PZC
Restauratie van
fruitmuren redt
hovenierskunst
11
f m
Adri heeft altijd een mes en een touwtje op zak
25
Natuurouder ben je en blijf je
f|s|§jp
in d'n böögerd
woensdag 10 oktober 2001
Enkele ouders laten op het strand bij Kamperland een klas de natuur beleven.
Hulp van ouders is in het
basisonderwijs goed in
geburgerd. Het valt te be
twijfelen of zonder hun
steun de school nog wel soe
pel kan draaien. Op de ou
ders wordt een dankbaar be
roep gedaan voor allerlei
activiteiten, zoals voorlezen,
rekenen, schoonmaken,
overblijf toezicht en nog zo
het een en ander. Zo zijn er
als onderdeel van de ouder
participatie ook natuurou-
ders, die worden ingezet bij
het natuur- en milieu-onder
wijs. Ze zorgen ervoor dat de
leerlingen de natuur bele
ven. In heel Zeeland zijn
ruim zeshonderd ouders
hiervoor opgeleid.
Vroeger heette het op school
gewoon 'kennis der natuur'.
Dat werd gegeven door de juf
frouw of meester zelf. Meestal
binnenschools en vooral gericht
op biologie. In het veld zélf ken
nis van de natuur opdoen, was
er vrijwel nooit bijTegenwoor
dig is natuur- en milieu-onder
wijs veelomvattender. Aan
dacht vragen voor de
natuurlijke omgeving en daar
tegelijk belangstelling en zorg
voor kweken. Veel meer erva
rend, onderzoekend leren en
verschillende basisvaardighe
den ontwikkelen. De leerkracht
blijft in eerste aanleg verant
woordelijk voor dit natuur- en
milieu-onderwij s
Ruiken
Het kost echter veel tijd om alle
kinderen direct in contact te
brengen met de natuur om hen
heen, ze te laten kijken, ruiken,
voelen, kortom, ze de natuur la
ten beleven. Daarom is, alweer
heel wat jaren geleden, het be
grip natuurouder geïntrodu
ceerd. Vooral bedoeld om met de
kinderen de paden op, de lanen
in te trekken. Natuurouder
wordt iemand niet zomaar. Er
moet voor geleerd worden. Het
rVN-consulentschap Zeeland
heeft er een speciale cursus voor
ontwikkeld, daarbij gebruik
makend van de ervaringen die
in de Zeeuwse regio's zijn opge
daan.
Zo werden al in de jaren tachtig
door de werkgroep Schoolbio-
logie op Schouwen-Duiveland
natuurouders opgeleid, door
middel van een cursus die maar
liefst twintig bijeenkomsten be
sloeg. Nu worden de cursussen
via de vier centra voor natuur-
en milieu-educatie georgani
seerd en zijn zo'nzes bijeen
komsten voldoende om ouders
basiskennis en vaardigheden bij
te brengen, die nodig zijn om de
leerkracht op verantwoorde
wijze te kunnen helpen. Steeds
staat één onderwerp centraal,
met de bijbehorende werkvor
men. Ook gaat het om enige ken
nis van de ontwikkeling van
kinderen, hoe ze leren en hoe ze
moeten worden begeleid.
Daarna kunnen er regelmatig
vervolgcursussen bijgewoond
worden. Recent zijn er aange
kondigd over vlinders en bijen
en over de Oosterschelde. In
middels worden door het consu
lentschap ook mensen opgeleid
tot docent natuuroudercursus.
Ook zijn in de loop van de tijd al
lerlei materialen ontwikkeld,
zoals les- en ontdekkisten, om
de natuurouders een handje te
helpen bij hun werk. Die hoe
veelheid is nog maar pas uitge
breid met een zadenleskist, een
krekenleskist en een belevings
rugzak voor de Oosterschelde
(die overigens ook op andere
plaatsen in de provincie ge
bruikt kan worden).
Vanaf 1994 wordt jaarlijks een
provinciale natuurouderdag ge
houden. Een ontmoetingsdag
om ervaringen uit te wisselen en
nieuwe ideeën op te doen. Daar
wordt gretig gebruik van ge
maakt. Centrale boodschap is
steeds: natuurouderschap is
leuk en het is niet moeilijk. Ie
mand hoeft bepaald geen afge
studeerd bioloog te zijn. Een na
tuurouder kan zelfs samen met
de kinderen over natuur en mi
lieu leren.
Het is niet nodig om per se kin
deren op een basisschool te heb
ben om natuurouder van die
Tijdens de natuurlessen wordt gebruikt gemaakt van speciaal lesmateriaal.
school te worden. Er zijn bij
voorbeeld ook al natuurgroot-
ouders, die geen familiaire bin
ding met kinderen op de school
hebben, maar die er aardigheid
in hebben met leerlingen de na
tuur in te trekken.
Binding
Liliane Francke en Anny Roelse
hebben die binding wel. Ze zijn
vorig jaar vol enthousiasme als
natuurouder begonnen op ba
sisschool De Schute in Bigge-
kerke. „Het is leuk. Je leert zelf
ook dingen waar je nooit zo bij
stil stond. Als je een cursus
volgt, wordt de interesse nog
groter. Als je nu op het strand
loopt, kijk je naar veel dingen
anders", zegt Liliane. „Ik was al
veel bezig met de natuur, ik voel
me erbij betrokken. We wonen
op een boerderij en hebben zelf
dieren. Ik wil de interesse graag
overbrengen aan de kinderen",
vertelt Anny.
In hun eerste optreden als na
tuurouder hebben ze best veel
tijd gestoken, vooral in de voor
bereidingen. Met z'n vieren heb
ben ze de ongeveer honderd
leerlingen van de school warm
proberen te maken voor de na
tuur. Twee dagen lang excur
sies. Ze ervoeren het wel als een
belangrijk voordeel dat de leer
krachten over hun inzet erg
enthousiast waren. Dat is lang
niet vanzelfsprekend. Anny:
„Het is per school erg verschil
lend. We hoorden ook van ie
mand die geen medewerking
krijgt van de leerkrachten. Dan
wordt het moeilijk. Er zijn scho
len waar geen natuurouders
zijn."
Positieve ervaring
Ze vinden dat het natuuronder
wijs voor de kinderen vooral een
positieve ervaring moet zijn.
Het zelf ervaren is belangrijk.
„Als de kinderen zelf iets ge
daan hebben, blijven ze het be
ter onthouden", weet Liliane.
„En je moet niet op stap gaan als
het regent, dan vinden ze het
ook niets." Eenmaal natuurou
der, altijd natuurouder, gelooft
Anny. „Ik denk dat ik het nooit
meer kwijtraak. Het is ook een
goede zaak dat je bewuster
wordt." Liliane denkt er net zo
over. „Natuurouder ben je en
blijf je. Dat gaat voorlopig niet
meer over, zeker als er nog kin
deren van je op school zitten."
Rinus Antonisse
De restauratie van histori
sche fruitmuren heeft op
het nippertje het uitsterven van
de hovenierskunst kunnen
voorkomen. Natuurmonumen
ten heeft zich de traditionele en
ingewikkelde teelttechnieken
eigen gemaakt, zodat het nu de
kennis in huis heeft om de pas
gerestaureerde fruitmuren op
de buitenplaatsen te omgeven
met zorg en sierlijk te laten be
groeien met smakelijke vruch
ten.
De historische fruitmuren wer
den twee en drie eeuwen gele
den gebouwd voor het kweken
van allerlei exotische fruitras-
sen. In Nederland komen nog
slechts dertig van deze muren
voor, met name op historische
buitenplaatsen, onder meer in
's-Graveland. Natuurmonu
menten heeft de cultuurhisto
risch waardevolle muren op
deze buitenplaatsen gerestau
reerd en is begonnen met het op
nieuw kweken van bijzondere
en zeldzame fruitrassen op de
wijze zoals dat in voorgaande
eeuwen werd gedaan.
Noodklok
De fruitexpert binnen Natuur
monumenten is Johan van Ga
len Last. Hij werd vier jaar gele
den 'besmet', vertelt hij. Twee
dagen per week ontfermt hij
zich over de fruitmuren. Zelf
leerde hij het vak van de 72-jari-
ge hovenier Jan Freriks uit Ti el,
die destijds de noodklok luidde
en waarschuwde dat zijn vak
verloren dreigde te gaan. Inmid
dels weet ook Van Galen Last
hoe hij het snoeimes moet han
teren.
„De meeste fruitmuren zijn van
baksteen en op het zuiden ge
richt. Vaak dienden ze als om
heining van een oude moestuin,
zoals in 's-Graveland. De over
dag opgewarmde muur staat 's
nachts geleidelijk warmte af.
Hierdoor worden de vruchten
veel eerder rijp. Een appel is
daardoor een maand eerder rijp
en half zo groot en boterzacht,
wat in die tijd met die slechte
gebitten erg prettig was."
Fruitmuren hebben verschil
lende vormen. Die bij Schaep en
Burgh in 's-Graveland is een
slangenmuur. Het is volgens
Natuurmonumenten de groot
ste van Nederland (3,52 meter
hoog en 60 meter lang). De eige
naren van de buitenplaatsen
probeerden elkaar de loef af te
steken met het formaat van hun
fruitmuren en de exotische
vruchten die eraan groeiden.
De gerestaureerde fruitmuur bij
het parkeerterrein van Schaep
en Burgh is nu nog kaal, maar
volgend jaar staan er geleide
fruitbomen tegenaan. Binnen
kort gaat Van Galen Last de ont
werpen hiervoor maken, want
kenmerkend voor leifruit is dat
de boom niet vrij mag groeien,
maar dat elke tak van jongs af
aan wordt begeleid volgens een
patroon. „Bij mijn werk moet je
drie jaar vooruit denken", zegt
de 'conservator' van dit levende
museum.
De slangenmuur werd in 1730
gebouwd met de bedoeling er al
leen abrikozen te kweken. Maar
om ziektes te voorkomen, zullen
er naast abrikozen ook appels,
peren, pruimen, vijgen en moer
beien worden gekweekt. De
slangenmuur wordt voor pu
bliek toegankelijk, maar alleen
onder begeleiding. Anders wor
den de zoete vruchten vroegtij
dig geplukt. „Ik geef het publiek
geen ongelijk, want deze appels
zijn heerlijk en hebben veel
meer smaak dan die waterige
appels uit de winkel. De histori
sche vruchten zijn door de mo
derne exemplaren uit de schap
pen verdreven, omdat ze niet
stootvast zijn", zegt Van Galen
Last.
Het stelen van fruit gebeurt
veelvuldig bij de fruitmuur van
Boekesteyn, langs de parkeer
plaats van het bezoekerscen
trum van Natuurmonumenten.
„Twee dagen voordat de drui
ven rijp waren, werden ze weg
geknipt. De peren werden dit
jaar veel te vroeg weggehaald."
Vanwege het ongeduldige pu
bliek concentreert Van Galen
Last zich bij het druk bezochte
bezoekerscentrum op de snoei-
vorm en minder op de smaak
van het leifruit.
Het echte werk wordt gedaan
achter de schermen, bijvoor
beeld op de fruitmuur van bui
tenplaats Spanderswoud die uit
1862 stamt en drie jaar geleden
reeds werd gerestaureerd. Hoe
wel, ook daar zijn de fruitbomen
nog klein en hangen er weinig
vruchten.
„Iedere vrucht kost een meter
groei. Eerst werken we aan de
groei en de mooie vorm. Over
een paar jaar komen de vruch
ten vanzelf. Het kost wel zeven
of acht jaar voordat de muur vol
is."
Composthoop
Het restaureren van de muren
was nog een hele kunst, niet in
de laatste plaats omdat ze een
beetje achterover hangen om
zoveel mogelijk zon te ontvan
gen. De muren waren aangetast
door de wortels, die zich soms
dwars door de voegen wisten te
dringen. Zoals bij Boekesteyn,
waar een wortel van een prui
menboom de composthoop ach
ter de muur wist te vinden en
daarmee een gat in de muur ver
oorzaakte, zo groot als een bak
steen.
In november geeft Johan van
Galen Last lezingen en een ex
cursie over fruitmuren. Infor
matie over data en tijden is bin
nenkort te verkrijgen via het
bezoekerscentrum van Natuur
monumenten. Van Galen Last
hoopt daarmee vrijwilligers te
werven, die hem helpen bij het
onderhoud van de fruitmuren.
Nico Postma
De slangenmuur bij Schaep en Burgh in 's-Graveland, volgens Na
tuurmonumenten de grootste van Nederland.
foto KIN A/Natuurmonumenten
Riek (53) en Adri (59)
Hoogstrate telen op tien
hectare bij Kloetinge, in
een maatschap met doch
ter Arianne (30), appels,
peren en pruimen. In het
dorp verkopen ze de eigen
producten plus groenten
vanuit de schuurvan hun
boerderij aan de Zomer-
weg. Elke week klappen ze
uit de boomgaard.
Arianne, die nog maar in sep
tember aan haar fruitte
lersopleiding is begonnen, heeft
nu al oogstverlof. Dat komt
doordat de meeste medestuden
ten ook vanuit een fruittelers-
bedrijf aan de opleiding zijn be
gonnen. Eén examen heeft ze al
met goed gevolg afgelegd: een
plukexamen. „Het moet wel
raar lopen, wil je dat niet halen.
Na het oogstverlof moet ik een
heleboel bedrijfseconomische
opdrachten inleveren. Het is
niet moeilijk, maar wel een hoop
werk."
Toch heeft ze nu de tijd om de
bouw van de nieuwe schuur en
de bedrijfswoning een beetje bij
te houden. En ook om lekker
mee te werken, natuurlijk. Vori
ge week kwam de crèche van
Colijnsplaat op bezoek, het
groepje waarin Leonie, de oud
ste dochter van Arianne, zit.
Iedereen, niet in de laatste
plaats Adri, heeft ervan geno
ten.
Arianne: „Een mooi zicht hoor,
twee trekkers met zes voorraad-
kisten vol kinderen en een stel
moeders. Ze hebben allemaal
een appel geplukt. Sommigen,
die nooit appels lustten, ston
den erop om 'm ook op te eten."
De bouw vordert gestaag. Van
het woonhuis staan de binnen
muren tot aan de verdiepings
vloer en deze week wordt de
vloer van de schuur gestort en
gevlinderd.
Alles ligt op schema, zodat mei
de streefdatum voor het gereed
komen blijft. „Volgende maand
verhuizen we al naar een tijde
lijke unit in de tuin van wat de
buurman wordt. Daar hebben
we geluk mee, want ons huis in
Colijnsplaat is verkocht en we
moeten er uit. Het is wel makke
lijk, want dan hoef ik niet steeds
heen en weer."
Rassen
Adri en zijn plukkers beginnen
deze week in de Golden Deli
cious.
„De eerste partijen gaan naar de
bewaarcellen om er tussen
maart en augustus 2002 pas
weer uit te komen. Ondanks een
beetje nachtvorst in het voor
jaar, zien de appels er fantas
tisch uit: een gladde schil."
Van oorsprong heeft de Golden
Delicious, beroemd om zijn be-
waarkwaliteit, een wat ruigere
schil met pikkeltjes, maar de
mutanten die tegenwoordig
worden gebruikt, zijn spiegel
glad: „Een poos geleden plant
ten we de mutant Smoothy
maar nu is het allemaal Rein-
dèrs wat de klok slaat, die is
prachtig glad."
Mutaties in rassen komen
meestal spontaan voor. „Dan
vindt een kweker een boom of
een tak die rooiere, gladdere, of
betere vruchten geeft. Bij het
Proefstation voor de fruiteelt,
tegenwoordig in Randwijk, zoe
ken ze dan uit of daar een verbe
tering mee te behalen valt. Zo ja,
dan kun je van zo'n boom of tak
vermeerderen."
Het is een van de redenen dat
Adri niet aangekleed is als hij
geen mes en een touwtje in zijn
zak heeft.
„Ik kwam dit seizoen, tussen al
le lege Gieser Wildeman-bo
men, één tak tegen die stijf vol
met peren hing. Daar zit nu een
touwtje om. Dat betekent: niet
snoeien en nagaan of die uitzon
derlijke vruchtbaarheid zich
opnieuw voordoet. Als dat zo is,
heb je misschien een mutant die
beter draagt in niet-ideale om
standigheden."
Cox
Hoe en waarom zich verande
ringen voordoen in de geneti
sche informatie van het fruit, is
nauwelijks bekend.
„Het kan ook makkelijk gebeu
ren dat een mutant terug mu
teert. De Queeny Cox, bijvoor
beeld, kwam op de markt als een
Cox met meer kleur. Maar die
loopt terug naar geel."
De plukploeg maakt zich nu nog
even kwaad in de Golden Deli
cious, maar dan begint het
oogstseizoen toch op z'n eind te
lopen. „In veel bedrijven is het
al rustig. Toch is het wel meege
nomen dat het minder regent en
dat de wind de boel een beetje
droog houdt. Nu hoeven we op
het einde niet in het regenpak te
plukken."
Het liefst zou Adri nog een keer
met stikstof spuiten op het pe
renblad dat nog vitaal is. „Om
voedingsstoffen te geven als
voorbereiding voor volgend
jaar. Maar de perenboomgaar
den zijn zo slikkig van het pluk
ken. Ik wacht nog even. Het
moet wel gebeuren als het blad
nog functioneert. In de Trium-
plie de Vienne, hoeft het niet
meer. Die staan al in herfstkleu
ren."
Mieke van der Jagt