Schoonheid zit 'm in uitstraling
PZC
Vrouwen zien steeds Aanpak rugpijn blijkt succes
meer op tegen de
pijn bij de bevalling
Iedere dag een
half uur bewegen
is al voldoende
12
Andries Molenaar schrijft boek over plastische chirurgie
Camera in strijd tegen borstkanker
Groot gezin verkleint kans allergie
Levertransplantatie levende donor
Patiënt met dwarslaesie leert lopen
maandag 22 oktober 2001
door Anne Marie van der Kolk
OOSTERBEEK - Een prachtig
vak vindt hij het nog steeds. Al
zijn de, zoals hij het noemt,
randverschijnselen hem in de
loop der jaren steeds meer gaan
tegenstaan. Andries Molenaar
(66), plastisch en esthetisch chi
rurg: „Het vak heeft een slechte
naam gekregen en dat is jam
mer. Want wat is er mooier dan
mensen te herstellen zodat ze
blij de deur uitlopen?"
Mensen zijn anders tegen het ui
terlijk gaan aankijken, consta
teert hij. Hij ziet het op tv. Jonge
meiden die in muziekclips op
MTV als kloontj es naast elkaar
dansen. „Het straalt geilheid
uit, geen schoonheid, dat is to
taal iets anders. Het is een een
heidsworst geworden. Iedereen
wil er hetzelfde uitzien. Uiter
lijk is belangrijk maar schoon
heid wordt ook bepaald door ie
mands warmte, intelligentie en
uitstraling. Dat vergeten jonge
mensen."
Vandaar de titel van zijn on
langs verschenen boek Uiterlij
ke schoonheid, een mythe, zin
en onzin van plastische chirur
gie. Daarin beschrijft hij zijn
persoonlijke geschiedenis in het
vak en de veranderingen die hij
heeft opgemerkt.
Afwijkingen
Allereerst de misvatting vol
gens Molenaar dat plastische
chirurgie alleen vrouwen be
treft die van hun wallen en over
tollig vet op de heupen af willen.
Het merendeel van zijn patiën
ten (hij werkt tot eind dit jaar
nog een dag in de week in de pri-
vé-kliniek Klein Rosendael in
Rozendaal) betreft mensen met
aangeboren afwijkingen: ver
groeide vingers, hazenlip, ver
minkingen na een ongeval,
brandwonden, huidtumoren.
Slechts een klein deel klopt bij
hem aan voor een te grote neus,
een teveel aan borsten of een te
slappe huid.
En toch, er is iets veranderd,
blikt hij terug in de 'zondagse
kamer' van zijn witte villa met
uitzicht op een Oosterbeekse
bostuin. „Tot de tweede helft
van de jaren tachtig wilden
mensen er normaal uitzien. Dus
geen heksenneus of wallen.
Eind tachtiger j aren veranderde
dat. Vanaf die tijd willen men
sen 'supernormaal' zijn. De lip
pen moeten vol, de borsten
groot, het lijf zonder een gram
metje vet. Het valt me op dat
vooral jonge mensen vinden dat
ze daar recht op hebben. Ik zeg
altijd: het is een voorrecht als je
er mooi, volgens de norm, uit
ziet. Dat veeleisende van tegen
woordig, dat stoort me. De me
dia spelen daarin een grote rol
vind ik. En natuurlijk de artsen
hè die hieraan meedoen."
Want je moet ze de kost geven,
de plastisch chirurgen die uit
gaan van 'u vraagt, wij draaien'.
Ontzagwekkende borsten a la
Lolo Ferrari? 'n Snelle liposuc-
tie of het wegwerken van
lachrimpeltjes in de lunchpauze
van je werk? Het doet het imago
van het vak geen goed, betreurt
Molenaar. „Iemand die weinig
zelfvertrouwen heeft kan nog
zoveel in het lijf laten snijden,
het helpt niet. Een goede plas
tisch chirurg moet daarop wij
zen." Het gebeurt niet altijd,
constateert hij.
Intake
Molenaar hecht aan het intake
gesprek met zijn patiënt, zegt
hij. Dat duurt minstens een half
uur waarin hij probeert uit te
vissen wat de achtergrond van
de vraag isWil een vrouw grote
re borsten om haar relatie te
redden? Omdat haar man het
wil? Omdat ze dénkt dat haar
man het wil? Hij vindt het alle
maal geen reële gronden en dat
zou hij ze ook vriendelijk maar
beslist duidelijk maken. „Die
intakes doe ik zelf. Ik wil weten
waarom iemand bij me komt. Ik
ken artsen die dat overlaten aan
een assistent. De chirurg ziet
zijn patiënt pas op de operatie
tafel. Dat vind ik onbegrijpe
lijk."
Hij geeft een praktijkvoorbeeld.
Een vrouw van 75 komt om een
facelift. Ze vertelt dat ze bloed-
verdunners gebruikt maar, zegt
ze, dat is haar zaak. Molenaar:
.Helemaal niet, zei ik, dat is ook
mijn zaak. Voor de operatie
moest ze stoppen met die medi
cijnen en dat zou teveel risico
opleveren. Ik weigerde haar te
helpen. Ze werd gelift door een
collega die er blijkbaar niet zo'n
moeite mee had. Later hoorde ik
Plastisch chirurg Andries Molenaar voert een ooglidcorrectie uit.
dat ze op de intensive care was
terechtgekomen.
Nee, het vak is er niet veiliger op
geworden. „Iedereen mag luk
raak adviezen geven. Soms
wordt er met de gezondheid van
mensen gespeeld. De inspectie
heeft te weinig in handen om dit
soort praktijken aan te pak
ken."
Lippen spuiten bij die jonge
meiden is ook zoiets. Doet hij
niet aan mee. „Ik heb er teveel
problemen mee gezien. Infec
ties, ontstekingen, dat soort
dingen." Helemaal kwalijk
vindt hij de praktijk van enke
len in het vak om zogeheten 'fil
lers' van donorweefsel te ge
bruiken om lippen te vullen.
„Daarvoor hebben mensen zich
niet als donor beschikbaar ge
steld." Liever gebruikt hij li
chaamseigen materiaal, bij
voorbeeld om bij oudere dames
de bovenlip te opereren. „Die
wordt bij vrouwen wat dun als
de leef tijd stijgt. Inspuiten heeft
als risico dat de bovenlip nogal
eens ongevoelig blijft of asym
metrisch wordt." Een zaken
vrouw van veertig die overtollig
vet of wallen kwijt wil omdat ze
foto Hans Broekhuizen/GPD
baalt van alle vooroordelen -
'die is vast aan de drank' - vindt
Molenaar daarentegen wel ope
rabel. Net als de vrouw die rug
klachten kreeg als gevolg van
haar zware boezem. Ouders die
hun kind met flaporen bij hem
brengen, stuurt hij terug.
„Wacht maar tot uw kind ouder
is en zelf aangeeft dat hij er last
van heeft, zeg ik dan." GPD
LONDEN - Een zeer kleine camera kan een revolutionaire
doorbraak betekenen bij de behandeling van borstkanker.
Met deze camera krijgen artsen een beeld van binnenuit en is
de kanker beter te behandelen, zeggen Britse onderzoekers.
Het gaat om een camera die zo groot is als een paar mensenha
ren dik. Hij wordt door de tepel naar binnen gebracht enzendt
beelden van de melkklieren in de borst naar een televisie
scherm.
Borstkanker, waaraan jaarlijks miljoenen vrouwen sterven
ontwikkelt zich meestal met veranderingen in de cellen van
de melkklieren. Het kan vervolgens jaren duren voordat een
knobbeltje of een tumor ontstaat.
„Deze procedure kan bij dragen aan een revolutionaire nieu
we benadering' in het gevecht tegen borstkanker. In de ko
mende drie, vier jaar is het wellicht mogelijk een aantal geval
len te voorkomen", aldus N. Beechey-Newman, arts aan het
Guy's Ziekenhuis in Londen.RTR
GRONINGEN - Iemand met veel oudere broers en zussen
heeft een kleinere kans op allergie. Dat blijkt, uit het promo
tieonderzoek van G. Koppelman aan de Rijksuniversiteit
Groningen (RuG). Hij spoorde een aantal erfelijke oorzaken
op van astma en allergie en onderzocht hoe die samenwerken
met omgevingsfactoren, zoals de hoeveelheid broers en zus
sen.
Koppelman zocht bij tweehonderd astmapatiënten en hun
partners en kinderen naar kenmerken van allergie. Die blij
ken in grote gezinnen minder vaak voor te komen. De onder
zoeker vermoedt dat dit komt doordat de jongere kinderen in
grote gezinnen meer infecties doormaken en daardoor minder
gevoelig worden voor allergie.
Het is de eerste keer dat dit fenomeen is aangetoond onder er
felijk belaste families. ANP
GRONINGEN - Binnenkort zullen levende Nederlanders een
deel van hun lever afstaan voor donatie. Dit verwacht de Gro
ningse leverschirurg M. SlooffDe transplantatie is niet zon
der risico. Eén op de tweehonderd tot één op de vijftig dono
ren kan door de ingreep overlijden.
Volgens Slooff zijn de operaties toch nodig. Het tekort aanle-
vers voor transplantatie neemt toe. De arts gaat ervan uit dat
vooral familieleden van leverpatiënten hun lever willen af
staan.
De Gezondheidsraad brengt binnenkort een advies uit over
maatregelen die het tekort aan organen voor transplantatie
moet verkleinen. Dit advies wordt begin volgend jaar ver
wacht. Levertransplantatie met levende donoren wordt in
andere landen, zoals Duitsland en Japan, al toegepast. De ri
sico's van de transplantatie worden kleiner naarmate de ont
vanger jonger is.ANP
UTRECHT - Patiënten met een incomplete dwarslaesie blij
ken na intensief oefenen toch weer te kunnen leren lopen. Dat
kan door het ruggenmerg dat nog intact is gebleven, te stimu
leren op een loopband. Door deze prikkels gaan patiënten op
nieuw loopbewegingen maken, zo hebben onderzoekers van
het Universitair Medisch Centrum Utrecht ontdekt.
Aan het onderzoek deden drie patiënten mee met een incom
plete dwarslaesie die waren uitgerevalideerd. Dwarslaesie is
een onderbreking van het zenuwweefsel in het ruggenmerg
waardoor onder die plek verlamming en gevoelloosheid ont
staat. Hoewel het een zeer beperkte onderzoeksgroep is, vindt
het. UMCU de resultaten toch opmerkelijk en eenduidig ge
noeg om ze naar buiten te brengen. ANP
door Anne Velthausz
LEIDEN - Pijn hoort bij een be
valling, zo vindt de overgrote
meerderheid van de vrouwen in
ons land. Toch klinkt meer en
meer de vraag om pijnbestrij
ding. De ruggenprik ja of nee:
vrouwen willen er in elk geval
zélf over beslissen.
In Amerika is pijnloos bevallen
heel normaal. Meer dan de helft
van de vrouwen kiest voordat ze
hun baby krijgen voor de rug
genprik. De meeste Nederland
se vrouwen zijn daar absoluut
geen' voorstander van. Ruim
tachtig procent van de zwange
re vrouwen vindt pijn bij de
bevalling een normaal ver
schijnsel, zo blijkt uit een groot
scheeps onderzoek van het
maandblad Kinderen.
Is bevallen een natuurlijke ge
beurtenis die nu eenmaal pijn
doet, of is het humaner als vrou
wen worden verdoofd?, zo luid
de de vraag. In totaal 6500 vrou
wen en ruim 600 gynaecologen
en verloskundigen gaven hun
mening.
Uit het onderzoek blijkt dat
vrouwen steeds meer opzien te
gen de bevalling. De vraag naar
pijnbestrijding neemt dan ook
toe. Vrouwen willen daar echter
zelf over beslissen. Ze willen
niet afhankelijk zijn van de me
ning van verloskundige of gy
naecoloog, maar zelf bepalen of
ze de pijn nog kunnen verdra
gen. „Iedereen heeft een andere
pijngrens", zegt een van de
vrouwen in het onderzoek. „Al
leen als de pijn echt niet draag
lijk is, moet de arts of verlos
kundige inspringen", zo 'luidt
een reactie.
Onduidelijk
Over pijnbestrijding bestaat
overigens nog veel onduidelijk
heid. Zo blijkt dat veel vrouwen
niet goed weten wat er mogelijk
is. Maar liefst 57 procent weet
vooraf niet of ze 'iets' tegen de
pijn krijgt als ze er tijdens de be
valling om vraagt.
De deskundigen zijn overigens
verdeeld over pijnbestrijding.
Van de gynaecologen denkt 91
procent er positief over. Van de
verloskundigen slechts veertig
procent. Bijna een kwart is er
niet enthousiast over. Het komt,
zo wordt verondersteld, door
dat gynaecologen vaker de meer
gecompliceerde bevallingen be
geleiden. Bijna negen van de
tien ondervraagde verloskundi
gen zijn overigens wel bereid om
een vrouw die om pijnbestrij
ding vraagt door te sturen naar
het ziekenhuis. Want dat is de
plek waar pij nbestrij ding wordt
toegepast.
Op dit moment krijgen vier van
de tien vrouwen die in het zie
kenhuis bevallen iets tegen de
pijn. Slechts vier procent bevalt
helemaal pijnloos, met behulp
van de ruggenprik. Het is de be
kendste vorm van pijnbestrij
ding. De meest gebruikte vorm
van pijnbestrijding is echter een
inj ectie met pethidine of een an
dere morfinepreparaat. Daar
mee worden alleen de scherpe
kantjes van de pijn weggeno
men.
Nadelen
Centraal in de discussie over
pijnbestrijding staat de vraag
wat de nadelen zijn. Zwangere
vrouwen zelf zijn met name
bang dat ze de bevalling minder
bewust meemaken. Verloskun
digen en gynaecologen zien de
verhoogde kans op een kunst
verlossing en de kans op een
bloeddrukdaling (bij een
ruggenprik) als grootste nade
len.
Pijnbestrijding is een groot goed
als de bevalling tegenzit en het
medisch nodig is, reageert ver
loskundige Marian van Huis,
voorzitter van de Koninklijke
Nederlandse organisatie van
Verloskundigen op de uitslag
van het onderzoek. „Wat me
vooral opvalt is dat Nederland
se vrouwen nuchter zijn en te
vreden met het typisch Neder
landse systeem van 'zorg op
maat'. Als je een gezonde zwan
gerschap hebt, ga je naar de ver
loskundige en beval je thuis. Is
er iets aan de hand dan word je
doorverwezen naar de gynaeco
logen en beval je in het zieken
huis."
Rudolf Stienstra, chef de clini-
que anesthesiologie van het
Leids Universitair Medisch
Centrum, constateert dat pijn
bestrijding bij bevallingen nog
altijd een taboe is. Zelf is hij er
voorstander van om vrouwen de
zekerheid te geven dat ze een
ruggenprik kunnen krijgen als
ze dat willen.
„Veel vrouwen beschouwen be
vallen als de ergste pijn in hun
leven. Alleen al de gedachte dat
een vrouw tijdens de bevalling
iets kan krijgen tegen de pijn,
geeft reeds rust. Als ik nu een
ruggenprik plaats, excuseren de
vrouwen zich vaak tussen de
weeën door. Ze hebben het ge
voel dat ze falen."GPD
doorHenkden Ridder
Cijfers liegen niet. Het gezag
hebbende Nederlands Tijd
schrift voor de Geneeskunde
publiceerde de resultaten van
een onderzoek naar de effectivi
teit van de Rug AdviesCentra in
ons land. In 1996 keerden 143
mensen, die langdurig op het
werk verzuimden, begeleid te
rug naar het werk. Na een half
jaar had 87 procent van de pati
ënten het werk volledig hervat.
Die resultaten waren drie jaar
later nog zo. En dat terwijl voor
heen slechts tien procent van de
mensen met chronische rugpijn
kon worden geholpen.
Als orthopedisch chirurg erger
de Pieter Frans van Akkervee-
ken zich in de jaren tachtig aan
de resultaten die hij behaalde.
Tientallen mensen met chroni
sche rug- en nekklachten raad
pleegden hem, maar hij had
slechts tien procent van zijn pa
tiënten echt iets te bieden. Pro
gramma's, oefeningen en pillen
haalden veel uit, maar maakten
geen definitief einde aan de
klachten.
Rugpijn levert vaak een zogehe
ten aspecifieke diagnose op, wat
inhoudt dat de onderzoekende
arts geen lichamelij ke ziekten of
afwijkingen kan constateren.
Toch zijn wetenschappers het
met elkaar eens dat de pijn-
klachten niet zijn ingebeeld of
slechts 'tussen de oren' zitten.
Dat was ook het uitgangspunt
van W. Fordyce in Seattle, Was
hington in de Verenigde Staten.
Hij bestudeerde chronische pij
nen die niet worden veroorzaakt
door een aanwijsbare ziekte of
afwijking. Fordyce bestudeerde
pijn als een vorm van gedrag.
Hij paste de wetten die gelden
voor het menselijk gedrag, toe
op chronische pijn.
Fordyce ging chronische pijn als
gedragsvorm zien. Pijn als li
chamelijk proces, waarbij emo
ties en gedachten een rol spelen.
Zoals iemand die zonder aanlei
ding rugpijn krijgt. In bijna ne
gentig procent van de gevallen
gaat de rugpijn vanzelf over.
Omdat de meeste mensen weten
dat rugpijn wel weer overgaat.
De resterende tien procent blijft
tobben. En dan kunnen vreselij
ke gedachten gaan ontstaan:
'Mijn buurman had ook rugpijn
en die zit nu in de WAO! Ik kom
er nooit meer van af.
Krampachtig
Dan neemt de kans op chroni
sche pijn al toe, legt Pieter van
Akkerveeken (59), oprichter en
directeur van de Rug Advies-
Centra uit. Hij en zijn vrouw, de
psychologe Netty Versloot,
Pieter van Akkerveeken van de Rug AdviesCentra: „Als je de pijn
wilt wegnemen, dan moet je de gedachtegang van de patiënt aan
pakken." foto Peter Arno Broer/GPD
maakten veel reizen en legden
veel contacten. Bovendien zat
Van Akkerveeken in de redactie
van toonaangevende tijdschrift
Spine. Ze maakten kennis met
de visie van Fordyce.
„Als iemand met rugpijn van die
angstaanjagende gedachten
krijgt, dan ontstaat pijnvermij-
dend gedrag. Om de pijn te ver
mijden gaat hij voorzichtig en
krampachtig bewegen. Hij staat
bijvoorbeeld moeilijk op uit zijn
stoel. Hij leert onbewust en au
tomatisch een nieuw bewe
gingspatroon aan", leert Van
Akkerveeken. „De pijn wordt
chronisch. Als je dus de pijn wilt
wegnemen, dan moet je de ge
dachtegang van de patiënt aan
pakken."
Regels
Hij wilde deze zogeheten cogni
tieve gedragsmatige benade
ring van Fordyce toepassen,
maar kreeg er in het ziekenhuis
waar hij als orthopedisch chi
rurg werkte, het Dr. Matthijssen
in Utrecht (thans het Centraal
Militair Hospitaal), geen kans
voor. Strakke wetten en regels
beletten dat in de jaren tachtig.
Dus begon hij met zijn vrouw in
1989 het eerste Rug Adviescen
trum. Niet voor patiënten van
huisartsen, want die worden
met rugklachten zelden door
verwezen. Van Akkerveeken
haalde zijn ''klanten' bij be
drijfsartsen, verzekeringsart
sen en medische adviseurs. Het
doel van het Rug Adviescen
trum is niet mensen genezen,
maar mensen terug begeleiden
naar het arbeidsproces, een ein
de maken aan het meestal al
lange arbeidsverzuim.
Om uit te leggen hoe het werkt,
pakt dr. Van Akkerveeken er een
tweede, veelvoorkomende chro
nische pijn bij: RSI, Repetitive
Strain Injury. Een chronische
pijn in hand, arm en nek zonder
aanwijsbare ziekte of afwij
king. Zoals de muisarm.
„Mensen denken dat RSI ont
staat door herhaalde bewegin
gen. Maar er zijn genoeg mensen
die tien uur per dag achter de pc
zitten zonder RSI-klachten te
krijgen. Als het alleen de her
haalde beweging alleen zou
zijn, dan zou iedereen RSI moe
ten krijgen"legt Van Akkervee
ken uit.
Niet alleen de herhaalde bewe
ging speelt een rol, ook psycho
sociale factoren (onbewuste
mentale spanning) zijn van in
vloed. Wordt de werkhouding
van de patiënt krampachtig,
dan zijn alle factoren aanwezig
om RSI op te lopen.
Door mentale spanning ont
staat een verhoogde spieractivi
teit, waardoor de spieren, mede
door de herhaalde bewegingen,
snel vermoeid en overbelast
kunnen raken.
Werkdruk
Het Rug Adviescentrum palet
RSI dan ook multidisciplinair
aan. Van Akkerveeken: „We
pakken de persoonlijke effecti
viteit aan. Zoals werkdruk.
Druk ontstaat pas als er tegen
druk is. Werkdruk is de resul
tante van de hoeveelheid werk
die op je afkomt en de hoeveel
heid werk die je aankunt. Als ie
mand beter met werkbelasting
kan omgaan, zal hij geen span
ning voelen en zullen herhaalde
bewegingen niet tot klachten
leiden." En zo pakken de teams
van de veertien bestaande Rug
AdviesCentra alle aspecten van
chronische pijn geïntegreerd
aan.
De aanpak werkt, zo blijkt uit
het artikel in het Nederlands
Tijdschrift voor de Geneeskun
de. Van Akkerveeken wil nu ver
der. Hij verwacht binnen enkele
jaren aan iedereen die lang ver
zuimt, een effectief programma
te kunnen bieden. Binnenkort
opent Van Akkerveeken nog vijf
Rug AdviesCentra.GPD
door Christine Dingemanse
Bewegen is onontbeerlijk
voor een goede gezond
heid. Voor 55-plussers is be
weging minstens zo belang
rijk als voor iedere andere
Nederlander. Uit onderzoek
blijkt dat 22 procent van de
Zeeuwse senioren niet aan
sportbeoefening doet en dat
meer dan de helft van de 55-
plussers onvoldoende be
weegt.
Regelmatig bewegen heeft
een positieve invloed op de
gezondheid. Het verbetert de
conditie en het uithoudings
vermogen en vermindert de
kans op hart- en vaatziekten,
suikerziekte, hoge bloed
druk, botontkalking, darm
kanker en overgewicht.
Daarnaast houdt lichaams
beweging spieren, botten en
gewrichten gezond.
Voor een positief effect op de
gezondheid is dagelijks der
tig minuten matig intensief
lichamelijk actief zijn al vol
doende. Voormensen die he
lemaal niet actief zijn geldt
'beter iets dan niets' en is ie
dere lichaamsbeweging mee
genomen.
Inspanning
Bewegen kan op veel manie
ren, u kimt bijvoorbeeld lid
worden van een sportvereni
ging. Maar fietsen, wande
len, tuinieren, dansen en
huishoudelijk werk is ook
beweging. Wanneer u meer
wilt gaan bewegen is er altij d
wel een activiteit te vinden
die u leuk vindt en die bij u
past. Het half uur bewegen
hoeft niet aaneengesloten
plaats te vinden, maar mag
ook verdeeld worden in drie
keer tien minuten of zelfs in
zes keer vijf minuten. Het
moet wel enige inspanning
kosten. Stap dus stevig door
bij het wandelen. Ook is het
belangrijk dat activiteiten
rustig worden opgebouwd.
Begin bijvoorbeeld met vijf
of tien minuten wandelen per
dag en voeg daar elke week
dan vijf minuten aan toe.
Het kan gezellig en motive
rend zijn om samen te bewe
gen. Stichtingen Welzijn
voor Ouderen, sportveren-
gingen, ouderenbonden,
buurthuizen en zwembaden
organiseren regelmatig be
wegingsactiviteiten voor 55-
plussers. In veel Zeeuwse ge
meenten zijn ook GALM-
groepen actief. GALM staat
voor Gezond Actief Leven
Model. Iedere GALM-groep
start met een fittest die een
beeld geeft van uw lichame
lijke conditie. Aansluitend
hierop vindt een twaalf we
ken durend bewegingspro
gramma plaats, waarin deel
nemers kennis kunnen
maken met verschillende
vormen van sport, zoals bad
minton, gymnastiek, fietsen
en zwemmen. Daarna start
een vervolgprogramma van
dertig weken. Na anderhalf
jaar volgt een tweede fittest
waaraan deelnemers kunnen
afmeten of hun conditie is
verbeterd.
Mensen die thuis meer in be
weging willen komen, kun
nen meedoen met het televi
sieprogramma Nederland in
Beweging! dat iedere werk
dag van 9.05 tot 9.20 wordt
uitgezonden op Nederland 1.
Christine Dingemanse is
GVO-functionaris.
Wilt u meer weten over de po
sitieve effecten van beioegen
op uw gezondheid of bent u
op zoek naar tips, kijk dan op
ivww.seniorweb/nïb ofww-
w.avro.nl/bewegen.
U kunt ook contact opnemen
met de Gezondheidswijzer,
het informatie- en documen
tatiecentrum van de GGD
Zeeland, Westwal 37, Goes,
tel: 0113-249434, of per e-
mail:
gezondheidswijzer@ggdzee-
land.nl, of bij de regiovesti
gingen van de gezondheids-
wijzer: in de bibliotheek in
Vlissingen,
Spuistraat 6, Vlissingen, tel:
0118-422122 en in de
bibliotheek in Temeuzèn,
Oostkant 1, Terneuzen, tel:
0115-648411.