Schoonheid zit 'm in uitstraling PZC Vrouwen zien steeds Aanpak rugpijn blijkt succes meer op tegen de pijn bij de bevalling Iedere dag een half uur bewegen is al voldoende 12 Andries Molenaar schrijft boek over plastische chirurgie Camera in strijd tegen borstkanker Groot gezin verkleint kans allergie Levertransplantatie levende donor Patiënt met dwarslaesie leert lopen maandag 22 oktober 2001 door Anne Marie van der Kolk OOSTERBEEK - Een prachtig vak vindt hij het nog steeds. Al zijn de, zoals hij het noemt, randverschijnselen hem in de loop der jaren steeds meer gaan tegenstaan. Andries Molenaar (66), plastisch en esthetisch chi rurg: „Het vak heeft een slechte naam gekregen en dat is jam mer. Want wat is er mooier dan mensen te herstellen zodat ze blij de deur uitlopen?" Mensen zijn anders tegen het ui terlijk gaan aankijken, consta teert hijHij ziet het op tv. Jonge meiden die in muziekclips op MTV als kloontjes naast elkaar dansen. „Het straalt geilheid uit, geen schoonheid, dat is to taal iets anders. Het is een een heidsworst geworden. Iedereen wil er hetzelfde uitzien. Uiter lijk is belangrijk maar schoon heid wordt ook bepaald door ie mands warmte, intelligentie en uitstraling. Dat vergeten jonge mensen." Vandaar de titel van zijn on langs verschenen boek Uiterlij ke schoonheid, een mythe, zin en onzin van plastische chirur gie. Daarin beschrijft hij zijn persoonlijke geschiedenis in het vak en de veranderingen die hij heeft opgemerkt. Afwijkingen Allereerst de misvatting vol gens Molenaar dat plastische chirurgie alleen vrouwen be treft die van hun wallen en over tollig vet op de heupen af willen. Het merendeel van zijn patiën ten (hij werkt tot eind dit jaar nog een dag in de week in de pri- vé-kliniek Klein Rosendael in Rozendaal) betreft mensen met aangeboren afwijkingen: ver groeide vingers, hazenlip, ver minkingen na een ongeval, brandwonden, huidtumoren. Slechts een klein deel klopt bij hem aan voor een te grote neus, een teveel aan borsten of een te slappe huid. En toch, er is iets veranderd, blikt hij terug in de 'zondagse kamer' van zijn witte villa met uitzicht op een Oosterbeekse bostuin. „Tot de tweede helft van de jaren tachtig wilden mensen er normaal uitzien. Dus geen heksenneus of wallen. Eind tachtiger j aren veranderde dat. Vanaf die tijd willen men sen 'supernormaal' zijn. De lip pen moeten vol, de borsten groot, het lijf zonder éen gram metje vet. Het valt me op dat vooral jonge mensen vinden dat ze daar recht op hebben. Ik zeg altijd: het is een voorrecht als je er mooi, volgens de norm, uit ziet. Dat veeleisende van tegen woordig, dat stoort me. De me dia spelen daarin een grote rol vind ik. En natuurlijk de artsen hè die hieraan meedoen." Want je moet ze de kost geven, de plastisch chirurgen die uit gaan van 'u vraagt, wij draaien'. Ontzagwekkende borsten a la Lolo Ferrari? 'n Snelle liposuc- tie of het wegwerken van lachrimpeltjes in de lunchpauze van je werk? Het doet het imago van het vak geen goed, betreurt Molenaar. „Iemand die weinig zelfvertrouwen heeft kan nog zoveel in het lijf laten snijden, het helpt niet. Een goede plas tisch chirurg moet daarop wij zen." Het gebeurt niet altijd, constateert hij Intake Molenaar hecht aan het intake gesprek met zijn patiënt, zegt hij. Dat duurt minstens een half uur waarin hij probeert uit te vissen wat de achtergrond van de vraag is. Wil een vrouw grote re borsten om haar relatie te redden? Omdat haar man het wil? Omdat ze dénkt dat haar man het wil? Hij vindt het alle maal geen reële gronden en dat zou hij ze ook vriendelijk maar beslist duidelijk maken. „Die intakes doe ik zelf. Ik wil weten' waarom iemand bij me komt. Ik ken artsen die dat overlaten aan een assistent. De chirurg ziet zijn patiënt pas op de operatie tafel. Dat vind ik onbegrijpe lijk." Hij geeft een praktijkvoorbeeld. Een vrouw van 75 komt om een facelift. Ze vertelt dat ze bloed- verdunners gebruikt maar, zegt ze, dat is haar zaak. Molenaar: „Helemaal niet, zei ik, dat is ook mijn zaak. Voor de operatie moest ze stoppen met die medi cijnen en dat zou teveel risico opleveren. Ik weigerde haar te helpen. Ze werd gelift door een collega die er blijkbaar niet zo'n moeite mee had. Later hoorde ik Plastisch chirurg Andries Molenaar voert een ooglidcorrectie uit. dat ze op de intensive care was terechtgekomen. Nee, het vak is er niet veiliger op geworden. „Iedereen mag luk raak adviezen geven. Soms wordt er met de gezondheid van mensen gespeeld. De inspectie heeft te weinig in handen om dit soort praktijken aan te pak ken." Lippen spuiten bij die jonge meiden is ook zoiets. Doet hij niet aan mee. „Ik heb er teveel problemen mee gezien. Infec ties, ontstekingen, dat soort dingen." Helemaal kwalijk vindt hij de praktijk van enke len in het vak om zogeheten 'fil lers' van donorweefsel te ge bruiken om lippen te vullen. „Daarvoor hebben mensen zich niet als donor beschikbaar ge steld." Liever gebruikt hij li chaamseigen materiaal, bij voorbeeld om bij oudere dames de bovenlip te opereren. „Die wordt bij vrouwen wat dun als de leeftijd stijgt. Inspuiten heeft als risico dat de bovenlip nogal eens ongevoelig blijft of asym metrisch wordt." Een zaken vrouw van veertig die overtollig vet of wallen kwijt wil omdat ze foto Hans Broekhuizen/GPD baalt van alle vooroordelen - 'die is vast aan de drank' - vindt Molenaar daarentegen wel ope rabel. Net als de vrouw die rug klachten kreeg als gevolg van haar zware boezem. Ouders die hun kind met flaporen bij hem brengen, stuurt hij terug. „Wacht maar tot uw kind ouder is en zelf aangeeft dat hij er last Van heeft, zeg ik dan." GPD LONDEN - Een zeer kleine camera kan een x'evolutionaire doorbraak betekenen bij de behandeling van borstkanker Met deze camera krijgen artsen een beeld van binnenuit en is' de kanker beter te behandelen, zeggen Britse onderzoekers, Het gaat om een camera die zo groot is als een paar mensenha ren dik. Hij wordt door de tepel naar binnen gebracht en zendt beelden van de melkklieren in de borst naar een televisie scherm. Borstkanker, waaraan jaarlijks miljoenen vrouwen sterven ontwikkelt zich meestal met veranderingen in de cellen van de melkklieren. Het kan vervolgens jaren duren voordat een knobbeltje of een tumor ontstaat. „Deze procedure kan bijdragen aan een revolutionaire nieu we benadering in het gevecht tegen borstkanker. In de ko mende drie, vier j aar is het wellicht mogelijk een aantal geval len te voorkomen", aldus N. Beechey-Newman, arts aan het Guy's Ziekenhuis in Londen.RTR GRONINGEN - Iemand met veel oudere broers en zussen heeft een kleinere kans op allergie. Dat blijkt uit het promo tieonderzoek van G. Koppelman aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Hij spoorde een aantal erfelijke oorzaken op van astma en allergie en onder-zocht hoe die samenwerken met omgevingsfactoren, zoals de hoeveelheid broers en zus sen. Koppelman zocht bij tweehonderd astmapatiënten en hun partners en kinderen naar kenmerken van allergie. Die blij ken in grote gezinnen minder vaak- voor te komen. De onder zoeker vermoedt dat dit komt doordat de jongere kinderen in grote gezinnen meer infecties doormaken en daardoor minder gevoelig worden voor allergie. Het is de eerste keer dat dit fenomeen is aangetoond onder er felijk belaste families.ANP GRONINGEN - Binnenkort zullen levende Nederlanders een deel van hun lever afstaan voor donatie. Dit verwacht de Gro ningse leverschirurg M. Slooff. De transplantatie is niet zon der risico. Eén op de tweehonderd tot één op de vijftig dono ren kan door de ingreep overlijden. Volgens Slooff zijn de operaties toch nodig. Het tekort aan le vers voor transplantatie neemt toe. De arts gaat ervan uit dat vooral familieleden van leverpatiënten hun lever willen af staan. De Gezondheidsraad brengt binnenkort een advies uit over maatregelen die het tekort aan organen voor transplantatie moet verkleinen. Dit advies wordt begin volgend jaar ver wacht. Levertransplantatie met levende donoren wordt in andere landen, zoals Duitsland en Japan, al toegepast. De ri sico's van de transplantatie worden kleiner naarmate de ont vanger jonger is .ANP UTRECHT - Patiënten met een incomplete dwarslaesie blij ken na intensief oefenen toch weer te kunnen leren lopen. Dat kan door het ruggenmerg dat nog intact is gebleven, te stimu leren op een loopband. Door deze prikkels gaan patiënten op nieuw loopbewegingen maken, zo hebben onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht ontdekt. Aan het onderzoek deden drie patiënten mee met een incom plete dwarslaesie die waren uitgerevalideerd. Dwarslaesie is een onderbreking van het zenuwweefsel in het ruggenmerg waardoor onder die plek verlamming en gevoelloosheid ont staat. Hoewel het een zeer beperkte onderzoeksgroep is, vindt het UMCU de resultaten toch opmerkelijk en eenduidig ge noeg om ze naar buiten te brengen. ANP door Anne Velthausz LEIDEN - Pijn hoort bij een be valling, zo vindt de overgrote meerderheid van de vrouwen in ons land. Toch klinkt meer en meer de vraag om pijnbestrij ding. De ruggenprik ja of nee: vrouwen willen er in elk geval zélf over beslissen. In Amerika is pijnloos bevallen heel normaal. Meer dan de helft van de vrouwen kiest voordat ze hun baby krijgen voor de rug genprik. De meeste Nederland se vrouwen zijn daar absoluut geen voorstander van. Ruim tachtig procent van de zwange re vrouwen vindt pijn bij de bevalling een normaal ver schijnsel, zo blijkt uit een groot scheeps onderzoek van het maandblad Kinderen. Is bevallen een natuurlijke ge beurtenis die nu eenmaal pijn doet, of is het humaner als vrou wen worden verdoofd?, zo luid de de vraag. Intotaal6500 vrou wen en ruim 600 gynaecologen en verloskundigen gaven hun mening. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen steeds meer opzien te gen de bevalling. De vraag naar pijnbestrijding neemt dan ook toe. Vrouwen willen daar echter zelf over beslissen. Ze willen niet afhankelijk zijn van de me ning van verloskundige of gy naecoloog, maar zelf bepalen of ze de pijn nog kunnen verdra gen. „Iedereen heeft een andere pijngrens", zegt een van de vrouwen in het onderzoek. „Al leen als de pijn echt niet draag lijk is, moet de arts of verlos kundige inspringen", zo luidt een reactie. Onduidelijk Over pijnbestrijding bestaat overigens nog veel onduidelijk heid. Zo blijkt dat veel vrouwen niet goed weten wat er mogelijk is. Maar liefst 57 procent weet vooraf niet of ze 'iets' tegen de pijn krijgt als ze er tijdens de be valling om vraagt. De deskundigen zijn overigens verdeeld over pijnbestrijding. Van de gynaecologen denkt 91 procent er positief over. Van de verloskundigen slechts veertig procent. Bijna een kwart is er niet enthousiast over. Het komt, zo wordt verondersteld, door dat gynaecologen vaker de meer gecompliceerde bevallingen be geleiden. Bijna negen van de tien ondervraagde verloskundi gen zijn overigens wel bereid om een vrouw die om pijnbestrij ding vraagt door te sturen naar het ziekenhuis. Want dat is de plek waar pijnbestrijding wordt toegepast. Op dit moment krijgen vier van de tien vrouwen die in het zie kenhuis bevallen iets tegen de pijn. Slechts vier procent bevalt helemaal pijnloos, met behulp van de ruggenprik. Het is de be kendste vorm van pijnbestrij ding. De meest gebruikte vorm van pijnbestrij ding is echter een inj ectie met pethidine of een an dere morfinepreparaat. Daar mee worden alleen de scherpe kantjes van de pijn weggeno men. Nadelen Centraal in de discussie over pijnbestrijding staat de vraag wat de nadelen zijn. Zwangere vrouwen zelf zijn met name bang dat ze de bevalling minder bewust meemaken. Verloskun digen en gynaecologen zien de verhoogde kans op een kunst verlossing en de kans op een bloeddrukdaling (bij een ruggenprik) als grootste nade len. Pijnbestrij ding is een groot goed als de bevalling tegenzit en het medisch nodig is, reageert ver loskundige Marian van Huis, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse organisatie van Verloskundigen op de uitslag van het onderzoek. „Wat me vooral opvalt is dat Nederland se vrouwen nuchter zijn en te vreden met het typisch Neder landse systeem van 'zorg op maat'. Als je een gezonde zwan gerschap hebt, ga je naar de ver loskundige en beval je thuis. Is er iets aan de hand dan word je doorverwezen naar de gynaeco logen en beval je in het zieken huis." Rudolf Stienstra, chef de clini- que anesthesiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum, constateert dat pijn bestrijding bij bevallingen nog altijd een taboe is. Zelf is hij er voorstander van om vrouwen de zekerheid te geven dat ze een ruggenprik kunnen krijgen als ze dat willen. „Veel vrouwen beschouwen be vallen als de ergste pijn in hun leven. Alleen al de gedachte dat een vrouw tijdens de bevalling iets kan krijgen tegen de pijn, geeft reeds rust. Als ik nu een ruggenprik plaats, excuseren de vrouwen zich vaak tussen de weeën door. Ze hebben het ge voel dat ze falen."GPD door Henk den Ridder Cijfers liegen niet. Het gezag hebbende Nederlands Tijd schrift voor de Geneeskunde publiceerde de resultaten van een onderzoek naar de effectivi teit van de Rug AdviesCentra in ons land. In 1996 keerden 143 mensen, die langdurig op het werk verzuimden, begeleid te rug naar het werk. Na een half jaar had 87 procent van de pati ënten het werk volledig hervat. Die resultaten waren drie jaar later nog zo. En dat terwijl voor heen slechts tien procent van de mensen met chronische rugpijn kon worden geholpen. Als orthopedisch chirurg erger de Pieter Frans van Akkervee- ken zich in de jaren tachtig aan de resultaten die hij behaalde. Tientallen mensen met chroni sche rug- en nekklachten raad pleegden hem, maar hij had slechts tien procent van zijn pa tiënten echt iets te bieden. Pro gramma's, oefeningen en pillen haalden veel uit, maar maakten geen definitief einde aan de klachten. Rugpijn levert vaak een zogehe ten aspecifieke diagnose op, wat inhoudt dat de onderzoekende arts geen lichamelijke ziekten of afwijkingen kan constateren. Toch zijn wetenschappers het met elkaar eens dat de pijn- klachten niet zijn ingebeeld of slechts 'tussen de oren' zitten. Dat was ook het uitgangspunt van W. Fordyce in Seattle, Was hington in de Verenigde Staten. Hij bestudeerde chronische pij nen die niet worden veroorzaakt door een aanwijsbare ziekte of afwijking. Fordyce bestudeerde pijn als een vorm van gedrag. Hij paste de wetten die gelden voor het menselijk gedrag, toe op chronische pijn. Fordyce ging chronische pijn als gedragsvorm zien. Pijn als li chamelijk proces, waarbij emo ties en gedachten een rol spelen. Zoals iemand die zonder aanlei ding rugpijn krijgt. In bijna ne gentig procent van de gevallen gaat de rugpijn vanzelf over. Omdat de meeste mensen weten dat rugpijn wel weer overgaat. De resterende tien procent blijft tobben. En dan kunnen vreselij ke gedachten gaan ontstaan: 'Mijn buurman had ook rugpijn en die zit nu in de WAO! Ik kom er nooit meer van af.' Krampachtig Dan neemt de kans op chroni sche pijn al toe, legt Pieter van Akkerveeken (59), oprichter en directeur van de Rug Advies- Centra uit. Hij en zijn vrouw, de psychologe Netty Versloot, Pieter van Akkerveeken van de Rug AdviesCentra: „Als je de pijn wilt wegnemen, dan moet je de gedachtegang van de patiënt aan pakken." foto Peter Arno Broer/GPD maakten veel reizen en legden veel contacten, Bovendien zat Van Akkerveeken in de redactie van toonaangevende tijdschrift Spine. Ze maakten kennis met de visie van Fordyce. „Als iemand met rugpijn van die angstaanjagende gedachten krijgt, dan ontstaat pijnvermij- dend gedrag. Om de pijn te ver mijden gaat hij voorzichtig en krampachtig bewegen. Hij staat bijvoorbeeld moeilijk op uit zijn stoel. Hij leert onbewust en au tomatisch een nieuw bewe gingspatroon aan", leert Van Akkerveeken. „De pijn wordt chronisch. Als je dus de pijn wilt wegnemen, dan moet je de ge dachtegang van de patiënt aan pakken." Regels Hij wilde deze zogeheten cogni tieve gedragsmatige benade ring van Fordyce toepassen, maar kreeg er in het ziekenhuis waar hij als orthopedisch chi rurg werkte, het Dr. Matthijssen in Utrecht (thans het Centraal Militair Hospitaal), geen kans voor. Strakke wetten en regels beletten dat in de jaren tachtig. Dus begon hij met zijn vrouw in 1989 het eerste Rug Adviescen trum. Niet voor patiënten van huisartsen, want die worden met rugklachten zelden door verwezen. Van Akkerveeken haalde zijn 'klanten' bij be drijfsartsen, verzekeringsart sen en medische adviseurs. Het doel van het Rug Adviescen trum is niet mensen genezen, maar mensen terug begeleiden naar het arbeidsproces, een ein de maken aan het meestal al lange arbeidsverzuim. Om uit te leggen hoe het werkt, pakt dr. Van Akkerveeken er een tweede, veelvoorkomende chro nische pijn bij: RSI, Repetitive Strain Injury. Een chronische pijn in hand, arm en nek zonder aanwijsbare ziekte of afwij king. Zoals de muisarm. „Mensen denken dpt RSI ont staat door herhaalde bewegin gen. Maar er zijn genoeg mensen die tien uur per dag achter de pc zitten zonder RSI-klachten te krijgen. Als het alleen de her haalde beweging alleen zou zijn, dan zou iedereen RSI moe ten kri j gen legt Van Akkervee ken uit. Niet alleen de herhaalde bewe ging speelt een rol, ook psycho sociale factoren (onbewuste mentale spanning) zijn van in vloed. Wordt de werkhouding van de patiënt krampachtig, dan zijn alle factoren aanwezig om RSI op te lopen. Door mentale spanning ont staat een verhoogde spieractivi- teit, waardoor de spieren, mede door de herhaalde bewegingen, snel vermoeid en overbelast kunnen raken. Werkdruk Het Rug AdviesCentrum palet RSI dan ook multidisciplinair aan. Van Akkerveeken: „We pakken de persoonlijke effecti viteit aan. Zoals werkdruk. Druk ontstaat pas als er tegen druk is. Werkdruk is de resul tante van de hoeveelheid werk die op je afkomt en de hoeveel heid werk die je aankunt. Als ie mand beter met werkbelasting kan omgaan, zal hij geen span ning voelen en zullen herhaalde bewegingen niet tot ldachten leiden." En zo pakken de teams van de veertien bestaande Rug AdviesCentra alle aspecten van chronische pijn geïntegreerd aan. De aanpak werkt, zo blijkt uit het artikel in het Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskun de. Van Akkerveeken wil nu ver der. Hij verwacht binnen enkele jaren aan iedereen die lang ver zuimt, een effectief programma te kunnen bieden. Binnenkort opent Van Akkerveeken nog vijf Rug AdviesCentra. GPD door Christine Dingemanse Bewegen is onontbeerlijk voor een goede gezond heid. Voor 55-plussers is be wegingminstens zo belang rijk als voor iedere andere Nederlander. Uit onderzoek blijkt dat 22 procent van de Zeeuwse senioren niet aan sportbeoefening doet en dat meer dan de helft van de 55- plussers onvoldoende be weegt. Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de gezondheid. Het verbetert de conditie en het uithoudings vermogen en vermindert de kans op hart- en vaatziekten, suikerziekte, hoge bloed druk, botontkalking, darm kanker en overgewicht. Daarnaast houdt lichaams beweging spieren, botten en gewrichten gezond. Voor een positief effect op de gezondheid is dagelijks der tig minuten matig intensief lichamelijk actief zijn al vol doende. Voor mensen die he lemaal niet actief zijn geldt 'beter iets dan niets' en is ie dere lichaamsbeweging mee genomen. Inspanning Bewegen kan op veel manie ren, u kunt bijvoorbeeld lid worden van een sportvereni ging. Maar fietsen, wande len, tuinieren, dansen en huishoudelijk werk is ook beweging. Wanneer u meer wilt gaan bewegen is er altijd wel een activiteit te vinden die u leuk vindt en die bij u past. Het half uur bewegen hoeft niet aaneengesloten plaats te vinden, maar mag ook verdeeld worden in drie keer tien minuten of zelfs in zes keer vijf minuten. Het moet wel enige inspanning kosten. Stap dus stevig door bij het wandelen. Ook is het belangrijk dat activiteiten rustig worden opgebouwd. Begin bijvoorbeeld met vijf of tien minuten wandelen per dag en voeg daar elke week dan vijf minuten aan toe. Het kan gezellig en motive rend zijn om samen te bewe gen. Stichtingen Welzijn voor Ouderen, sportveren- gingen, ouderenbonden, buurthuizen en zwembaden organiseren regelmatig be wegingsactiviteiten voor 55- plussers. In veel Zeeuwse ge meenten zijn ook GALM- groepen actief. GALM staat voor Gezond Actief Leven Model. Iedere GALM-groep start met een fittest die een beeld geeft van uw lichame lijke conditie. Aansluitend hierop vindt een twaalf we ken durend bewegingspro gramma plaats, waarin deel nemers kennis kunnen maken met verschillende vormen van sport, zoals bad minton, gymnastiek, fietsen en zwemmen. Daarna start een vervolgprogramma van dertig weken. Na anderhalf jaar volgt een tweede fittest waaraan deelnemers kunnen- afmeten of hun conditie is verbeterd. Mensen die thuis meer in be weging willen komen, kun nen meedoen met het televi sieprogramma Nederland in Beweging! dat iedere werk dag van 9.05 tot 9.20 wordt uitgezonden op Nederland 1. Christine Dingemanse is GVO-functionaris. Wilt u meer weten over de po sitieve effecten van bewegen op uw gezondheid of bent u op zoek naar tips, kijk dan op www.seniorweb/nïb ofwiv- w.avro.nl/bewegen. U kunt ook contact opnemen met de Gezondheidswijzer, het informatie- en documen tatiecentrum van de GGD Zeeland, Westwal37, Goes, tel: 0113-249434, of per e- mail: gezondheidswijzer@ggdzee- land.nl, of bij de regiovesti gingen van de gezondheids- wijzer: in de bibliotheek in Vlissingen, Spuistraat 6, Vlissingen, tel: 0118-422122 en in de bibliotheek in Temeuzen, Oostkant 1, Terneuzen, tel: 0115-648411.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 12