Jongeren verlaten Curasao Wij kunnen veel leren van De Wissel in Goes 35 Dromen van een betere toekomst \;y;3 '-4# zaterdag 16 juni 2001 Veel Curagaose jongeren zien het op hun eigen ei land niet meer zitten. De economische malaise, de te kleine arbeidsmarkt en de woningnood doen velen be sluiten op zoek te gaan naar een betere toekomst, die ze in Nederland denken te vinden. Met wisselend succes, zo blijkt. De achttienjarige Otmar Pie- ternella kijkt onzeker voor zich uit. „Voor jongeren op Cu racao is er geen toekomst. Cura cao heeft helemaal geen toekomst", zegt hij somber. „De politiek heeft alles kapot ge maakt. Ze denken vooral aan zichzelf." De lokatie waar het gesprek plaatsvindt, een monumentaal straatje vol bouwvallige pan den in de historische stadswijk Otrobanda, in de hoofdstad Willemstad, ziet er even droevig uit als de perspectieven die Pie- ternella in zijn leven heeft. Een leven dat zich tot op heden af speelt in een buurt vol drugs dealers, junkies, prostituées en pooiers. De lagere school heeft hij met veel moeite voltooid, verder onderwijs heeft hij nim mer gehad, gewei-kt heeft hij nooit. „Er is geen werk te vinden. Ik wil best iets technisch doen, pijpfitter of zo." Geen werk, geen geld. En dus wordt Pie ternella onderhouden doorzijn moeder. Overdag hangt hij wat rond in de buurt, waar hij gebo ren en getogen is. Toekomstdro men heeft hij wel. „Ik wil graag naar Nederland, waar mijn va der woont. Wanneer ik ga weet ik nog niet. Ik wil gaan studeren, werken en een gezin stichten." Zijn zeer beperkte kennis van het Nederlands ziet Pieternella niet als een obstakel. „Er wor den daar studies gegeven. Die wil ik gaan volgen. Dan leer ik het vanzelf." Curagaose jongeren zelf zijn op timistisch als het over hun kan sen in Nederland gaat. Want Nederland is hun ogen het para dijs waar werk, geld en geluk voor het oprapen liggen. Schrij ver Frank Martinus Arion, des kundige op het gebied van de jongerenproblematiek, weet wel beter. Hij legt de schuld van het falen van veel Antilliaanse jongeren bij de politiek. Het in voeren van het Papiaments als voertaal op school zou volgens hem al heel veel problemen kun nen wegnemen. Bevrijding „De taal is de voornaamste oor zaak dat veel j ongeren in het on derwijs vroeg afhaken", zegt Arion Hij is een van de belang rijkste voorvechters op Curagao van invoering van het Papia ments. Zelf zette hij dertien jaar geleden de eerste, en tot nu toe enige, Papiamentstalige basis school op, drie jaar geleden ge volgd dooreen Mavo. „De mees te kinderen die voor het eerst naar school gaan beheersen al leen het Papiaments, de taal die ze thuis hebben geleerd. Op school krijgen ze opeens les in het Nederlands, een taal die ze niet begrijpen." Die gebrekkige taalkennis is volgens Arion ook één van de voornaamste redenen dat het schort aan de opvoeding van menig Curagaose jongere. „Je kunt kinderen niet opvoeden in een taal die ze niet verstaan. Ze begrijpen niet wat ze wordt ver teld, dus kunnen ze ook niet be grijpen wat ze wel en niet mo gen." Zijn eigen scholen ziet Arion daarom 'als een bevrij ding en hulp voor veel kinde ren'. „Ze leren eerst lezen en schrij ven in het Papiaments. In het tweede trimester van het eerste jaar beginnen we met monde ling Nederlands, in het tweede komt het schrijven daarbij. In het derde jaar gaan we ervan uit dat ze het Nederlands primitief Jongeren hangen rond op de Koningin Emmabrug in Curacao. foto Catrien Ariends/GPD spreken en schrijven, wat we in de jaren die volgen verder uit bouwen." De leerlingen van de school doen het bij de toets in de laatste klas, die gelijk is aan die van andere scholen, en dus ook in het Nederlands wordt afge nomen, niet slechter dan kinde ren van Nederlandstalige scho len, zo is gebleken. Dat het Papiaments nauwelijks een voet aan de grond krijgt bin nen het onderwijs op Curagao is vooral te wijten aan de politiek, concludeert Arion. „Niet het onderwijs is hier slecht, maar diegenen die het leiden en er dik voor betaald worden falen op veel fronten. Het huidige onder wijssysteem leert de leerlingen om weg te gaan. Het materialis me in de huidige maatschappij is groot, waardoor een jongere direct wil vertrekken wetende dat hij elders meer kan verdie nen." Ondanks het succes van zijn scholen, en het aantoonbare feit dat het merendeel van de leer lingen uiteindelijk beter terecht komt dan die van andere scho len, verwacht Arion niet dat er een verandering in het denken komt van de Antilliaanse rege ring. „De overheid laat zich in zijn overtuiging afhangen van waar het geld vandaan komt. In dit geval vooral Nederland. En helaas wordt de politiek in Ne derland niet uitgemaakt door linguïsten. Politici als Van Box tel en De Vries hebben geen en kele notie van linguïstiek. Die leven in de veronderstelling dat als kinderen Nederlands spre ken, het automatisch ook betere burgers worden. Een verkeerde veronderstelling dus." Diegenen met een behoorlijke scholing, een gedegen kennis van het Nederlands en een ge zonde motivatie slagen door gaans moeiteloos, een klein deel belandt in Nederland echter al snel in een circuit van drugs, cri minaliteit en uitkeringen. Die laatste groep geeft de totale An tilliaanse gemeenschap daar mee onterecht het stempel van probleemgroep. Slechte reputatie Rodolfo Schotborg, een 22-jari- ge student HBO Marketing en Management, betreurt dat. Hij maakt zich op om in juli naar Nederland af te reizen en daar informatica te studeren, waar schijnlijk in Enschede. „Ik besef dat door die slechte reputatie van Antilliaanse jongeren men sen in Nederland zullen zeggen: 'Daar heb je er weer zo een'. Maar ach, eerlijk gezegd doen wij dat ook vaak met Nederlan ders die zich hier op het eiland vestigen. Ik wil in Nederland bewijzen dat ik niet als sommige andere Antillianen ben. Ik ben gewoon ik, geen criminele Cu- ragaoenaar." Voor Schotborg liggen voor de toekomst ook studiemogelijk heden op Curasao. Toch kiest hij ervoor om zijn opleiding in Ne derland te doen. „Ik wil Neder land eens meemaken. Je hoort er allerlei verhalen over, dus ik wil ervaren hoe het echt is. Ik denk dat het alleen maar goed is voor mijn verdere ontwikkeling dat ik ook elders in de wereld kijk- Zeker in een land dat deel uit maakt van het koninkrijk waar toe wij ook behoren." Schotborg is van plan terug te komen naar Curasao. „Eerst vier jaar in Nederland studeren, een paar jaar werken om erva ring op te doen en dan weer te rug. Een heleboel mensen vin den Curagao maar niks. Maar ik ben hier geboren, ik hoor hier thuis. Je moet vertrouwen heb ben dat het weer beter zal gaan. Als je alleen maar slecht denkt, wordt het steeds slechter." Kilheid Zo denkt Donald Inderson er nu ook over. De 23-jarige elektrici en is zelfs al eens in Nederland geweest. „Met het idee daar voor altijd te blijven. Ik had zelf geen moeite om werk te vinden, maar kon niet wennen aan de kilheid van de Nederlanders. Ze hebben daar alles keurig gere geld en ik verdiende daar meer dan ik hier ooit zal doen. Maar de warmte en vriendelijkheid van de mensen miste ik daar. Zelfs de Antillianen die ik leer de kennen en die daar al een tijd woonden hebben de arrogantie van de Nederlanders overgeno men Na zes maanden had ik het bekeken en ben teruggegaan naar Curagao, met de bedoeling ook niet meer weg te gaan Toch is Inderson blij dat hij des tijds op het vliegtuig naar Ne derland is gestapt. „Het heeft mij doen beseffen dat dit eiland mijn thuis is. En dat het alle maal niet zo slecht is als ieder een denkt. We hebben hier zon, warmte en bovenal een vriende lijke bevolking. Ik heb in Neder land een hoop ellende gezien, vooral onder Antillianen. Ik heb mij vaak afgevraagd waarom ze daar blijven. Ze hebben daar niets, geen kansen, geen werk en ze worden verstoten door de maatschappij. Als je dan een beetje zelfrespect hebt, ga je te rug naar je eigen land.Het valt daar ook niet mee, maar je voelt je in ieder geval gelukkiger. Dat is heel wat waard." Otmar Pieternella lijkt er op recht van overtuigd te zijn dat het met hem aanmerkelijk beter zal gaan als hij in Nederland voet aan de grond zet. Van de problemen met een deel van zijn Antilliaanse leeftijdgenoten heeft hij nog nooit gehoord. „Ik denk dat ik een goede kans maak. Ik kan daar veel gemak kelijker werk vinden dan hier en ga in een mooi huis wo nen. Ik ben er nog nooit geweest maar weet zeker dat het gaat lukken." Hij groet onverschillig maar vriendelijk, 's Avonds struint hij weer door de donkere straten om hand- en spandiensten te verlenen aan drugsdealers en pooiers, onderwijl dromend van een nieuw en mooi bestaan in het voor hem vrijwel onbereik bare Nederland. Armand Snijders De uittocht van jonge Antillianen uit Cu- houdt aan. De G. E. E. Kroon- in Willemstad probeert het tij te ke door leerlingen beter voor te bereiden op arbeidsmarkt. Zij krijgt daarbij de hulp De Wissel uit Goes, een school voor praktijkonderwijs. De directrice: „Wij kun- ten veel leren van Goes. iu 3 Ng ziet ze met lede ogen ver Elk j aar keert een f 1 inke groep leer- haar G. E. E. Kroonschool in het van Willemstad de rug toe om geluk in Nederland te beproeven. Wat de ^lukzoekers nog niet (willen) weten maar °or de directrice vaststaat, is dat ze niet tellen slagen. „Hun niveau als ze bij mij op teool komen, is bijna nul. Sommigen lezen eens behoorlijk." klier bever zou Hu-A-Ng de kinderen bij ten houden. Ze vinden haar dan wel 'een tete omdat ze zo streng is, maar ondanks de beperkingen biedt de Kroonschool hen te rooskleuriger perspectief dan Neder- "Natuurlijk kan het hier beter, maar zo heel slecht doen we het nu ook weer niet", vindt ze. De Kroonschool is een school voor moeilijk lerende kinderen (mik). Hun opleidingsni veau is zeer laag. Lezen, schrijven en reke nen kunnen ze nauwelijks. De oorzaak ligt in veel gevallen op de basisschool. Omdat de negen mlk-scholen op Curagao overvol zit ten, duurt het na een toetsing lang voordat ze ergens terecht kunnen. Intussen blijven ze op de basisschool, kunnen daar niet mee met de andere kinderen en lopen een verdere achterstand op. Dat dwingt Hu-A-Ng en haar collega's er toe het onderwijsniveau aan te passen. De lessen worden in het Papiaments gegeven, Nederlands is niet meer dan een bijvak. Het wordt alleen toegespitst op de praktijk. „Ik vraag me wel eens af: zijn we niet te ver ge zakt?" bekent de directrice. „Ik heb nu kin deren van ouders die 25 jaar geleden ook hierop school zaten. Die ouders waren beter opgeleid." Het zijn uitgerekend de leerlingen van het laagste niveau die het onderwijs weer snel verlaten. Aanvankelijk proberen ze een baantje te vinden in de stad of op het eiland, maar zonder opleiding komen ze niet ver. Uiteindelijk zijn vooral zij het die de sprong naar Nederland wagen, weet Hu-A-Ng. Het percentage leerlingen dat de opleiding niet voltooit, is groot. Gemiddeld stoppen twintig kinderen per jaar met school: tien procent van het totaal op de Kroonschool. Dat heeft niet alleen te maken met vaardig heden. De sociale problemen zijn eveneens van grote invloed. Sommigen hebben niet gegeten als ze 's morgens binnenkomen. En niet alleen geen ontbijt, maar soms al een dag niet meer. Uniform De onderstand (de uitkering die in Neder land bijstand heet) is laag, zo'n tweehon derd Antilliaanse guldens per maand (270 Nederlandse guldens). Daar moet een gezin met twee, drie kinderen van rond zien te ko men. „Daar moeten ook nog de schoolspul len van worden betaald. Daarom lopen ze in uniform. Dan komen ze tenminste. Nie mand kan zien dat je al dagenlang hetzelfde draagt. Zonder uniform blijven nog meer kinderen weg, en vallen ze nog eerder uit", vertelt Hu-A-Ng. Op een school waar meisjes de overhand hebben (nog geen kwart is j ongen)i s het bi j- na niet verwonderlijk meer te noemen dat een belangrijk deel van de vroegtijdige uit val ook samenhangt met zwangerschappen. En niet altijd is het de eerste keer. De blijvers worden voorbereid op praktisch werk. De doelen zijn heel bewust niet hoog gesteld. Eenvoudig werk is het streven, maar wel werk waar behoefte aan is. De ar beidsmarkt op Curagao is al zo klein. En dus krijgen ze les in naaien, koken, huishoudelijk werk, kinderverzorging, haarverzorging en handenarbeid. In de les huishoudelijk werk bestuderen ze schoon maakmiddelen, bij handenarbeid worden spulletjes gemaakt die verkocht kunnen worden aan toeristen. En aan kinderverzor gers is een groeiende behoefte doordat on danks de weinig florissante economie er ook steeds meer tweeverdieners zijn. Een belangrijke stimulans voor het onder wijs is de samenwerking met De Wissel, de Goese school voor praktijkonderwijs, zegt Hu-A-Ng. „De Wissel werkt nog meer ar- beidsgericht dan wij. Wij zijn toch nog te theoretisch bezig. Dat blijkt vooral tijdens de stage. Bij ons is die meer gericht op leren, en niet op uiteindelijk een leerling in dat be drijf aan werk te helpen. Die directe relatie ontbreekt. De Wissel werkt daar wel aan en daar kunnen wij veel van leren." Hoop Met hulp van De Wissel maken de kinderen van de Kroonschool straks meer kans op de arbeidsmarkt, hoopt Hu-A-Ng. Zij vestigt haar hoop speciaal op de zwakste leerlin gen, de leerlingen die als ze niet slagen het eerst naar Nederland vertrekken. „Zij kun nen niet naar een vervolgopleiding. Dus vinden ze geen werk, dan moeten ze langer bij ons blijven. Maar ook dat houdt een keer op." Overigens mogen de stages ook niet te suc cesvol worden, schetst zij een ander gevaar. Werk en daarmee een inkomen is zo belang rijk voor Curagaose jongeren dat ze zelfs met het diploma in zicht hun opleiding zou den staken. De arbeidsmarkt is zo krap, dat niemand het zich kan veroorloven een baan aan zich voorbij te laten gaan. De overwegend theoretische benadering van stages vloeit voort uit het gebrek aan leermiddelen. Tekenend is de gedwongen fusie met een school voor praktijkonder wijs, vorig jaar: Hu-A-Ng kreeg er leerlin gen en leerkrachten bijmaar geen lesmate riaal. „Ik moest een volledige school opvangen maar kreeg geen extra voorzie ningen. 'Jullie hebben al spullen, dat is vol doende om ook die nieuwe leerlingen te on derwijzen. Zoek het verder zelf maar uit', was de boodschap." Via De Wissel kan in de lessen huishoudelij k werk inmiddels worden beschikt over twee schoonmaakkarren, gesponsord door het Terneuzense schoonmaakbedrijf Stoffels Cleaning. Een dankbare aanvulling op het eigen materiaal, die het de leraren en de leerlingen weer wat gemakkelijker maakt. ,De samenwerking is voor ons van groot be lang", benadrukt Hu-A-Ng. „Zou die stop pen, dan moeten we opnieuw beginnen." Maurits Sep Rudolfo Schotborg, een 22-jarige student HBO marketing uit Curagao, wil in Nederland verder studeren. foto L. J. B ergwerff/GP D

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 35