meutje Lien?
Hè je'
t al gehoord van Marie van
Iedereen wil wel in
zo'n dorpje wonen
Colijnsplaat
Colijnsplaat, daar woon je
niet in, daar woon je öp. Een
reden voor die zegswijze zou
kunnen zijn dat het voornaam
ste dorp van de Oud-Noord-Be-
velandpolder op de zestiende-
eeuwse tekentafels werd ge
pland op een zandplaat, Colins-
plate, die in één keer met het
land rond Kats, werd binnenge-
dijkt.
Colijnsplaat is een prachtvoor
beeld van een ring-voorstraat
dorp, een nederzetting die uit
het niets ontstaan is volgens de
planmatige lijnen van de pol
derbouwers. De Voorstraat
loopt, zoals het hoort, loodrecht
op de dijk en de vissershaven,
die al een jaar na de aanleg van
de polder ontstond.
Aan de andere kant van de voor
naamste straat, is de kerk ge
bouwd in een kerkring. Waar
vroeger voor de andere straten
namen golden als Oostelijke- en
Westelijke Achterstraat, heb
ben die na de samenvoeging met
een ander voorstraatdorp, Wis-
senkerke, de naam Oostelijke-
en Westelijke Havenstraat ge
kregen.
Omdat ook de (pacht-)boerde-
rijen door de polderbouwers
werden ingetekend in het nieu
we landschap, onderscheidt de
bebouwing in de voorstraatdor
pen zich van die in oudere dor
pen, die min of meer organisch
gegroeid zijn uit agrarische ge
meenschapjes. Aan de Voor
straat in Colijnsplaat hebben de
huizen iets stedelijks: wat ho
ger, wat statiger en wat meer
deftige voordeuren, levensbo
men, glas-in-lood en hardsteen.
In de achterstraten schurken de
huisjes wat boertiger tegen el
kaar. Verschil moest er ook toen
al wezen en sociale structuren
schikten zich juist vanaf de zes
tiende eeuw in andere patronen.
Dat Colijnsplaat in de loop van
de Deltawerken fungeerde als
toevluchtshaven voor de inge
sloten vissersvloten van Veere
en Kortgene, betekende voor
het dorp geen grotere bloei. De
vissers kwamen met hun sche
pen maar bleven op hun plaats
met huis en haard. In Colijns
plaat, waar de vismijn floreer
de, leek het 's winters in de jaren
zeventig wel te spokenVeel Bel
gen, Duitsers en Nederlanders
hadden er een tweede huis, wat
in veel gevallen nauwelijks on
derhouden en sporadisch be
woond werd. Pogingen van
overheidswege om het tij met
dorpsvernieuwing te keren,
werden ingehaald door de tijd.
Met de toegenomen mobiliteit
en de weerzin tegen de drukte
van de steden, wil iedereen wel
in zo'n dorp als Colijnsplaat wo
nen. Een huis in de oude kern is
te waardevol geworden om het
het grootste deel van het jaar te
laten leegstaan. Colijnsplaat is
weer een gemeenschap
Zelfbewustzijn
Ook het zelfbewustzijn van de
Colijners nam met het volstro
men van het dorp weer toe. Ont
leende het dorp vijftien jaar
geleden de identiteit nog uit
sluitend aan de Zeelandbrug,
die een eindje naar het oosten op
de Noord-Bevelandse oever
aanlandt, inmiddels is Johannis
de Rijke erbij gekomen. De na
gedachtenis aan deze ingenieur
wordt in Japan, en inmiddels
ook in Colijnsplaat, levend ge
houden met standbeelden. Bij
de kerk aan de Havelaarstraat
staat een buste van Johannis en
op het havenhoofd staat hij ten
voeten uit.
Maar er is meer. Bij de viering
van 400 jaar Colijnsplaat ont
stond het idee om een Nehalen-
niatempeltje op te richten. Het
waren immers Colijnplaatse
vissers die votiefstenen uit de
Schaar van Vuilbaard visten,
weliswaar op grondgebied van
Zierikzee, maar door de Colij
ners meteen geannexeerd als
Colijnsplaats erfgoed. De vo
tiefstenen met de voor-christe
lijke godin Nehalennia erop,
staan voor het grootste deel in
Leiden maar Colijnsplaat wil
ook wat. De vergunningen zijn
afgegeven maar de initiatief
groep moet nog even doorspa
ren voor het tempeltje, dat een
replica wordt van andere tem
pels uit het jaar nul.
Mieke van der Jagt
woensdag 27 juni 2001 v
luchtfoto Aero Lin Photo
Naam: Colijnsplaat
Ligging: Oostelijk van het midden van de noordelijke kustlijn van Noord-Beveland
Ontstaan: In 1598 bij de bedijking van de Oud-Noord-Bevelandpolder
Inwonertal: 1409
Monumenten: Een eenvoudige hervormde kerk uit 1769; de Oude Molen uit 1598; molen Nooit Gedacht uit 1864; een buste en een borst
beeld van Johannis de Rijke, de in Colijnsplaat geboren waterbouwer die havens en delta's in Japan vorm gaf
rie van meutje Lien?
Die motgaen trouwe, nou 'tzal
'r nog berouwe. Is 't waer, mit
wie?
Mit Piet van de bure en 't zal nie
lang mêêr dure,
want ze laopt al 'n tiedje mit 'n
dikke buuk.
Is 't waer, 'tza wèlpel, pel
Flakkee in vroeger tied, zoals de
cd is genoemd, kent drie liedjes
over meisjes op zoek naar een
man en vergelijkbaar met het
bekende 'Mama, 'k wil een man
hè'. De zanger vertelt dat ze alle
drie zijn gemaakt ter gelegen
heid van huwelijksjubilea van
zijn zussen. Ze zouden zonder
meer passen in de bundel van
Pollmann en Tiggers Neder
lands Volkslied waarvan er in
1977 al meer dan een half mil
joen waren gedrukt.
Breeman bezingt ook zijn erva
ring met de watersnoodramp
van 1953. Hij weet nog hoe hij
als kleuter op zolder zat en hoe
alles dreef:
Mitz'n allen op de zolder
want 't waeter steeg wèl haog
en de toonbank in de wienkel
stieng al hêêl gauw nie mêêr
draog.
Alles wat 'r maor kon drieve
dreef daer in de wienkel roend.
Waeter, waeter en nèrges
groend...
Buten zag ik paerden drieve
want de straete was 'n rivier
Een typisch Plaets' gebruik
wordt bezongen in 'De Paesos'.
Tot half de jaren '70 ging de sla
ger in Ooltgensplaat in de week
voor-Pasen met een versierde os
van 'huusie toet deurtje', zodat
de mensen, bij wijze van spre
ken, konden aanwijzen welk
stuk vlees ze bij Pasen bezorgd
wilden hebben.
Daer gaet 'n os deur 't durp mooi
schoongeboend,
mit 'n slinger omz'n nik gaet ie 't
durpie roend.
En asje 'n mals stuk vleis mit
Paese wil:
bestel dan 'n stukkie van d'n os
z'n bil
Behalve een slinger, kreeg de os
ook op beide hoorns een sinaas
appel. Een foto van de 'paesos' is
te zien in het, los van de cd uitge
geven, boekje met teksten en
muziek. De cd bevat wel het ge
bruikelijke tekstboekje.
Hoewel de verleiding groot is
om over elk lied wat te zeggen,
zal ik dat niet doen. Luister en
lees zelf maar.
Liekebidder
Eén uitzondering moet nog ge
maakt: het lied over 'de lieke
bidder', de man die het hele dorp
rond ging om, wat in Midden-
Zeeland 'de wete' genoemd
wordt, aan te kondigen dat een
dorpsbewoner was overleden.
De aanzegger in het lied is bijna
klaar met zijn ronde als hijin
het duister, nog bij Tannetje het
nieuws moet gaan vertellen. Hij
struikelt over de klompen en
valt met de deur in huis.
Verbaesd keken z'allemael naer
de groend
ivaer de liekebidder lag.
Die kroop overeind, keek, kwaed
in 't roend
en zei nie êêns gedag.
Hie wreef 's over z'n zere knie
en zei: 'Noe vertel ik je lekker nie
wie d'r om 'n uur of zeven
zomaor is dóód gebleven
Engel Reinhoudt
De cd en/of het boekje Flakkee
in Vroeger Tied zijn verkrijg
baar bij Bouwen Breeman,
Noordstraat 25, 4421 JS Kapel-
le-Biezelinge, telefoon 0113-
344909.
Bouwen Breeman (1948) is
geen onbekende in Zeeland
en omstreken. Heel wat leraren
van het basisonderwijs kregen
van hem muziekonderwijs op de
pedagogische academie, tegen
woordig onderdeel van de Ho
geschool Zeeland in Vlissingen.
Anderen kennen Breeman van
zijn poppentheater in Biezelin-
ge en eerder in Colijnsplaat en
Oudelande of van optredensin
het land. Weer anderen kennen
hem als koordirigent of van cur
sussen poppenspel en muziek.
Bijna in alles speelt het Neder
landsevolkslied een belangrijke
rol.
Groot was dan ook de verras
sing toen Jopie Minnaard uit
Heinkenszand mij attendeerde
op de cd van Bouwen Breeman.
Een cd in onvervalst dialect en
al verschenen in februari van dit
jaar. Nog groter werd de verras
sing toen ik de cd beluisterde.
Dialect van Flakkee, liedjes van
vroeger met begeleiding van
clavecimbel. Volksliedjes pur
sang zonder de geijkte klanken
van gitaar, viool of accordeon.
Frisse, heldere en zeker vrolijke
klanken begeleiden een twaalf
tal liedjes geschreven en gezon
gen door Bouwen Breeman.
Door het gebruik van de clave
cimbel krijgen nieuwe liedjes
toch iets ouds, iets authentieks.
Hij nam de cd zelf op, maakte
zelf het boekje, en verkoopt bei
de ook zelf.
Het dialect van Goeree-
Overflakkee wordt gerekend tot
de Zeeuwse dialecten. Het kost
dan ook geen enkele moeite om
het Flakkees te verstaan. De
klanken zijn wel anders en er
zijn heel wat typische verschil
len op te merken in vergelijking
met bijvoorbeeld Zuid- en
Noord-Beveland en Walcheren,
maar dat maakt het eerder inte
ressant dan moeilijk, zeker ook
omdat Breeman een heldere
stem heeft en duidelijk zingt.
Leeftijd
Het is de leeftijd die hem ertoe
bracht in dialect te zingen. „Te
rugkijkend naar je verleden ko
men de verhalen tot leven. Dia
lect hoort daar gewoon bij." Hij
bekent dat sommige woorden of
de uitspraak ervan al ver waren
weggezakt, omdat hij in het da
gelijks leven zelden dialect ge
bruikt. Alleen bij ontmoetingen
met zijn Flakkeese familie komt
dialect van pas. Hij moet dan
ook soms zijn zus raadplegen
Bouwen Breeman maakte een cd en boekje in het Flakkees dialect: „Terugkijkend naar je verleden komen de verhalen tot leven. Dialect
hoort gewoon bij." foto Willem Mieras
over hoe het ook weer precies
zat met een woord of uitspraak.
Het zijn ook zijn zussen die hem
er toe bewogen om eens iets op te
nemen in het Flakkees.
De cd begint meteen met een
staaltje nostalgie. Dingeman,
de 'durpsomroeper' van Oolt
gensplaat, 'uut de Plaete' dus,
wordt ten tonele gevoerd. Bree
man, zelf ook Plaetenaer heeft
Dingeman nog goed gekend. Al
hoewel aangesteld als omroe
per, was hij slecht te verstaan.
Kinderen plaagden hem ermee
door hem na te roepen:
Was 'r es een wedstried op
't Plaets e voetbalveld
dan riep Dingeman dat om
voor 'n beetje geld.
Rochelend enfoeterend
dee die z'n verhael.
En de mensen in de straet
riepen allemael:
Dingeman, Dingeman, wat zei
je?
Dingeman, Dingeman, 'k ver-
stae d'r glad niks van.
Snugger was die Dingeman nie
dronk graeg een flesje bier.
Dan ree die sling'rend deur de
straet
wat had de jeugd plezier.
Hie pruumde aok op pruumta-
bak
spoog straeltjes op de groend,
Zo goeng ongze Dingeman
't hele duipie roend.
Dingeman, Dingeman...
In dit lied zien we enkele van de
afwijkingen in vergelijking met
de dialecten van Midden-Zee
land, zoals 'hie' in plaats van 'ie'
of 'um'. Een van de typische
kenmerken van het Flakkees
zijn de persoonlijke voornaam
woorden. Ook eigenaardig is
durpie en geen durp je.
Een volgend lied gaat over de
peterolieboer, gevolgd door een
prachtig lied over 'de wienkel
van Jaop'. Het was de winkel
van Breemans vader. Het lied
sluit af met een typisch, gezon
gen gesprek in de winkel:
In de wienkel van Jaop was van
alles te kaop:
toaverballen en kauwgom om te
knallen,
ulevellen en pinda's om te pél
len
ranja en bier.
M'n vaoder, m'n vaoderwas 'n
kruujenier.
In de wienkel van Jaop was van
alles te kaop:
Kaes en worst en vicks voor op
de borst,
poeiers en pillen om de pien te
stillen,
ranja en bier.
M'n vaoder, m'n vaoder was 'n
kruujenier.
Koekjes en brokken en zure
stokken,
dassen petten en sigaretten
voor 'n daelder of 'n riks.
Maar de praetjes, de praetjes
die kreeje voor niks.
Zeit, hè je 't al gehóórd van Ma-