Wij mogen in dit land
onze zonen niet opvoeden
In de wereld van de illegaal bestaan geen vrienden
Het treurige relaas
van Mohammed Sahli
De islam in
Nederland (3)
De islam is niet meer weg te
denken uit Nederland. Toch
lijken moslims en niet-moslims
verder van elkaar af te staan dan
ooit. Nederlanders zien in 'man
nen met baarden en lange jurken'
al snel een bedreiging voor de to
lerante samenleving. De nieuwe
Nederlanders, op hun beurt, zijn
bang meegesleept te worden in het
sodom en gomorra. Tijdens de
Djoema, het vrijdaggebed, pro
beert de imam orde in deze chaos
te scheppen. Maar vooral probeert
hij zijn toehoorders te redden uit
de hel.
God is rechtvaardig. Alles wat ie
mand in zijn of haar leven heeft
gedaan, staat genoteerd. Wie zondigt
tegen de regels van de koran, moet
daar altijd voor boeten. Daar komt
niemand onderuit, want iedereen gaat
een keer dood en dan volgt de afreke
ning. Geen koning, regering, minister
of geloof kan daar wat aan verande
ren. Moslims moeten gewoon volgens
de eigen regels leven."
Abdeslam Kouch komt zojuist terug
van het vrijdaggebed in de El Fateh
Moskee aan de Tilburgse Stedekes
traat, Kouch is tolk Nederlands-Ara
bisch. In zijn woonkamer staat de te
levisie aan met MTV op het scherm.
Schaars geklede dames glijden door
het beeld. ,,We hadden een invaller,
een Syrische Alin, dat is een soort pro
fessor", vertelt Kouch over de imam
die zojuist het vrijdaggebed is voorge
gaan. ,,Hij had het over een vrouwtje
dat water ging halen. Plotseling krijgt
ze een duw van een jongen die haar
water wil stelen. Het vrouwtje kan
niets doen. Ze zegt: 'Ik ben oud en kan
jou niets doen. Maar als je sterft, word
jij bestraft.' De imam maakte nog
maar eens duidelijk dat een goede
moslim zich netjes moet gedragenWij
willen niemand kwaad doen."
Buiten de muren van de moskee ver
flauwen de mooie worden van de
imam als snel. Moslims in Nederland
kunnen niets meer goed doen. De is
lam en haar volgers liggen onder vuur,
en allang niet meer alleen aan de bor
reltafel. Ook de intellectuele voorhoe
de neemt de multiculturele samenle
ving op de opiniepagina's van dag - en
weekbladen stevig de maat. Het be
grip integratie wordt steeds vaker
gebruikt in de betekenis van assimila
tie: aanpassen. Een columnist van een
grote landelijke ochtendkrant stelde
onverholen dat de tijd van de dialoog
voorbij is en dat het tijd is voor een
monoloog. Met andere woorden: 'we'
moeten die moslims eens vertellen hoe
ze zich in dit land hebben te gedragen,
koran of geen koran.
Elk incident waar moslims bij betrok
ken zijn, wordt aangegrepen om hen
de mantel uit te vegen. Eind vorig jaar
was heel cultureel Nederland in rep en
roer. De Arabische opera Aïsja stond
op het programma van Rotterdam
2001, Culturele hoofdstad van Euro
pa, maar ging niet door. Marokkaanse
acteurs, door orthodoxe gelovigen on
der druk gezet, weigerden het stuk te
spelen omdat de koran verbiedt een
beeld te schetsen van de profeet Mo
hammed en zijn jongste vrouw Aïsja.
Kort daarop stond een nieuwe verta
ling van Dantes Goddelijke Komedie
ter discussie. Islamitische voorgan
gers noemden het boek, waarin pro
feet Mohammed in de hel terechtkomt
als straf voor het stichten van de is
lam, ongekende godslastering. Verge
ten was dat de opera zonder proble
men in Rome was opgevoerd. En
Dantes meesterwerk behoort al eeu
wen ook tot het Arabische cultuur
goed.
Criminele circuit
Ook als het om criminaliteit gaat, valt
het woord allochtoon al snel. Het ene
na het andere onderzoek stelt vast dat
allochtone jongeren, met een opval
lende rol voor Marokkanen, zijn over
vertegenwoordigd in het ciiminele
circuit. En als de Marokkaanse over
heid weigert om Nederland te helpen
bij het opsporen van bijstandsfraude,
leidt dat tot een 'zie je wel'- reactie.
Het bericht dat de Binnenlandse Vei
ligheidsdienst infiltreert in moskeeën
Net als dominees en pastoors gaat de
imam ervanuit dat zijn gelovigennaar
hem 'luisteren'. Dat wil niet zeggen
dat ze ook gehoorzamen. „Veel mos
keebezoekers komen alleen op vrijdag
en vinden het inspirerend. Maar bui
ten de moskee zijn ze allang overge
stapt op zelfstandig denken. De imam
denkt dat hij alle antwoorden weet,
maar hij kan zich niet verplaatsen in
het denken van iemand anders. Vaak
weten zij niet eens hoe in Nederland
over homoseksualiteit wordt ge
dacht."
,Maar als slechts een derde van de ge
lovigen luistert en ook gehoorzaamt,
dan moet je eigenlijk denken aan een
nieuwe leer. De boeken waarin geleer
den de koran uitleggen, dateren al van
de elfde eeuw. Die zijn geschreven in
een heel andere tijd en in een situatie
waarin de islam een meerderheidspo
sitie bezat. Dat doet zich hier niet
voor."
Moslims mogen eigenlijk niet klagen
in Nederland. De samenleving is ge
neigd hen vrijheden te bieden die zij
vaak zelfs in eigen land niet bezitten.
„De middenmoot denkt dan ook rede
lijk positief over de maatschappij. Zij
hebben een redelijk evenwicht gevon
den."
Van Bommel is veel bezorgder voor
gedesillusioneerde groepen zoals uit
gevallen schoolverlaters. Die hebben
andere opvattingen en over hen kun
nen criminelen en fundamentalisten
zich ontfermen. Straks, in een groter
Europa, hebben zij nog een grotere
kans om zich af te sluiten en te scher
men met heilstaten. Zij dwingen imi
taties af van het gedrag van hun gees
telijk leiders.
Verrader
Adeslam Kouch houdt het erop dat
veel moslims de groeiende negatieve
houding van de Nederlanders jegens
moslims gewoonweg zat zijn. Daarom
willen al die tolken ook niet meewer
ken.. „Er is nogal wat over de imams,
de islam en de moslims in Nederland
heen gestort de laatste tijd. Niemand
wil nu gezien worden als verrader. Ik
heb zelf ook eerst het bestuur van de
moskee ingelicht van mijn komst en
de bedoeling dat ik het vrijdaggebed
vertaal voor de krant."
Op de uitspraken van El Moumni gaat
Kouch zijdelings in. „Een imam mag
nooit liegen en kan nooit zelf zomaar
wat bedenken. Alles wat hij zegt komt
voort uit de koran. Het is misschien al
lemaal niet zo handig gegaan, maar
het geloof kan niemand van ons af
pakken. Waar en wanneer een moslim
ook leeft, de koran wordt nooit oud.
Hij is ooit zo geschreven en zo zal hij
altijd blijven. Wij kunnen als kinde
ren van Allah niet zomaar zelf even
gaan morrelen aan de koran. Dat kan
niet."
„De problemen met bijvoorbeeld Ma
rokkaanse jongeren hebben ook hele
maal niets met de islam te maken",
zegt Kouch. „De imam heeft ons ook
deze vrijdag weer op het hart gedrukt
dat een moslim niet mag discrimine
ren, dat hij niemand leed mag berok
kenen, maar alle andere mensen moet
respecteren."
Kouch ziet de ontsporing van een har
de kern Marokkaanse jongeren, waar
iedereen de greep op is verloren, dan
ook met lede ogen aan. „Het is de
schuld van de regering", zegt hij. „Wij
mogen in dit land onze zonen niet op
voeden. Als een jongetje iets steelt,
willen wij hem ook een stevige ram
mel geven, maar dan beginnen ze al te
dreigen met de kindertelefoon. En als
we een tik uitdelen, dan gaat de leraar
met de politie bellen en zit de vader in
het strafbankje. Het is de schuld van
Nederland dat deze jongeren zo zijn
geworden."
Kouch kwam in 1971 naar Nederland
maar hij zal hier niet blijven. „Ik heb
een prima tijd gehad bij Daf in Lim
burg en telecombedrijf Ericsson. Ik
heb hier veel geleerd en plezierig ge
leefd, maar ik ben blij dat ik altijd ben
blijven werken aan een terugkeer
naar Marokko. Mijn eigen kinderen
studeren aan verschillende scholen en
universiteiten in Marokko. Inmiddels
heb ik een internetcafé in Sefrou,
vlakbij Fez. Ik ben blij dat ik elk mo
ment op het vliegtuig kan stappen,
want je wordt als moslim in Neder
land met de nek aangekeken. Het lijkt
hier steeds erger te worden."
Louis Burgers en Achille Prick
Dit was het derde en laatste deel van
een korte serie verhalen over de Islam
in Nederland. Eerdere afleveringen
verschenen op zaterdag 2 en zaterdag
9 juni.
zaterdag 16 juni 2001
Open dag in een moskee in Enschede.
en islamitische scholen versterkt de
opvatting dat het er niet pluis is. Tot
slot komt de Rotterdamse imam El
Moumni voor de televisiecamera's, en
vertelt dat homoseksualiteit een ziek
te is die verspreid wordt door het god
deloze Westen.
De reeks aan berichten, terecht of
niet, heeft de belangstelling voor de
islam en het vrijdaggebed ook onder
niet-moslims doen toenemen. „Ik las
over El Moumni en het leek me buiten
gewoon interessant om met mijn stu
denten het vrijdaggebed te bezoe
ken", zegt arabist Hans Jansen.
„Maar ik kreeg niemand mee. Ze zijn
allemaal moslim, maar ze durfden
niet." Dezelfde angst blijkt te leven
onder Arabische tolken Na een zoek
tocht langs grote tolkenbureaus val
len uiteindelijk twee namen die het
vrijdaggebed zouden willen bijwonen
om achteraf een vertaling te gevenOp
het laatste moment blijft alleen Ab
deslam Kouch over.
Verklaring
De Nederlandse imam, en geestelijk
verzorger in het Haagse Westeinde-
ziekenhuis, Abdulwahid van Bom
mel, heeft er wel een verklaring voor.
Hij denkt niet dat vrees de belangrijk
ste reden is, maar plaatsvervangende
schaamte. „Imams in de moskee heb
ben een eigen, sterk juridisch getint,
taalgebruik. Dat is moeilijk te verta
len, zelfs voor tolken en ook voor stu
denten. Veel termen worden alleen in
een morele en religieuze context ge
bruikt."
Voeg daarbij dat veel moslims de be
langstelling zien als het zich richten
op iets exotisch, als iets wat niet past
in de Nederlandse samenleving. Vrees
voor gebrek aan respect voor het ge
loof komt daar ook bijNiet voor niets
was het eeuwenlang verboden de ko
ran te verspreiden onder niet-gelovi-
gen. De heilige steden Mekka en Me
dina zijn nog steeds gesloten voor
niet-moslims.
foto Werner Rauwerdink/GPD
wezigheid.,In zekere zin heeft de eer
ste generatie die terughoudendheid
meegenomen naar Nederland."
Van Bommel denkt dat een groot deel
van de spraakverwarring simpelweg
wordt veroorzaakt door gebrek aan
kennis. Dat geldt voor de vaak
onderontwikkelde allochtonen, die
als gastarbeider of als vluchteling
kwamen en niet de mogelijkheid heb
ben om met de samenleving in discus
sie te gaan. Dat geldt eveneens voor de
Nederlandse zijde.
„Nederlanders en Marokkanen kun
nen geen van beiden een onderbouwd
betoog opzetten. Iedereen is op zoek
naar verklaringen waarom zaken lo
pen zoals ze lopenmaar er bestaat on
voldoende kennis en er zijn geen bi
bliotheken waar je kunt nalezen hoe
de oude geleerden koranteksten over
bijvoorbeeld homo's uitleggen. Staat
daar dat zij moeten worden ge
stenigd?"
Toch juicht hij de huidige discussie
toe. Moslims zullen op lange termijn
blij zijn dat de muren rond de moskee-
en langzaam worden geslecht. Zo zal
ook de imam zich meer bewust moeten
worden van het gegeven dat hij naast
zijn religieuze functie ook een maat
schappelijke rol vervult. En hij moet
begrip ervoor krijgen dat moslims in
een niet-religieuze omgeving leven.
Hel en verdoemenis
„Imams weten zelf vaak ook niet hoe
in Nederland over bepaalde zaken
wordt gedacht. Hij ziet op straat en op
de tv alleen een promiscue samenle
ving, maar kan zich niet voorstellen
dat zo'n gewaagd geklede vrouw of
man ook een moreel hoogstaand per
soon kan zijn. Hij houdt een hard ver
haal uit morele wanhoop, vanuit zijn
onmachtige positie als geestelijk lei
der. Hij overschreeuwt zichzelf ge
woonweg, en moet wel schermen met
hel en verdoemenis om zijn gelovigen
vanaf de drempel van de hel weg te
slepen."
Vooral in Marokko was de moskee
vaak ook het centrum van verzet te
gen de overheersende westerse macht,
Frankrijk. Gelovigen waren huiverig
om buitenstaanders toe te laten. Zelf
werd Van Bommel ook eens na het
vrijdaggebed (Djoema) in het Marok
kaanse Fez aangesproken op zijn aan
De Nederlandse imam en geestelijk verzorger in het Haagse Westeindezieken-
huis Abdulwahid van Bommel. foto Cees Zorn/GPD
Illegaal zijn in Nederland valt niet mee. reid landgenoten een stapje op weg te hel- Dat hele groepenNederlandse ondernemers nieuwe werkgever of naar nieuwe kennis-
Langdurige uitbuiting, grof geweld en pen. Inderdaad voert altruïsme in dat soort graag van illegalen gebruikmaken, is dui- sen. Want zo is het ook: vrienden bestaan
een eindeloze uitzichtloosheid kenmerken gevallen geenszins de boventoon: veel delijk: ze kosten weinig en klagen nooit, ook niet in die wereld.
Illegaal zijn in Nederland valt niet mee.
Langdurige uitbuiting, grof geweld en
een eindeloze uitzichtloosheid kenmerken
het bestaan van de onwettig in ons land ver
kerende medemens. Mohamed Sahli, tegen
woordig mét verblijfsvergunning, vertelt in
zijn pas verschenen 'Dagboek van een ille
gaal' een droevig, maar helaas representa
tief verhaal.
Mohamed Sahli is een van de duizenden il
legalen die na een slepend proces door (toen
nog) staatssecretaris Cohen van justitie tot
'wit' werden bestempeld, maar voordat het
zover was, verstreken er elf sombere, soms
zelfs diepzwarte jaren. Uit zijn relaas
spreekt vooral een uitzichtloosheid die
zwaar op het gemoed drukt en een leven dat
bol staat van frustratie, geweld en chanta
ge-
Mohamed werd door zijn vader uit Marokko
naar Frankrijk gestuurd om daar scheikun
de te studeren, maar daar voelde hij hele
maal niets voor. Aangezien hij in eigen land
moeilijk meer verder kon omdat hij zich ac
tief had ingezet tegen het politieke conser
vatisme, was teruggaan ook geen optie. En
dus nam hij de benen naar 'zomaar een Eu
ropees land met een redelijke naamNeder
land. Als illegaal uiteraard.
De eerste opvang was snel geregeld: mensen
in den vreemde zijn, al dan niet met de beste
(lees: niet-financiële) motieven, graag be
reid landgenoten een stapje op weg te hel
pen. Inderdaad voert altruïsme in dat soort
gevallen geenszins de boventoon: veel
'hulpverleners' doen het alleen maar om er
zelf beter van te worden, bijvoorbeeld door
illegalen zwart aan het werk te zetten. En
dus ging Mohamed in Den Haag als schoon
maker aan de slag, samen met tientallen an
deren.
Opvallend door het hele boek heen is hoe
veel er overal aan de 'zwarte' kant van de
maatschappij gebeurt. Niet alleen schoon
maken is iets dat vooral door illegalen
Dat hele groepenNederlandse ondernemers
graag van illegalen gebruikmaken, is dui
delijk: ze kosten weinig en klagen nooit, ook
niet als (een deel van) hun loon niet wordt
uitbetaald. Ook geweld hoort onvermijde
lijk bij een onzichtbaar leven. Mohamed is
al eens in zijn been geschoten, maar deinsde
er aan de andere kant ook niet voor terug
zelf een knokploegje samen te stellen om ie
mand mores te leren.
En daarmee is de cirkel rond: illegaliteit
lokt illegaliteit uit, en geweld doet hetzelfde
met geweld. In zijn hoedanigheid als voor-
wordt gedaan, maar een belangrijk deel van
hen is ook werkzaam in de horeca en na
tuurlijk in de drugshandel en in de mensen
smokkel. Mohamed was in zijn illegale
periode bijvoorbeeld ook werkzaam als
pooier, als handelaar in tweedehands spul
len, als verkoper van 'overtollige' artikelen
en als dealer van afgewerkte (frituur)vetten
aan de veevoeder-industrie.
man van een schoonmaakbedrijf zorgde
Mohamed ex-voor dat andere illegalen er
konden werken, die weer andere illegalen
aanbrachten, enzovoorts, enzovoorts.
Opvallend is ook de constante vlucht naar
voren: word je als illegaal ergens uitgewerkt
of zitten de autoriteiten je op de hielen, kun
je nooit terug, alleen maar vooruit, op weg
naar een nieuw onderduikadres, naar een
nieuwe werkgever of naar nieuwe kennis
sen. Want zo is het ook: vrienden bestaan
niet in die wereld.
Met Mohamed is het uiteindelijk dus goed
gekomen: hij heeft zijn erkende status ge
kregen, is getrouwd met een Nederlandse,
heeft Nederlands geleerd en kon zijn familie
weer in de armen kunnen sluiten. Het enige
negatieve gevolg van zijn jaren van slopen
de onzekerheid dat hij (nog) niet te boven is
gekomen, is zijn drankzucht - maar wie kan
dat verbazen?
Cultuurverschillen
'Dagboek van een illegaal' is een indringend
boek dat de zwakheden van onze maat
schappij, zeker nadat de EU-grenzen for
meel rigoureus zijn afgesloten voor buiten
staanders, genadeloos en pijnlijk blootlegt.
De staccatostijl kan wat vermoeiend wor
den, maar geeft het verhaal ook vaart. Bo
vendien biedt de persoonlijke blik van de
schrijver een beeld van de enorme cultuur
verschillen, die onoverbrugbaar blijven zo
lang de illegaal om welke reden dan ook
weigert voldoende energie te steken in het
leren beheersen van de Nederlandse taal.
'Fred Berga
MOHAMED SAHLI: 'Dagboek van een ille
gaal'. Uitgever: Prometheus. Prijs:f 28,50.
Den Haag, 1999. Witte illegalen demonstreren tegen een dreigende uitzetting. n
foto Jacques Zorgman/G™