ertussenuit Eerherstel voor een Korea-strijder PZC 24 RUDEN RIEMENS Tribunaal in New York zaterdag 23 juni 2001 FOTOGRAFIE bracht hem echt in gewetens nood." Dat Freek Fama als tiener geen lieverdje is geweest, zal zijn zoon niet ontkennen. „Maar voor een eerlijke beoordeling dien je wel zijn héle geschiede nis in ogenschouw te nemen. Zijn vader was een vreselijke, opvliegende man. Een echte ellendeling die zich thuis gedroeg als een beest. Dat werd alleen maar erger nadat hij in 1938 van Freeks moeder scheid de en hertrouwde met een NSB-aanhangster. Na de oorlog hebben ze hem acht jaar cel gegeven voor zijn SS-lidmaat- schap, maar ze hadden hem eigenlijk kapot moeten schie ten." „Mijn vader was toen allanghet huis uit. In de oorlog is hij naar een tehuis gestuurd voor moei lijk opvoedbare jongens en daar heeft hij gezeten tot hij op zijn achttiende werd overgeplaatst naar de uiterst beruchte Rek- kense Inrichtingen. Daar kon hij pas uit 'ontsnappen' toen hij in april 1951 werd opgeroepen voor militaire dienst." Chauffeur In februari 1952 kreeg de Utrechtenaar toestemming van zijn voogden om als vrijwilliger naar Korea te gaan. „Uit de brief, maar ook van vroegere maten, heb ik begrepen dat hij twee belangrijke redenen had: het verdiende goed en hij hoopte bij terugkeer op een vaste baan als onderofficier. Verderging!") er in zijn naïviteit vanuit dathij in Korea, net als in Nederland, alleen zou worden ingezet als chauffeur." Of ook politieke motieven een rol hebben gespeeld, sluit Ben Fama niet uit. „Hij was thuis streng-protestants opgevoed er het anti-communisme vierde in die kringen hoogtij. Wat ook een rol heeft gespeeld, is dat mijn vader zich als kind van een SS'er niet goed thuis voelde in Nederland. Voor veel andere vrijwilligers gold dat ze een paar jaar daarvoor in Indië ac tief waren geweest en moeite hadden met de terugkeer naar de burgermaatschappij - Dat ze naar Korea gingen louter enal- leen 'om de vrije wereld' te red den, geloof ik allang niet meer Leo Roggevee" Vandaag wordt in New York een internationaal tribunaal belegd over de oorlogsmisdaden die tussen 1950 en 1953 in Korea zijn begaan. Hagenaar Ben Fama is uitgenodigd om de visie van zijn vader Freek, die in Korea sneuvelde, uit te dra gen. „Het doden van tegen standers bracht hem echt in gewetensnood." Ben Fama zat zelf nog veilig in zijn moeders buik toen zijn vader Freek Fama op 23 ok tober 1952 als VN-militair sneuvelde op een Koreaans slagveld. Het weerhoudt de 48- jarige Hagenaar er niet van om in New York, namens zijn vader, te protesteren tegen de vele ver schrikkingen en oorlogsmisda den die tussen 1950 en 1953 in het Oost-Aziatische land zijn begaan. Wat de zaak extra pi kant maakt is dat Ben Fama tot vier j aar terug niets van zij n ver wekker wilde weten. De ont dekking van een enkele brief, verstuurd van het oorlogsfront, betekende 45 jaar later niet al leen de aanzet tot een persoon lijke rehabilitatie, het vormde voor Ben Fama tevens het be wijs dat 'de vergeten oorlog' veel minder 'fris' was verlopen dan hem op de middelbare school was bijgebracht. „Mij werd geleerd dat het com munistische Noorden de agres sor was - en dus 'fout' - en het Zuiden het 'slachtoffer' van dat wapengekletter. Daaruit volgde bijna automatisch dat misda den door de noordelingen wer den begaan, waartegen de zui derlingen zich slechts konden verdedigen. Uit mijn vaders brief blijkt al dat de zaken heel wat genuanceerder lagen. En hoe verder ik me in de kwestie verdiep, des te sterker wordt de overtuiging dat het Zuiden, met hulp van Amerika en de Ver enigde Naties, minstens zo'n kwalijke rol heeft gespeeld. Het is aan het tribunaal, dat onder leiding staat van de Amerikaan Ramsey Clark, oud-minister van justitie onder Lyndon B. Johnson, om 51 jaar later het hé le verhaal boven water te krij gen." Wie vermoedt dat Ben Fama al zijn hele leven tobt met de Ko- rea-oorlog, die hem toch defini tief afsneed van zijn biologische vader, komt bedrogen uit. „Ab soluut niet", zegt hij. „Mijn moeder heeft nooit over mijn echte vader willen praten. Nooit. Ze heeft hem van de ene op de andere dag uit haar leven gebannen. Als ik - om wat voor reden dan ook - toch eens naar hem vroeg, luidde haar stan- daardantwoord: 'Hij is naar Ko rea gegaan, omdat hij jou niet wilde en heeft daar precies ge kregen wat hij verdiende'. Meer wenste ze er niet aan toe te voe gen." Halsstarrig zwijgen Ben Fama kan zich nu wel voor zijn kop slaan, maar tot een jaar of vier geleden stoorde hij zich niet aan het halsstarrige zwij gen van zijn moeder. „Als ik heel sterk aandrong, wilde ze nog net loslaten dat ze Freek Fama in het najaar van 1951 had leren kennen en dat ze op 20 mei 1952 met hem was getrouwd. Om daar meteen vilein aan toe te voegen dat hij elf dagen later al naar Korea vertrok om nooit meer terug te keren. Op 23 okto ber is hij gesneuveld. Hij was één van de in totaal 123 Neder landse slachtoffers." Deze 'blote feiten' zegt Ben Fa ma al te kennen vanaf zijn elfde jaar 'of daaromtrent'. De onver mijdelijke toevoeging dat er aan 'Freek Frama absoluut niets verloren was gegaan' weerhield de jonge Ben ervan om 'door te zeuren'. „Ze wist elke vraag handig te ontwijken door steeds maar weer te hameren op het fascistische nest waaruit mijn vader afkomstig was - mijn grootvader was een berucht SS'er - en zijn verleden als on handelbaar kind. Freek Fama heeft de helft van zijn leven in opvoedings- en verbeteringsge stichten gezeten, moet je we ten". Zwanger „Waarom ze dan toch met hem getrouwd was? Tsja, ze was piepjong, had een betrekking als dienstmeisje en was zwan ger. Veel keus had ze niet. Ik be greep dat wel. Wat de zaak extra ingewikkeld maakte, was de persoon die mij door mijn eerste zeven levensjaren loodste. De nieuwe relatie van mijn moeder was een fantastische man en in alle opzichten een echte vader. Mijn vader. Dat heeft de drang om op zoek te gaan naar mijn biologische vader heel lang on derdrukt". Tot in 1997 'het hele kaarten huis in elkaar donderde', zoals Ben Fama het uitdrukt. „Alles kwam in één keer naar boven. Mijn verpeste jeugd, de trau ma's, het verdriet en het gemis - er was werkelijk geen houden meer aan. Ik zat met honderden vragen en wilde ze allemaal be antwoord hebben. Liefst me teen." Bij zijn moeder, die nog leeft, maar met wie Ben Fama jaren geleden heeft gebroken, hoefde hij niet aan te kloppen. Dus nam hij contact op met de vereniging van voormalige Korea-strijders en dat werkte wonderwel. „Ze hadden hele essentiële gegevens ven en hoewel ze flink op leeftijd waren - allebei in de negentig - wilden ze me graag zien. Oom Dick en tante Gonda wisten dat ik bestond en wilden me wei eens in levenden lijve zien. Des ondanks schrokken ze zich te pletter toen ik opeens voor ze stond." Brief De emoties van Ben Fama wer den een paar minuten later op de proef gesteld. „Behalve foto's van mijn biologische vader, ble ken ze ook over een handge schreven brief te beschikken die hij op 15 september 1952 uit Ko rea aan hen had gestuurd. Een ruime maand voor zijn dood. Wat me écht van mijn stuk bracht, was de inhoud. Die bleek volstrekt tegengesteld aan datgene wat mijn moeder altijd had beweerd, namelijk dat hij niets van mij moest we ten. In de brief maakt hij één di recte en twee indirecte verwij zingen naar de 'kleine die op komst is' en in alle drie de ver wijzingen zit geen greintje wrok of berouw!" „Al aan het begin van zijn epistel blijkt mijn komst een heel belangrijke, misschien zelfs dé reden te zijn geweest waarom hij zich vrijwillig voor Korea aanmeldde. Dat maak ik op uit de regels: 'Nu het is hier vrij zwaar, maar mijn vrouw heeft nu tenminste behoorlijk haar inkomen en dat had ze ook hard nodig, vooral nu er een kleine spoedig bij zal komen. Wat raar klinkt mij dat, vader te zijn'. Verderop in de brief verhaalt hij van het doodschieten van een Chinees met de gewetensvraag: 'Zou ook hij vader wezen?', waarbij de woorden 'hij' en 'va der' zijn onderstreept." Freek Fama, Korea-ganger, gesneuveld 23 oktober 1952 over Freek Fama en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Het opsporen van (verre) fami lieleden die mijn vader nog ge kend hebben, was mijn volgen de stap." foto GPD Na een jaartje spitten had Ben Fama 'beet'. „Een oom en tante van mijn vader bleken nog in le Voorgelogen Was de basis onder het bestaan van de Hagenaar al wankel, de bewuste brief sloeg alles kapot. „Opeens drong tot me door dat mijn moeder me over de 'vlucht' van Freek altijd keihard had voorgelogen; wat zou waar zijn van al die andere beweringen? Van zijn vermeende slechte ka rakter? Uit de brief blijkt bij voorbeeld dat hij een heel gelo vig mens was en grote moeite had met het fenomeen oorlog. Het doden van tegenstanders

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 24