Overal waren verkleedpartijen
Amerikaanse geschiedenis
met een beetje fantasie
Arthur per e-mail
Toneel in de
Middeleeuwen
vertaald
Sylvie GermainEtty Hillesum,
een spirituele biografie. De dag
boeken van Etty Hillesum zijn
wereldwijd gepubliceerd en de
reacties erop duren voort tot op
de dag van vandaag. De Franse
schrijfster Silvie Germain
plaatst de persoon van Etty Hil
lesum tussen filosofen, mystici
en literatoren van de twintigste
eeuw. Etty's spirituele gedach
tegoed zet zij in perspectief te
genover de ideeën van Simone
Weil, Rilke, Anne Frank, Hei
degger, Jorge Semprun, Lévinas
en vele anderen. Vertaling: Kees
Diekstra en Thérèse Fisscher.
Uitgeverij Balans, 180 blz.,
ƒ36,46.
Daniel Wallace: Grote vis. In de
bloei van zijn leven was Edward
Bloom een uitzonderlijke man.
Er was niets dat hij niet kon en
wat hij deed, deed hij goed. Ten
minste, dat is wat hij zijn zoon
William vertelde. Nu zijn vader
op sterven ligt, tracht William
aan de hand van heroïsche ver
halen, waar in Edward als een
bijna mythische figuur naar vo
ren komt, een nieuw beeld van
zijn vader te vormen. Daniel
Wallace groeide op in Birming
ham, Alabama. Hij woont nu in
North Carolina, waar hij werkt
als illustrator. Grote vis, dat
verfilmd zal worden door Ste
ven Spielberg, is zijn debuutro
man.
Vertaling: Maaike Post en Arjen
Mulder. Uitgeverij Van Buuren,
192 pag., 32,50.
Isaac Asimov: Foundation.
Heruitgave van de Foundation
trilogie, de sciencefiction-klas-
siekerwaaraan Asimov eind j a-
ren veertig begon te schrijven.
De boeken vertellen de geschie
denis van een sterrenrijk en van
de door Asimov bedachte we
tenschap: de psychohistorie. De
ondergang van het galactische
keizerrijk is al eeuwenlang
gaande, voordat een man zich
bewust wordt van wat er aan de
hand is: Hari Seldon. Hij weet
via de psychohistorie de toe
komst te voorspellen. En die wej-
tenschap zou het keizerrijk van
de ondergang moeten redden.
Maar of de psychohistorie wer
kelijke zo onfeilbaar is als Sel
don meent, moet nog blijken.
Vertaling: Sweder F. Ariës en
Jack Kroner. Uitgeverij Meu-
lenhoff, 590 pag., 49,58.
Léon Hans sen: Sterven als een
polemist. Tweede deel van de
biografie van Menno ter Braak
(1902-1940) die begint als Ed
gar du Perron op het toneel ver
schijnt. Er ontstaat een vriend
schap die haar stempel zal
drukken op de Nederlandse cul
tuurgeschiedenis van de jaren
dertig. Deel 1 verscheen in 2000
onder de titel Want alle verlies is
winst. Uitgeverij Balans, 727
blz., geb., 94,76.
Apollo in Brasserie Lipp. Naar
aanleiding van de vijfde sterf
dag van W.F. Hermans heeft uit
geverij De Bezige Bij een aantal
auteurs gevraagd hun herinne
ringen aan Hermans op schrift
te stellen. Tevens vond bijna een
jaar geleden het Willem Frede-
rik Hermans Festival plaats, dat
velen inspireerde om te schrij
ven over Hermans en zijn werk.
De stukken die uit beide initia
tieven zijn ontstaan zijn nu ge
bundeld. Daarnaast werd in het
boek een groot aantal niet gepu
bliceerde foto's opgenomen.
Uitgeverij De Bezige Bij, 251
blz., geb., 49,90.
Een virtueel boek. Al jaren
wordt er gekissebist over de
vraag of internet het papieren
boek verdrijft. Uitgeverij Lem-
niscaat is deze week begonnen
met de publicatie van een nieu
we roman: via email. De ver
wachting van de uitgeverij is
dat het boek in de winkel straks
uitstekend zal verkopen.
„Kijk eens naar die wolk!" „Dat
deed ik net", antwoordde Mer-
lijn. „Het lijkt wel een zilveren
zwaard. Het zwaard van een
reusachtige koning." Het is een
frase uit het eerste hoofdstuk
van de jeugdroman 'Arthur - de
Zienersteen'. Het succesvolle
boek van de Engelse auteur Ke
vin Crossley-Holland, reeds uit
gebracht in vijftien landen, is
deze week verschenen in een
Nederlandse vertaling. Het op
merkelijke is dat het nog niet te
koop is in de winkel. Toch heb
ben al honderden liefhebbers de
eerste bladzijden gelezen. Zij
hebben dinsdagmorgen de eer
ste drie van de in totaal honderd
hoofdstukken per e-mail thuis
ontvangen. De rest krijgen de
lezers de komende weken bin
nen via de elektronische snel
weg. Daarmee is 'Arthur' de al
lereerste roman in Nederland
die volledig én gratis via het in
ternet wordt verspreid.
„Het is op een vrij dagmiddag bij
ons in de keuken bedacht", zegt
Joukje Akveld die de promotie
doet van uitgeverij Lemniscaat.
De vraag was hoe een hier nog
onbekende auteur, die wereld
wijd succes heeft geboekt met
zijn Arthur-trilogïe, onder de
aandacht van het grote publiek
kon worden gebracht. Internet
is het medium van de 21ste
eeuw, maar zo stelden ze bij
Lemniscaat vast, met een boek
op het world wide web - zoals
Stephen King en Renate Dorre-
stein hebben gedaan - dwing je
mensen de tekst steeds te down
loaden. „Email", meent Akveld,
„is voor kinderen misschien nog
wel belangrijker dan internet.
Ze hoeven zich maar één keer op
te geven en ze krijgen dagelijks
zes weken post."
De belangstelling valt haar niet
tegen. „Die stijgt gestaag. Vrij
dagmiddag hadden we 678 aan
meldingen. Dinsdag waren het
er al ruim 1500. En dat voor een
schrijver die nog vrij onbekend
is. We willen uiteindelijk naar
tienduizend aanmeldingen op
www.zienersteen.nl."
De gekte die de Harry Potter
boeken teweeg hebben ge
bracht, streeft Lemniscaat niet
na. Maar de Rotterdamse uitge
verij denkt met het verhaal over
de jongen Arthur de Caldicot,
die in een bijzondere steen flar
den ziet van de geschiedenis van
zijn legendarische naamgenoot,
toch een kaskraker in huis te
hebben gehaald.
Normaal verschijnt een eerste
druk van een buitenlandse au
teur, vertelt Joukje Akveld, in
een oplage van drie- tot vijfdui
zend. Kevin Crossley-Holland
ziet vanaf volgende maand zijn
Nederlandse debuut meteen in
tienduizend exemplar-en op het
schap staan. In de nu versche
nen virtuele versie ziet ze dan
ook veeleer een mooie promo
tiecampagne dan een concur
rent.
Cock Rijneveen
Tot het eind van dit jaar kunnen ge-
interesseerden zich aanmelden om
'Arhtur - de Zienersteen' per email
opgestuurd te krijgen.
donderdag 6 september 2001
ie zich verdiept
in
middeleeuwse
teksten, ontkomt niet aan
deze conclusie: toneel is
overal. Bij een
huwelijksviering past een
spel. Zo mogelijk komisch.
Bij een maaltijd van een
broederschap of een
plechtige bijeenkomst van
het gilde hoort een
toepasselijke scène of een
dialoog over de
patroonheilige. In processies
worden taferelen uit de
bijbelse geschiedenis
uitgebeeld.
Als in de late Middeleeuwen
in Middelburg een paar we
ken na Sacramentsdag de grote
ommegang plaatsvindt waarbij
een stukje van het Heilig Kruis
wordt rondgedragen, is er tij
dens de ommegang toneel. Zo
speelden de chirurgijns onder
weg af en toe de sketch van Je
zus en de overspelige vrouw.
Ook was er theater waar je het
niet zou verwachten. Van non
nen bijvoorbeeld, binnenska
mers. In 1526 voerden dezusters
van de Elfduizend Maagden in
Warmond een toneelspel op ge
baseerd op een verhaal uit het
Oude Testament. Koorvrouwen
uit de kloosters uit de omgeving
van Zutphen speelden ter gele
genheid van een jubileum van
hun rector toneelstukjes. Het
zijn aanwijzingen dat ook to
neel voorkwam op plaatsen
waar je verkleedpartijen en rol
lenspel niet zou verwachten: in
een middeleeuws vrouwen
klooster.
In Brussel was er een grote om
megang door de stad ter ere van
Onze Lieve Vrouwe van de Za
vel. Van 1448 af werd elk jaar na
afloop van deze processie een
toneelstuk opgevoerd in de open
lucht door leden van het Voet-
booggilde. Het repertoire was
beperkt: een cyclus van zeven
geestelijke toneelstukken ge
wijd aan de zeven Vreugden van
Maria. De cyclus werd in zeven
jaar afgewerkt. We bezitten al
leen de eerste en de zevende
Blijdschap van Maria - de rest is
niet tot ons gekomen.
Middeleeuws toneel is bijna al
tijd serieus. Het leert de toe
schouwers iets, brengt de emst
van leven en moraal, zonde en
genade, heilsgeschiedenis en
het leven van heiligen op de
planken. Zo confronteert het
bekende Elckerlijc de middel
eeuwse mens met de dood en de
voorbereiding. Op z'n tijd - bij
overwinningen van de graaf, bij
vredesverdragen, vorstelijke
huwelijken of geboorten - zorg
den schrijvers voor grote stuk
ken in de vorm van allegorieën.
Daarin traden symbolische fi
guren op zoals Dood, Vrede, Ge
weten, met God de vader, en de
engelen. Een beetje stad had ten
minste één gezelschap dat zich
met toneel bezighield: gezellen
van derspele die voor de oprich
ting van rederijkerskamers
lokale spelopvoeringen ver
zorgden. Vanaf 1430 worden
Gillis Mostaert schilderde rond 1560 de opvoering van een passiespel op de Grote Markt van Antwerpen.
gildekamers opgericht met het
doel toneel te verzorgen. Dat
weten we goed uit Oudenaerde,
waar een groot archief is dat ie
mand tot op de laatste letter
heeft onderzocht.
Dramatiek en spel dringt ook
door in gedrukte boeken. Zo is
het befaamde verhaal van Mari-
ken van Nieumeghen die zeven
jaar met de duivel samenleefde,
een combinatie van een verhaal
afgewisseld met dialoog. Alsof
de schrijver van een toneeltekst
een leesboek wilde maken. Hoe
ging dat? Waarom gebeurde dat
en waar komt die dialoogtekst
vandaan? Deze vragen blijven
onderzoekers prikkelen.
Veel is er niet over van dat mid
deleeuws toneelrepertoire. Er
bleven nauwelijks speelteksten
over uit de vroegste periode. Uit
de rederijkerstijd bezitten we
zoveel toneel dat een geleerde
met de opsomming van titels een
boek kon maken.Van de rederij
kerskamer van 's-Gravenpol-
der, De Fiolieren, hebben we
een redelijke hoeveelheid tek
sten en speelrollen maar die da
teren van na de middeleeuwen.
De fameuze Zeeuw Polderman,
schrijver van liederen waarin de
klei en de meeuwen bezongen
worden, publiceerde ooit een
boekje met het Spel van de
Stadhouder uit het archief van
de 's-Gravenpolderse Fiolieren.
In een recent verschenen bundel
zijn vijftien studies over het
Middeleeuws toneel in de Lage
landen bijeengebracht. Een
mooie inleiding legt dwarsver
banden. Het is een verzameling
geworden die iedereen die geïn
teresseerd is in de vroege fase
van het Europees toneel en de
middeleeuwse cultuurgeschie
denis niet ongelezen mag laten.
Het boek geeft de stand van het
onderzoek weer: op veel punten
is er in een halve eeuw van on
derzoek toch veel aan inzicht
bijgekomen. Daarbij beperken
de auteurs zich bepaald niet tot
de lage landen: het middel
eeuws toneel in Frankrijk en
Duitsland krijgt bijvoorbeeld
terecht evenzeer aandacht.
Middeleeuws toneel was na
tuurlijk niet specifiek Neder
lands of Vlaams.
Er is in deze bundel nog iets dat
opvalt: niet alleen de teksten
van de toneelstukken staan cen
traal, evenzeer de opvoerings
praktijk, de theatrale kant. Hoe
is iets opgevoei'd, waar, wan
neer? Zijn er regie-aanwijzin
gen? Werd er tussen de scènes
muziek gemaakt? Waar en hoe
functioneerden de stille verto
ningen, de tableaux vivants?
Hoeveel spelers deden mee? In
de hoofdtitel van de bundel,
Spel en spektatel, komen de
twee kanten van een toneelstuk
mooi tot uiting.
Veel studies gaan nog een stap
verder. Toneel had een bijzonde
re functie in de middeleeuwse
cultuur. De middeleeuwse stad
was het natuurlijk decor van
veel theater. In de laat-middel-
eeuwse stad heeft de stedelijke
overheid het laatste woord bij
de opvoeringen: destadkanzich
zo manifesteren. Het stadsbe
stuur betaalde de schrijvers, de
regisseur en nam de kosten van
de opvoering voor zijn rekening.
Archiefonderzoek heeft veel ge
gevens aan het licht gebracht.
Zo weten we dat de Brugse
schrijver Anthonis de Roovere
een salaris kreeg van de over
heid. Een middel om hem te
houden: dan ging hij niet naar
een andere club. In Spel en spek
tatel wordt in twee bijdragen
verslag gedaan van dit spitwerk
in archieven en het resultaat
geeft een aardig inzicht in de
manier waarop de steden in de
late middeleeuwen de toneel
cultuur stimuleerden en wisten
te gebruiken.
Veel toneel is geestelijk. Dat is
maar een kant van het leven. In
de Nederlanden ontstond ook
wereldlijk toneel, opmerkelijk
vroeg overigens naar Europese
maatstaven: de Abele spelen.
Over Lanceloet van Denemer-
ken, Esmoreit, Gloriant, en niet
te vergeten het spel van de win
ter en de zomer. In deze bundel
kun j e lezen dat er op veel plaat
sen een toneelstuk over de win
ter en de zomer werd gespeeld.
Zijn er verschillende in omloop
geweest en behoorde het thema
tot het vaste repertoire? Die
abele spelen zijn gedramati
seerde verhalen over ridders,
trouw en ontrouw. Statisch to
neel lijkt het wel, misschien niet
zo geschikt voor een modern
festival. Gelukkig kende de
middeleeuwer ook het lichte
genre, de komedie en de klucht.
Volgens de teksten van de abele
spelen kreeg het publiek aan
sluitend zo'n klucht te zien.
In de bundel Spel en Spektakel
komt veel aan de orde. Humme-
len schrijft een scherpzinnig
betoog over de pauze-aandui
dingen in geestelijk toneel. Oos
terman legt uit de archieven het
toneelleven in Brugge open.
Coigneau houdt zich bezig met
toneel dat in boekvorm op de
markt kwam om te lezen. In een
schitterende studie laat Her
man Brinkman ons meekijken
over de schouder van een Gentse
schrijver van toneelteksten.
In de doordachte samenstelling
van deze bundel zit een merk
waardige coïncidentie. In het
eerste stuk wordt de lezer aan de
hand van misboeken door het
vroegste geestelijke toneel ge
leid. Een korte dialoog tijdens
de liturgie. Een gebaar, een stil
le vertoning tijdens pasen, drie
koningen. Prachtig materiaal.
In het laatste stuk van Herman
Pleij zien we de andere kant:
kluchten en voorstellingen met
seksuele toestanden, hennen
tasters en mannen die hun broek
uittrekken voor de vrouw die de
broek aan heeft.
Tussen het bed en de mis, daar
floreert het toneel.
Lo van Driel
Hans van Dijk Bart Ramakers
(red.): Spel en spektakel. Middel
eeuws toneel in de Lage Landen -
Nederlandse literatuur en cultuur in
de Middeleeuwen, dl.xxiii, Uitgeve
rij Prometheus, 402 blz., 52,75.
James Ellroy: „Ik schrijf geen geschiedenis, ik herschrijf geschiedenis." foto George Verberne/GPD
James Ellroy schreef een 'onverfilmbare'
thriller, die als 'L.A. Confidential' veel
succes had als film. Na een reeks misdaad
romans is de succesvolle Amerikaanse
schrijver overgestapt op een ander genre:
het herschrijven van de geschiedenis naar
zijn eigen ideeën.
De Amerikaanse schrijver laat er geen enkel
misverstand over bestaan. Al meteen niet.
„Ik ben geen thrillerauteur meer. Ik schrijf
nooit meer een misdaadverhaal."
James Ellroy, de gevierde Amerikaanse
schrijver van boeken als 'The black dahlia'
en 'L.A. Confidential' - het boek dat onver-
filmbaar heette te zijn, maar een paar jaar
geleden toch met veel succes is verfilmd -
wil duidelijk af van zijn imago van mis
daadauteur. Dat beeld heeft hij met z'n serie
van vier boeken over de Los Angelespolitie
achter zich gelaten, vindt hij zelf. Sterker
nog, hij wil helemaal nooit meer over zijn
geboortestad in Californië schrijven.
De nieuwe weg die James Ellroy bewandelt,
heet geschiedenis. In zijn nieuwe boeken
'herschrijft' hij Amerikaanse gebeurtenis
sen naar zijn eigen fantasie.
Zo is onlangs het tweede deel uitgekomen
van een serie van drie boeken over de Ame
rikaanse geschiedenis van de j aren vijftig en
zestig. „Dat waren dramatische tijden, die
ik zelf als kind heb beleefd. Ik werd er niet
door geraakt, maar ik was me wel bewust
van de gebeurtenissen", zegt Ellroy in het
Amsterdamse grachtenpand van zijn Ne
derlandse uitgever Atlas. Zijn nieuwste
boek heet Zes ruggen.
Het beeld van James Ellroy heeft veel te ma
ken met zijn roemruchte jeugd. Een storm
achtige tijd voor de jongeman, die gemar
keerd werd door de nooit opgeloste moord
op zijn moeder en de vroege dood van zijn
vader. Het leidde tot alcoholverslaving, in
braken en arrestaties. Een ziekenhuisopna
me wegens een dubbele longontsteking
bracht de ommekeer. Hij kickte af, vond
werk en begon in de avonduren met het
schrijven van misdaadboeken. Na een aar
zelende start volgde succes en het leven van
een beroemd schrijver.
Maar van dat imago van de 'devil dog' van
de thrillerschrijver blijkt nu niets meer. De
tijd is vriendelijk voor Ellroy geweest. Kort
Amerikaans-kapsel, blozend gezond uiter
lijk en uitermate vriendelijk. Ellroy is door
de jaren heen 'vermilderd'.
Maar wat bezielt een succesvol thrillerau
teur om een serie over geschiedenis te
schrijven? Wat heeft hij daar te zoeken? „Ik
wilde weg bij de misdaadromans, weg van
Los Angeles, weg van de plots waar het poli
tieonderzoek voor het verhaal zorgt. Het is
nieuwsgierigheid die mij naar deze onder
werpen brengt. En door het beschrijven be
vredig ik mijn eigen nieuwsgierigheid. Door
het in een boek vast te leggen, krijg ik de
kans die geschiedenis te beleven."
Dat geldt ook voor Zes ruggen. Een boek
over haat, verval en politieke moorden, die
worden gepleegd door mensen die er hun
hand niet voor omdraaiden. „Of ze nu een
president vermoorden of een gewone Ame
rikaan maakt deze mensen gewoon niet
uit", zegt James Ellroy.
„Het hart van Zes ruggen en van het eerste
deel van deze serie, 'American tabloid', is de
geschiedenis van de jaren vijftig en zestig.
Niet de algemene geschiedenis van de Ver
enigde Staten, maar een onderdeel daarvan.
De manier waarop de moord op president
John F. Kennedy in de doofpot is gestopt, de
moorden op Robert Kennedy en Martin Lu
ther King. De rol van de FBI, de maffia, Las
Vegas, de gekte van de Cubaanse ballingen,
het begin van de oorlog in Vietnam en de
smokkel van heroïne uit die streken, die met
de Amerikaanse aanwezigheid gepaard
ging."
„Ik schrijf geen geschiedenis, ik herschrijf
geschiedenis. Eigenlijk neem ik bekende
feiten en laat er fictieve personen in los. Die
botsing beschrijf ik. Als de lezer niet weet
waar de feiten eindigen en de fictie begint
dan ben ik geslaagd in mijn opzet. Want ik
geef die grens niet aan. Juist door alles te
vertellen door de ogen van mijn hoofdperso
nen, gaat die grens schuiven, het verschil
tussen werkelijkheid en fictie wordt ondui
delijk."
„Het was voor Amerika een heel dramati
sche tijd. Met de rechtsextremisten, gang
sters, de Ku Klux Klan, de opkomst van de
beweging voor burgerrechten en corrupte
politici. De politiek van die dagen kan de
nachtmerrie voor individuen zijn. Mijn drie
hoofdpersonen acteren in die sfeer. Via die
drie paar ogen volgen we de geschiedenis. Ik
schrijf niet over de gewone burgers, de ge
middelde Amerikaan. Daar is niet veel over
te zeggen. Het zijn toch juist die gangsters
en corrupte politici, die het beleid uitvoe
ren."
Zes ruggen is een ingewikkeld boek, geeft
Ellroy volmondig toe. Zijn eerdere boeken
waren vergeleken met de nieuwste van zijn
hand eenvoudig, rechtlijnig. „In Zes ruggen
spelen heel veel complotten tegelijk en het
wordt dicht bevolkt door erg veel mensen.
Het blijft alleen bij elkaar door de drie
hoofdrolspelers. Zij zijn het die het beleven.
Door hun ogen volgt de lezer het verhaal."
Om deze manier van werken te onderstre
pen heeft Ellroy zich toegelegd op een nieu
we schrijfstijl. „Het moest een stijl worden
die past bij de mensen van de zelfkant uit die
tijd. De taal moest vulgair worden. Boven
dien wilde ik een hele snelle schrijfstijl om
de lezers bijna te dwingen het boek in een
keer uit te lezen. Dan begrijpen ze de alge
mene lijn van de plot beter."
Met bijna 800 pagina's is Ellroy er niet in ge
slaagd een boek te schrijven dat een lezer in
heel korte tijd leest. Maar de stijl van ex
treem korte zinnen, uitroepen, eenvoudige
woorden, leidt er wel toe dat de pagina's
kort lij ken. Het vulgaire blij kt vooral uit het
taalgebruik en de expliciete beschrijving
van moord, marteling en seks.
Het maakt het boek wel hijgerig. Gelukkig
zijn er ook rustpunten. Door het hele boek
wordt het verhaal telkens onderbroken
door memo's van FBI-directeur J. Edgar
Hoover, een van de schurken in Zes ruggen.
„Die memo's en uitgetikte banden van afge
luisterde gesprekken geven het boek een au
thentiek aanzien. Maar het geeft de lezer
ook de bredere context van de stand van za
ken in de wereld buiten het leven van de
hoofdpersonen.
Gijs Korevaar
James Ellroy: Zes ruggen - vertaling Gerda
Baardman en Huub Groenenberg, Uitgeverij At
las, f49,90.