Jevgeni Kasperski vecht tegen computervirussen Mugabe maakte van Zimbabwe een gangsterstaat PZC Silicon Valley in Moskou Oud-premier Ian Smith zaterdag 23 juni 2001 Rusland heeft een reputatie als broeinest voor hackers en computervirussen. Verleden tijd, vindt het nieuwe rolmodel van de Russische nerds: Jevgeni Kasper- ski. Als vooraanstaand bestrijder van virussen en computercrimina liteit is hij een nationale bekend heid geworden. Zijn antivirusscan ner is door computertijdschriften wereldwijd uitgeroepen tot het beste programma op de markt. Ter wijl zijn bedrijf Kasperski's Lab explodeert, droomt de bebaarde koning van de Russische program meurs van een Silicon Valley aan de Moskva. Het Duitse tijdschrift PC Profes- sionell noemt Kasperski 's Anti vi rusprogramma 'de klassieker' onder de antivirussoftware, het Australi sche PC User spreekt van 'het beste dat we getest hebben' en het Neder landse PC Magazine constateert dat het programma 'onverslaanbaar' is. De consument is al even enthousiast. In 2000 steeg de verkoop van de pro gramma's voor zowel particulieren als bedrijven met 218 procent in Rusland en met 320 procent in het buitenland. Kasperski is waarschijnlijk de sue- cesvolste IT-ondernemer van Rusland en in elk geval de bekendste. Zijn be drijf heeft kantoren in Rusland, Enge land en de Verenigde Staten. Dit jaar nog zullen vestigingen geopend wor den in Polen en Duitsland. De antivi rusprogramma's worden verkocht in 42 landen en inmiddels komt het gros van de omzet (65 procent) uit het bui tenland. De in een eenvoudig hemdje geklede Kasperski kan er niet om heen: „In Rusland kent iedereen me." Het land dat vooral bekendheid ge niet als standplaats voor hackers en virusverspreiders levert nu ook de be langrijkste bestrijder van computer criminaliteit. Kasperski noemt de ne gatieve reputatie van Rusland echter 'overdreven'. „Begin jaren negentig waren er misschien veel mensen actief op dit gebied, maar inmiddels is het merendeel van de Russische program meurs gewoon aan het werk gegaan. Het verspreiden van virussen is alleen leuk voor kleine vandalen. Echte computercriminelen hebben meestal geen lang leven. In Rusland moet je een baan hebben om enigszins nor maal te leven. De meeste virussen ko men daarom al lang niet meer hier vandaan. Zelfs scholieren en studen ten moeten werken. Dus niemand heeft tijd om virussen te verspreiden." Dief Het spreekwoord wil dat er een dief nodig is om een dief te vangen, maar de energieke Kasperski bezweert dat hij zich nooit schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden van virussen. „Het begon allemaal als een hobby. Ik verzamel al meer dan tien jaar compu tervirussen, zoals een ander mens vlinders verzamelt." De Moskoviet kwam 12 jaar geleden tijdens zijn werkzaamheden voor een geheim Russisch militair instituut voor het eerst in aanraking met een virus. „Ik was zeer nieuwsgierig. Wat is het? Hoe werkt het? Na een halve dag begreep ik alles van dit virus en schreef ik me teen een programma om mijn compu ter te desinfecteren." Dat proces herhaalde zich een week later toen een nieuw virus opdook. In een paar maanden tijd verzamelde Kasperski honderden virussen. „Drie jaar later besteedde ik op mijnwerk meer tijd aan virussen dan aan mijn oorspronkelijke opdracht. Toen reali seerde ik me dat het misschien geen hobby meer was, maar een beroep." Kasperski zocht vervolgens onderdak bij een computerbedrijf waar hij met een paar vrienden een gebruikers vriendelijk computerprogramma ontwikkelde. In 1997 besloot hij op aandringen van zijn toenmalige vrouw en huidige algemeen directeur, Natalja Kasperskova, zijn eigen be drijf op te richten. „Zij handelt alle zakelijke aangelegenheden af. Daar ben ik niet geschikt voor." Inmiddels heeft Kasperski in Moskou 130 man onder zich werken. Het zijn volgens de Russische ondernemer programmeurs van zeer hoog niveau. We hebben in Rusland natuurlijk een lange traditie op het gebied van tech nologische ontwikkeling. Aan het einde van de Tsarentijd is dat proces al in gang gezet en door de concurrentie met de Verenigde Staten op militair en ruimtevaartkundig gebied tijdens de Koude Oorlog zijn veel wetenschap pers van hoog niveau opgestaan, die hun kennis en kunde weer hebben doorgegeven aan de nieuwe generatie. We hebben daarom een enorm poten tieel." Kasperski constateert dat Russische programmeurs en ontwikkelaars vaak een voorsprong hebben als het gaat om het bedenken van originele oplossingen. „Ik denk dat het in de be faamde Russische rijen staan daar aan meegeholpen heeft. We waren met de Sovjetunie wel in concurrentie met Amerika, maar we hadden veel min der middelen ter beschikking. Terwijl in de Verenigde Staten iedere weten schapper zijn eigen computer had, moesten wij vaak een computer delen met honderd man. Ikzelf heb heel wat uren doorgebracht met het wachten om mijn beurt. Het was natuurlijk heel vervelend, maar er was een zeer positieve bijkomstigheid. Tijdens al die uren wachten, konden we naden ken over oplossingen waar je normaal gesproken wellicht geen aandacht aan zou hebben geschonken." India Kasperski denkt niet dat Rusland de zelfde weg moet gaan als India. Grote Westerse IT-bedrij ven besteden te genwoordig veel van het program- meerwerk uit aan goedkopere krach ten in India. „Ik denk dat we ons in Rusland moeten richten op een ander niveau. In India gebeurt vooral uit voerend werk. Je hebt daar zeer goed kope en gedisciplineerde werkkrach ten. In Rusland zijn we beter in het ontwikkelen van programma's. Men sen die zich daarmee bezig houden, hebben totaal andere karaktertrek ken. Ze zijn moeilijker te discipline ren. Dat merk ik zelf iedere dag. Soms heb ik het idee dat iedereen maar wat doet, maar die vrijheid van geest is wel essentieel voor ons succes. We hebben in Rusland dan ook vooral be hoefte aan goede managers die op de juiste manier met de kwaliteiten hier om kunnen gaan." Kasperski droomt zelf voorzichtig van een Silicon Valley aan de Moskva. ,,Ik kan door mijn bekendheid de beste programmeurs van Rusland be trekken bij nieuwe plannen. De inves teerders zijn vooralsnog het belang rijkste probleem. De instabiliteit in ons land schrikt veel geldschieters af. We moeten gedurende een lange pe riode bewijzen dat Rusland een voor spelbaar land is. Ik ben echter opti mistisch. Er kan in Moskou best een Silicon Valley ontstaan." Frank Hendrickx Een koppige, naïeve schooljongen, noem den de Britten hem in 1964. Een jaar la ter zou de schooljongen eenzijdig de onaf hankelijkheid van Rhodesië uitroepen en het moederland 15 jaar hoofdpijn bezorgen. Ian Smith, 82 jaar nu, en geen spat veran derd. Van beroep: vechter. Als onbuigzaam geallieerd piloot tegen de nazi's eiste hij de onvoorwaardelijke bewondering van het Westen op. Als onbuigzaam premier tegen de 'terroristen' Joshua Nkomo en Robert Mugabe werd hij de verpersoonlijking van het rechtse en racistische kwaad. Vandaag vecht hij voor 'de waarheid' en ge niet hij van de zelf gekozen rol van 'ik heb het allemaal voorspeld'. Over Mugabe:„Hij is altijd een dictator geweest, maar nu zit er beslist een steekje los". Geen bewakers, geen honden. De poort naar de bescheiden villa, gelegen naast de Cu baanse ambassade, staat wagenwijd open. De voordeur idem. Opmerkelijk in een stad waar de 'oorlogsveteranen' ten strijde zijn getrokken tegen alles wat blank is en Muga be zegt alsnog de rekening te willen vereffe nen met het koloniaal verleden. „Kom verder, en kijk wat die jongen is aan gedaan", klinkt het vanuit de woonkamer. Ian Smith, broos en gebogen, zit op een stoel in een ruimte vol Britse soberheid uit ander tijden. Aan zijn voeten zitten twee jongens van rond de twintig. Op verzoek van Smith trekt een van hen zijn shirt omhoog. Zicht baar wordt een woud van bizarre en diepe littekens, duidelijk veroorzaakt door ma chetes en geweerkogels. Smith staart naar het rauwe vlees.,Het werk van oorlogsvete ranen", zegt hij scherp. Integratie Smith, zelf nog steeds boer op een boerderij deels bezet door 'veteranen', is zoals vroe ger. Hij neemt geen enkel blad voor de mond, schakelt moeiteloos over van heden naar verleden. Een aantal pijlers van het Smith-denken: „Ik ben geen racist" en: „Ik stond voor geleidelijke integratie en verhef fing van de zwarte bevolking." Wat Smith achteraf het meest spijt is de uitkomst van een referendum in 1922. De (blanke) inwoners van wat toen Zuid-Rho- desië heette, mochten van Groot-Brittannië kiezen of ze in de toekomst deel wilden uit maken van Zuid-Afrika of doorgaan in een semi-autonome vorm. „We hebben toen ge kozen met het hart en niet met het hoofd. Opgaan in Zuid-Afrika zou geweldige voor delen hebben gehad qua economische ont wikkeling, maar het zou de wereld ook be hoed hebben voor apartheid." Apartheid Zuid-Afrika stond destijds onder leiding van generaal Jan Smuts, een alom gerespec teerd staatsman. Smith spreekt van een schok.Smuts kon de Rhodesiërs, hoewel vergroeid met Zuid-Afrika, niet overtuigen en na de Tweede-Wereldoorlog ook niet de Zuid-Afrikanen. In 1948 verloor zijn partij, de United Party, met minimaal verschil van de Afrikaner National Party, de architect van apartheid. De Rhodesiërs zouden Smuts de overwinning hebben gegeven." Als Smuts had gewonnen, en Rhodesië de vijfde provincie was geweest van Zuid- Afrika, zou dat land als keurig lid van het Gemenebest tot een van de krachtigste in dustriële mogendheden van de wereld zijn uitgegroeid. Het huidige Namibië zou er ze ker ook bij gekomen zijn. Het zou de sociale rust hebben bevorderd en de dekolonisatie minder paniekerig hebben gemaakt. In de regio zou het communisme veel minder kans gehad hebben zich meester te maken van zwarte ontevredenheid." Maar het liep anders. Zuid-Rhodesië werd lid van de federatie met Noord-Rhodesië (Zambia) en Nyasaland (Malawi) en moest met lede ogen aanzien hoe die landen onaf hankelijk werden in de jaren '60. De Britten wilden Rhodesië niet de onafhankelijkheid geven voordat er garanties waren voor de zwarte meerderheid. Onder leiding van Ian Smith werd toen eenzijdig de onafhanke lijkheid uitgeroepen. Het leidde tot Britse woede, sancties en de opbloei van marxis tisch getinte bevrijdingsbewegingen. Smith blijft bij de juistheid van die beslis sing. „Rhodesië was anders. Een goed geor ganiseerd en florerend land. Men wilde het niet zien en staarde zich uit schuldgevoe lens blind op het Afrikaans nationalisme. De vrije wereld omarmde liever marxisti sche terroristen als Mugabe, dan de geleide lijke ontwikkeling die wij voorstonden een kans te geven." Of de zwarte bevolking er zonder de creatie van Zimbabwe, in 1980, veel beter van geworden zou zijn, valt na tuurlijk te bezien. Smith gaat voorbij aan het extremisme van hemzelf en dat van zijn aanhang uit die tijd. Hij verdedigt zich door te zeggen dat 'we toen in oorlog waren'Van daag zegt Smith dat hij de zwarte bevolking altijd heeft gerespecteerd. Democratie en kiesrecht waren zaken 'voor de lange ter mijn', en beter was in zijn ogen het Afri kaanse stammensysteem. „Er was respect, geen corruptie, geen inti- midatie. Het werkte perfect, maar wij dwongen het te veranderen. Volgens Smith hadden de kieslijsten in Rhodesië altijd open gestaan voor zwarten en kwam het door hun desinteresse dat er veel meer wit ten stemden. „De Matabelen, de trotse en machtige natie uit het zuid-westen, daar waar ik geboren ben, zeiden: spelen jullie maar met je verkiezingen, wij gaan door op onze eigen weg. Het kon ook makkelijk, want er was ruimte genoeg." Alles'veran derde volgens Smith door de bevolkings groei. „Toen de pioniers van de Britse Zuid- Afrika Maatschappij van Cecil Rhodes hier in 1890 kwamen, waren er 200.000 inwo ners. De Matabelen, de stam van Nkomo, en de Shona's, de stam van Mugabe, waren overigens ook nog maar kort daarvoor neer gestreken. Door honger, ziekte en oorlog, bleef hun aantal laag, maar dat veranderde door de gezondheidszorg en de voedsel voorziening die de witten introduceerden. Plotseling, in mijn tijd, waren het er vijf mil joen en werd meer land geëist. Bovendien gebeurde dat door een jongere generatie die naar goede scholen was geweest en veel mondiger was geworden." Smith noemt het een mystificatie dat de blanken zich het meeste en het besteland hadden toegeëigendDe witten hadden niel het beste land, meent Smith. „De propagan da van Mugabe wil dat doen geloven. De blanken hadden de rode harde aarde, wat door gaat voor het beste, maar waar de zwarten niet in waren geïnteresseerd. Ze hadden geen ploegen of tractoren om het te bewerken. Ze wilden veel liever de zachte grond bij de rivieren, die overigens ook uit stekend was." Vandaag heeft landherverdeling voor Mu gabe de absolute prioriteit. Smith moeter om lachen.,Land is hier nog steeds in over vloed. De afgelopen jaren heeft overigensde regering, lees Mugabe, 1,7 miljoen hectare verzameld. Ze zouden dat prima kunnen weggeven, maar doen het niet omdat ze dan voor gek staan bij de zogenaamde oorlogs veteranen. De landkwestie is opgediept door Mugabe, omdat hij ermee stemmen wil winnen. Overigens ben ik voor landverde- ling als het de vrede dient. Er liggen prima plannen voor klaar, zoals ook de oppositie zegt." Smith is enthousiast over de nieuwe partij MDC en haar leider Morgan Tsvangirai. „Hij is tolerant, intelligent en bereid te luis teren. Vorig jaar zou de MDC al lang en breed hebben gewonnen als Mugabe, zoals bij alle voorgaande keren, niet zo had geter roriseerd en gefraudeerd." De president verkiezingen van volgend jaar, ziet Smith 'makkelijk' gewonnen worden doorTsvan- girai. „Er is één maar: Mugabe zal proberen voor die tijd de noodtoestand af te kondi gen. Hij zal alles doen om de macht vastte houden." Eenpartij staat Smith ziet Mugabe als 'ordinaire dictator met geestelijke problemen', die van Zim babwe 'een corrupte en failliete gangster- staat' heeft gemaakt en dat terwijl hij vol gens de oud-premier 'niet slecht begon'. „Na de overdracht in 1980 bleef ik in het parlement en heb ik hem gezegd dat ik hem altijd zal helpen. Hij bedankte me en was het met mee eens dat hij een parel in handen had gekregen. Mugabe was vriendelijken westers in zijn manieren. Hij leek me op recht in zijn wens tot verbroedering. Maar na 18 maanden besloot hij plotseling dat Zimbabwe een een-partijenstaat naar mar xistisch voorbeeld moest worden. Ik heb hem gezegd dat hij het land ei-mee kapot zou maken, de mensen zou wegjagen, de economie ruïneren. Hij geloofde me niet. Sindsdien hebben we elkaar nooit weerge sproken." Eelco van der Linde11 foto Frank Hendrickx/GPD Jevgeni Kasperski: „Ik verzamel computervirussen, zoals een ander mens vlinders verzamelt. foto Eelco van der Lindcn/GPD Ian Smith: „Bij Mugabe zit er beslist een steekje los.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 26