PZC
Glad een andere wereld
Zeeuwse schorren van vitaal belang voor zeldzame insecten
21
Varen
op levend
water
22
22
23
23
weerwoord
De laatste
beurtschippers
van Schouwen
Pruimen
hebben
zon nodig
Oosterland
vanuit
de lucht
Literaire
vondst op
braderie
bijzonder blauw
woensdag 1 augustus 2001
De veerpont j es die alveer
enkele jaren 's zomers
de Zeeuwse stromen beva
ren, zijn in de eerste plaats
een toeristische attractie.
Even onthaasten, lekker ge
nieten van het water - altijd
anders, immer boeiend. De
vijf boten die routes op de
Oosterschelde uitvoeren,
beschikken sinds kort over
materiaal om aan de ont
spannen tocht een educatief
tintje te geven. Ze zijn voor
zien van informatiepanelen,
vogelzoekkaarten en verre
kijkers, die door de schip
pers gratis aan de passagiers
worden uitgeleend. Een ini
tiatief van het Overlegor
gaan Nationaal Park Oos
terschelde.
Bedoeling is op deze manier
de beleving van de Ooster
schelde te versterken, legt
Fransje Meijers, medewerker
voorlichting en educatie van het
NPO, uit. Niet op een opdringe
rige, verplichtende wijze, maar
varenderwijs. Een handreiking
om thuis te kunnen brengen wat
de passagiers onderweg tegen
komen. En om duidelijk te ma
ken dat de Oosterschelde een
uniek gebied is - niet voor niets
aangewezen als Nationaal
Park, het grootste in Nederland.
Met zo'n gebied moet je voor
zichtig omspringen, zegt Meij
ers. Wel ervan genieten en tege
lijk rekening houden met de
natuurwaarden. Om dat uit
gangspunt bij de bezoekers van
de zeearm ingang te doen vin
den, legt het NPO veel nadruk
op voorlichting en educatie.
Niet volop werken met prikkel
draad en verbodsborden (die
staan er al meer dan genoeg),
maar de mensen informatie ge
ven, in de hoop dat er begrip
ontstaat waarom bepaalde din
gen wel en niet kunnen.
Hector
Omdat de pontjes veel bezoe
kers trekken en in allfehoeken en
gaten van de Oosterschelde ko
men, bieden ze een goede gele
genheid om informatie over te
dragen, vindt Fransje Meijers.
Een tochtje aan boord van de
Hector, die een verbinding tus
sen Wemeldinge en Zierikzee
onderhoudt, bevestigt haar dat
het een goede greep is. De
passagiers bekijken de informa
tiepanelen, gebruiken de
vogelzoekkaart en hanteren de
verrekijkers. Inderdaad, de
Oosterschelde gaat er méér door
leven.
Er is een aardig clubje passa
giers aan boord, wanneer schip
per Harry van der Vis 's morgens
om half tien de trossen van de
Hector, een ruim 70 jaar oude
sleepboot met als thuishaven de
Val bij Zierikzee, losgooit. De
boot verlaat langzaam de speci
ale veersteiger in de oude mon
ding van het kanaal door Zuid-
Beveland. De temperatuur is
Varen van Wemeldinge naar Zierikzee: hopelijk liggen er zeehonden te zonnen.
Op initiatief van het Overlegorgaan Nationaal Park Oosterschelde wordt met informatiepanelen en
vogelzoekkaarten het bijzondere karakter van het gebied onder de aandacht gebracht.
aangenaam, maar op het water
is het nog diezig; de plotseling
neergedaalde nevel trekt lang
zaam op. Veel opvarenden heb
ben de fiets mee; de boottocht
wordt vaak gecombineerd met
een f ietstrip.
Het wordt laag water en dan zijn
er veel droogvallende slikken en
platen te zien. Een aantal passa
giers verheugt zich al bij voor
baat op de kans om zonnende
zeehonden waar te nemen. Die
ontdekken is toch wel de bekro
ning van het uitstapje. Van der
Vis is bezig aan z'n zesde vaar-
seizoen met de Hector als veer
boot. De belangstelling is erg
afhankelijk van de weersom
standigheden. Bij windkracht
vijf of meer blijft het schip aan
de kant. „De boot kan heel veel
hebben, maar voor de mensen
aan boord is het dan niet aange
naam meer. Het moet wel leuk
blijven", betoogt Van der Vis.
S. Gijssel uit Wemeldinge
maakt de reis voor de derde keer.
Ze geniet er volop van. „Ik kan
het iedereen aanraden, het is zó
mooi. Je hebt er eigenlijk geen
benul van hoe mooi het is. Glad
een andere wereld." Haar
plaatsgenoot E. Janssens
beaamt dat volmondig. „De
Oosterschelde is erg interessant.
Het is nooit hetzelfde, met het
getij is het altijd anders. Er is
niks mooier dan water en de ver
anderingen." Hij houdt de ont
wikkelingen rond de Ooster
schelde bij. De aanwijzing tot
Nationaal Park beschouwt
Janssens als een goede zaak.
Zeehonden
Het echtpaar Geelhoed-Mol uit
Zonnemaire stapt bij het Luitje
in Zierikzee aan boord. Ze gaan
niet fietsen, maar varen gewoon
heen en weer. „Het is een prach
tige tocht om te maken. De Oos
terschelde leeft tenminste,
zeker vergeleken met de Greve-
lingen. Het natuurlijke is er zo
mooi aan." Ze kijken onderweg
naar vogels en hopen vooral
zeehonden te bespeuren. „Die
zitten niet zo vaak in ons tuin
tje." Het paar vaart voor de der
de keer met de Hector mee. „Je
Augustus
eerste week
heet en laf:
veel wintersneeuw
komt af
Nieuwe weerwoorden zijn welkom
bij de redactie PZC. postbus 18.
4380 AA, Vlissingen. fax 0118-
470102, e-mail redactie@pzc.nl.
foto's Willem Mieras
wordt er plezierig ontvangen.
De schipper en zijn vrouw zijn
heel aardige mensen.
Grootmoeder en -vader Quist
uit Zierikzee zijn met de klein
dochters op stap. Een dag eerder
reisden ze met de kleinzoons
naar Wemeldinge en vandaar
per fiets over de stormvloedke
ring terug. Nu is een kortere
route gepland, via de Zeeland-
brug. Voor het echtpaar is het
een herinnering aan vroeger tij
den, toen de spoorboot dagelijks
het Luitje aandeed. „Je ziet het
land van de andere kant. Sinds
de brug er is, had ik nooit meer
op de Oosterschelde gevaren.
Nu is het een beetje nostalgie",
vertelt grootvader Quist. „Het is
het mooiste water wat er is. Je
moet als Zeeuw trots zijn op de
Oosterschelde."
De zeearm zet dan ook het beste
beentje voor. De zon breekt
door, het water is spiegelglad.
Er zijn heel wat vogels, met na
me op de blinkende platen. Ze
rusten en eten. Alleen op de Gal
geplaat bij het Brabantsche
Vaarwater vertonen de dieren
zich nauwelijks. Op de plaat is
een jacht drooggevallen en de
opvarenden zijn aan de wandel.
Volgens de spelregels mag dat in
een beschermd natuurgebied
niet. De waterpolitie is niet te
bekennen, dus kunnen ze hun
gang gaan. De afwezigheid van
de vogels én de zeehonden
maakt duidelijk waarom de pla
ten met rust gelaten moeten
worden. Voor het Nationaal
Park Oosterschelde ligt nog een
heel educatief terrein braak.
Rinus Antonisse
Buitengebied is een ivekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen en
suggesties zijn welkom bij de
redactie van de PZC, postbus
18, 4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102,
e-mail redactie@pzc.nl
De Zeeuwse schorren en slik
ken zijn bekend om hun vo
gelrijkdom en voor enkele tien
tallen vogelsoorten geldt de
Delta als een gebied van inter
nationale betekenis. Dat het
schor ook voor tal van insecten
soorten van groot belang is, is
veel minder bekend. Toch geldt
evengoed als voor de vogels dat
ook hier de Zeeuwse Delta voor
nogal wat soorten van interna
tionale betekenis is. Wellicht is
de betekenis voor bijzondere in
secten zelfs groter dan die voor
vogels.
Het duidelijkst geldt dat voor de
schorviltbij; een kleurig bijtje
van zo'n tien millimeter groot.
Het is een soort die voor het eerst
beschreven is voor het natuur
gebied De Beer op Voorne. De
Beer is echter opgespoten ten
behoeve van industriële ont
wikkeling, en jarenlang leek het
erop alsof daarmee de schorvilt
bij was uitgestorven. Totdat in
de jaren zeventig het dier her
ontdekt werd in het Verdronken
Land van Saeftinghe.
De schorviltbij verzamelt niet
zelf voedsel voor zijn larven.
Het is een zogenaamde klepto-
parasiet, wat inhoudt dat het
dier door diefstal aan de kost
komt. Het bijtje zoekt het nest
op van een andere bij, de schor-
zijdebij. Dat nest bestaat uit een
vertakte, ondergrondse gang
van zo'n 10 centimeter diep. In
de vertakkingen van de hoofd
gang worden broedcellen
aangelegd; kleine kamertjes,
waarin in ieder afzonderlijk ka
mertje een klompje stuifmeel
vermengd met nectar wordt on
dergebracht. Stuifmeel wordt
door de schorzijdebij vrijwel
uitsluitend verzameld op de
zeeaster. Op zo'n stuifmeelk
lompje legt de schorzijdebij een
eitje en vervolgens wordt de
broedcel dichtgemetseld met
een wandje van klei.
De schorviltbij vliegt op een on
bewaakt moment de nestgang
van een schorzijdebij binnen en
maakt een celwand open. Naast
het eitje van de rechtmatige be
woner wordt door de schorvilt
bij nog een eitje gelegd. De larve
van de schorviltbij ontwikkelt
zichiets sneller dan die van zijn
gastheer en de larve eet de pro
viand van zijn gastheer op. De
larve van de zijdebij gaat bij ge
brek aan voedsel dood, of wordt
De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het
gaat om de Rumoirtschorren en de Slikken in de Krabben-
kreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de
Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort
bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be
houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbij
drage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bijzonder blauw'
wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien
komen er regelmatig vertegenwoordigers van de unieke flora
en fauna ter sprake.
De schorzijdebij, een gespecialiseerde bij die typerend is voor schorren en slikken.
illustratie Adri Karman
mee opgegeten met de voor hem
bestemde voedselvoorraad.
Het bovenbeschreven gedrag is
in de bijenwereld wijdverbreid.
Bij vrijwel alle wilde bijen (in
Nederland zijn het er zo'n 300)
hoort een plaaggeest die in het
nest parasiteert. Die plaaggees
ten hebben de verzamelnaam
Koekoeksbijen. De schorviltbij
is wel de zeldzaamste bij van
Nederland. Op de hele wereld
zijn momenteel maar twee
plaatsen bekend waar het dier
voorkomt, te weten het Land
van Saeftinghe en de Kaloot, of
althans, dat wat er van de Ka-
loot nog over is, nadat ook hier
de industriële expansie had toe
geslagen. Het Deltagebied is
niet alleen voor de schorviltbij,
maar ook voor zijn gastheer de
schorzijdebij van rechtstreeks
belang voor het voortbestaan
van de soort.
Dazen
Dazen of paardevliegen zijn be
paald impopulair bij wande
laars en badgasten. Ze kunnen
gemeen steken en sterke zwel
lingen veroorzaken. Het is ove
rigens niet echt een steek die de
daas toebrengt, maar er wordt
bij mens en dier wat bloed afge
tapt, dat dienst doet voor de
voortplanting van de dazen. Het
bloed hebben ze niet nodig voor
de eigen energievoorziening,
want voorzover volwassen da
zen eten, zijn het vegetariërs die
alleen wat nectar op wilde bloe
men eten.
De schorren herbergen drie da
zen die in Nederland hun
zwaartepunt in de Deltawate
ren hebben. In de eerste plaats
gaat het om de kweldergifoog,
een geeloranje-met-bruine
vlieg met twee rijen donkere
streepjes over de rug. Een goed
kenmerk zijn de licht geelgroe
ne ogen, waaraan deze vlieg zijn
naam te danken heeft. Het dier
valt hardnekkig en vasthou
dend mensen aan, net zoals
trouwens de meeste van zijn fa
milieleden. De kweldergifoog
komt in Zuid-Europa ook meer
landinwaarts voor, maar bij ons
is het dier beperkt tot buiten
dijkse schorren.
Misschien heeft het iets met de
overleving van de larven te ma
ken. De larven leven in zilte slik
en waarschijnlijk zorgt het hoge
zoutgehalte ervoor dat ze in de
winter niet kapot kunnen vrie
zen. Andere dazensoorten, zoals
de zilte knobbeldaas en de zilte
regendaas zijn in Zuid-Europa
uitsluitend in zoute meren aan
getroffen en in Nederland zijn
ze beperkt tot zilte gebieden in
de Delta, zowel binnendijks als
buitendijks.
Het zijn maar enkele voorbeel
den van de vele soorten insecten
die typerend zijn voor schorren
en slikken. Ze zijn wel illustra
tief voor het belang dat de Del
tawateren ook voor een relatief
onbekende diergroep als de in
secten hebben.
Chiel Jacobusse
'r.