Per bus naar de onderwereld
Dominee wordt verliefd
op onweerstaanbare 'non'
PZC
Humoristische dialogen
maken spanning draaglijk
Haal de ganzen uit hun graf
Laatste adem
van Edzard Mik
Erwin
Mortier
Jacob
Vredenbregt
vertaald
Michael Kampfmüller: Lotge
vallen van een beddenverkoper.
Heinrich Hampel is een levens-
en liefdesgenieter en tevens
briljant beddenhandelaar, al
leen niet altijd even eerlijk. Hij
werd in het Jena van de jaren
dertig geboren, bracht zijn
jeugd in de Sovjet-Unie door,
vluchtte begin jaren vijftig naar
het westen, maar keerde, om
aan zijn schuldeisers te ontko
men, in 1962 weer terug naar de
DDR.
In deze 'langverwachte roman
over het nieuwe Duitsland' ver
weeft journalist Kampfmüller
(geb. 1961) de talloze (vaak
amoureuze) belevenissen van de
hoofdpersoon met de (gesple
ten) geschiedenis van Duits
land. Vertaling Gerda Meije-
rink. Uitgeverij Ambo/Anthos,
423 pag., 59,50.
Leenders/Bay/Leenders: Hek
senketel. Liefhebbers van het
Trio criminale, het Nederlands-
Duitse echtpaar Artur en Hil-
trud Leenders en psycholoog
Michael Bay, die hun thrillers
allemaal laten afspelen in het
grensgebied tussen Kleef en
Nijmegen, hebben al fietstoch
ten uitgezet langs de spannende
locaties van de boeken. In Hek
senketel wordt privé-detective
Gerhard Te Laak met gif ver
moord tijdens het carnaval in
Kleef.
Commissaris Toppe en zijn team
zien wel drie mogelijke redenen
voor de moord, met name in de
zaken, die Te Laak kort voor zijn
dood probeerde te ontrafelen.
De thriller draagt als ondertitel
het nieuwsgierig makende
Toxicologie voor beginners.
Vertaling Gerrit Bussink. Uit
geverij Signature, 220 pag.,
ƒ29,95.
Léo Malet: Spoor naar de Ma
rais. In Frankrijk is Léo Malet
(1909-1996) een begrip. Hij
schreef in totaal vijftien mis
daadromans die deel uitmaken
van de serie 'Les Nouveaux
Mystères de Paris'. In elk deel
vormt een van de vijftien arron
dissementen van Parijs het de
cor. Uitgeverij Signature brengt
de hele serie in vertaling uit. In
Spoor naar de Marais, het vier
de deel, onderzoekt privé-de
tective Nestor Burma de moord
op een mondaine jonge Pari-
sienne. Plaats van handeling is
de Marais, de sfeervolle en ge
heimzinnige joodse buurt van
de Franse hoofdstad. Vertaling:
Anneke van der Straaten. Uit
geverij Signature, 205 pag.,
ƒ29,95.
Malachy McCourt: De halve
waarheid. Malachy McCourt,
acteur en schrijver van de auto
biografie Een zwemmende
monnik, groeide op te midden
van armoede en geweld in Lime
rick, Ierland. Toen hij als jonge
man naar de VS emigreerde,
voelde hij de onbedwingbare
behoefte om alles te proeven
wat het leven te bieden heeft. In
De halve waarheid verwerft
McCourt roem in Hollywood
door zijn rollen in bekende tv-
series en sticht hij zijn eigen ge
zin. Maar er is een keerzijde:
McCourt is alcoholist en vecht
dag in dag uit zijn hopeloze
strijd tegen de schaduwen van
het verleden. Hij is de broer van
Frank McCourt, die wereld
faam verwierf met De as van
mijn moeder. Vertaling: Michael
Eenhoorn. Uitgeverij Bert Bak
ker, 228 pag., 36,50.
Thomas Kelly: De afrekening.
Jarenlang was hij werkzaam in
de bouw en actief voor de vak
bond, voordat hij zich aan het
schrijven wijdde. Toch komt er
iets van het arbeidsverleden van
New Yorker Thomas Kelly terug
in zijn thrillerdebuut De afreke
ning. New York in de jaren tach
tig: de grondprijs schiet om
hoog, overal wordt gebouwd en
geld stroomt binnen als water.
Vooral bij de Ierse onderwereld.
Vertaling: Rien Verhoef. Uit
geverij De Bezige Bij, 372 pag.,
ƒ39,90.
Dermis Lehanes Over mijn
lijk verscheen een j aar gele
den. Een verbluffende thriller
van een tot dan toe onbekend
schrijver, die lang bleef nadreu
nen. De nieuwe uitgeverij The
House of Books kon niet meer
stuk, maar ging gelukkig niet op
haar lauweren rusten. Nu lijkt
zelfs een traditie te worden ge
vestigd. Ook deze zomer gaan
we knock-out van een Lehane,
Tenger en blond.
Over mijn lijk ging over gruwe
lijke misdaden tegen zeer jonge
kinderen. De slachtoffers in de
jongste roman van de auteur uit
Boston zijn lichamelijk welis
waar volwassen, maar geeste
lijk nog steeds onrijp en mentaal
niet opgewassen tegen de psy-
choterreur van de lang onbe
kende dadergroep.
De pro deo-zaak belandt per on
geluk bij de ons inmiddels be
kende privé-detective Patrick
Kenzie. Hij heeft het eerste
slachtoffer een keertje als cliënt
gehad; de tengere en blonde
vrouw had last van een belager.
Kenzie en zi]n ruwe maat Bubba
Rogowski dachten voorgoed dit
probleem te hebben opgelost
door er flink op los te slaan en te
intimideren, maar de stalker
sloeg drie keer zo hard en ge
meen terug.
Kenzies schuldgevoel dat hij de
vrouw in de steek heeft gelaten
zet hem aan tot een complete
oorlog tegen de machtige
vijand. Tegenover de kleine
verliezen van de held staat de
grote winst van de hervonden
liefde van en voor collega Ange
la Gennaro (ook uit Over mijn
lijk).
Als de rookwolken boven het
bloederige slachtveld zijn opge
trokken, voltrekt zich nog een
onverwachte ontknoping. Le
hanes intriges en karakters zijn
perfect, echter zwarter dan de
nacht. Het zijn de hel oplichten
de dialogen met de droge humor
die de spanning nog enigszins
draaglijk maken.
Arno Ruitenbeek
Dennis Lehane: Tenger en blond -
Uitgeverij The House of Books,
f34,90.
donderdag 5 juli 2001
aatste adem is de vierde roman van Edzard Mik
(geb. 1960). De hoofdpersoon Catherina
Angelopoulou, vanuit Griekenland naar Laagland
gekomen, heeft een hersentumor en veronderstelt dat haar
dagen zijn geteld. Ze tuimelt intussen 'van de ene droom in de
andere'. De tegenspeler in die dromen is de dokter die haar
heeft geopereerd. Hun verhaal is, zo constateert iemand, 'zó
onwaarschijnlijk dat het wel waar moet zijn'.
Orfeus en Euridice: weinig
namen uit de Griekse my
thologie spreken zo sterk tot de
verbeelding als deze. Vele dich
ters en schilders, beeldhouwers
en componisten lieten zich in
spireren door het verhaal van de
verrukkelijke zanger die zoveel
van Euridice hield dat hij naar
de onderwereld afdaalde om
haar uit de dood te redden.
Laatste ademde onlangs ver
schenen roman van Edzard Mik,
biedt een bizarre variant op de
mythe. Het is een soort omke
ring ervan. Met een allerminst
ideaal liefdespaar in de hoofd
rol. Met de vrouw die als redder
optreedt in plaats van de man.
Met een afwijkende entourage:
de onderwereld is per bus be
reikbaar. En vooral met een an
dere inzet. In het schimmenrijk
van dit boek wordt niet naar het
leven maar naar de dood ge-
schimmen dan personages. Ei
genlijk is alles gekunsteld aan
het boek, ook de stijl. De auteur
houdt van zinnen als meande
rende rivieren. Met de ope
ningszin zorgt hij meteen al
voor een onwezenlijke stem
ming: 'Uit zo'n nacht zou de we
reld nooit ontwaken; het duister
geen dromerige, met glinster-
draad doorstikte sluier die elk
moment door het ochtendlicht
kon worden weggeblazen, maar
een uitwaseming van het zom
pige plantsoen zelf, zijn diepste
grond.'
Het lukt je niet dit samen te vat
ten! En dat geldt voor heel deze
roman. Het gaat eerder om de
symboliek dan om het verhaal.
Op een gegeven moment wordt
een opera bijgewoond, maar ei
genlijk is ook deze roman een
soort opera. Een omcirkeling
van een heftig drama, een on-
letterkundige kroniek
Wat moet je doen om in de
gunst te komen bij de ge
middelde Nederlandse literaire
recensent? Zinnen schikken als
overweldigende boeketten. Er-
win Mortier (geb. 1965), leerling
van Maurice Gilhams en de
nieuwe hoop van de Vlaamse li
teratuur, lijkt dat te hebben be
grepen. Zijn twee romans Mar
cel (1999) en Mijn tweede huid
(2000) vielen onder meer op
vanwege de bloemrijke stijl. Ik
moet bekennen dat mij de taal
nu net het minste beviel aan zijn
werk. Te ingewikkeld, te ge
spannen, te veel wentelend in de
eigen schoonheid. Hoe zou het
aflopen wanneer iemand die zo
veel poëzie in zijn proza doet,
zich daadwerkelijk aan de poë
zie waagt? Dat kunnen we vast
stellen nu Mortiers eerste dicht
bundel Vergeten licht
verscheen.
Is hi] iemand met alleen dichter
lijk gevoel, of ook ten diepste
een dichter? Is zijn stijl klater
goud of werkelijk een edel me
taal? De eerste cyclus van de
bundel 'Het graf van mijn kind'
bevestigde me in mijn bange
vermoedens. Wéér zo'n overda
dige ruiker uit de literaire bloe
misterij, die op het eerste ge
zicht indruk maakt maar bij
nadere beschouwing op een
foefje berust.
In deze reeks herdenkt een moe
der haar gestorven dochter. De
auteur laat haar luid galmen,
maar haar woorden komen
obligaat over. 'Haar laatste nest
omsluit haar', lezen we bijvoor
beeld wanneer het over het graf
van de dochter gaat.
Een formulering waarmee een
prozaïst misschien indruk
maakt, maar van een poëet ver
wachten we iets anders. Voor de
rest van de cyclus geldt hetzelf
de. 'Wereld/ die een wereld
baart/ en nooit meer vol kan
zijn', klinkt wanneer er - zoals
in een gedicht gebeurt - alle
aandacht op wordt gevestigd
pijnlijk hol. Om van een ope
ningsregel als 'Ze kwam als eer
ste en ze ging het eerst' maar te
zwijgen. Is Mortier daarmee als
dichter een afgedane zaak? Ze
ker niet, want in 'Huis in ons' en
'Lijfliederen', de twee andere
onderdelen van de bundel, re
vancheert hij zich. Er gaat iets
knarsen tussen de mooie wen
dingen, de welluidende zinnen
haperen soms. 'Ik heb aan woor
den nood', zegt de schrijver die
tot nu toe nooit om woorden
verlegen zat. In 'Lijfliederen'
vindt een merkwaardige schei
ding plaats van zijn en bewust-
streefd. 'Jij bent met mij afge
daald', laat de man aan de
vrouw weten. En hij vraagt haar
af te maken 'waar je aan begon
nen bent'. Ze bezorgt hem in de
gevangenis het gewenste dode
lijke gif. Het resultaat is echter
hetzelfde als in het oude ver
haal: de twee worden niet ver
enigd, tegen al haar verwach
tingen in overlijdt de vrouw
niet.
De man is Arend Angerman. Hij
opereerde Catherinaaan haar
hersentumor. Sindsdien be
heerst de arts het denken van de
patiënte. Wat gebeurt er met je
persoonlijkheid wanneer je aan
een hersentumor lijdt? Daar
over had Mik óók een roman
kunnen schrijven, zoiets als J.
Bemlef met Hersenschimmen
heeft gedaan. Maar de ziekte
wordt in dit geval gebruikt om
het onwaarschijnlijke waar
schijnlijk te maken. De aandoe
ning van Catherina rechtvaar
digt dat we een schemerwereld
binnengaan, een gebied tussen
waan en werkelijkheid, tussen
bedrieglijke droom en veelbete
kenend visioen.
Schimmen
Niet bepaald de sfeer dus die bij
een realistische vertelling past.
En die heeft Mik - zoals na zijn
eerdere werk te verwachten viel
- dan ook niet willen schrijven.
De plot is een grillige aaneen
schakeling van toevalligheden,
de verhaalfiguren zijn eerder
zijn, van stof en geest. Het li
chaam bevroedt, heet het, liever
niet 'wie het bewoont. Het zou
zo graag/ alleen maar lichaam
zijn Zoals het 's avonds
haastig uit mijn kleren stapt,/
me slordig wast, zich in de spie
gel schaamt voor mij'. Anders
om is er verbazing: 'Dat het mi]
nog altijd meezeult Dat het
me beter belichaamt/ dan ik het
begeester.'
De Erwin Mortier uit 'Huis in
ons' lijkt het meest op de Erwin
Mortier uit de romans. Hij ver
keert in de ban van zijn jeugd,
van het huis vol geheimen, van
het tergende verleden. Hij poogt
met dit alles in het reine te ko
men. Sterker nog, hij tracht de
tijd terug te zetten. Het huis
'diept vergeten licht/ op uit zijn
kelders, haalt op zolder bestof
te/ dromen uit het rag tussen de
balken vandaan.'
Nu moet weer toen worden. 'De
stroom van asfalt/ langs de
voortuin zal verdorren tot de
kabbelende/ landweg van voor
heen', voorspelt hij. Hi] komt
ook met de oproep: 'Haal de
ganzen uit hun graf,/ dat ze
weer gibberen en knikhalzen
onder/ de perzikboom.' Taal om
mee te bezweren en niet om mee
te bloemschikken. Geen woor
den ter versiering, maar woor
den die er toe doen.
H. W.
Erwin Mortier: Vergeten licht. Ge
dichten - Uitgeverij Meulenhoff, 48
pag., f 27,50.
Net als de patiënte en de arts uit
Laatste adem doen. Zij verke
ren in een tweepersoonsuniver-
sum, allebei worden ze beheerst
door de gedachte dat ze dood
horen te zijn. Angerman is er al
tien jaar zo aan toe. Zijn ernstig
zieke echtgenote en hij besloten
destijds er samen een einde aan
te maken. Hij gaf haar de dode
lijke pil, maar nam die zelf uit
eindelijk niet in. 'Ik had haar
moeten volgen', beweert hij re
gelmatig. In zijn toestand is hij
zich met uiterst dubieuze prak
tijken in gaan laten, we krijgen
een wild verhaal over handel in
menselijke organen te lezen.
Catherina, 'een Grieks kreng'
zoals ze zichzelf eens noemt, is
er ten onrechte van overtuigd
dat ze door haarziekte zal over
lijden. Signalen van nieuw le
ven - ze is zwanger - legt ze uit
als tekenen van een snelle dood.
In een epiloog, van vijftig jaar
later, richt de inmiddels hoog
bejaarde vrouw zich tot haar
dochter: 'Wat ik je nog moest
zeggen heb ik het afgelopen jaar
zin voor zin, tastend in de grab
belton van mijn geheugen, in
deze ruitjesschriften neerge
schreven.'
Waarmee het voorafgaande de
status van een bekentenis
krijgt. Een bekentenis die voor
de dochter eerder verwarrend
dan verhelderend zal zijn. Er
wordt namelijk onthuld dat
haar verwekker mogelijk An
german in plaats van Matt is ge
weest. Matt was Catherina's
verloofde in de periode van haar
ziekte. Hij heeft haar altijd ge
steund, ook in de wonderlijke
worsteling met Angerman.
Door z'n criminele contacten
was die in de grootste moeilijk
heden geraakt. Hij overleeft een
moordaanslag, waarvan de da
ders Catherina de schuld in de
schoenen proberen te schuiven.
Op zijn ziekbed doet zij alsnog
een poging, maar ze trekt er de
verkeerde stekker uit. Door de
getuigenis van Matt komt zij
vrij uit de gevangenis, Anger
man wordt daarentegen opge
sloten.
Him geheimzinnige contact, be
gonnen in de schemertoestand
vlak na de operatie, gaat ook
dan door. Euridice verlost haar
Orfeus tenslotte in deze eigen
tijdse versie van de antieke my
the, sinister verbogen en
verwrongen. Maar hun hersen
schim wordt nooit onze hersen
schim. We zien hoe griezelig al
les bedoeld is, maar huiveren
niet echt. Behalve al die beelden
en schilderijen hebben we
dankzij Mik nu ook een spook
huis 'Orfeus en Euridice'.
Hans Warren
Edzard Mik: Laatste adem - Uitge
verij Contact, 176 pag., f 34,90.
Erwin Mortier
grijpbare uitbarsting van emo
ties. En ook een schouwspel
waar je je eerder over verwon
dert dan dat je er deel aan krijgt.
Want het is nauwelijks mogelijk
je met Catherina, Angerman en
hun problematiek te vereenzel
vigen.
Maar ja, daarin slaag je met Or
feus, Euridice en al die andere
figuren uit de mythologie even
min. Die zijn ontstegen aan onze
vertrouwde, alledaagse wereld
en leven in een eigen universum.
Edzard Mik: het gaat eerder om de symboliek dan om het verhaal. foto Ronald Hoeben
foto GPD
Makassar is Klein-Indonesië. Er worden
hier bijna evenveel verschillende talen
gesproken als ons land etnische groepen
telt", krijgt Jacob Vredenbregt te horen
wanneer hij zich vestigt in de nabijheid van
deze stad op Celebes. De opmerking wordt
aangehaald op de eerste bladzijde van Ma-
kassaarse dagen en wekt verwachtingen
voor de rest van het boek. Zeker ook omdat
Vredenbregt (geb.1926) zich in het verleden
een boeiende verteller heeft betoond. Het
was Adriaan van Dis die in een aflevering
van zijn legendarische televisieprogramma
de aandacht vestigde op de auteur, die als
zoveel anderen Indonesië had moeten verla
ten maar als weinig anderen naar het land
terugkeerde.
Hij hield er zich bezig met culturele antro
pologie, met het bestuderen van vlinders én
met schrijven. Hij had onder een schuil
naam Aan het einde van de middag (1984)
Jacob Vredenbregt biedt een kijkje op het Indo
nesische leven. foto Klaas Koppe
en De Opstand (1986) gepubliceerd, maar
bereikte pas een breder publiek na die uit
zending uit 1989. Hij bleef nadien interes
sante kijkjes op het Indonesische leven bie-
den, op de willekeur van de machthebbers,
op de ongewone trots van de gewone men
sen, maar het peil van die eerste werken
heeft hij nooit meer gehaald.
Dat lukt hem ook niet in het nieuwe boek. Er
staan lezenswaardige stukken in. Over zijn
vriendelijke jacht op nóg meer bijzondere
vlinders bijvoorbeeld. Over het porselein
dat op het eiland wordt gevonden en waarin
druk wordt gehandeld. En over de 'bissu',
mannelijke priesters in vrouwenkleren die
volgens een van Vredenbregts zegslieden
nog altijd een belangrijke functie hebben
bij rampen en ziekten, geboorte en dood, het
bepalen van goede en kwade dagen: 'Ze zijn
de ziel van onze cultuur.
Makassar als Klein-Indonesië? Op zulke
momenten dat oude en nieuwe normen, in
heemse en aangevoerde religie botsen wil je
het graag geloven. Maar dergelijke ogen
blikken zijn al te schaars.
Vredenbregt lijkt zich in een steeds beperk
ter wereldje te bewegen, het wereldje waar
in hoofdrollen worden opgeëist door een
keurige Hollandse dominee en een aanzien
lijk minder keurige Hollandse pastoor. De
laatste houdt onbekommerd van alcoholica
en erotica. De predikant is juist zwaar op de
hand, zelfs aan een spelletje mahjong waagt
hij zich niet gauw. Met zijn angst voor de
zonde komt hij voor de val. Hij wordt ver
liefd op een volkomen verkeerde persoon:
op een 'hij' die als 'zij' door het leven gaat.
Iedereen doorziet de travestie, behalve de
dominee. De onweerstaanbare 'Non' weet
frem al zijn spaargeld af te troggelen, maar
de eerbiedwaardige man is een ervaring rij
ker.
Lawaailiefde
Het vervelende is dat de auteur van dit op
zichzelf geestige verhaal niet genoeg kan
krijgen. Op bladzijde 113 doen de eerste ge
ruchten de ronde, op pagina 228 is hij er nog
niet over uitgepraat.
Gebrek aan stof is duidelijk het probleem
van dit werk. De schrijver is en blijft een
goede observator. Iemand die de juiste con
tacten weet te leggen, wat niet meevalt in dit
gebied met z'n gecompliceerde beleefd-
heidsregels en snel gekwetst eergevoel. Hij
houdt oprecht van Indonesië en van de
Indonesiërs, zonder blind te zijn voor de
bezwaren. Zo hekelt hij de lawaailiefde:
'De mensen vinden het heerlijk om medede
lingen, boodschappen of amusement met
een maximum aantal decibellen weer te ge
ven.'
Maar deze kroniek is toch onaanvaardbaar
saai. We krijgen precies te lezen wat de titel
belooft. Maar méér dan willekeurige Ma-
kassaarse dagen biedt het boek niet.
H. W.
Jacob Vredenbregt: Makassaarse dagen - Uitge
verij Atlas, 248 pag., f 39,90.