Het gaat tenslotte om
ons dagelijks brood
Op de foto staat de
travalje van De Kam
De bieten werden in manden
naar de haven getransporteerd
Nieuwe raadkaart
Het geheim
achter de
Tarwecirkel
woensdag 10 oktober 2001
Akkerbouwer Leon de Winter: „Tarwe die goed geteeld wordt - dat kan de consument beslist proeven.foto's Dirk-J an G jeltema
Op de raadkaart in de krant
van vorige week staat het
dorpsplein van Koudekerke af
gebeeld. Volgens W. P. Woittiez-
Zegwaard uit Breskens is de fo
to gemaakt in het begin van de
vorige eeuw; J. Spaeter uit
Vrouwenpolder (geboren in
Koudekerke) gokt op tussen
1910 en 1920.
De meeste inzenders schrijven
dat op de achtergrond van de fo
to de travalje van De Kam, een
van de smeden van het dorp, te
zien is. Daar werden tot 1970
paarden beslagen, schrijft P. de
Kroo uit Koudekerke. Kees
Flipse, uit diezelfde plaats,
meldt dat de travalje in dat jaar
'helaas' is afgebroken. Volgens
A. Luteijn uit Koudekerke be
vindt de travalje zich nu in het
Openluchtmuseum in Arnhem.
Linksachter de travalje is de in
gang naar De Welle te zien en
rechts de Tramstraat.
Links van de travalje staat een
huifwagen, een zogenoemde
verenwagen, zo melden veel in
zenders. De wagen staat voor de
deur bij wagenmaker Luteijn.
Achter de veren wagen staat dan
ook waarschijnlijk een land
bouwwerktuig, wachtend op re
paratie. Volgens A. Luteijn
woont nu mevrouw Christiaan-
se-De Witte in de voormalige
wagenmakerij
Achter de wagen was de smede
rij van Contant, later van Lou
Cijvat. „Achter de huifkar is
nog net het dak van de smederij
van mijn grootouders (Cijvat) te
zien", schrijft L. Wielemaker uit
Vlissingen. „Mijn grootvader
had op het dorpsplein een sme
derij van circa 1925 tot 1970.
Een belangrijk deel van mijn
jeugd heb ik bij hem in de sme
derij doorgebracht." Nu is in dat
pand restaurant De Oude Smid
se gevestigd.
„De schuur rechts op de foto is
later verbouwd tot woonhuis,
thans bewoond door ondergete
kende", schrijft Anth. van
Vlaanderen. „Van hieruit heb ik
22 jaar een melkwijk gehad en
bezorgd bij de klanten."
W. G. de Smit-Van de Velde uit
Krimpen aan de IJssel weet en
kele namen te noemen van men
sen die op de foto staan. „Links
in burgerkleding de dochters
Aagje en Albertje van notaris
klerk Bos. In de bokkewagen Ja
ne Schout met links zuster Ma
rie en rechts zuster Keetje, allen
dochters van Arij Schout, die
postbode was op Koudekerke.
Arij Schout was mijn grootva
der."
„Waar is de tijd", verzucht in
zender J. van Driel uit Nieuwer-
kerk, „en waar zie je nog jeugd
op straat spelen."
Dertig inzendingen waren goed.
De waardebonnen zijn gewon
nen door: Mevrouw Van Sorger
uit West-Souburg, C. P. Jonge-
pier uit Middelburg en Arthur
Mol uit Koudekerke.
Carla van de Merbel
De nieuwe opgave uit de col
lectie van Hans Linden-
bergh betreft wederom een
dorpstafereel.
In welke Zeeuwse plaats is deze
foto genomen? Wie meer weet
over mensen en gebouwen
wordt uitgenodigd dit bij de op
lossing te vermelden.
Oplossingen kunnen tot en met
maandag 15 oktober worden ge
stuurd aan de redactie PZC Bui
tengebied, postbus 18, 4380 AA
Vlissingen, fax 0118-470102, e-
mail redactie@pzc.nl.
Onder de goede inzendingen
worden drie waardebonnen
verloot.
Boeren moeten zich on
derscheiden door de
kwaliteit van hun produc
ten. Deze boodschap is te
genwoordig volop te horen.
Akkerbouwer Leon de Win
ter van de historische Ka-
neelpolderhoeve onder de
rook van Kwadendamme -
het fraai gerestaureerde
woonhuis dateert uit 1775 -
is er al geruime tijd mee be
zig.
Hij richt zich in het bijzonder
op het telen van eerste klas
tarwe, waarvan bloem en meel
worden afgezet aan zo'n twintig
warme bakkers, die zich daar
mee bij de consumenten ook
willen onderscheiden. De Win
ter heeft begin dit jaar het be
drijf Tarwecirkel opgericht, een
voortzetting van de Reimers-
waalse bloem- en graanhandel.
Praten over tarwe kost Leon de
Winter geen enkele moeite. Hij
kan er uren gedreven over ver
tellen. Tarwespecialist vindt de
Bevelandse boer veel te ijdel
klinken, 'maar ik voel me wel
zeer deskundig in tarwe'. De
Winter is niet het type agrariër
dat gebaande wegen bewandelt
en voortdurend klaagt over de
lage prijzen, het slechte weer en
de strenge regelgeving. Hij is er
weliswaar niet blij mee, maar
ziet het als een gegeven waar je
als boer mee moet leren leven.
Niet bij de pakken neerzitten,
kijken hoe je in moeilijke tijden
een redelijke boterham kimt
verdienen, luidt zijn credo.
De Winter beheert twee akker
bouwbedrijven: de Kaneelpol-
derhoeve en een boerderij aan
de Nissestelleweg tussen Kwa
dendamme en Ovezande, waar
zijn ouders wonen. Samen goed
voor bijna zestig hectare. Er is
een traditioneel bouwplan, met
aardappelen, suikerbieten, tar
we en wat uien. Ook verricht hij
nog loonwerk ('die machines
heb je toch') op een bedrijf bij
Rilland.
„Ik heb altijd boer willen wor
den. Het boerenvak is fantas
tisch. Trouwens, als je zo niet
denkt, dan hou je het nooit vol.
In m'n gedachten ben ik vaak
bezig met het bedrijf", zegt De
Winter, die ruim tien jaar zelf
standig boert.
Een traditioneel bouwplan erop
nahouden en je onderscheiden
als boer - dat lijkt een tegenstel
ling. Niet voor de boer van de
ruim 550 jaar oude Kaneelpol-
derhoeve en dat is te danken
aan de tarwe. Zijn vader begon
er al mee. Samen met zijn colle
ga Karei van Nieuwenhuijzen
richtte hij in 1988 de Reimers-
waalse bloem- en graanhandel
op. Leon: „Ze hielden er reke
ning mee dat de tarweprijs sterk
zou dalen en gingen zich specia
liseren. Zorgen voor een betere
kwaliteit tarwe. Ze stapten over
van voertarwe op baktarwe.
Het idee is dat Nederlandse tar
we geen goede baktarwe is,
maar dat klopt niet."
Het graan werd in een meelfa
briek verwerkt tot bloem en
meel en afgezet bij bakkers in
Zuid-Nederland. Het kostte
moeite om een stukje van de
markt te veroveren, maar door
de kwaliteit van het product
lukte dat wonderwel. Door pro
blemen met de meelfabriek,
waardoor de kwaliteit in het ge
drang kwam, liep het aantal
afnemers terug. Door over te
stappen naar een Belgische am
bachtelijke meelfabriek bij
Brussel is dat intussen opgelost.
We leveren weer bloem en meel
van gegarandeerd echte
Zeeuwse baktarwe", vertelt De
Winter. De naam van het bedrijf
werd omgedoopt in Tarwecir
kel; dat bekt lekker en geeft de
bedoelingen beter weer.
Het 'geheim' achter de Tarwe
cirkel is het verhaal van A tot Z,
legt De Winter uit. Alleen zaai
graan van speciale rassen ge
bruiken ('de hoogste klasse die
er is'), een nauwkeurige teeltbe
geleiding, gebaseerd op het
principe van gedoseerde be
mesting en een gerichte gewas
bescherming (daar is het milieu
ook mee gediend). Pas oogsten
als de tarwekorrels volledig ge
rijpt zijn. Bij het dorsen letten
op een hoge zuiverheid; meer
dan 1 procent vuil (kaf, stro) is
niet aanvaardbaar. De tarwe
zorgvuldig opslaan en mengen
om een constante kwaliteit te
krijgen. Dat is voor de bakker
erg belangrijk.
Ongeveer vijftien grote en klei
ne boeren leveren hun graan
aan de Tarwecirkel, totaal zo'n
honderdvijftig hectare. Naar
mate er meer bakkers bloem en
meel afnemen, kan dat stijgen.
De akkerbouwers die mee wil
len doen, moeten wel voldoen
aan de eisen, stelt De Winter.
„Er zijn genoeg liefhebbei's. Er
staan steeds meer boeren stil bij
de noodzaak om een kwaliteits
product te leveren. Daar wor
den ze ook voor betaald. Voer
tarwe doet 25 cent per kilo, onze
Zeeuwse baktarwe begint met
31 cent en dat stijgt naarmate er
meer eiwit in de korrels zit. Ook
al voldoe je aan dezelfde eisen,
dan vei-schilt dat per perceel.
Van ruim 13 procent tot de top
van ruim 15 procent." De betere
prijs compenseert ruimschoots
de wat lagere kilo-opbrengst
van baktarwe ten opzichte van
voertarwe.
Bloemoorlog
Anders dan de grote meelleve-
ranciers (die de activiteiten van
Tarwecirkel met lede ogen aan
zien en een bloemoorlog niet
schuwen), onderhoudt Leon de
Winter nauwe contacten met
'zijn' bakkers. Hun inbreng
vindt hij erg belangrijk: er hoort
een wisselwerking te zijn tussen
teler en verwerker. Samen ont
wikkelen ze broodrecepten, zo
als van het netelbroodje ofwel
gezondheidsbrood. Hij is er
trots op dat de bakkers kunnen
beschikken over de beste grond
stof die er is. „Tarwe die goed
geteeld wordt - dat kan de con
sument beslist proeven. Aroma,
smaak, houdbaarheid zijn be
ter. Het ligt natuurlijk ook aan
de bakker hoe die bakt. Maar
meel is zeker zo belangrijk."
De Winter beschouwt de activi
teiten van de Tarwecirkel niet
als concurrentie voor de Zeeuw
se Vlegel. Die hebben een ande
re rassenkeuze en telen zonder
bestrijdingsmiddelen. Boven
dien wordt van die tarwe vooral
Zeeuwse Vlegelbrood gebak
ken. „Ik zie ze gewoon als colle
ga's." De Tarwecirkel moet zich
onderscheiden door de kwali
teit van het product, onder
streept De Winter. „Het gaat
uiteindelijk om het brood dat ie
dere dag op tafel komt."
Rinus Antonisse
Het is rustig bij het haventje
Flaauwers. Een paar boot
jes met buitenboordmotor dob
beren in het kabbelende water
van de Oosterschelde. Meeuwen
krijsen en in de verte verheft de
Zeelandbrug zich hoog boven
het water. Boven op de dijk staat
een wit pand, De Heerenkeet,
vroeger ook wel Heemraadskeet
genoemd, waarin tot 1901 de
dijkgraven bijeen kwamen om
te vergaderen en op kosten van
het polderbestuur te schransen.
Het huidige pand, een café-res
taurant, dateert van vlak na de
oorlog en menig toerist weet de
ze unieke plek te vinden.
Sinds 1770 is hier veel veran
derd. Toen werd er op de zoge
naamde Hoek van Flaauwers
een sluis gebouwd, die echter in
1837 met een dijkval in de diep
te verdween.
Ter vervanging bouwde men in
1840 de Jongesluis, die na De
Ramp overbodig bleek en later
opgeruimd werd. Twintig jaar
later, in 1860, verzocht de raad
van Kerkwerve Gedeputeerde
Staten om een plankier aan te
mogen leggen aan de zuidkant
van Schouwen, tussen de direc
tiekeet en de Jongesluis. Dit was
het begin van het getijhaventje
Flaauwers.
In 1901 werd ervoor achtdui
zend gulden veranderd aan de
primitieve constructie van de
los-en laadplaats, en ook in
1910 en 1936 verbeterde men
het landbouwhaventje nog. Het
was uitstekend geschikt voor de
aan- en afvoer met kleine sche
pen, van alles wat er in de buurt
nodig was. De steenkolen voor
het gemaal, dat daar dichtbij
stond bijvoorbeeld, en vlas en
hooi uit het lage land van
Schouwen. Begin twintigste
eeuw nam de verbouw van sui
kerbieten toe in de omgeving en
deze werden vanaf hier met
schepen naar de suikerfabriek
in Sas van Gent, Puttershoek of
Dinteloord vervoerd.
De bieten lagen op hopen op de
losplaats en werden met man
den, en later met grote kruiwa
gens, via de loopplank in het
ruim gestort. Zwaar werk, dat
helemaal door menski-acht
moest worden verricht.
Na 1953 werd Flaauwers voor
zien van een kraan, een tweede
handsje, afkomstig van het
Dreischorse haventje Beldert,
dat na de ramp werd gedempt.
Toen raakten ook hier de bieten-
netten in zwang, wat het werk
veel lichter maakte. Op de land-
bouwwagens kwam een net te
liggen, waarop de bieten wer
den gestort. Het kraantje lichtte
de vier punten op en draaide de
bieten boven het ruim. Daar
werden twee punten losge
maakt en de inhoud viel op zijn
plaats. Wat een gemak!
Logés
De eerste machinist van de
kraan was Simon Hart. Hij was
tot 1971 de eigenaar van De
Heerenkeet. Hij en zijn vrouw
kregen met de ramp veel onver
wachte logés. In de nacht van 1
op 2 februari 1953 huisden er
wel zestig mensen in het hoog
gelegen pand. Zittend en lig
gend op de grond probeerden ze
wat bij te komen van de door
stane ontberingen. Onder hen
bevond zich een echtpaar dat
samen 186 jaar oud was.
De donderdag daarna kwam het
bevel om te evacueren en wer
den ze naar Wemeldinge ge
bracht, hoewel De Heerenkeet
geen schade had opgelopen. De
familie Hart kon het op Zuid-
Beveland niet uithouden en
keerde binnen een week terug
naar huis.
Maandenlang woonden zij daar
op die smalle dijk, met aan beide
zijden grote watermassa's. Ze
kregen wel gezelschap: de poli
tiepost van Kerkwerve werd in
De Heerenkeet gevestigd. Zo
kon er toezicht worden gehou
den op het ruwe slag arbeiders,
die in barakkenkampen langs
de dijk verbleven. Overdag de
den ze hun werk, maar 's avonds
werd er alleen maar gedronken.
Tot het korps hoorde een boots
man van de rivierpolitie, die
ooit worstelaar was geweest en
met zijn uiterlijk veel gezag in
boezemde. Dankzij hem werden
veel ongeregeldheden voorko
men.
In maart 1953 lagen de kadavers
van vei'dronken vee hoog opge
stapeld tegen de dijk bij De Hee
renkeet om afgevoerd te wor
den. Ze verspreidden een
ondraaglijke stank. Herinne
ringen aan een zware tijd, op een
plaats waar je nu je longen kunt
vullen met zilte zeelucht en ge
nieten van het fantastische uit
zicht over land en water.
Betty Blikman-Ruiterkamp
Naam
Ligging
Functie
Ontstaan
illustratie Adri Karman
Flaauwers
Aan de zuidkant van Schouwen, ten zuidwesten van Kerkwerve
Landbouwhaven van Kerkwerve
In 1860
M