Zeehond ligt graag op Zeeuwse plaat Keutjes en koffieboontjes spoelen aan op het strand Teltocht boven de Delta wateren 22 22 23 23 weerwoord Nehalennia laat haar stenen lezen Renesse in het begin van de 20ste eeuw Gapinge is nog steeds heerlijkheid D'r wor 'n vereêniging op ericht bijzonder blauw woensdag 11 juli 2001 Het aantal zeehonden in de provincie is - na het dieptepunt van acht in 1976 - toegenomen tot 112. Een schitterende vlucht, constateert Henk Zand- stra na afloop vergenoegd. De zeehondendeskundige van de provincie mag tevre den zijn. Een teltocht met de Cessna PH-SBM van Zee land Air boven de Deltawa teren leverde afgelopen maandag de recordscore op van 112 zoogdieren, onder wie één jong. „Het is de eer ste keer dat we zo hoog zit ten", zegt Zandstra. De meeste zeehonden zaten op platen in de Voordelta, maar liefst 55. In de Westerschelde lagen 33 dieren te rusten en te zonnen en in de Ooster- schelde 24. Vorig jaar bleef de teller op 97 steken. De zeehonden laten zich deze keer tijdens de laagwater- periode van hun beste kant zien. Alsof ze weten dat gedeputeer de Lous Coppoolse, die de Del tawateren beheert en druk doende is met het maken van een toekomstvisie daarvoor, ze vanuit de lucht gadeslaat. Hij is opgetogen. „Het mooiste is toch de werkelijkheid. Je vangt het nooit zo van de kaart. Ik wist het al, maar zag het weer eens be vestigd: Zeeland is toch een uniek plekje in West-Europa." Jaarlijks maakt Zandstra per vliegtuig een aantal tochten bo ven de diverse Delta wateren, in het kader van de zeehond-in ventarisaties. In het Waddenge bied doen medewerkers van in stituut Alterra hetzelfde. De aandacht gaat vooral uit naar de zandplaten waar diepere geulen langs stromen. Daar ver toeven de zeehonden het liefst. Ze moeten bij onraad meteen het water in kunnen schuiven. Zandstra en piloot Jaap de Vis ser van Zeeland Air zijn inmid dels geoefende waarnemers ge worden. Ze weten vrij nauwkeurig de plaatsen waar zeehonden liggen en kunnen vanaf 150 meter hoogte stipjes snel thuisbren gen. Een leek vergist zich al gauw, ziet een veenbol nog wel eens voor een zeehond aan, ver geet dieren die in het water lig gen mee te tellen en vergist zich in een aalscholver die de vleu gels droogt. In geval van twijfel maakt De Visser, die het vlieg tuig bestuurt met een gemak als ware het een mountain-bike, enkele scherpe bochten om op nieuw te kunnen tellen. De zee honden storen zich niet aan het motorgeronk van de overvlie gende Cessna. Ze heffen niet eens de kop op. „Als je te laag vliegt kijken ze wel op, maar op normale hoogte zijn ze eraan ge wend", vertelt De Visser. Het tellen is geen leuke zomerse recreatiebezigheid voor provin cie-medewerkers, maar een se rieuze aangelegenheid, legt Zandstra uit. Het is de beste ma nier om de ontwikkeling van het zeehondenbestand te volgen. Weten hoeveel dieren er waar van acht zeehonden in de hele Delta dat in 1976 werd bereikt. De vlucht vanaf Zeeland Air- port bij Arnemuiden gaat rich ting Westerschelde. Daar is het laag water het vroegst. Op de Hooge Platen voor Hoofdplaat zitten is ook van belang om te kijken of beschermende maat regelen - zoals het afsluiten van de Oliegeul bij Neeltje Jans - ef fect hebbenEr is sprake van een gestage toename van het aantal zoogdieren, na het dieptepunt vertonen de eerste zeehonden zich, negen stuks waarvan een in het water zwemt. De stemko- lonie op de platen tekent zich af als een groene oase in de zand vlakte. Op de Middelplaat, waar de Westerscheldetunnel onder door gaat, liggen twee zeehon den: een grijze en een bruine. Het zijn beide gewone zeehon den, weet Zandstra. Het kleur verschil komt doordat de ene pas uit het water is en nog moet drogen. Ook op de Everingen (4), de Rug van Baarland (8) en de Platen van Ossenisse (1) heb ben zich zeehonden genesteld. De dieren gebruiken de platen overigens niet alleen om te rus ten en jongen te voeden, maar ook om er te verharen. De Platen van Valkenisse in het oostelijk deel van de Westerschelde zijn door stichting Het Zeeuwse Landschap naar voren gescho ven als mogelijk zeehondenre servaat. Niet voor niets, blijkt. Er worden negen zeehonden ge teld, waaronder één jong dier tje. „We hebben een redelijke vangst vandaag", stelt Cop- Bij klagend geroep van de wulp over 't land, houdt het mooie weer geen stand. Nieuwe weerwoorden zijn welkom bij de redactie PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118- 470102, e-mail redactie@pzc.nl fotoPieterHonhoff foto Lex de Meester poolse vast. In de Kom van de Oosterschelde vallen de V-vor- mige rijshouten staketsels van de weervisserij op. In de zand platen tekenen zich grillige pa tronen af, alsof motorcrossers er hebben geoefend. De gevolgen van de mechanische zee-aas winning. Intussen is er geen zee hond te zien, ook niet richting Krabbenkreek, waar er onlangs wel een is gesignaleerd. Op de Oosterschelde varen nogal wat jachten en er wordt regelmatig aan de diepe kant dichtbij de platen afgemeerd. De zeehon den trekken zich dan terug. Maar op de Roggenplaat is het prijs: daar ligt een groep van ruim 22 dieren. Jongen Het grootste succes wordt boven de Voordelta bereikt, het gebied vol grillige zandplaten - die voortdurend van vorm verande ren - voor de kust van Schouwen en de Zuid-Hollandse eilanden. Op de Bollen van de Ooster laat een grote groep van 42 zeehon den zich zien. „Dat is een onge kend groot aantal", meldt een verraste Zandstra. „Dat deze plaat in trek is, was bekend, maar niet bij zo'n groot aantal. Mijn top was hier tot nu toe 38." Op de Binnen-Hinder, niet ver van Europoort kunnen nog eens 13 dieren geboekt worden. Het tij is gekeerd, tijd om het vliegveld weer op te zoeken. Henk Zandstra vindt dat het de goede kant opgaat, al zijn voor een echt levensvatbare, zelf standige populatie wel meer dan 200 dieren nodig. Hij wijst erop dat in de Delta nog erg wei nig jongen worden geboren; dit seizoen zijn er drie ontdekt, waarvan twee diertjes hun moe der kwijtraakten en naar de zee hondencrèche in Pieterburen werden vervoerd. Ze worden dit najaar weer teruggezet in de Oosterschelde. Zandstra: „Er is plenty vis, goede waterkwali teit en redelijke rust. Voor meer j ongen is kennelij k meer tij d no- dig." Rinus Antonisse Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen en suggesties zijn welkom bij de redactie van de PZC, postbus 18, 4380 AA, Vlissingen, fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl Trivia arctica of ongevlekt koffieboontje foto Marco Faasse De PZC heeft een stuk Oosterscheldenatuur geadopteerd. Het gaat om de Rumoirtschorren en de Slik ken in de Krabbenkreek, achterin de Oosterschelde. Ook het schorretje voor de Oesterput, langs de noordkust van Noord-Beveland behoort bij het geadopteerde gebied. De krant betaalt mee aan het be houd van dit bijzondere stukje Zeeland, door een sponsorbijdrage aan Het Zeeuwse Landschap. In 'Bij zonder blauw' wordt het wel en wee van het reservaat belicht en bovendien komen er regelmatig verte genwoordigers van de unieke flora en fauna ter sprake. Ooit keutjes op het strand gevonden? Ooit levende koffieboontjes gezien? In en aan de Zeeuwse wateren kan het alle maal. Schelpenverzamelaars kijken er niet meer van op als aan de Zeeuwse stranden tropi sche schelpen worden gevonden. Meestal zijn het kauri's, min of meer bolvormige slakkenhuisjes met een overlangse gleuf. In sommige tropische landen werden (wor den?) deze als betaalmiddel gebruikt. Hoe ze aan de Zeeuwse stranden verzeild zijn ge raakt, is al sinds lang bekend. In voorbije eeuwen hadden oostindiëvaarders soms een grote hoeveelheid kauri's aan boord en als zo'n schip verging kon het eeuwenlang een bron van tropische verrassingen blijven. De aangespoelde kauri's werden ooit zelfs in een gezelschapsspel gebruikt. Waarschijn lijk vanwege de bolle vorm werden ze dan keutjes genoemd. Fossielenkenners weten dat ooit ook bij ons kauri's inheems waren. Het zijn kauri's met ribbeltjes, net zoals de soorten die nu nog in het noorden van Frankrijk voorkomen. Ze worden koffieboontjes genoemd en de gelij kenis is inderdaad treffend. Tot voor kort werden in Zeeland alleen fossiele koffie boontjes gevonden, bijvoorbeeld op de Ka- loot. Groot was de verrassing toen vorig jaar duikers bij Wemeldinge een levend koffie boontje zagen. Dit jaar is ook bij het Goese Sas een exemplaar gezien. Het is een klein slakje van iets meer dan een centimeter. De schelp wordt bij actieve dieren verborgen door mantelflappen die naar boven gesla gen worden. Op de foto is aan de bovenzijde nog een klein stukje van de bovenkant van de geribbelde schelp te zien. Verder zijn dui delijk twee koptentakels waar te nemen met aan de basis een zwart oogje en ook de sipho, de adembuis, is duidelijk zichtbaar. Het leeft van samengestelde zakpijpen, die in grote aantallen de Oosterschelde bevolken. Of de koffieboontje blijvertjes zijn zal de tijd moeten uitwijzen. In onze omgeving daalt tijdens strenge winters de watertem peratuur soms onder de 0 graden en vele zeedieren kunnen daar niet tegen. De laatste jaren worden geregeld nieuwe dieren en zeewieren in de Zeeuwse wateren aangetroffen. Daarvoor kunnen verschil lende oorzaken worden aangewezen. Door scheepvaart en door import van buiten landse schelpdieren kunnen ongemerkt exotische organismen bij ons ingevoerd worden. Soorten die in het noorden van Frankrijk of het zuiden van Engeland leven kunnen met behulp van de zeestromingen ons land soms op eigen kracht bereiken. De zachte winters van de laatste tijd of veran deringen door de Deltawerken zorgen wel licht voor betere omstandigheden voor de vestiging. Zo zijn, om bij de huisjesslakken te blijven, enkele jaren geleden twee soorten wentel trapjes en de geribde gordelhoren voor het eerst in de Oosterschelde gevonden en de as grauwe tolhoren maakte een bevolkingsex plosie door. Iets dat misschien ook een rol speelt bij deze ontdekkingen is het groeien de aantal duikers, waardoor nieuwigheden minder gauw aan de aandacht ontsnappen. Marco Faasse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 21