(X ciu Leven, opdat het leven leve Spanje dwingt je om meerdere malen te kijken 23 Ontmoetingen met Jan Uriot 1916-1998 Van Picasso tot Tapies PZC donderdag 1 november 2001 Zelfportret itgeverij De Gouden Tafel is genoemd naar een huis in de Sint Janstraat in Middelburg. In dat huis bracht schilder-schrijver-filosoof Jan Uriot (1916-1998) de laatste drieëntwintig jaar van zijn leven door. Uitgeverij De Gouden Tafel is opgericht doorzijn dochter Barbara Uriot, met de bedoeling zijn werk opnieuw uit te geven en tot dusver onuitgegeven werk voor het eerst te publiceren. De publicaties zullen vergezeld gaan van tentoonstellingen van Uriots beeldende werk. Als eerste uitgave van De Gouden Tafel verschijnt zondag het filosofische gedicht Ontmoetingen. Toen Joannes Franciscus Uriot drieënhalf jaar gele den oveiieed, zat hij vol plannen om zijn eigen werk te publice ren. In eigen beheer. Met de uit gevers die hij benaderd had, kon hij niet tot een vergelijk komen. Uriot kalligrafeerde veel van zijn teksten en voorzag ze van il lustraties, vaak in tempera ge schilderd. Daarbij hoorden in zijn ogen mooi uitgegeven, bijna bibliofiele boeken. Voor de meeste uitgevers zou dat te be grotelijk worden. Die kwamen met compromisvoorstellen - bijvoorbeeld alle illustraties bijeen in één katern - die hem niet konden bekoren. Uriot maakte de (her)uitgave van zijn werk zelf niet meer mee, maar zijn dochter Barbara Uriot, met wie hij de plannen smeedde, heeft de fakkel over genomen. Zondag wordt het in alle eenvoud prachtig vormge geven boek Ontmoetingen ge presenteerd, als het goed is het begin van een reeks uitgaven. In een naar poëzie neigende vorm heeft Uriot daarin de zoektocht van een mens naar zingeving be schreven. Ik zocht naar de vrede, maar vond slechts strijd. Ik zocht naar vrijheid, maar vond mij in banden. Ik zocht naar het leven, maar vond immer de dood. Ik zocht naar vervulling, maar vond slechts verveling. Ik zocht naar behoud en vond mij tenslotte verloren en geboeid in de ketenen der sla vernij van de wereld. En de bezieling; ik vond haar niet! De ik-persoon heeft een aantal innerlijke ontmoetingen. Als in een droom verschijnen de Dood, Iris en Johannes de Doper aan hem. De ontmoetingen doen hem beseffen dat hij open moet staan voor het mysterie van het leven in plaats van te wanhopen dat hij het niet kan oplossen. Dat leidt tot het credo: 'Leven, opdat het leven leve! Uriot schreef Ontmoetingen in de jaren zestig. De tekst werd twee keer eerder gepubliceerd, in 1966 bij Uitgeverij Andries Blitz in Laren en in 1978, onder de titel Daarom ga ik voortbij Uitgeverij Ankh-Hermes in De venter. Toen hij Ontmoetingen schreef was Uriot, woonachtig in Blaricum, een gerespecteerd schilder. Tijdens de oorlog zat hij enkele jaren ondergedoken inHeusden. Omdat hij kunste naar wilde worden, had hij ver schillende tekencursussen ge volgd. Nu maakte hij van de nood een deugd en begon hij landschappen te schilderen. Na de oorlog werd hij portretschil der. Een moeilijk bestaan, om dat in de eerste jaren van de wederopbouw weinigen hun Ratio (uit boek Exodus) portret lieten schilderen. Wellicht zetten de oorlog en de tegenslagen daarna Uriot aan het denken over het leven, de narigheid die de mens op zijn weg kan tegenkomen en de rol van het toeval. Ontmoetingen is daarvan een weerslag. Tezelf dertijd verbeeldde Uriot die thematiek in Exodus, een reeks van vierentwintig tempe raschilderingen over zijn inner lijke ontmoetingen. Het werk blijkt veel expressiever dan zijn lieflijke landschappen en tradi tionele portretten. Uriot wist de dood angstaanjagend uit te beelden, maar kon ook een god delijk licht van het papier laten spatten. Het verhaal van Ontmoetingen en Exodus is een bekend ver haal. besefte ook Uriot. Het is wat Dante vertelt in zijn Divina Commedia, een zoektocht door een donker woud en een loute ring door de liefde. Vandaar dat Uriot besloot zijn interpretatie te geven van de eerste twee zan gen van Dante's meestex-werk, opnieuw in temperaschilderin gen. De Veronese uitgever van kunstboeken Alfio Fiorini gaf Uriots boek Dante in 1975 uit in een gelimiteei'de, zeer luxe uit gave in vijf talen. Datzelfde jaar verhuisde Uriot met zijn vrouw van Blaricum, waar hij volgens zijn dochter eens in een 'klein paradijs' woonde, naar Middelburg. „Van een schildersdorp was Blaiïcum een televisiedorp geworden", verklaart Barbara Uriot. „De sfeer was volstrekt veranderd. Mijn vader zocht een rustige omgeving om te schilderen. In Zeeland vond hij niimte en licht. Die speciale hemelkoepel van licht over het Walcherse landschap heeft hij vaak ge schilderd." Exposeren deed Uriot in Zee land nauwelijks. Hij vond het fijn om rustig te werken in de beslotenheid van De Gouden Tafel, zijn ruime huis in de Sint Janstraat, met uitzicht op de Middelburgse synagoge. Hij werkte aan gekalligrafeerde en geïllustreerde manuscripten op basis van het werk van de Fran se filosoof Pascal en begon aan een laatste levenswerk: Ge sprekken met Ratio. Hij besloot daartoe na het overlijden van Zeeuws duinlandschap Op zoek naar het geluk zijn vx-ouw in 1987. Zeven dro men, die als vervolgafleverin- gen tot hem kwamen en waarin zijn vrouw zich vanuit een hier namaals aan hem presenteerde, vormden de basis voor dit werk. Hij filosofeerde over liefde, dood en een leven na dit leven. Ook deze kunstig genoteerde tekst illustreerde Uriot, soms met schilderingen die hij in Exodus al eens had gebruikt. Het vei'haal heeft de vorm van een conversatie met een denk beeldige tweelingbroer-. Ratio is de agnosticus die de immer twij felende Uriot van repliek dient. „Dit was het levenswerk van mijn vader", vertelt Barbara Uriot. „Hij wilde het graag uit geven. Ook hierin speelt zijn vi sie, dat je het leven op je af moet laten komen, datje spontaan moet reageren, een belangrijke rol. Die overgave, de acceptatie van het mysterie in het leven, is een i'eligieus standpunt, maar mijn vader hoorde nergens bij 'Bent u antroposoof? Bent u vrijmetselaar?', vroegen men sen hem wel eens. Dat was hij niet. Hij schreef levensbeschou welijke teksten en greep daarbij terug op allerlei bronnen, van de klassieken tot Lao Tse. Het idee van een goddelijke kracht is universeel." Voor Gesprekken met Ratio uit gegeven kon worden, overleed Uriot. Aanvankelijk was het plan dit werk als eerste postuum uit te geven, maar voor een be ginnende uitgevexTj zou dat wel een erg zware klus zijn geweest. Barbara Uriot: „Het leek daar om beter te beginnen met een hei-uitgave van Ontmoetingen, een boekje dat inmiddels was uitverkocht. Dat is een uitste kende introductie op mijn vaders werk, niet al te gecom pliceerd en het bevat geen illu- sti-aties." Het boek is wel op een ouder wetse manier gedrukt: in lood gezet, in boekdnik gedrukt, ge bonden en met leeslint. „Zoals mijn vader het graag zag." Van het drukproces, dat werd bege leid door Kees Hilhorst die in 1966 ook de eeirfe uitgave van Ontmoetingen verzorgde, is een video gemaakt die zondag wordt vertoond tijdens de pre sentatie in De Drukkerij in Mid delburg. Barbara'Ui-iot wil de uitgave van haar vaders werk in de toe komst ondersteunen met expo sities van zijn schilderij enteke ningen en kunstboeken. „Ik wil gx-aag dat het werk onder de mensen komt. Mijn vader was iemand die mooi kon tekenen en schilderen en die ook wel iets te zeggen had. Het idee dat iemand dit gemaakt heeft, maar dat het gewoon ergens opgeboi-gen ligt, dat vind ik niks. Naar mijn me ning heeft het werk een bepaal de betekenis waar de wereld best wel om vraagt. Dus zou het zonde zijn als het op een zolder zou verstoffen." Ernstjan Rozendaal Publicatie - Jan Uriot: Ontmoetin gen - Uitgeverij De Gouden Tafel in Middelburg, isbn: 9080539210, prijs: f 27,55. Het boek wordt zon dag om 15.30 uur feestelijk gepre senteerd in De Drukkerij in Middel burg. Luis Fernandez: Schedel, 1958 (olieverf). De bijna zeventig werken die Maria José Salazar Herx-eria in het Gemeentemu seum in Den Haag laat zien, maken één ding heel duidelijk: de Spaanse kunst uit de twintigste eeuw is én intei'nationaal én heeft duidelijk woi-tels in de Spaanse cul- tuui-. De tentoonstelling Van Picasso tot Td- pies is daarom boeiend maar tegelijkertijd ook heel fi-agmentai'isch. Nu is het ook bepaald niet eenvoudig om met 67 kunst wei-ken van dertig kunstenaars de Spaanse kunst te vatten. De samenstel ster Salazar Herx-eria (hoofd afdeling col lecties van het Museao Nacional de Arte Reina Sofia in Madrid) heeft er voor geko zen om de presentatie op te bouwen rond ze ven thema's. Die variëi'en van 'Rondom het Kubisme' via 'Het Surrealisme' tot 'De ab stracte generatie'. Het is een logische, kunsthistorisch volmaakt verantwoorde, maar bovenal ook een bepaald zielloze keu ze. Het is een papieren onderverdeling die in een kunsthistorisch betoog ongetwijfeld tot interessante of gedegen uitkomsten kan lei den, maar die in de praktijk saai uitpakt. Wat de samenstelster heeft bewogen om juist deze keuze te maken is onduidelijk. Of het staatsbezoek van het Spaanse ko ninklijk paar aan ons land - eerder deze maand - er iets mee van doen had, laat zich slechts raden. De keuze van koningin Bea trix uit de collectie van het Stedelijk Muse um Amsterdam van enige tijd geleden was in ieder geval iets spannender, ofschoon ook die tentoonstelling niet uitblonk in oi'igina- liteit en contrasten. En dus toont de tentoonstelling keurig het werk van Max-ia Blanchard en overigens prachtige beelden van Pablo Gargallo en Julio Gonzalez (allen begin jax-en dertig) en zijn de laatste kabinetten vi-ijgemaakt voor de doeken van Fexmando Zóbel uit de jai-en zestig. Vanzelfsprekend wordt er x-uim baan ge maakt voor de vijf meest belangwekkende kunstenaars uit het Spanje van de twintig ste eeuw. Salvador Dalx is daarom nadruk kelijk present, evenals Juan Gris, Pablo Pi casso, Joan Miró en Antoni Tapies. Van Picasso zijn - en dat is tamelijk bijzon der - maar liefst negen tekeningen te zien die dienden als voorstudie voor de muur schildering 'Guernica' uit 1937. Bijzonder, omdat deze en vergelijkbax-e tekeningen nooit het Madrileense museum verlaten. Het zijn detail-tekeningen van het fameuze werk met onder meer 'Huilende kop V' en 'Studie voor paard II'. De pen- en krijtteke ningen zijn snelle schetsen die in essentie al de kracht van de muurschildering weerge ven: Picasso's zeer gedreven aanklacht te gen de Spaanse burgeroorlog laat aan dui delijkheid niets te wensen over. Heel opmerkelijk is de presentatie van twee vx-ouwenhoofden naast elkaar. Het ene doek ('Vrouw met mosterdpot' uit 1910) komt uit de collectie van het Haags Gemeentemuse um. Het andere, uit Madrid en vex-vaardigd in hetzelfde jaar, is 'Vrouwekop' (Fernade). Deze vergelijking is aardig omdat het aan- geeft hoe Picasso, met minimale kleur- en vooral tonale verschillen, compleet andere indrukken weet weer te geven. Hoe ongelooflijk detaillistisch Dalx' kon werken is prachtig af te lezen aan het schil- derij 'Het raadsel van Hitier' uit 1939. Op dat doek is naast een gemuteerde telefoon en het gescheurde portret van de dictator een figuurtje naast een bootje geschilderd. Het figuxirtje is niet groter dan de helft van een pink, maar desondanks zijn houding - en daarmee gemoedstoestand - duidelijk af te lezen. Aax'dig is ook om een vroeg (Kubis tisch!) werk van de surrealist pur sang te zien en ook een bijna abstract werk ('Vier vissersvrouwen uit Cadaques'). Van Tapies is 'Blauw met twee kruizen' uit 1980 opgenomen en dat is een zegen. Het is een van de sterkste werken op deze tentoon stelling. De Catalaan geeft hiermee aan niet alleen met okex^, gelen, gebrande sienna's of andere aardtinten adembenemend werk te kunnen maken. Het blauw is van een inten siteit waar Yves Klein jaloers op zou zijn ge weest. De compositie is - op het angstige af - welhaast perfect en dwingt je om meei'dere malen te kijken. De doeken van de sympa thieke kunstenaar barsten van de energie, zijn luidruchtig en stil tegelijk. Het zijn ex ponenten van gevisualiseerde poëzie. De revelatie van deze tentoonstelling is Luis Fernandez (1900-1973). Tijdens zijn leven geniet hij niet of nauwelijks bekendheid, zijn eerste tentoonstelling krijgt hij als hij vijftig jaar is, in Parijs. De laatste tijd is hij herontdekt. Terecht, want zijn kleine doe ken maken diepe indi'uk. Werkend op een manier die herinneringen opi'oept aan de verstilde schilderijen van Morandi, pen seelt Fernandéz in een prachtig handschrift onder meer 'Dierenkop met appels' en 'Stil leven met mes'. Het zijn stillevens die op de een of andere manier Spaans aandoen, maar in hun uitwerking een universeel karakter hebben. Het olievexd 'Schedel' uit 1958 past in deze sti-enge, sobere en buitengewoon sterke schilderswijze. Het is een melancho liek werk - zeker - maar ook een doek dat staat voor een bijna bovennatuurlijke kracht. Het zou prachtig zijn om deze werken te zien naast de doeken van Tapies uit de jaren zeventig. Bijna als vanzelf zou dan de icono grafie van de Spaanse kunst uit de tijd een meei-waarde krijgen en zou, evenzeer als vanzelf, de geur van het Catalaanse/Spaan se land worden opgeroepen. Maar helaas: de strenge indeling van deze tentoonstelling laat-dergelijke combinaties niet toe. Rob Schoonen Tentoonstelling: Van Picasso tot Tapies, Hoogte punten uit de Spaanse kunst in de twintigste eeuw uit de collectie van het Reina Sofia museum in Madrid - Gemeentemuseum Den Haag, tot 18 maart 2002. Open: di-zo van 11-17 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 23