Astronaut krijgt broze botten
PZC
Computertje voor de
fanatieke hardloper
Erfelijke landkaart
banaan ontrafeld
Onderzoek naar gevolgen gewichtloosheid nog in kinderschoenen
postzegels
110 lebcnslanges Icrncn
Stervend zonnestelsel
donderdag 16 augustus 2001
door Ben Apeldoorn
SAN DIEGO - NASA-wetenschappers
testen een nieuw toestel om de nadelige
gevolgen van langdurige gewichtloos
heid voor het menselijke lichaam te be
perken. Maar ondertussen groeit ook
het besef dat de gewichtloosheidspro-
blematiek veel ingewikkelder is dan
men denkt en de schade aan het mense
lijke lichaam groter dan men wil toege-
De vraag rijst zelfs of de mens ooit zon
der ernstige gezondheidsproblemen op
Mars zal kunnen landen na een drie
kwartjaar lange reis van volstrekte ge
wichtloosheid. En men moet toch ook
een keer weer terug.
Al tientallen jaren zoeken geleerden
koortsachtig naar methoden en hulp
middelen om de schadelijke gevolgen
van vooral langdurige gewichtsloos
heid voor het menselijk lichaam te eli
mineren. Maar ondanks het intensieve
gebruik van en onderzoek met tal van
oefeninstrumenten in ruimtestations
zoals SkyLab (jaren '70) en het Russi
sche MIR, dat na vijftien jaar van trou
we dienst op 20 maart van dit jaar in de
dampkring verbrandde, blijft het be
helpen. Het menselijke lichaam, gedu
rende tientallen milj oenen j aren geëvo
lueerd onder permanente invloed van
de aardse zwaartekracht, laat zich niet
bedotten. Nog lang niet tenminste.
„We testen nu een apparaat dat een
deel van de lichamelijke problemen
zou moeten oplossen", zegt professor
Alan Hargens, hoogleraar orthopedie
aan medische faculteit van de universi
teit van Californië in San Diego. „Het
toestel, de Lower Body Negative Pres
sure Device, LBNPD, bestaat uit een
kamer waar licht vacuüm heerst met
daarin een tredmolen. Een astronaut
zit daar tot ongeveer zijn middel in.
Een soort van stofzuiger zorgt voor on
derdruk in de LBNPD-ruimte waar
door het bloed meer naar de onderbuik
en de benen stroomt. Dat is op aarde
onder invloed van de zwaartekracht
ook zo. Oefenen met de tredmolen
daarin zorgt voor een goede, verdere
doorbloeding van spierweefsel en
beenmerg. We moeten zien of dat het
gewenste effect heeft." We houden er
geen rekening mee, maar onder invloed
van de zwaartekracht is de bloeddruk
in onze voeten gemiddeld drie keer ho
ger dan in de hersenen. In de ruimte
wordt dat verschil opgeheven. De ge
zichten van astronauten in gewichtslo-
ze omstandigheden ogen daarom soms
duidelijk opgeblazen. „Het lichaam
reageert op gewichtsloosheid met gro
Een aan de mechanische arm van een space shuttle bevestigde astronaut (achtergrond) gaat aan het werk in het shuttleruim.
Alle handelingen moeten bij gebrek aan zwaartekracht heel langzaam en weloverwogen worden verricht, foto NASA/ESA
tendeels nog onbegrepen alarmsigna
len", zegt Hargens. „De benen verlie
zen al na enkele dagen in de ruimte
bijna een liter vocht en de bloedhoe-
veelheid loopt met bijna een kwart te
rug. Ook het hart krijgt een signaal:
pomp maar minder. Een gevolg daar
van is onder meer atrofie: weefselaf
sterving in de hartspier. Botweefsel
krijgt het signaal dat het niet meer zo
stevig hoeft te zijn, met als gevolg dat
de botten brozer worden. De omvang
van spierweefsel neemt ook drastisch
af en bij langdurig verblijf in de ruimte
ontstaan ook hart- en vaatafwijkingen
en allerlei vreemde gedragingen van
andere organen."
Oefening
„Vanaf het begin van de bemande
ruimtevaart was men van mening dat
veel lichaamsoefening in de ruimte dé
oplossing was voor de lichamelijke
problemen", legt Hargens uit. „Maar
dat blijkt maar een klein deel van de
problemen op te lossen. Wél is het zo dat
het lichaam bij terugkeer op aarde
langzaam herstelt doordat het zich
weer aan zwaartekrachtomstandighe
den aanpast. Dat geldt hoogstwaar
schijnlijk niet voor het calciumgehalte
in beenderen dat de hardheid ervan be
paalt. Hoogstwaarschijnlijk, omdat
sommige onderzoekers menen dat het
wél deels herstelt."
„Maar zo niet, dan betekent het dat
kosmonauten als bijvoorbeeld Alex
Laveikin en Yuri Romanenko die ooit
ruimterecords vestigden door meer dan
een jaar in het MIR te verblijven, de rest
van hun leven heel voorzichtig moeten
bewegen. Zodra ze een teen stoten,
kunnen ze een been breken. Het mag te
kenend zijn dat over het verloop van de
lichamelijke conditie van deze mensen
na hun ruimteverblijf maar heel weinig
bekend is."
Overgang
Van andere aard zijn de problemen die
astronauten direct na de lancering
kunnen ondervinden. „Dat is verge
lijkbaar met wagenziekte op aarde",
aldus Hargens. „Tijdens de lancering
worden ze door de enorme versnelling
acht tot tien keer zwaarder dan hun
oorspronkelijke gewicht en plotseling
stoppen de motoren en zijn ze totaal ge
wichtloos. Een bijna onmenselijke
overgang. Gemiddeld de helft van be
manningsleden kotst daar letterlijk en
figuurlijk van. Bij sommige astronau
ten gaat dat niet meteen over en lopen
ze kans uit te drogen."
„Allerlei op aarde onvoorstelbare ver
schijnselen treden op. Doe je je ogen
dicht dan weet je bijvoorbeeld niet hoe
de oriëntatie van je armen en benen is;
waar ze zich bevinden. Een astronaut
schrok zich ooit bij het wakker worden
een ongeluk van een lichtgevend voor
werp vlak voor zijn gezicht. Het bleek
het polshorloge aan zijn arm te zijn.
Een ander zag bij het ontwaken dat de
ruimte onafgebroken om hem heen
draaide terwijl hij zelf stil lag. Je refe
rentievermogen slaat in de ruimte soms
volkomen op hol. Men moet bedenken
dat dit alles dus gebeurt bij mensen die
een jarenlange, zware training onder
gingen."
Hargens vindt dat het onderzoek naar
de invloeden van gewichtsloosheid op
het menselijke lichaam „eigenlijk nog
in de kinderschoenen staat." Hij meent
dat dat onderzoek zich veel meer moet
concentreren op de biochemische oor
zaken die schuilgaan achter de alarm
signalen die het lichaam afgeeft.
„Misschien wordt het mogelijk die sig
nalering met bepaalde medicijnen ge
heel of gedeeltelij k te blokkeren zonder
dat dat weer andere bijverschijnselen
oproept. Zoals de situatie nu ligt, houdt
het sturen van mensen naar de planeet
Mars grote risico's in, zelfs als techni
sche procedures perfect verlopen. De
kans is groot dat die mensen daar ziek
aankomen, amper kunnen herstellen
en daar zo goed als niets uit kunnen
richten. En dan moeten ze ook nog te
rug." GPD
De acceleratiemeter wordt met behulp van een clip onder de veters aan de schoen bevestigd.
foto Frans Nikkels/GPD
door Ronald Vrugteman
DEN HAAG - Veel lopers wor
stelen constant met de vraag:
hoe ver heb ik nu precies gelo
pen en met welke snelheid? Een
antwoord op die vraag gaf de
zogeheten mechanische stap
penteller, maar dat antwoord
was allesbehalve betrouwbaar.
Nu is er het geavanceerde broer
tje van de pedometer: de speed/
distance monitor; tot 99 procent
accuraat en met een schat aan
gegevens voor de gedreven
hardloper.
De speed/distance monitor is
ontwikkeld in opdracht van
sportschoenen- en -kledingfa
brikant Nike en vormgegeven
naar het voorbeeld van de
bekende, qua design prijswin
nende triax-sporthorloges. Het
patent op de software van sdm-
/triax 100 berust bij Dyna-
stream, een ingenieursbureau in
Calgary. Behalve snelheids- en
afstandsmeting biedt de
sdm/triax 100, als volwaardig
sporthorloge, vanzelfsprekend
tevens een chronograaf, een ti
mer, een alarm en een data-
bankje voor het opslaan van,
bijvoorbeeld, het totaal aantal
afgelegde kilometers in een
trainingsweek.
Volgens Louran van Keulen,
commercieel medewerker bij
Nike Benelux in Hilversum,
mikt Nike met de sdm/triax 100
op lopers die voortdurend bezig
zijn hun prestaties te verbeteren
en hun trainingen meer kwali
teit te geven. „De hartslagmeter
was hiervan al een goed voor
beeld. De sdm/triax 100 is een
volgende stap", aldus Van Keu
len.
De bekendste atleet tot op he
den die in de training gebruik
maakt van de sdm/triax 100 is
de Britse atlete Paula Ratcliff
(vierde op de 10.000 meter tij
dens de Olympische Spelen in
Sydney en verdienstelijk cross
loopster).
Eenvoud
In het gebruik is de snelheids-
en afstandsmeter van een kin
derlijke eenvoud. Het 'klokje'
om de pols - uiteraard ook te ge
bruiken als gewoon horloge -
krijgt zijn gegevens van een ac
celeratiemeter, die met behulp
van een clip onder de veters aan
de schoen wordt bevestigd. De
acceleratiemeter communiceert
met de ontvanger om de pols op
dezelfde manier als de bekende
hartslagmeters. De sdm/triax
100 meet de versnelling van de
voet in een continu proces en
geeft dat door aan de ontvanger.
In de run-modus kan worden in
gesteld hoe hard de loper maxi
maal of minimaal wil gaan.
Komt de snelheid onder of bo
ven de ingestelde waarde dan
wordt de loper gewaarschuwd
met respectievelijk de woorden
'lo' en 'hi'. Verder kunnen de af
gelegde afstand en de snelheid
in beeld worden gebracht.
Een aardigheidje is ook de gra
fische voorstelling van een gelo
pen afstand in de 'graph'-mo-
dus. De loper kan dan in één
oogopslag zien waar in de wed
strijd of training het verval zat.
Standaard beschikt de snel
heids- en afstandsmeter over
een nauwkeurigheid van 97
procent. Dat is hoog, maar ge
meten over een marathon
(42,195 km.) scheelt dat toch
nog gauw een kilometertje. Om
het verschil tussen werkelijk ge
lopen afstand en de waarde op
de display nog kleiner te maken
kan de eigenaar de sdm/triax
100 op simpele wijze callibre-
ren. Deze ïjking moet worden
uitgevoerd op een traject waar
van de lengte exact bekend is.
Een 400 meter-atletiekbaan is
uitstekend, vooral als de ijking
na een aantal ronden geschiedt.
De nauwkeurigheid schiet dan
naar 99 procent en dat is een
meer dan acceptabele afwijking
ook gerekend over grotere af
standen.
De sdm/triax 100 is in Neder
land vanaf oktober verkrijg
baar. GPD
Nederland heeft op 2 juli
voorlopig als laatste van
de EMU-landen (of een land/
gebiedsdeel dat daaraan di
rect is gelieerd, zoals bij voor
beeld het Franse Mayotte) de
dubbele waarde-aanduiding
op postzegels ingevoerd. Drie
en twintig gebieden, tot in
Antarctica, zijn Nederland
voorgegaan en alle zullen ze
tot het einde van het jaar ze
gels uitgeven in de nationale
waarde plus euro. Alleen Fin
land en Oostenrijk moeten nu
nog met zegels komen, maar
die doen waarschijnlijk niet
aan de tussenfase.
Frankrijk beet op 1 januari
1999 het spits af, zij het met de
uitgifte van nog slechts één
zegel van 0,46€/3,00 F met
daarop het euroteken. De de
finitieve start was op 5 juli
1999 met de millenium-zegel
Célébration de 1 an 2000. Zo
zijn er nog meer landen die
eerst één zegel uitgaven
(Aland en Duitsland, beide
met een Europa-zegel), en die
op een later tijdstip alleen nog
zegels uitbrachten met dub
bele waarden.
Hierbij in alfabetische volg
orde een overzicht van de 24
landen met zegels met dubbe
le waarden: Aland, 28 april
1999 (1 zegel/voorloper), 3 ja
nuari 2000 (definitief); An
dorra/Frans, 3 januari 2000;
Andorra/Spaans, 30 maart
2001; Azoren, 5 mei 1999; Bel
gië, 1 oktober 1999; Duits
land, 12 mei 2000 (1 zegel/
voorloper), 28 september (3
permanente zegels), 12 okto
ber (5 zegels, bekende Duitse
filmacteurs), 11 januari 2001
(definitief); Frankrijk, 1 janu
ari 1999 (1 zegel/voorloper), 5
juli 1999 (definitief); Franse
gebieden in de Antarctica
(Terres Australes et Antarcti-
ques Frangaises), 1 januari
2000; Griekenland, 15 mei
2001; Ierland, onregelmatig
begin, op 22 mei 2000 (Oscar
Wilde met dubbele waarden),
dan weer enkele keren pence,
maar vanaf 9 oktober 2000 de
finitief; Italië, 28 januari
1999; Luxemburg, 20 maart
2001; Madeira, 5 mei 1999;
Mayotte, 24 mei 1999; Mona
co, 12 februari 1999; Neder
land, 2 juli 2001; Oostenrijk,
tot nu toe 1 zegel en wel op 7
mei 1999 (50 jaar Raad van
Europa); Portugal, 15 maart
1999; Raad van Europa, 18
september 1999; Saint-Pier-
re-et-Miquelon-RF, 6 maart
1999; San Marino, 12 februari
1999; Spanje, 6 oktober 2000;
VN/Wenen, 1 januari 2000 en
Vaticaanstad, 15 februari
2001.
Hoewel Ierland al bijna een
jaar bijzondere zegels met
dubbele waarden uitgeeft
heeft hetpas 11 juni zijn eerste
permanente zegels uitgege
ven. Het gaat om zes zegels in
de mooie serie watervogels
merel, 30p 38c; roodborstje,
32p 41c; papegaaiduiker,
35p 44c; winterkoninkje, 40p
51c; zanglijster, 45p 57c en
Groenlandse gans, 1 pond/€
1,27.
Die enkele uitgiften zijn dus
in feite voorlopers. Wie echter
begin volgend jaar de comple
te collectie van dit verzamel
gebied (zegels met dubbele
waarden) wil afronden moet
deze voorlopers ook hebben.
Evenals overigens de zegels
waarop alleen nog maar de
komst van de euro wordt aan
gekondigd. Denk aan de Itali
aanse 800 1.-zegel van 28 ok
tober 1999, die tandwielen
laat zien met in één daarvan
het €-teken; de Nederlandse
80 c.-zegel van 5 januari 1999
met daarop een muntstuk van
1 euro en het Spaanse velletje
van28mei 1999(12xl66ptas)
dat attendeert op de invoering
van de euro als rekeneenheid.
Ondanks het feit dat de euro
nu toch wel dicht bij komt
heeft Duitsland nog weer een
permanente zegel met een ho
ge dubbele waarde uitgege
ven. Het gaat om een 440
pf ./2,25 €-zegel in de serie be
zienswaardigheden. Afge
beeld wordt de Keulse dom,
die sinds 1996 op de Werel-
derfgoedlijst staat. Het is de
28ste aanvulling op deze
reeks.
De zegel verscheen 9 augustus
evenals een 100 pf./0,51 €-ze-
gel Brauchtum und Tradition,
Drachenstich in Furth im
Wald (draak en zwaard); de
eerste zegel (110 pf./0,56 in
de nieuwe serie natuurmonu
menten in Duitsland (de circa
750 jaar oude linde van Him-
melsberg) en een 110 pf./0,56
€-zegel onder de titel levens
lang leren (een onderwijzer
tekening en citaat van de te
kenaar, schilder en dichter
Wilhelm Bush, 1832-1908).
Hero Wit
also laulel ein beschluss,
dass dot mensch
was lerncn muss,
r lerncn kann man,
t jE pott set dank,
I I abcr audi sein leben lang.
door Ben Apeldoorn
DEN HAAG - Een om de aar
de draaiende satelliet heeft
een ster ontdekt die bezig is
met datgene wat ons zonne
stelsel ook te wachten staat:
hij heeft zich geweldig opge
blazen en perst met zijn stra
ling al het water uit omlig
gende hemellichamen. Het is
voor het eerst dat sterren
kundigen dit verre doemsce
nario voor ons zonnestelsel
nu elders in het heelal voor
hun ogen zien gebeuren.
De ster in kwestie, genaamd
CW-Leonis (hij bevindt zich
in het sterrenbeeld Leeuw;
Leo) is veel te zwak voor het
blote oog. Hij staat ruim 500
lichtjaar hier vandaan en is
bijna 75.000 maal zwakker
dan een maar net met het blo
te oog zichtbare ster. In zicht
baar licht tenminste. Maar
bij langere golflengten, zoals
het verre infrarood of nóg
langer (het submi llimeterge-
bied genoemd) is het een van
de helderste objecten die as
tronomen kennen.
Satellieten
Het waarnemen bij dergelij
ke golflengten kan het best
buiten de dampkring gebeu
ren. Met satellieten dus. Zo'n
satelliet is de sinds enige tijd
om de aarde draaiende Sub
millimeter Wave Astronomy
Satellite (SWAS). De SWAS
observeerde CW-Leonis in
het submillimetergebied en
stelde daarbij tot verbazing
van de sterrenkundigen de
aanwezigheid van een ont
zaglijke hoeveelheid water
damp rond de ster vast.
„De vraag rees direct waar al
die waterdamp vandaan
kwam", zegt desgevraagd
David Neufeld, hoogleraar
in de astrofysica aan de uni
versiteit van Johns Hopkins
en lid van het wetenschappe
lijke team dat de SWAS ont
wierp. „Als al die damp zou
condenseren tot water, dan
zou dat duizenden malen
meer water opleveren dan
hier op aarde aanwezig is.
Daar moet dus iets bijzon
ders aan de hand zijn. Als we
het spectrum van CW-Leonis
erbij halen hebben we daar
ook een verklaring voor."
Uit het spectrum (het 'uit
eengerafelde' licht) van CW-
Leonis blijkt dat de ster op
zijn laatste benen loopt. As
tronomisch gesproken dan.
De ster is enkele malen
zwaarder dan onze zon, wat
betekent dat zijn belangrijk
ste evolutiefase, waarbij wa
terstof omgezet wordt in
helium, 'maar' enkele miljar
den jaren in beslag neemt.
Een ster zoals onze zon heeft
daar naar schatting tien mil
jard jaar voor nodig.
Na de waterstof-heliumfase
volgt de tijd waarin een ster
vrijwel geen waterstof meer
bezit. Helium wordt dan om
gezet in koolstof. Voor even
tuele planeten rond zo'n ster
breken dan barre tijden aan;
dodelijke tijden. De helium-
koolstofcyclus vindt name
lijk bij veel hogere tempera
turen plaats en de ster zwelt
daarbij enorm op: hij wordt
een rode reus. Onze zon staat
dat ook te wachten maar dat
duurt naar schatting nog vier
tot vijf miljard jaar. Alle bin
nenplaneten, Mercurius, Ve
nus, Aarde en Mars zullen
daarbij worden verzwolgen.
De overige planeten (Jupiter
tot en met Pluto), de planeto
ïden en de miljarden kome
ten die in en rond ons zonne
stelsel zwerven worden
daarbij tientallen miljoenen
jaren lang getrakteerd op een
verzengende zonnewind.
Al het water en alle verdere
vloeistoffen en gassen waar
uit die hemellichamen be
staan worden daardoor uit
geperst en verdampen. Wat
overblijft zijn 'gezandstraal
de' dode sintels.
Evolutiefase
„Wij denken dat we van die
fase bij CW-Leonis getuige
zijn", aldus Neufeld. „De
grote hoeveelheid water
damp moet toegeschreven
worden aan uitgeperste ko
meten die daar, net als bij ons
zonnestelsel overigens, met
honderden milj arden aanwe
zig zijn. Komeetkernen be
staan voor een groot deel uit
waterijs. Het kan dus ook
heel goed zijn dat daar spra
ke is, ook net als bij ons zon
nestelsel het geval is, van
grotere hemellichamen dan
kometen: planeten. We zijn
daarmee dus in feite getuigen
van de teloorgang van een
compleet zonnestelsel. Het
staat ons zonnestelsel ook te
wachten maar dat duurt ge
lukkig nog een tijdje." GPD
door Martijn Hover
LEUVEN - Een internationaal
consortium heeft het plan opge
vat om het complete genoom,
zeg maar de erfelijke landkaart,
van de banaan te ontrafelen.
Dat is nodig, zeggen de betrok
ken wetenschappers, om de
extreme kwetsbaarheid van de
banaan voor ziektes te vermin
deren. De banaan is namelijk
niet alleen een 'supermarkt
vrucht' maar vormt, na rijst,
tarwe en maïs, het op drie na be
langrijkste voedingsgewas op
aarde. Zij is daarmee de eerste
vrucht waarvan het genoom in
kaart wordt gebracht.
De banaan kent een lange en
eerbiedwaardige geschiedenis.
Het gaat in feite om een volko
men aseksuele plant. Ze heeft
geen zaadjes, en voortplanting
kan alleen plaatsvinden door de
planten te stekken.
Dat geldt niet voor haar wilde
voorouder, een kruidachtige en
oneetbare plant die voorkomt in
de oerwouden van Maleisië. Het
is dan ook opmerkelijk dat de
banaan waarschijnlijk de aller
eerste vrucht was die door de
mens werd verbouwd - haar ge
schiedenis als landbouwgewas
begon wellicht al 8000 jaar gele
den. Ze wordt voor het eerst ge
noemd in boeddhistische tek
sten uit de zesde eeuw voor
Christus. Ruim 200 jaar latei-
genoot Alexander de Grote als
eerste westerling van de smaak
van bananen, toen hij in het jaar
327 voor Christus de Indusvallei
binnenviel.
Daarna duurde het tot de zeven
de eeuw van onze jaartelling
voordat de banaan definitief het
Midden-Oosten bereikte. Van
daaruit kwam de plant door
Arabische handelaars in Afrika
terecht, waar ze haar tegen
woordige naam kreeg. Het
woord 'banaan' schijnt een
Afrikaanse verbastering te zijn
van het Arabische woord voor
'vinger'. In het begin van de zes
tiende eeuw stichtten de Portu
gezen de eerste bananenplanta
ges in de Cariben.
Sindsdien is de banaan, die zeer
voedzaam en eiwitrijk is, voor
grote groepen mensen in tropi
sche landen het belangrijkste
voedingsgewas. Het gaat dan
om 'groene' bananen, niet om de
goudgele supermarktvariant
waar de westerling meestal aan
denkt. Een vervelende bijkom
stigheid van unieke aseksuali-
teit van de banaan is echter dat
de plant daardoor extra kwets
baar wordt voor allerlei ziekten
Als gevolg daarvan is de
nenopbrengst van een
aantal variëteiten de
vijftig jaar sterk gedaald - al
geldt dat niet voor onze 'super
marktbananen'.
Het probleem is dat de meeste
bananensoorten worden ge
kweekt als voedselbron voorde
plaatselijke bevolking. Daar
door is er voor de grote jongens
in de voedingsindustrie niet
veel aan te verdienen - behalve
aan de ene variëteit, 'Caven
dish' geheten, die als gele tros
sen naar de westerse groente
boer worden geëxporteerd.
Daarvan is de opbrengst de af
gelopen jaren (uiteraard) wel
gestegen, maar dat komt vooral
door het intensieve gebruik van
agressieve bestrijdingsmidde
len.
Doordat de meeste lokaal ge
kweekte bananen weinig of
geen commercieel belang heb
ben, aldus Emile Frison van het
Internationale Netwerk ter Ver
betering van de Banaan ('Ini-
bap') in Montpellier in het tijd
schrift Nature, is de 'groene
revolutie' halverwege de twin
tigste eeuw grotendeels aan
haar voorbijgegaan. Dat aan de
banaan zo weinig aandacht is
besteed, komt echter ook door
het imagoprobleem dat aan de
vrucht kleeft, meent de Franse
botanicus.
Eerherstel
Als het aan hem en collega's zo
als Ronny Swennen van de Leu
vense universiteit ligt, komt er
echter eerherstel voor de ba
naan. Zij zal de eerste vrucht
zijn waarvan het genoom geheel
in kaart wordt gebracht. De we
tenschappers verwachten T'
dat geen al te moeilijke klus is.
Het bananengenoom (dat wil
zeggen het totaal aan erfelijke
eigenschappen dat in het DNA
van de plant ligt opgeslagen) is
namelijk tamelijk klein. Door
dat de plant zich ongeslachte
lijk voortplant, is haar genoom
bovendien als het ware 'bevro
ren', aldus de Vlaamse onder
zoeker. „Dat betekent dat hun
genetische informatie feitelijk
niet veranderd is sinds ze voor
het eerst werden gecultiveerd,
op willekeurige mutaties na.
Voor sommige variëteiten pra
ten we dan mogelijk over een
periode van wel 8000 jaar."
Door het genoom van geculti
veerde planten te vergelijken
met dat van hun oneetbare, wil
de verwanten hopen de geleer
den erachter te komen hoe dat
zich de afgelopen achtduizend
jaar heeft ontwikkeld. GPD