televisie als uit breiding van mijn werkterrein, maar over het algemeen werd het gezien als het koe koeksei in het nest van het toneel. Je had de kleine k en de grote k, en die twee gingen niet samen. Hoe bedenk je het! Bij de Haag sche Comedie was het verboden om andere dingen te doen. Ik heb me daar overigens weinig van aangetrokken. Ik had een gezin. Mijn vijf kinderen moesten klompjes en nieuwe broekjes, dat kon ik niet betalen van mijn toneelsalaris. Daarbij wil je toch van de hele taart eten, in de breedte werken. Ik hou van toneelspelen, laat me dan ook! Ik hou niet van dat plechtige gedoe over to neel. Het is een vak, punt uit." Römer mag zich graag een beetje afzetten tegen zijn talrijke, high brow-toneelcolle- ga's door die no-nonsense houding. 'Piet is zo gewoon gebleven', heet het dan. „Ik zie mijn vak nu eenmaal als een ambacht", zegt hij. „Ik heb een hekel aan dat zogenaamde engagement, al dat bevlogene. Alsof we als toneelspelers een heilige mis moeten opdra gen. Ik vraag me ernstig af of we met toneel, met kunst zoveel bereiken. Ik weet niet of er mensen zijn die in Amsterdam gapend van bewondering langs de door kunstenaars ge maakte beelden op straat lopen. Ik weet niet of er nog iemand is die weet door wie het monument op de Dam is vervaardigd of de brugleuningen bij het Vondelpark. Toneel spelers zijn kunstenaars, maar dat betekent nog niet dat ik een kazuifel aan moet doen, een mijter op mijn hoofd zetten en als een halve heilige moet gaan rondlopen. Dat be doel ik met gewoon doen. Toneel is een hob by, maar daardoor ga ik niet naast mijn schoenen lopen. Ik kom het wel vaak tegen. Acteurs zijn soms echte klootzakken." Kermis Zijn alter ego, de politieagent De Cock, is ook al zo 'gewoon'. Volgens de acteur is dat ook de reden voor de schijnbaar grenzeloze populariteit: „Iedereen kan zich er mee identificeren. Het is een beetje Dik Trom- achtige romantiek, maar wel goed. Oor spronkelijk was het bedoeld voor één sei zoen, John de Mol had er niet echt veel fidu cie in. Mijn zoon Peter, hoofd drama bij Endemol, heeft het echt moeten doordruk ken. Uiteindelijk kwamen ze toen bij mij te recht voor die rolIk had net met Orkater ge speeld in Relapsus, een stuk van Wim T. Schippers, en ik kon meteen door als De Cock." Alhoewel Römer al een jaar of vijf niet meer in het theater heeft gestaan, gaat daar wel zijn voorkeur naar uit. Niets mooiers dan je publiek om je heen, al die mensen die naar de schouwburg toekomen om je te zien spe len, zo meent hij. Theater, voor hem bete kent dat „kermis, warmte, mooie kleuren. Televisie is in feite helemaal niks. Ja, een le ge ruimte met wat machines. Baantjer is een klein beetje theater, in een leuk gebouwtje, met een leuke ploeg. En als je een goede te genspeler hebt, dan is dat extra leuk. Met Mark Rietman bijvoorbeeld, wordt het spel een soort van ping-pongen, dan gaat die scène een beetje zweven, dat is heerlijk, dan kom je echt tot de essentie. Maar het verve lende is, bij tv speel je twee minuten, dan wacht je weer anderhalf uur en mag je weer een setje spelen. Het is erg fragmentarisch, het valt niet altij d mee om de rode lijn vast te houden. Na zes jaar televisie komt het me langzaam mijn neus uit om steeds voor dat ene oog te spelen. Als dat oog niet kijkt kun je spelen als Onze Lieve Heer, maar nie mand die het ziet. Als acteur heb je bitter weinig invloed op het eindresultaat. Op het toneel wil ik dat men naar mij kijkt, dat men mij begrijpt en verstaat, en dat ik dat begrip ook terugkrijg." Tussen de bedrijven door werkt Römer ook nog aan een boek over zijn leven. Geen bio grafie, alsjeblieft niet, dat is iets voor men sen die écht iets hebben betekend voor de mensheid. Nee, vooral niet te onbescheiden. Het wordt gewoon - daar heb je het woord weer - een boek over zijn leven, dat bij uitge verij Prometheus zal verschijnen. Hij is dan wel 'gewoon' acteur, maar twaalf jaar had hij een column voor het inmiddels opgehe ven dagblad Nieuws van de Dag, dus schrijf ervaring genoeg. „Ik wilde altijd al een boek schrijven. Ik zit graag te lullen in het café, verhalen te vertellen, en dan is er altijd wel iemand die zegt: 'je moet het eens opschrijven'. Ik heb de contracten nog lig gen met de verschillende uitgevers, maar het is nooit wat geworden. Nu vond ik dat het er maar eens van moet komen. Ik doe het samen met mijn zoon Peter. Hoe het er pre cies uit komt te zien weten we nog niet, zo ver zijn we nog niet." Klaar? Römer vertelt over een vriend van hem, die in de Vut ging. „Als ik hem vroeg hoe het ging zei hij: 'tevreden. Ik ben klaar'. Dan zei ik: 'dat kan niet. Het kan ook niet. Als je klaar bent, ben je dood'. Want wat is nou klaar? Wanneer is een mens klaar? Creativi teit kun je toch niet stopzetten omdat je een bepaalde leeftijd hebt bereikt? Als je benen onder je kont vandaan vallen, blijft dat hoofd toch doorgaan. Er zijn mensen die hebben van die idealen. Een huis in Frank rijk om de laatste jaren te slijten. Klinkt mooi, maar als ze die zeis voelen naderen komen ze allemaal weer terug. Als ik in Noorwegen ben wil ik daar ook wel een huis hebben. Kom ik in Italië, dan denk ik het zelfde. Maar ik kan beter in een hotel gaan zitten en na een maand weer lekker terug gaan naar Amsterdam. Dit is mijn stad, die ga ik nooit meer uit." Monique Brandt Baantjer is elke vrijdag te zien bij RTL 4.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 20