Wind geeft de bomen vorm
Bekendste meeuw is nog steeds de kokmeeuw
24
24
25
26
weerwoord
Het geheim
achter de
Tarwecirkel
Genieten aan
Kerkwerve's
oude haventje
Ouders geven
les in natuur
Wie éénmaal
de smaeke
te pakken eit
bijzonder blauw
woensdag 10 oktober 2001
De kustweg tussen West-
kapelle en Domburg:
aan de ene kant duinen en
dijk, aan de andere kant en
kele boerderijen. Wat opvalt
aan die boerderijen is de be
groeiing. Vanaf de weg zie je
vooral een stukje, schuin
omhoog oplopend, bos. Kijk
je beter dan zie je daarachter
gebouwen. 'Opgeschoren
bos', zo wordt de begroeiing
genoemd, en het is bedoeld
om de boerderijen te be
schermen tegen wind en wa
ter.
Tf omend vanaf Westkapelle
XVligt een eindje buiten het
dorp, aan de rechterkant van de
weg, een boerderij met die typi
sche begroeiing. Twee wegge
tjes en twee in het bosje gesnoei
de poortjes leiden naar het erf.
Daar is J. Willeboordse (72) aan
het werk. Hij woont al ruim
veertig jaar op die plek, sinds
zijn huwelijk in 1957 met J.
Moens. De boerderij, 'de meest
westelijke van Nederland', is al
meer dan honderd jaar eigen
dom van de familie Moens. De
Jan Moens weg, achter het wei
land, herinnert daaraan.
In 18 7 7 werd door een Moens het
huis achter op het erf gebouwd.
De schuur aan de voorkant
stond er toen al. De vorige eige
naar had een woning in die
schuur. Later is er, voor op het
erf, nog een huis gebouwd. „De
grootvader van mijn vrouw en
diens broer bleven allebei op de
boerderijDe één bleef in het ou
de huis wonen, de ander ging in
het nieuwe", vertelt Wille
boordse. „En de schuur werd in
tweeën gedeeld. Voor elk een
even groot stuk."
De oude woning in de schuur
was toen al wég. Het voorste
huis is later verkocht, in het an
dere woont de familie Wille-
boordse-Moens. Aan de schuur
is later nog een vakantiewoning
vastgebouwd.
Willeboordse loopt mee terug
naar de ingang van zijn deel van
de boerderij, bij het eerste weg
getje, als je vanuit Westkapelle
komt. Hij wijst op de aarden wal
die in een boog, als een dijk van
zo'n meter hoog, voor de boer
derij ligt. Waai'schijnlijk gerea
liseerd in dezelfde tijd als de
schuur. „Nadat die wal er was,
begon het planten van de bo
men; iepen, olmen, esdoorns.
Eerst lage, op die aarden wal,
daarachter steeds hogere."
De bomen staan tot bijna aan de
schuur. Door de verschillende
hoogtes loopt het bos aan de bo
venkant omhoog op. De hoogste
bomen groeien tot boven de
schuur. „Weer en wind houden
de bomen in vorm, ze blijven
even groot. En je ziet het, ze
staan ook allemaal scheef, ge
bogen door de wind, in de rich
ting van de schuur. Snoeien
hoeft dus nooit. Behalve dan bij
de poortjes, anders groeit de in
gang dicht."
De bomen beschermen de boer
derij tegen de zeewind, het zou
te water en zand. „Vroeger sloeg
het zoute water regelmatig te
gen de ramen. Sinds de dijk op
Deltahoogte is gebracht is dat
wel minder, maar de zoute zee
wind waait hier nog steeds."
Inundatie
Mevrouw Willeboordse heiin-
nert zich dat het bosje vroeger
verder doorliep aan de zijkan
ten van het erf. „Maar na de
inundatie in 1944 liep ons land
vanaf de achterkant van de
boerderij onder. Het water
kwam wel bij ons huis, maar
niet aan de voorkant. Daar is de
grond hoger. Het beboste deel,
op en binnen de wal, bleef
Schijnt herfstmaandzon
met zomerkracht,
maakt theestal de
wintermaand ook zacht
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC, postbus JS,
4380 AA Vtissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
J. Willeboordse-Moens veegthet toegangsweggetje tot het erf van de Westkappelse boerderijfoto Ruben Oreel
Carla van de Merbel De boerderij van de familie Willeboordse-Moens ligt beschut achter het 'opgeschoren bos'luchtfoto Peter Buteijn
droog. Toen het water weg was,
hebben we wel nieuwe bomen
geplant, maar door het zout in
de grond wilden die niet goed
groeien."
Bomen die beschermend om een
boerderij staan, zie je eigenlijk
overal in het winderige Neder
land, dat is niks bijzonders.
Maar 'opgeschoren boszie je al
leen langs de kust, zegt C. Mol-
lenberg, opzichter van Staats
bosbeheer in Midden-Zeeland.
„En niet alleen op Walcheren,
maar ook in de rest van Zeeland.
In die bossen staan vooral iepen,
die voelen zich thuis in het
Zeeuwse." De bosjes hebben het
zwaar te verduren. Wind en zout
water hebben vrij spel, zo vlak
aan de kust. Maar wind en water
zorgen er tegelijkertijd voor dat
de bomen in vorm blijven. Mol-
lenberg: „Die bomen krijgen
enorm op hun donder van de
wind en het zout. Zeewater
waait op de bladeren, dat droogt
op en door de zon verbranden
dan jonge loten. De boom staat
dus eigenlijk stil. Hij groeit niet,
ook al is hij verder gezond. En de
wind buigt de takken." Het ver
schijnsel doet zich voor bij alle
begroeiing aan de kust, net ach
ter de duinen. Zo kan het daar in
de zomer al herfst lijken. „Als
bij een julistorm zout water op
de bomen waait, worden de bla
deren al bruin." Voor het 'opge
schoren bos' komen wind, zout
water en zon wel goed uit. Of ei
genlijk voor de bewoners van de
boerderijen met die begroeiing,
want: snoeien hoeft nooit.
Kokmeeuw in winterkleed. Van de in de zomer chocoladebruine kop resteren
alleen een paar oorvlekjes. foto Chiel Jacobusse
Meeuwen horen bij de kust als
spechten en uilen bij het bos. Het
feit dat een soort als de kokmeeuw ook
graag broedt aan de rand van voedsel-
arme vennetjes in het oosten van ons
land doet daar niets aan af. Maar iede
re meeuwensoort heeft zo zijn eigen
voorkeuren en eigenaardigheden. Er
zijn een stuk of acht soorten die min of
meer regelmatig in het Deltagebied te
zien zijn.
Het sterkst aan zee gebonden is de
drieteenmecuw, die zich in het alge
meen alleen na een fikse westerstorm
langs onze kust vertoont. Dit elegante
meeuwtje is te herkennen aan de inkt
zwarte vleugelpunten en zwarte po
ten. Het zwart van de vleugelpunten
wordt niet onderbroken door witte
vlekken of banden zoals bij de meeste
andere meeuwen. De citroengele sna
vel van de drieteenmeeuw is ook een
opvallend kenmerk.
Normaal foerageert de vogel boven
open zee en om te broeden wordt de
voorkeur gegeven aan steile rotskus
ten. Zeevogelgebieden als de kust
voor Westkapelle en de Brouwersdam
bieden bij goede weersomstandighe
den een grote kans op waarneming
van drieteenmeeuwen. De laatste ja
ren overwintert er een kleine groep
drieteenmeeuwen vlakbij het Zwin,
bij het voormalige haventje van Cad-
zand. Het is voorzover bekend de eni
ge plaats in Nederland waar ze over
winteren.
De zilvermeeuw was honderd jaar ge
leden - in ieder geval als broedvogel -
in zijn voorkomen beperkt tot het
duingebied. Maar als alleseter heeft
deze fraaie en fors uit de kluiten ge
wassen meeuw zich sterk uit weten te
breiden. Volwassen dieren zijn her
kenbaar door hun forse postuur, een
geel met rode snavel en vleeskleurige
poten. De overwegend grauwbruine
jonge exemplaren kunnen makkelijk
verward worden met andere soorten
zoals de kleine- en de grote mantel
meeuw, die vaak ook nog samen met
de zilvermeeuw voorkomen.
De kleine mantelmeeuw broedt vaak
in gezamenlijke kolonies met de zil
vermeeuw en dankzij de leizwarte
vleugels zijn ze als volwassen exem
plaar gemakkelijk te onderscheiden
van de zilvermeeuw. Ook de fraai
oranjegele poten maken de herken
ning gemakkelijk. Het laatstgenoem
de kenmerk onderscheidt de kleine
mantelmeeuw van de nauw verwante
grote mantelmeeuw. Dat is de grootste
van de Europese meeuwen. Tot voor
kort kwam deze soort niet als broed
vogel voor in Nederland, maar de
laatste jaren zijn in het Deltagebied
verschillende broedgevallen gecon
stateerd.
De meest bekende meeuw is nog
steeds de kokmeeuw, hoewel het
waarschijnlijk in onze omgeving niet
meer de meest talrijke soort is. De
kokmeeuw of kapmeeuw dankt zijn
naam aan de chocoladebruine kop,
die de vogel in het zomerhalfjaar
heeft. In de winter blijven alleen een
paar kleine bruine vlekjes ter hoogte
van de oren donker gekleurd en de
kokmeeuw is dan het makkelijkst te
herkennen aan de rode snavel en poot-
kleur.
De kokmeeuw is qua talrijkheid van
de eerste plaats verdrongen door de
zilvermeeuw. Want zo succesvol als de
zilvermeeuw zich uitbreidt, zo slecht
vergaat het de kokmeeuw. In een ge
bied als het Verdronken Land -an
Saeftinghe, waar in de jaren zeventig
meer dan vijfentwintigduizend
broedparen waren, is het aantal gede
cimeerd. Dat geldt evengoed in tal van
kleinere kolonies en op sommige
schorren is de kokmeeuw als broedvo
gel compleet verdwenen.
Daar zijn verschillende oorzaken
voor. Het verdwijnen van grote opper
vlakten intergetijdegebied, waar de
vogels in de broedtijd voedsel zoeken
zal zeker een rol spelen. Ook ver ande-
ringen in de landbouw zoals het die
per ontwateren van de bodem en de
overschakeling van stalmest op
kunstmest hebben de kokmeeuw
waarschijnlijk geen goed gedaan.
De nieuwste bedreiging vormt de
komst van de vos. Vogelkolonies heb
ben voor vossen een grote aantrek
kingskracht en er zijn in het afgelopen
jaar ook in Zeeland diverse meeuwen
kolonies die compleet door vossen zijn
opgerold. Dat geldt overigens net zo
goed voor zilvermeeuwen en mantel
meeuwen, die ondanks hun grotere
l'onnaat geen partij vormen voor
Reintje. Langs de vastelandduinen in
Noord- en Zuid-Holland zijn comple
te zilvermeeuwenkolonies verdreven
door de vos.
Duidelijk is dat door allerlei oorzaken
de populaties van onze meeuwen
sterk kunnen schommelen. Soorten
als de uit Zuid-Europa afkomstige
zwartkopmeeuw en de op een ver
kleinde uitgave van de zilvermeeuw
lijkende stormmeeuw hebben zich
nieuw gevestigd of breiden zich uit,
terwijl andere soorten onderdruk
staan. Het blijft altijd boeiend om de
trends te volgen en te achterhalen hoe
ze te verklaren zijn.
Chiel Jacobusse
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de
Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabbenkreek, achterin de Ooster-
schelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van
Noord-Beveland behoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt
mee aan het behoud van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsor
bijdrage aan Het Zeeuwse LandschapIn 'Bijzonder blauw' wordt het wel
en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig verte
genwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake.