V eeboeren
zijn weer
terug bij af
Hollandse horlogemaker scoort in Zwitserland
Stilte
27
Moeizame
herstart na
mkz-crisis
Een teken des tijds
zaterdag 23 juni 2001
De mond- en klauwzeercrisis
die Nederland maandenlang
volledig in de ban hield, is nage
noeg bezworen. Na alle ellende
dringt zich de vraag op: wat nu? De
boeren in het gebied op de Noord
oost-Veluwe mogen vanaf zondag
weer vee in hun geruimde stallen
toelaten. De meesten zijn vastbe
sloten om opnieuw te beginnen.
Zevenhonderd fokzeugen had var
kenshouder Johan Hendriks (57)
tot een paar weken geleden in zijn stal
len staan, verspreid over drie locaties.
Echter, door de uitbraak van mond- en
klauwzeer in Nederland, zag hij een
groot deel van zijn trots verloren gaan.
,,Het sloeg in als een bom toen we begin
april op het journaal zagen dat minis
ter Brinkhorst had besloten om alle
dieren in de driehoek Apeldoorn, De
venter, Zwolle te ruimen", vertelt de
fokker aangedaan.
Het was een geluk bij een ongeluk dat
twee van zijn bedrijven nét buiten de
mkz-driehoek lagen. Maar het derde
bedrijf, waar 250 fokzeugen stonden,
ligt midden in de driehoek, in Epe. Be
gin mei stond de Rijksdienst voor de
keuring van Vee en Vlees op de stoep.
„Daar zijn echt geen woorden voor. Ja
renlang werk, in één keer weg. Ik word
er misselijk van wanneer mensen zeg
gen dat zo'n varken toch niks voor je
betekent. We hebben ontzettend ons
best gedaan voor een goede fokstam.
Vlees, vruchtbaarheid, de spenen, alles
had de beste kwaliteit", zegt Hendriks.
Om het risico op de verspreiding van
dierziekten zo klein mogelijk te hou
den, besloot Hendriks na de varkens
pest in 1997 om zijn zeugen niet langer
allemaal op een plek te houden. Hij
koos voor drie verschillende locaties.
„De meest hoogwaardige fokvarkens
stonden in Apeldoorn en staan daar ge
lukkig nog." Het erf van Hendriks mag
dan ook niet zomaar betreden worden.
Een ontsmettingsbak laat duidelijk
zien dat de angst voor mkz nog niet ver
dwenen is. Een hard gelag, noemt Hen
driks het. „Er zijn heel veel boeren die
door de beslissing van Brinkhorst om te
gaan ruimen hun hele bedrijf zijn
kwijtgeraakt."
Stil
Om de mkz-crisis zo snel mogelijk de
kop in te drukken, zijn er bijna 3000
boerenbedrijven, met meer dan
275.000 dieren, preventief geruimd. In
het gebied is het stil. Geen uitzicht op
koeien in de weigeen geluid uit de stal
len. Al die veehouders staan nu voor de
keuze: de schadevergoeding die ze krij
gen voor het vee dat geruimd is te ge
bruiken voor een doorstart, of om het
bedrijf te beëindigen.
Minister Brinkhorst zou het niet erg
vinden indien een deel van de boeren
besluit om definitief te stoppen. Hij wil
de mkz-crisis aangrijpen om vergaan
de hei-vormingen door te voeren, zoals
een drastische inkrimping van de in
tensieve veeteelt. Voor een veehouderij
met weinig toegevoegde waarde, zoals
de buikproductie van vleesvarkens, is
volgens Brinkhorst eigenlijk geen
ruimte in Nederland. En dan is daar
ook nog de commissie-Wijffels die in
haar rapport 'de toekomst van de vee
houderij' ook pleit voor een meer ex
tensieve veeteelt: de dieren moeten
weer kunnen scharrelen en wroeten in
de wei.
„Een groot deel van de veehouders
heeft sterk het gevoel dat Brinkhorst en
Wijffels hun toekomst onmogelijk ma
ken", zegt Ton van Schie, woordvoer
der van het Sociaal Economisch Plan
Nieuwe koeien voor een boer uit Kootwijkerbroek na de mkz-crisis.
foto Marc van der Kort/GPD
(SEP) VeehouderijBoeren die erover
denken om te stoppen, kunnen hier te
recht. „Adviseurs van het SEP nemen
nu de mond- en klauwzeercrisis voorbij
is samen met de boer het bedrijf door.
Het hele financiële plaatje wordt in
kaart gebracht en er wordt gekeken of
aan alle regels wordt voldaan. Ook het
feit of er bijvoorbeeld een opvolger is,
wordt meegenomen", zegt Van Schie.
„Na de varkenspest zag je dat de boe
ren eerst hun stallen weer gingen vul
len, terwijl achteraf bleek dat dit fi
nancieel niet slim was. Dat proberen
we nu te voorkomen."
Het Centrum voor Landbouw en Milieu
verwacht, net als veel andere deskun
digen op dit gebied, dat het aantal var
kenshouders in Nederland de komende
jaren weieens met meer dan 50 procent
zou kunnen afnemenDe daling van het
aantal-rundveehouders ligt waar
schijnlijk een stuk lager.
Hoeveel boeren, met dit in het achter
hoofd, zullen besluiten om na de mkz-
crisis hun bedrijf te beëindigen, is
moeilijk in te schatten. „Veruit het
grootste deel zal doorgaan, ook al is dat
niet altijd verstandig. Ik denk dat een
getal van tien procent 'stoppers' al rij
kelijk hoog geschat is", aldus Van
Schie.
De boeren die doorgaan, moeten weer
nieuwe dieren aanschaffen. Daarvoor
kunnen ze zich aanmelden bij de vee-
bank. Boeren die hun veestapel willen
verkopen, worden hier in contact ge
bracht met de kopers. „Zo'n tweehon
derd boeren hebben zich gemeld voor
een nieuwe veestapel", aldus Leo van
Rooijen, vrijwilliger bij het ondersteu
ningsteam mond- en klauwzeer in Ern
st. „Ze zijn vooral op zoek naar rund
vee, varkensboeren kopen de dieren via
hun reguliere kanalen. Slechts één var
kensboel' heeft zijn fokzeugen te koop
aangeboden omdat hij zelf gaat stop
pen met zijn bedrijf."
Omdat Hendriks nog ongeveer 450 fok
zeugen heeft, was voor hem de keuze
snel gemaakt om het bedrijf in Epe
weer op te starten. „Ik ga door, want ik
heb nog dieren en ik koop er via colle
ga's wat bij." Maar andere veehouders,
zoals Ton en Tineke Jalink uit Heerde,
zijn alles kwijtgeraakt. Hun 134 runde
ren werden op 21 mei geruimd, een zeer
emotionele dag. „Op zo'n dag knakt er
iets in je", zegt Jalink. De mkz-crisis
heeft de familie handenvol geld gekost
„Maar we kunnen het gelukkig nog wel
dragen."
Geld
Ook Jalink is alweer volop met de toe
komst bezig. „Het liefst kopen we me
teen een hele nieuwe veestapel. Met 80
of 90 beesten zou ik al heel blij zijn. Ver
der kan ik het aanvullen met wat jong
vee. Maar dan moet er wel geld zijn."
Brinkhorst heeft beloofd dat de boeren
een maand na de ruiming in ieder geval
In april van dit jaar demonstreerden boze boeren op het Haagse Malieveld tegen
het mkz-beleid foto Rob Keeris/GPD
de helft van de schadevergoeding bin
nen hebben. „Zonder dat geld kunnen
we geen nieuwe veestapel kopen."
Varkenshouder Hendriks heeft weinig
vertrouwen in de plannen van Brink
horst en Wijffels. „Als die doorgaan,
wordt de hele veehouderij onderuit ge
schopt. De dieren moeten weer schar
relen en wroeten. Wat een onzin. Het is
gewoon niet haalbaar, tenzij het vlees
twintig keer zo duur wordt. En dan
houd je geen boer meer over, want dan
koopt de Nederlandse consument in de
supermarkt het goedkope stukje vlees
uit Argentinië of Polen. Pure concur
rentievervalsing.
En dat is niet het enige probleem met
het rapport, vindt Hendriks. „Wijffels
heeft het over kwaliteit en voedselvei
ligheid. Maaf de kwaliteit van het vlees
holt achteruit als de beesten in de wei
rondlopen. Het risico op ziektes en de
verspreiding daarvan wordt vele malen
groter. Denk aan vossen die op jacht
gaan en zo ziektes overbrengen. Of
mensen die gewoon bij de dieren kun
nen komen. Nu is de varkenshouderij
heel hygiënisch. Iemand die in de stal
wil, moet zich eerst douchen en specia
le bedrijfskleding aantrekken."
Viroloog Ab Osterhaus, adviseur van
de Europese Unie, waarschuwt hier
ook voor. „Het is een illusie te denken
dat de diergezondheid toeneemt als je
het vee buiten gaat houden. Het tegen
deel is eerder het geval. Meer scharre
len is een teruggang van een halve eeuw
op het gebied van voedselveiligheid."
Cindy Cloïn
Een Nederlandse horlogefabrikant in Zwitser
land is even onwaarschijnlijk als een Zwitser
se klompenmaker in de Achterhoek, maar de 37-
j arige Peter Stas heeft het waargemaakt. Nauwe
lijks tien jaar na zijn debuut als horlogemaker,
heeft Stas samen met zijn vrouw Aletta en zijn
Zwitserse partner Philippe Bouchet zijn huis
merk Frédérique Constant opgestuwd tot een
uniek tijdsverschijnsel in de Zwitserse horloge
industrie. Het familiebedrijf Stas kan momenteel
bogen op een jaarproductie van zo'n vijftigdui
zend horloges in de superieure middenklasse. Met
een afzetgebied van Amerika tot Japan.
De in Gouda geboren Peter Stas is een telg uit een
welgestelde familie. Een doctorandus in de eco
nomie van de Rotterdamse Erasmus Universiteit,
die zijn studie afrondde bij HarvardDaar koos hij
een case study over het Zwitserse horlogeconcern
SMH (met merken als Omega en Longines), dat
zich tegenwoordig als de Swatch Groep profi-
leert. Dat, plus veelvuldige skivakanties in Zwit
serland, bracht hem op het idee zelf 'betaalbare
mechanische horloges' te gaan maken. Als tegen
hanger van de electronische klokjes, waarmee de
Japanners in de zeventigerjaren de markt ver
overden. Samen met zijn echtgenote Aletta richt
te hij een familiebedrijfje op met de merknaam
Frédérique Constant. „Dat klinkt mooi Frans-
Zwitsers", zegt Stas, „maar die namen komen uit
onze Hollandse families. Mijn overgrootvader,
die wijzerplaten voor klokken produceerde, heet
te Constant Stas en Aletta had een overgrootmoe
der met de voornaam Frédérique. Die combinatie
leek ons passende merknaam, die bovendien de
familietraditie in ere hield."
Stas tilde met de Zwitserse horlogespecialist Phi
lippe Bouchet als compagnon zijn nieuwe bedrijf
van de grond. „Ik bracht een handjevol modellen
naar een vakbeurs in Hongkong en tot mijn ver-
ITorlogemaker Peter Stas (1): „In Nederland zijn we nog niet overbekend.'
foto Bob Kroon/GPD
rassing kregen we prompt een bestelling uit Bra
zilië. gevolgd door Japan." Met de verkoop van
370 klokjes maakte Frédérique Constant zijn en
tree op de internationale markt.
Bij de tijd
In 1994 kwam de grote doorbraak met de Heart
Beat collection. Deze horloges hebben een deels
opengewerkte wijzerplaat waardoor de balans,
het 'kloppend hart' van het uurwerk, zichtbaar
werd. De cijfers liegen er niet om. In 1995 ver
kocht Frédérique Constant 10.000 horloges, in
1997 bedroeg de jaarproductie 17.000 stuks en vo
rig jaar passeerde de omzet 50.000 exemplaren in
prijsklassen van 400 tot 70.000 gulden. „Het
duurste model, met de zogenaamde tourbillon
technologie, is uiterst gecompliceerd en daarvan
maken we niet meer dan 90 exemplaren per jaar.
Voor exclusieve verzamelaars", aldus Stas. „Ons
succesmodel is en blijft de Heart Beat, met een
winkelprijs van zo'n 1300 gulden."
Zo succesvol zelfs dat gevestigde Zwitserse mer
ken als Corum en Rolex het Heart Beat-idee van
Frédérique Constant afsnoepten. „We hebben Co-
rum via de rechter op de knieën kunnen dwingen,
maar Rolex was voor ons een maatje te groot. Niet
zo erg, want in de horlogewereld wordt Heart Beat
toch met Fi'édérique Constant geïdentificeerd."
Momenteel verkoopt het Hollandse familiebe
drijf 42 procent van zijn productie in Europa, 33
procent in Japan en andere Aziatische landen,
tien procent in de Verenigde Staten en de rest in
het Midden Oosten en zelfs Oost-Europa. „In Ne
derland zijn we nog niet overbekend, maar we
hebben daar nu een goede distributeur gevonden.
Daarmee staat of valt alles in dit vak", zo legt Stas
uit.
Meerwaarde
In tegenstelling tot de Zwitserse traditie gunt
Stas ons een blik in de keuken van deze uiterst dis
crete bedrijfstak. „Wij kopen alle onderdelen van
toeleveringsbedrijven en maken zelf niets. Het is
louter assemblage, maar voor dat precisiewerk en
de nacontrole heb je wel bekwame vakmensen no
dig. Die componenten moeten voor de helft uit
Zwitserland komen, anders mag het zwaar be
schermde 'Swiss Made' niet op de wijzerplaat
prijken. De prijsstructuur is nog verrassender.
,Een goed kwartsuurwerk heb je al voor iets meer
dan een dollar en een simpel mechanisch uurwerk
is niet eens zoveel duurder", onthult Stas. Hoe
kom je dan aan een detailprijs van honderden, zo
niet duizenden guldens? „Een horloge is niet al
leen een tijdmeter. De duurdere modellen zijn
kunstwerken, die qua ontwerp, materiaalkeuze
en afwerking eerder in de sector juwelen vallen",
legt Stas uit. „Electronische Japanse klokjes zijn
nauwkeuriger dan welk mechanisch uurwerk
ook, maar de Japanners zijn geen meesters in ar
tistieke ontwerpen. Daarom blijft Japan een ge
weldige markt voor Zwitserse horloges."
Tussen het fabrieksproduct en de detaillist ligt
een gigantische meerwaarde. „De detaillist krijgt
de helft van de winkelprijs en de distributeur
strijkt de helft van de rest op. Voor ons blijft dus
maar een kwart over", lacht Stas. „Daarbij komt
nog dure reclame en verplichte aanwezigheid op
vakbeurzen, want naamsbekendheid is alles in dit
vak. Don't wony, we komen toch nog goed aan
onze trekken."
Bob Kroon
barcelona
Talloze Spaanse en interna
tionale onderzoeken tonen
aan dat Spanje niet alleen het
land van de zon, maar ook het
land van de meeste decibellen is.
Altijd en overal is er herrie. Om
dat we wel weer eens wilden ho
ren hoe stilte klinkt, besloten we
onze vakantie door te brengen in
het natuurpark Cabo de Gata.
Een verlaten, woestijnachtige
streek in de zuidoosthoek van
Spanje. Slechts een paar witte
dorpjes in een bruine, woeste,
maar prachtige natuur, waar
het toerismemonster nog niet
heeft toegeslagen. Iets meer dan
tien jaar geleden werd het tot
beschermd natuurgebied ver
klaard, waardoor projectont
wikkelaars en touroperators
met de staart tussen de benen af
dropen.
Wanneer we op de heetste mei
dag van de afgelopen halve
eeuw op 'Los Escullos' aanko
men, is de namiddagstilte hoor
baar. De slagboom ivijst gastvrij
omhoog en de kleine receptie is
onbemand. Hier en daar een ca
ravan en wat trekkerstentjes
doen vermoeden dat de camping
toch open moet zijn. We kiezen
een plek waar stilte, schaduw en
een koel zeewindje een zomerse
symfonie spelen.
Woensdagavond. De wandeling
naar de toiletten is als de ont
dekking van de schepping. Een
kleine maansikkel hangt boven
het blauwe silhouet van de om
ringende heuvels. Voor wie het
geluid herkent, is de branding
van de zee flauw hoorbaar. Tioee
katten zitten op een afvalcon
tainer. De achthonderd ver
moeiende en hete kilometers
over de drukke autopista wor
den op dat moment stuk voor
stuk beloond door Cabo de Ga
ta.
Die woensdagavond viel hij me
nog niet op, maar hij moet er al
ivel hebben gezeten. Want als
mijn belangstelling voor de me
demens de volgende dag weer
wat is toegenomen, is hij promi
nent aanwezig. Breed gezeten
onder de luifel van zijn voortent
houdt hij vanaf de staanplaats,
het dichtst bij het toilettenblok,
alles en iedereen in de gaten.
Zijn kaken maken voortdurend
malende bewegingen. Maar hoe
dan ook, het plaatje past volle
dig in de verstilde natuur. Zelfs
zijn vrouw, die op vilten pantof
fels om hem heen schuifelt. Niets
vermag de intense rust van Cabo
de Gata verstoren.
Vrijdag na de siësta pas bespeur
ik enige ojirust. Manoio, laten
we hem zo maar noemen,
verheft zich uit zijn stoel. Hij
verdwijnt in de caravan en komt
tevoorschijn met een lange inge
klapte tafel en dito stoelen. Een
ingewikkelde constructie die
zich later als keuken ontpopt,
volgt. Aan waslijnen worden ge
kleurde lampen gehangen en
een windscherm bouwt een
denkbeeldige muur om zijn
staanplaats. Om tien uur ploft
hij weer in de stoel die zijn stra
tegische positie onder de luifel
heeft behouden. De stilte op Ca
bo de Gata keert weer.
Maarniet lang. Wanneer de
maansikkel zijn plaats aan de
hemel heeft hervonden, draait
met groot licht een vierwielig
aangedreven Nissan Patrol
grindspattend de camping op,
gevolgd door een Peugeot 206.
Tivintig meter verder volgt een
overjarige Opel die met moeite
een joekel van een caravan ach
ter zich aan sleept. Een eeuwen
lange traditie getrouw verenigt
zich voor mijn ogen een Spaanse
familie om gezamenlijk het
weekeinde door te brengen.
Bastonen
Op de tachtig vierkante meter
staanplaats die voor nog geen
twintig gulden is gehuurd,
wordt net zo lang gemanoeu
vreerd tot de twee caravans, de
'eetsalon', de keuken, de tent
van de jongelui én de drie auto's
een plek hebben gevonden. Bon
kende bastonen uit de radio van
de Peugeot mengen zich a-rit
misch met de klagende stem van
de flamencozanger uit de Nis
san. Daar bovenuit schettert de
tv die opa op vernuftige wijze
aan een boomtak heeft gehan
gen. Intussen nemen een stuk of
vier kinderen en twee honden
bezit van de rest van de cam
ping. 'Onze'familie is niet de
enige die de weg naar het na
tuurpark heeft gevonden. Aan
de andere kant van de camping
speelt zich nagenoeg hetzelfde
tafereel af.
Za terdagmorgen vroeg horen
we het Nederlandse echtpaar
uit Arnhem druk bezig met het
inpakken van hun spullen. Gis
teren nog vertelden ze dat ze ze
ker nog een weekje wilden blij
ven genieten van de stilte van
Cabo de Gata. Wij hebben het
weekeinde benut voor een tour
door de omgeving. Maandag
was alles weer als vanouds.
Henk van den Boom