Grand Canyon maar dan in het klein
Hotel Zeeland was begin en eind
De crypte was een koelkast
Nieuwe raadkaart
woensdag 3
oktober 2001
In de groeve van Nieuw-Namen zijn 2,5 tot drie miljoen oude bodemlagen te zien.
Nieuw-Namen, een dorp
je met nog geen duizend
inwoners. Een vlekje aan de
Vlaamse grens. Maar wel de
enige plek in Europa waar
pliocene en pleistocene bo
demlagen direct aan de op
pervlakte zijn te zien. De
groeve waar de 2,5 tot drie
miljoen oude bodemlagen te
zien zijn, beslaat nog geen
voetbalveld maar is wel een
uniek archeologisch schat-
kamertje.
Dé schatbewaarder van de
Meester van der Heyden-
groeve is Richard Bleijenberg.
Geboren en getogen op de Kau-
ter, de oude naam voor Nieuw-
Namen. Voorvechter van het
herstel van oude, nostalgische
natuurwaarden. Elk kind van
nu moet, net als de 65-jarige Ri
chard in zijn jeugd, kikkers en
kamsalamanders kunnen zien
rondhopsen en libellen en mei
kevers zien rondsnorren. Om
kinderen en volwassenen ver-
schilende aardlagen van miljoe
nen jaren oud te laten zien, moet
de groeve worden gekoesterd,
vindt de beheerder.
Bleijenberg loodst de laatste ja
ren vijftienhonderd tot twee
duizend bezoekers door de
'Grand Canyon in het klein'. De
bekendheid van de groeve blijft
daardoor niet langer beperkt tot
een select gezelschap geologen
én archeologen. Maar de groeve
verdient nog meer aandacht.
Mensen moeten er ook thuis in
hun luie stoel meer over te weten
kunnen komen. Bleijenberg
hoefde dan ook niet lang na te
denken toen hij twee jaar gele
den de vrijwilligersprijs van
Staatsbosbeheer, de Houtvester
van Schermbeekprijs, won. Het
bijbehorende bedrag van vijf
duizend gulden kon het beste
worden aangewend om een
boekje over de groeve te laten
verschijnen.
Staatsbosbeheer vond het een
prima idee. Tenslotte is de orga
nisatie eigenaar van de groeve
en is ook zij gebaat bij zoveel
mogelijk aandacht voor de bij
zonderheid van het natuurmo
nument. Staatsbosbeheer keek
dan ook niet op een dubbeltje en
vond de provincie bereid aan de
uitgave van 'Tijdperken der
voorweereld' (ondertitel: De
Meester van der Heij den-groeve
in Nieuw-Namen) een bijdrage
te leveren. Het boekje van de
Middelburgse amateur-archeo
loog Robbert Jan Swiers werd
deze week gepresenteerd.
Geheimen
Harde kaft, veel foto's en illu
straties, landkaarten en grafie
ken. Een mooi uitgegeven en
vlot leesbaar geschrift. Niet al
leen over de Meester van der
Heydengroeve, maar ook over
de geschiedenis van het dorp
Nieuw-Namen en de wijde om
geving. Van het in het middel
eeuwse dierenepos figurerende
Hulsferloo tot het miraculeuze
beeldje van Onze Lieve Vrouwe.
Het boekje geeft veel geheimen
over de groeve prijs, maar laat
ook veel raadsels intact. Dat er
aardlagen uit het Plioceen aan
de oppervlakte komen, is met de
vondst van bepaalde fossielen
vrij zeker. Maar theorieën over
verkleuring door roestvorming
en door stromingen aangespoel
de vuursteenklompen worden
niet door alle wetenschappers
onderschreven. Een andere uit
leg voor 'het roste zand' en de
vele vondsten van pijlpunten en
primitief gereedschap van
vuursteen is niet voorhanden.
In de omringende polders zijn
de laatste decennia regelmatig
overblijfselen gevonden van on
der meer mastodonten, mam
moets, haaien en rendieren. Ver
halen over het aantreffen van
karkassen van dergelijke tot de
verbeelding sprekende dieren in
de groeven worden door Bleij
enberg geërgerd naar het rijk
der fabels verwezen. De Nieuw-
Namense groeve kenmerkt zich
vooral door de overblijfselen
van een marien verleden. Goed
geconserveerde zee-egels,
schelpen enforaminifera. Fora-
minifera zijn krijtdiertjes: een
cellige, wortelpotige diertjes die
een kalkschaal vormen. In Oost-
Zeeuws-Vlaanderen noemen ze
de beestjes overigens gewoon
gaatjesdragers, vanwege de vele
gaatjes in de schalen van de fo-
raminifera.
Dat in Nieuw-Namen bijzonde
re natuurverschijnselen aan de
oppervlakte kwamen, was al in
de negentiende eeuw bekend.
Dokter Adriaan Walraven uit
Hoek, een befaamd botanicus in
zijn tijd, constateerde al dat de
bodem in Nieuw-Namen 'een
geheel afwijkende zamenstel-
ling heeft, en tot eene vroegere
vorming behoorende dan de
foto's Peter Nicolai
gronden, die ons als Zeeuwen
tot woonplaats verstrekken'.
Verschillende wetenschappers
beschreven - overigens vaak
verkeerd, weten we nu - in de
eeuw erna de zandlagen die op
de Kauter werden aangetroffen.
Het werk moet weinig zijn ge
waardeerd, want de zandafgra-
vingen voor de fundering van
wegen en ophoging van terrei
nen in de omgeving gingen ge
woon door. Bovendien werd een
deel van de groeve gewoon ge
bruikt als vuilstort.
De rehabilitatie van de groeve
werd aangezwengeld door Cyr-
illus Albertus van der Heyden,
hoofdmeester van de plaatselij
ke basisschool. Van der Heyden
(officieel met een ymaar vaak -
zelfs in het boekje - met een lan
ge ij geschreven) liet de kinde
ren van de Sint Jozefschool in en
om het zandgelaag zoeken naar
fossielen, walvisribben en
steensoorten. De verzameling
werd tentoongesteld in de
school en op die manier wekte
Van der Heyden de belangstel
ling voor aardsrijkskunde en
natuur. Genoeg reden om de
groeve zijn naam te geven bij de
officiële opening voor bezoe
kers in 1983.
Sinds die ti j d is er veel ten goede
veranderd. Maar beheerder Ri
chard Bleijenberg wil meer.
Pas als de vuilnisbelt is
gesaneerd en een aangrenzend
weilandje bij de groeve wordt
betrokken, zal hij tevreden zijn.
Of de groeve vervolgens beter
(gedeeltelijk) overkapt kan
worden om de aardlagen zoveel
mogelijk voor erosie te behou
den, moeten deskundigen maar
uitmaken.
René Hoonhorst
Robbert Jan Swiers: Tijdperken
der voorweereld. De Meester
van der Heijden-groeve in
Nieuw-Namen - Uitgave Stich
ting Natuur- en Recreatieinfor
matie, ISBN: 90-72146-38-7,
oplage duizend, verkoopprijs
30,-, verkrijgbaar bij Zeeuwse
boekhandels en Foto Van Dam
me in Nieuw-Namen.
Richard Bleijenberg is de schatbewaarder van de Meester van der
Heydengroeve.
illustratie Adri Karman
Het valt niet mee om het mys
terie van de crypte onder in
de Middelburgse abdij te ontra
felen. Om te beginnen gaan we
terug naar 1121. Norbex-t van
Gennip (1080-1136) sticht in
dat jaar een nieuwe kloostei'or-
de. De monniken die tot deze or
de behoorden heetten Witheren
of Norbertijnen. Rond 1127 ves
tigen de Norbertijen zich in de
middel-burgt.
In de vier eeuwen die volgen
bouwen de monikken de burgt
om tot de abdij die we nu ken
nen. Via de kloostergangen van
de abdij kom je in de crypte. Dat
is het oudste deel van de abdij
Het keldei-gewelf steunt op vijf
zuilen van Doorniksesteen met
vroeggotisch knobbelkapiteel.
In de crypte bevinden zich een
sarcofaag, waarin restanten van
een oud fresco waarneembaar
zijn.
De vroeggotische schildering
stamt uit de twaalfde eeuw en is
gevonden in Zeeuws-Vlaande-
ren.
De crypte bevindt zich onder de
voormalige keuken van het
klooster1. Hoe mooi de bouwstijl
van het monument ook is, de
functie van de crypte stelde
eigenlijk niet veel voor.
De ruimte diende als opslag
plaats voor voedsel en drank. De
reden daarvan'is de constante
en lage temperatuur in de kel
der. Op deze manier konden de
monniken hun eten koel en lan
ger houdbaar houden.
De functie die de crypte had is
opmerkelijk. De benaming
'crypte' is daardoor nogal ver
warrend.
Wie het woord opzoekt in de Van
Dale leest dat een ciypte een
grafkelder is en geen opslag
plaats voor voedsel. De crypte in
de Middelburgse abdij is eigen
lijk een 'gewoon' keldergewelf.
Onder het hoogkoor in Katho
lieke kerken bevinden zich wel
crypten. Die dienden inderdaad
als grafkelder voor hoogge
plaatste monniken.
Na de verwoesting van de Abdij
tijdens het Duitse bombarde
ment op 17 mei 1940 werd het
complex gerestaureerd door in
genieur H. de Lussanet de la Sa-
blonière. In zijn boek De Res
tauratie aan het Abdijcomplex
te Middelburg 1940-1971 heeft
de restaurateur het over 'de kel-
derzaal'. Het woord crypte komt
in dat verband niet voor.
Matthew Gideonse
Op de raadkaart van vorige
week stond een gebouw met
de naam Logement Zeeland.
Dat was voor veel inzenders een
punt van herkenning. Vooral
ook omdat op de Kaai in Tholen
- de juiste oplossing - nog altijd
een Ixorecagelegenheid met de
naam Hotel Zeeland is geves
tigd. Op de kaart, omstreeks
1907 vervaardigd, staat naast
het logement de wachtkamer
voor i'eizigers van en naar de
overkant (Noord-Brabant). Het
was het begin- en eindpunt voor
vervoer van en naar Tholen. Er
werden ook rijtuigen met paard
verhuurd. De 'afspanning' was
letterlijk een 'uitspanning'.
R. Verkerke uit Oost-Souburg
schetst uitvoerig wat er op de
kaart te zien is. De Kaai (op de
kaart keurig Kade genoemd)
ligt op de plaats van de in 1825
gedempte Oude Haven. Links,
op de foto niet zichtbaar, ligt de
dijk waarachter de tegenwoor
dige haven ligt. Het gebouwtje
met de openstaande deux- links
is het weeghuisje. Boeren die
producten voor verscheping in
de haven aanvoerden, moest die
hier laten wegen.
Het gebouwtje is in de jaren zes
tig afgebroken.
Het huis met de trapgevel noemt
Verkerke een prachtig histo
risch pand. Hij beschikt over
een ansichtkaart uit 1910,
waarop het pand inmiddels is
verbouwd voor houthandel
Lanting. Als kind woonde Ver
kerke aan het eind van de Twee
de Wereldoorlog in de Visstraat
en speelde hij veel in het huis.
Het is enkele jaren daarna ge
sloopt. In het in 1943 versche
nen boek van C. Veltenaar over
de geschiedenis van Tholen
werd daar al voor gewaar
schuwd. „Want het Huis, waar
in Sophie van Dalem, minnares
van Jan van Blois heeft
gewoond, is zoo x-adicaal ver
bouwd dat er van den oorspron
kelijke bouw niets meer is
overgebleven. Maar wat nog be-
waard is, moet behouden wor
den a tout prix." Dat is dus niet
gebeurd.
Het hoekpand met de zonwe
ring was het winkeltje van Fok
ker, later woning van de familie
Roukema. Bij Fokker kochten
de schippers hun scheepsbeno-
digdheden. Ernaast een pakhuis
met halve maanvormige boven
ramen. Hier was beuitschipper
P. Verstraate gevestigd, die met
zijn schip Anna Barbara op Rot
terdam voer. Dan het logement
Zeeland en de wachtkamer voor
de omnibus. Beide panden zijn
na de ooxiog door bi'and ver
woest en vervangen door
nieuwbouw. Helemaal rechts
het gebouw waarin later de Na
tionale Bankvereniging zetelde.
Er wordt op de plaats nog steeds
gebankierd, zij het in een mo
dern gebouw.
T. van Vossen uit Tholen meldt
dat het huis links van het loge
ment tegenwoordig nog het best
herkenbaar is, omdat aan de ge
vel weinig vei'anderd is. Het
pakhuis is ook woning gewbr-
den. In de plaats van het huis
waar Sophie van Dalem woonde
is een huis gebouwd met een na
maak trapgeveltje. Er zit thans
een tandartspraktijk in. Op de
plaats van het kaaibosje staat
nu een bejaardenflat, aldus Van
Vossen, die onderstreept dat er
van de oorspronkelijke gebou
wen van bijna 100 jaar geleden
maar weinig meer bewaard is
gebleven.
C. Heyboer-van Zanten uit Vlis-
singen herinnert zich dat in het
hxxis met het trapgeveltje de fa
milie Van Dijk woonde, die er
een smederij had. Als uitbater
van het logement noemt ze de
familie Engelvaart, later de fa
milie Tichem. Oud-gemeentese-
cretaris V. Laban meent de jon
gen met klompen, die bij de
koetsen staat, te herkennen.
Volgens hem is het Toon de
Bruyne.
Er waren enkele onjuiste inzen
dingen. IJzendijke en de Markt
in Kruiningen werden genoemd
en een lezer stuurde een uitvoe
rige beschrijving van het Vlis-
singsch Wagenplein in Middel-
buig, dat zo'n 40 jaar geleden
werd gesloopt. De winnaar-s van
de waardebonnen zijn: J. de
Putter, Terneuzen, W. Deurloo,
Tholen en W. de Wilde, Stave-
nisse.
Rinus Antonisse
Als nieuwe opgave deze keer
uit de collectie van Hans
Lindenbergh een dorpstafereel.
Vraag is: in welke Zeeuwse
plaats is de foto genomen. Er is
veel op te zien. Lezers die nadere
bijzonderheden weten, wox-den
uitgenodigd die door te geven
aan de redactie.
Oplossingen kunnen tot en met
maandag 8 oktober worden ge
zonden aan de redactie PZC
Buitengebied, postbus 18,4380
AA Vlissingen, fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
Voor de inzenders van goede op
lossingen zijn drie waardebon
nen beschikbaar1.
THOLEN, Kade.