koffietafel Over een jaar zijn ze mij vergeten Rinie de Jonge weg bij De Schelde RUDEN RIEMENS zaterdag 30 juni 2001 Rinie de Jonge is vervangbaar. Vindt Rinie de Jonge. Hij vertrekt na 26 jaar bij de Konink lijke Schelde Groep. „Nu vinden veel mensen het j ammer, maar over een j aar zijn ze mij verge ten." Jarenlang vocht hij voor de belangen van zijn collega's als voorzitter van de onderne mingsraad. In essentie simpel werk. „Er is één leider en die moet bekritiseerd worden." De breuk is nog niet definitief, hij mag over een jaar terugkomen. Maar de kans is erg groot dat De Jonge een nieuw leven buiten de werf begint en niet meer terugkeert. Voor het adviesbureau voor personeelsbeleid van Vlissinger Ton Veraart gaat hij zich bezighouden met een transfercentrum voor ha venarbeiders in Vlissingen-Oost. „Ik ben erg onder de indruk van Veraart en van wat ik in de haven heb ge zien." Het is niet zijn eerste kans op een baan buiten De Schelde. Leuke aanbiedingen zaten er bij en hij was soms wildenthousiast. Uiteindelijk kon hij het nooit. „Dan had ik moeten verhuizen. Maar de boulevard gaat niet mee. En ik ben net als de anderen hier: het is een rotbedrijfmaar waag het niet aan mijn bedrijf te komen." Hulp-bankwerker in het dok. Op die anonieme plek begon Rinie de Jonge (Vlissingen, 1 juli 1951) bij De Schelde; 1975, de schroef- en asploeg. Acht jaar later trad hij toe tot de ondernemingsraad, die hem in 1996 verkoos tot voorzitter. Hij trad bijna gelijktijdig aan met directeur R. van den Heuvel. Twee eigenzinnige mannen die het beste voor hadden met De Schelde. Ze waren het alleen niet altijd eens over de aanpak. „Twee heftige personen. Het spetterde wel eens", herinnert oud-secretaris van de ondernemingsraad David de Leeuw zich. Stropdas D e Jonge gniffelt„Ik heb Van den Heuvel wel eens bij zijn stropdas gehad. David was onze scheidsrechter. Dat was op ons Domburg-beraad. Van den Heuvel had daar een appartement, waar we een paar keer bij - een zijn geweest. Soms leek het misschien alsof wij aan zijn hand liepenmaar dat was niet zo. We hebben als ondernemingsraad flink onze tanden laten zien. Alleen heeft de buitenwacht dat niet gezien, zelfs het personeel niet. Dat hoeft ook niet. Het gaat niet om mij of om ons. Het gaat om het bedrijf." Het Rijk voelde als grootaandeelhouder wel aan dat directie en ondernemingsraad regelmatig botsten en heeft volgens De Jonge geprobeerd hen tegen elkaar uit te spelen. „Toen de KSG op de rand van het faillis sement balanceerde en iedereen zat te wachten of Da- men het bedrijf wilde overnemen, zinspeelde Den Haag op een scheur tussen de Raad van Bestuur en de ondernemingsraad. „Van den Heuvel wilde alleen de volledige Groep ver kopen. De vaste kamercommissie voor economische zaken heeft lang doorgevraagd over hoe wij dachten over het bijeenhouden van de Groep. Ze wilden ge woon weten in hoeverre wij achter hem stonden. Maar directie en personeel hadden een gezamenlijke vijand: de politiek. Die heeft ons lang aan het lijntje gehouden."Als realistisch denkend mens had hij an derhalf jaar geleden nooit ofte nimmer zijn geld in de scheepswerf gestoken, dat geeft hij grif toe. Maar als het De Schelde betreft denkt Rinie de Jonge met zijn hart. „Van den Heuvel vroeg ons geld in te leveren. Dat hdd ik gedaan. Het was een strohalm. De politiek liet ons stikken. Ze waren eerder ook gestopt met Fokker, dat veel meer technische kennis had dan wij hebben. Waarom zouden ze dan wel met ons verder gaan?" Uiteindelijk namDamen de KSG over. Precies op tijd. „Hij is onze reddende engel geweest. Had hij het niet gedaan, dan waren we tien keer failliet geweest. Door - hem, en door het personeel, dat in die hectische perio de heel rustig is gebleven, zijn we er nog. En zijn voor Zeeland rampzalige dingen afgewend." De Schelde verandert in hoog tempo. De buitenwacht denkt dan vooral aan de jachtenbouw die komen gaat, en de verhuizing naar Vlissingen-Oost. De Jon ge ziet vooral de interne omslag die Damen teweeg brengt. Hij juicht die toe. „Iedereen krijgt zijn eigen verantwoordelijkheid voor het bedrijf. Op de vloer zit gigantisch veel kennis en vakmanschap. Daar moe- - ten we eindelijk eens naar gaan luisteren. Te lang is die mensen alleen maar verteld wat ze moesten doen, s in plaats van te vragen wat ze er zelf van dachten." „Ik ben een voorstander van taakgroepen. Vei'tel mensen niet hoe en wat, maar laat ze zelf denkenDat 'i ligt in het verlengde van wat ik doe: medezeggen schap. Dat begint bij de ondernemingsraad, maar moet naar beneden uitwaaieren." „Betuttelend, dat was De Schelde. De baas is de baas En het personeel gehoorzaamde. Gezagsgetrouwe Zeeuwen, ja. Maar tegelijk achterdochtig. Voor mij gaat dat niet samen. Daarom ben ik misschien ook wel in de ondernemingsraad gegaan. Ik ben niet ge zagsgetrouw, maar heel kritisch. Maakten we een af spraak en zei iemand meteen j adan dacht ik: stom, je :-r had meer moeten vragen. Achterdocht." Ziek Vorig jaar stond De Jonge op het punt zijn voorzitter schap neer te leggen. Het conflict tussen directie en personeel over het inleveren van loon en vrije tijd om - het bedrijf te redden, had zijn hoogtepunt bereikt. Hij was er ziek van. Drie weken zat hij thuis. 'Ik stop er mee', zei hij tegen zijn vrouw. „Zij zei: niet doen, ditis niet je eigen keus. Van den Heuvel belde. Ook hij wil de niet dat ik zou stoppen. Zij hebben me overtuigd." Het was uitstel. Zijn vertrek was onafwendbaar. Maar nu neemt hij tenminste zelf de beslissing. Dank zij Van den Heuvel heeft hij een hbo-diploma perso neel en organisatie behaald. Hij zou op personeelsza- t ken gaan werken, maar vanuit de ondernemingsraad rechtstreeks overstappen, vindt hij onverstandig. „Je -■ komt precies aan de andere kant te zitten. Dat lukt niet van de ene dag op de andere." De detachering bij het bureau van Veraart is bedoeld om even afstand te nemen. De breuk lijkt echter defi nitief. Niet dat hij toe is aan een nieuwe uitdaging I („dat is een modewoord"), hij vindt zich gewoon niet meer passen in de nieuwe structuur van De Schelde Die maakt elk onderdeel verantwoordelijk voor de ei-1 gen resulttaten. 'Werken voor jeeigentent',noemthij het. „Dat is goed. Het nadeel is dat de saamhorigheid verloren gaat. De Schelde is De Schelde niet meer. Geen solidariteit, geen poortacties. Ik ben een vech ter. Die hebben ze hier niet meer nodig." Gisteren was zijn laatste dag. Zonder hem zal het an- j ders worden, weet hijMaar zonder hem gaat het le- ven bij De Schelde gewoon door, nuanceert De Jonge zijn vertrek. „Over een jaar zijn ze mij vergeten." Zijn oude strijdmakker en mentor in de ondernemings raad, David de Leeuw, bestrijdt dat. „Sommige na men weerklinken nog steeds op De Schelde: Tiny Hofman, Koen Hendriks. Zo zal ook Rinie de Jonge blijven naklinken. En dat verdient hij." Maurits Sep I:; Rinie de Jonge: „Voor Zeeland zijn rampzalige dingen afgewend. foto Ruben Oreel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 22