Appel van eigen erf smaakt
Kwal is de schrik van iedere badgast
27
28
28
29
31
Fruitrassen
van weleer
herontdekt
weerwoord
Boek over
Zeeuwse
Deltawateren
Belfort
blijft trots
van Sluis
Borsels
boerenleven
in beeld
Fries gedicht
vertaald in
het Zeeuws
bijzonder blauw
M"
PZC
woensdag 24 oktober 2001
De Stichting Land
schapsbeheer Zeeland
(SLZ) gaat oude fruitrassen
in de schijnwerpers zetten.
Zaterdag 27 oktober wordt
in het Fruitteeltmuseum te
Kapelle een themamiddag
gehouden. Mensen kunnen
aan deskundigen het eigen
fruit laten zien en op naam
laten brengen (toch leuk te
weten dat die vreemde appel
een echte zure hondsmuil is).
Er is een tentoonstelling over
oude fruitrassen, boeken
over fruit en fruitrecepten
zijn in te zien, er kan fruit ge
worden proef d en er wordt
een diaserie vertoond. Het is
de eerste keer dat SLZ sa
men met het museum een
dergelijke themabijeen
komst organiseert. Dat heeft
te maken met de toenemende
belangstelling voor oude
(Zeeuwse) fruitrassen.
Tot ver in de vorige eeuw be
schikten veel boerenbedrij
ven over een eigen boomgaard.
Er stonden allemaal hoogstam-
vruchtbomen, die trouwens ook
als leibomen of laanbeplanting
werden benut. De huisboom
gaarden raakten in de versuk
keling, mede door de opkomst
van aparte fruitteeltbedrijven
Daar werden lagere boomtypen
gebruikt en de hoogstambomen
verdwenen steeds meer uit
beeld. Hierdoor dreigden ook de
traditionele fruitrassen, zoals
kleipeer, juttepeer en sterappel,
teloor te gaan.
Stichting Landschapsbeheer
Zeeland probeert al langere tijd
de hoogstamvruchtbomen in ere
te herstellen. Niet meer in pro
ductie-boomgaarden, maar als
vanouds op boerenerven en
vooral ook in particuliere tui
nen. Daarbij zit het tij mee: er is
weer een bescheiden vraag naar
de oude rassen en smaken, en
naar gezonder, liefst onbespo
ten fruit. De SLZ bemiddelt bij
de aanschaf van oude rassen en
met succes. Afgelopen jaren zijn
er in Zeeland ruim tienduizend
nieuwe hoogstamvruchtbomen
geplant. De boom is terug van
(bijna) weggeweest.
Sieraad
Die ontwikkeling is zeer tot ge
noegen van SLZ-medewerker
Sandra Dobbelaar. Ze wijst er
op dat de hoogstamvruchtbo
men zowel ecologisch als land
schappelijk van bijzondere
waarde zijn. De imposante bo
men, die tijdens de bloei een
feestelijke gloed uitstralen, zijn
een sieraad in het landschap,
veel beeldbepalender dan de ei
gentijdse lage boompjes. Een
oude hoogstamboom beschikt
over holtes waarin vogels kun
nen nestelen. Op de horizontale
takken en schors groeien mos
sen, waarin allerlei beestjes
kruipen die weer vogels aan
trekken. „Met veel hoogstam-
men bij elkaar krijg je een leef
gebied voor veel meer planten
en dieren dan in een moderne
Notarisappel
boomgaard", zegt Dobbelaar.
De hoogstamvruchtbomen pro
duceren fruit dat in de winkel
schappen nauwelijks te vinden
is. Het ruikt lekkerder en
smaakt beter dan het doorsnee
assortiment, dat hangt samen
met de behandelwijze. SLZ pro
pageert bespuitingen achterwe
ge te laten, ook al omdat de oude
rassen beterbestand zijn tegen
ziekten en plagen dan de huidi
ge soorten. Bovendien mag er in
een sterappel, een ermgaard,
een james grieve, een rode van
boskoop (appels), een gieser
wildeman of een sint-remy (pe
ren) best wel eens een worm
gaatje of een deukje zitten. Wie
daar niet tegen kan, moet zich
gewoon niet aan de aloude ras
sen wagen.
Bij de Stichting Landschapsbe
heer hebben ze ervaren dat veel
mensen niet precies weten wei-
Mispel
ke appel- of perensoort ze heb
ben staan.
„Ze willen er graag een naam bij
hebben. Voor ons is het vaak een
hele puzzel om dat uit te zoe
ken", vertelt Sandra Dobbelaar.
„We horen wel van oudere men
sen: we hebben roodkokertj es of
eierpruimen. Dat zijn dan na
men uit de volksmond en dan
weet je nog niet de juiste naam.
Het is moeilijk mensen te vinden
die er wat vanaf weten. Daarom
hebben we het idee opgevat om
de themamiddag te organiseren,
om echt aandacht te kunnen
schenken aan de oude rassen."
Assortiment
Dobbelaar heeft inmiddels een
aardig assortiment aan oude
rassen van de nieuwe oogst ver
zameld, waaronder de geurige
notarisappel ('ik weet niet
waarom die zo genoemd is'), de
Is Sint-Crispiaan
klaar, snel is
de winter daar
(St-Crispijn is 25 oktober
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC, postbus IS.
4380 AA, Vlissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en-
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-maïl redactie@pzc.nl
Sterappeltje (links)Goudreinette en Rembourg de Paris (onder) kweepeer en Boskoop Bieling (boven).
foto's Peter Nicolai
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.
Het Zeedruifje en het me
loenkwalletje die niet zo
lang geleden in deze rubriek be
schreven zijn, zijn in feite geen
echte kwallen. Echte kwallen
bezitten namelijk netelcellen,
en die ontbreken bij de genoem
de soorten. In Zeeland komen
zes verschillende soorten echte
kwallen voor. Ze vormen de
schrik van de badgasten. Een
'kwallenbeet' is geen pretje en
een enkele keer is het nodig om
naar de dokter te gaan.
Echt gevaarlijk zijn onze in
landse kwallen echter niet, hoe
wel een enkele keer voorkomt
dat een slachtoffer bewusteloos
wordt. In tropische zeeën is dat
heel anders. Daar leven vier
kantige kwallen die bekend
staan als zeewespen. Hun steek
is buitengewoon pijnlijk en kan
binnen enkele minuten de dood
veroorzaken. Steek of beet zijn
eigenlijk allebei foutieve ter
men voor de onzachtzinnige
confrontatie met een kwal. Het
kwallengif komt vrij als iets of
iemand de tentakels aanraakt.
Die tentakels, die in de regel on
der het schijfvormige lichaam
naar beneden hangen, zijn bezet
met netelcellen. Daarin bevindt
zich een vergif, dat normaal ge
bruikt wordt om prooien, zoals
kleine vissen en andere water
dieren, te verlammen. De aan
raking met zwemmers en bad
gasten vindt veelal toevallig
plaats, zodat je het kunt verge
lijken met het prikken van een
brandnetel. Kwallen bewegen
zich voort door met hun schijf of
De blauwe haarkwal
scherm samentrekkende bewe
gingen te maken, als een para
plu die ontvouwd en weer inge
klapt wordt.
Sommige kwallen veroorzaken
bij mensen, ondanks het bezit
van netelcellen, geen irritatie.
Het geldt bijvoorbeeld voor de
zeepaddestoel, die tot ongeveer
een halve meter in doorsnee kan
worden. De zeepaddestoel leeft
van plankton, dat met het
ademhalingswater naar binnen
wordt gezogen. De zeepadde
stoel heeft een opvallend bol
rond lichaam en is verder van
andere soorten te onderschei
den doordat tentakels langs de
rand van de schijf ontbreken.
Zeepaddestoelen verschijnen in
de herfst vaak met vele tegelijk.
Dergelijke invasies zijn afhan
kelijk van verschillende facto
ren, zoals stroming, watertem
peratuur en windrichting.
Kwallen die op de oever belan
den, zijn altijd ten dode opge
schreven. Ze kunnen zich niet
voortbewegen en drogen boven
dien binnen de kortste keren uit.
Het lichaam van een kwal be
staat voor meer dan 95 procent
uit water en van een kwal die
een paar uur op het droge heeft
gelegen, is vrijwel niets meer
over.
Kwallen kennen een zogenaam
de generatiewisseling. De jon
gen van een kwal zijn vastzit
tende poliepen die in de verte
wel wat doen denken aan ver
wanten als bloemdieren en hyd-
roidpoliepen. Vrouwelijke
kwallen worden bevrucht via de
voedselopname. Het sperma
van de mannetjes wordt vrij in
het water geloosd en bij het fil
teren van voedsel komt het in
het lichaam van de vrouwelijke
kwallen terecht.
Haarkwallen behoren tot de
meest voorkomende kwallen op
onze kust. Er zijn twee soorten
die algemeen voorkomen, de ro
de (of bruine) haarkwal en de
blauwe haarkwal. De naam
haarkwal is te danken aan de
lange tentakels die rondom aan
de schijf naar beneden hangen.
Ze zijn ingeplant in acht groe
pen en langs de rand van de
schijf zijn zestien lobben te on
derscheiden. Haarkwallen zijn
niet zonder meer aan hun kleur
te herkennen. Een blauwig ex
emplaar is vrijwel zeker een
blauwe haarkwal, maar van de
ze soort bestaat ook een geel
achtige vorm die sprekend op de
rode haarkwal kan lijken. Juist
omdat er nogal eens verwarring
optreedt, is het niet helemaal
zeker hoe vaak de rode haar
kwal voorkomt, maar veronder
steld wordt dat deze zeldzaam
is.
Tamelijk algemeen is in ieder
geval de kompaskwal. Net als de
zeepaddestoel treedt ook deze
soort vaak invasiegewijs op. De
schijf (scherm) heeft een bruin
randje met dikwijls vooral bij de
wat grotere exemplaren een
aantal lichte, naar binnen ge
richte v-figuren, als de roos van
een kompas.
De oorkwal tot slot wordt zo ge
noemd om de vier hoefijzervor
mige vlekken op het midden van
de schijf. Het zijn de maaglob
ben van het dier. De oorkwal is
een algemene soort, die makke
lijk van andere soorten te onder
scheiden is door de afgeplatte
vorm en de talloze korte tenta
kels langs de rand van het
scherm. Ook dit is weer een vol
strekt onschuldige soort die bij
mensen vrijwel nooit irritatie
veroorzaakt.
Chiel Jacobusse
foto Dirk-Jan Gjeltema
Het snoeien van hoogstambomen bij de Hollandse Hoeve in Goes.
goudreinette en diverse peren.
Die zijn in het Fruitteeltmuse
um te bewonderen. Het is lang
niet gelukt van alle bestaande
oude rassen exemplaren te vin
den. Zo levérde de zurë honds
muil, waarvan maar enkele bo
men bekend zijn, dit jaar geen
vruchten op. Wel is er de kwee
peer (die ook in appelvorm
voorkomt), een vrucht met een
geur die tot happen noodt, maar
alleen geschikt is om te koken en
er sap van te betrekken.
De SLZ beperkt zich niet
tot het aandacht vra
gen voor de oude ras
sen (behalve appels
en peren ook prui
men, kersen, walnoten en mis
pels) en de daarbij behorende
aanplant van hoogstambomen.
Het is de bedoeling dat de bo
men lang meegaan, waarbij de
fruitproductie in feite op de
tweede plaats komt. Het gaat
vooral om landschap en natuur
en als er dan ook nog geoogst
kan worden, is dat mooi meege
nomen. Voor het begeleiden van
aanplant en onderhoud van
de hoogstamfruit-
bomen worden regelmatig cur-
sussen gehouden, waarbij ook
snoei van jonge en oude bomen
wordt geoefend.
Rinus Antonisse
Themadag oude fruitrassen. Za
terdag 27 oktober van 13.00-
17.00 uur, Fruitteeltmuseum,
Biezelingseweg 10, Kapelle.