Suggesties van levens Schampen en schuren langs de romantiek Het NAi was mijn leven Kristin Feireiss Foto-recycling Igor Savchenko Sil de strandjutter donderdag 14 juni 2001 Na vijf jaar directeurschap neemt Kristin Feireiss af scheid van het Nederlands Ar chitectuurinstituut in Rotter dam. Ze wilde er alle deuren openzetten, zei ze toen ze in 1996 begon. Terugblikkend constateert ze dat dat voorne men is gelukt. De tafel in haar werkkamer, op de vijfde verdieping van het ho ge, aquariumachtige kantoor deel van het Nederlands Archi tectuurinstituut in Rotterdam, is al vrijwel leeg. In de hoek staat een raam wagenwij d open waardoor nu en dan woeste windvlagen naar binnen gieren. De zonwering rammelt dan kletterend tegen de ramen. Kristin Feireiss, scheidend di recteur van het NAi, hoort niets. Ze denkt. Toen ze vijf jaar geleden aan trad als directeur van het insti tuut, zei ze dat ze de deuren voor iedereen open wilde zetten. Is dat gelukt, luidde de vraag. Haar blik dwaalt door het raam, over het Museumpark dat zich buiten in de verte uitstrekt. ,,Ja", zegt ze dan. Stellig en met een brede glimlach duwt ze haar roodgekleurde haarlokken naar achteren. „Maar ik ben altijd bang om zo spontaan ja te zeg gen. Alsof je denkt dat alles per fect is geweest. Toch luidt het antwoord ja. Om verschillende aspecten. In de eerste plaats het aantal bezoekers. In februari, maart en april van dit jaar heb ben we 45.000 bezoekers gehad. Toen ik hierheen kwam waren dat er 63.000 in een heel jaar. Het was een grote verrassing, toen de in Nederland vrijwel on bekende Kristin Feireiss, gale riehoudster te Berlijn, in het voorjaar van 1996 ineens tot di recteur van het NAi werd be noemd. Na een langdurige zoek tocht kwam het NAi-bestuur bij haar terecht als degene die het instituut, net in een nieuw on derkomen in Rotterdam geves tigd, verder moest ontwikkelen. Ze spreekt inmiddels moeite loos Nederlands, al moet ze soms even naar de juiste formu lering zoeken en verdwaalt er wel eens een woordje Duits in haar volzinnen. De cijfers zijn een illustratie van het succes dat ze in die vijf jaar heeft geboekt, al relativeert ze meteen: „Nou ja, het zijn maar cijfers. Die zijn leuk en die heb je ook nodig, vooral als het om sponsoring gaat. In onderhan delingen, om te zeggen: heus, we zijn het waard.Maar om cijfers alleen ging het haar niet. „Wie hebben we weten te bereiken", vraagt ze zich af. „Hebben we een band opgebouwd met de be zoekers? Vanaf het begin ben ik ervan overtuigd geweest dat een instituut als dit zich op een divers pubhek moet richtenAr chitectuur is een belangrijk on derdeel van cultureel maat schappelijke ontwikkeling. Het gaat iedereen aan. Dan is punt twee: hoe bereik je zoveel moge lijk mensen? Ik denk dat je ar chitectuur zo transparant mo gelijk moet maken. Soms lukt dat, maar soms moet je zeggen: we hebben ons best gedaan, maar de strategie was niet hele maal goed." Als goede voorbeelden van gro te tentoonstellingen- die een groot publiek aanspraken her innert ze zich 'Blank', de eerste tentoonstelling die een over zicht gaf van de architectuur in Zuid-Afrika, en de aan de Ja panse architectuur gewijde ten toonstelling 'Towards totals- cape'. Grote exposities, met veel verschillende lagen. Kristin Feireiss: „Vaak wordt gezegd dat wanneer je een groot pu bliek bereikt, zo'n tentoonstel ling niet wetenschappelijk is. Dat is heel belangrijk in Neder land, waar wetenschap met hoofdletters wordt geschreven. We hebben geprobeerd tentoon stellingen te maken die het grote publiek aanspraken, maar waarvan ook de deskundigen zeggen: hier zitten interessante nieuwe invalshoeken in." Juist het vakpubliek voor het NAi interesseren was nog wel het moeilijkste, zegt ze. „Het heeft mij een paar jaar gekost om de Bond van Nederlandse Architecten duidelijk te maken dat het NAi een goede plek is voor ontmoeting, voor dialoog. Dat had de tijd nodig. Ik begrijp dat wel. Ze dachten: daar staat dat instituut, maar wat heeft dat met mij te maken? De dia loog is er nu weer. Dat is ook een kwestie van vertrouwen." In de vijf jaar dat Kristin Fei reiss in het NAi de scepter zwaaide, was het er nooit rustig. De ene expositie was nog niet afgelopen of de volgende begon. Discussies, symposia, thema avonden: het tempo was duize lingwekkend. „Ik heb veel van mijn mensen gevraagd", zegt ze nu, terugblikkend. „Ik heb ie dereen zwaar belast. Mijn emo tionele betrokkenheid bij alles wat hier gebeurde was groot. Agressie, enthousiasme, ik heb het overal ingelegd. Waren ze met de tentoonstelling over Li- beskind bezig, dan begon ik weer over huis Sonneveld. Ik heb mijn medewerkers nooit rust gegeven." Die manier van optreden ligt besloten in haar persoonlijk heid. Ook zichzelf gunt ze nau welijks tijd op adem te komen. Ze gaat maar door en door, kent, zoals ze zelf zegt, haar eigen be perkingen nauwelijks. Even had ze haar twijfels in het NAi. Dat was vlak na haar komst, toen de geldkraan verder leek te worden dichtgedraaid. Ze trommelde het bestuur op, ver zamelde de pers en zei dat er nog één tentoonstelling mogelijk was, maar dat daarna het geld op was en de tent moest worden gesloten. Dat kwam aan. „Achteraf be grijp ik dat zoiets heel on-Ne- derlands is", zegt ze. „Maar het kon echt niet zo." Ook uit die aanpak sprak haar levenshou ding: aartsoptimist onder alle omstandigheden. „Ik heb ook die periode nooit als negatief gezien. Ik ben vreselijk slecht in tégen iets vechten. Maar ik voel me goed, wanneer ik vóór iets vecht." Zo ging ze al die jaren te werk. Ze bezorgde het NAi bekend heid over de gehele wereld. Zet te het educatieve deel van het instituut op poten, resulterend in een nieuw paviljoen dat tegen het NAi wordt gebouwd. De Raad voor Cultuur 'beloonde' haar inspanningen met een ex tra bijdrage van zo'n 2,5 miljoen gulden, wat ze nog steeds be schouwt als een wonder: „Onge looflijk. Maar we hebben het ge kregen." Het bleek ook de tijd waarin haar lichaam aangaf dat ze in dit tempo niet meer kon door gaan. Aanvankelijk zou ze nog in Rotterdam blijven, als cura tor van de eerste architectuur biënnale, volgend jaar. Maar ook daarvan moet ze nu, om ge zondheidsredenen, afzien. „Het zou erg zijn, wanneer ik in een spannende fase"van de biënnale ineens voor een paar maanden het ziekenhuis in zou moeten. Aaron Betsky zal ook dit over nemen. Ik trek me met een ge rust hart terug, de richting van de biënnale is duidelijk." ,,Ik heb in een ongekende vrij heid kunnen werken", zegt ze. „Dat kon alleen hier, dat vind je nergens anders. Daarom zijn dit belangrijke jaren in mijn leven geweest, misschien wel de be langrijkste. Het NAi was mijn leven. Maar omdat ik het zo in tensief heb gedaan, kan ik het nu ook loslaten en met plezier zien hoe het verder gaat. Er be gint een nieuwe fase." Voor het NAi wordt dat de fase onder de nieuwe directeur Aar on Betsky. Voor Kristin Feireiss, 59 nu, zal die nieuwe fase zich afspelen in Berlijn, waar ze te rugkeert naar haar architec tuurgalerie Aedes. Ben Maandag avchenko: „Goed of slecht, dat is wat voor mij de afbeelding een dramatische lading geeft." ik alleen in deze periode de din gen kon vinden die mij raken. Het is bijna niet uit té leggen, maar het gaat mij om het myste rie dat schuilt achter deze foto's. Je kunt vermoeden wat er is vastgelegd, maar nooit zeker heid krijgen over wat er daarna is gebeurd. Er is ook niemand meer die je dat kunt vragen. Het mysterie, dat is een sleutel woord in het werk van Savchen- ko. Het gaat om ogenschijnlijk onbelangrijke momenten van onbekende mensen in voorbije jaren. Wat is ermethen gebeurd, misschien wel direct nadat de foto is gemaakt? „Kijk naar die kinderen of van soldaten. Het lijkt of ze iets verwachten. Goed of slecht, ik weet het niet. Dat is wat voor mij de afbeelding een dramatische lading geeft. Die persoonlijke toe-eigening van momenten uit het verleden is in het werk van Savchenko steeds heftiger geworden. Is in het NFI het fotowerk uit zijn be ginperiode te zien, galerie Non- ame toont ook de vervolgen. En die lopen uit in een volledig ver zonnen avond van een Duitse officier. Deze Otto Stoltz zou in de Tweede Wereldoorlog een ro mantische avond hebben be leefd tijdens een concert van Bruckner. Het verslag daarvan is een 'reconstructie' van Sav chenko. „Het gaat over hoe persoonlijke verhalen samenvallen met de wereldgeschiedenis", verklaart de Russische kunstenaar. „Iets wat je het best ziet in een oor logssituatie, want dat is een ex treme tijd. Ik suggereer levens van mensen op wie het verloop van de geschiedenis invloed heeft gehad. Vandaar dat ik ook liever spreek van simulatie dan van manipulatie." Die creatie van persoonlijke ge schiedenissen, het lij kt toch heel sterk op een reactie op het op groeien onder Sovjetpropa ganda. Alsof Savchenko een kunst maakt vanuit een trauma. „Nou, dat misschien weer wel. Ik kan het niet zelf analyseren, maar het zit waarschijnlijk in mijn onderbewustzijn. Het zal toch wel een van de dingen zijn die maken dat ik doe wat ik doe. Maar het is niet iets waar ik bij stilsta." Marc Floor Igor Savchenko: Foto-recycling - t/m 18 juli in de Kleine Zaal van het Nederlands Foto Instituut in Rotter dam. 'The Picture Behind Him' tot en met 15 juli in Galerie Noname, Hoogstraat 32 Rotterdam. Catalo gus f 29,50. e Russische foto-kunstenaar Igor Savchenko falsificeert foto's en creëert personen, verhalen en gebeurtenissen. Nu zijn land is verlost van een regime met een eigen waarheid reconstrueert Savchenko de geschiedenis zoals hij dat wil. Zijn werk is te zien in het Nederlands Foto Instituut en galerie Noname, beide in Rotterdam. Erbestaat een serie foto's waarop Josef Stalin zien vereenzaamt. De eerste de Sovjet-dictator om door zijn staf. Een afdruk inn enkele jaren later geeft de ielfde voorstelling, maar dan net een persoon minder. Dat jaatzo door, tot Stalin bijna al leen is overgebleven. Het is een map staaltje retoucheerwerk an het Sovjet-apparaat, dat zo die bij Stalin uit de raakten (en dat deden ze allemaal) letterlijk uit de wiste. lijkt of de Russische foto- Igor Savchenko Minsk 1962) in deze werkwijze aspiratie heeft gevonden. En- <ele van zijn foto's geven histo- ische taferelen met mensen .vaarvan de gezichten zijn weg geknipt. Wat overblijft is een moniemportret, van lichamen als hoofd een wit gat. Men die ooit hebben geleefd, ooit de camera hebben gepo maar nu door Savchenko uit het collectieve ge- zijn geschrapt. ontkent enige poli- iekelading van zijn werk. Ma nipulatie van foto's, teksten en films mag dan een rode lijn vor men in zijn oeuvre, het is geen reactie op het opgroeien onder een regime dat zijn eigen waar heid creëerde. „Ik moet toege ven dat falsificatie centraal staat in mijn werk", stelt hij. „Maar het heeft niets met poli tiek te maken. Ik zou het ook eerder simulatie noemen dan manipulatie." Wie wil weten wat Savchenko daarmee bedoelt moet vooral de teksten lezen onder zijn foto's. Bijvoorbeeld van een huis in de nacht, waar achter één raam een lampje brandt. De tekst: 'Zij die op het punt staat het raam te openen om hem te ontmoeten.' Het is een betekenis die Sav chenko zelf aan de foto heeft ge geven. Een foto die ergens in de jaren '50 of '60 is genomen, door iemand anders. Savchenko werkt met found footage, bestaand materiaal. Hij verzamelt oude foto's, foto grafeert ze opnieuw, en voorziet ze van een kleine tekst. Hij kopi eert de foto's meestal niet letter lijk, maar gebruikt er slechts delen van of drukt het hele ne gatief af, inclusief de transport- gaatjes aan de randen. Soms volgt nabewerking door het toe voegen of weghalen van ele menten. Het zijn onschuldige foto's die Savchenko gebruikt. Geen be langrijke historische beeldver slagen, maar kiekjes van privé- situaties. Snapshots, zoals hij zelf zegt. „Ik ben niet geïnteres- seerd in officiële fotoarchieven. Ik zoek plaatjes die zijn ge maakt als herinnering aan het moment waarop ze zijn geno men. Zonder dat er artistieke bedoelingen aan vastzitten." Savchenko vond de foto's bij fa milie, bij vrienden en familie van vrienden. Ze stammen uit de jaren '40 en '50, met een uit loop van een decennia of twee naar boven en beneden. „Omdat IgorSavchenko Ïet viel niet mee om het boek Sil de strandjutter om te zetten in een thea- van anderhalf uur. SIL, een van Productiehuis Bra- <®t samen met het Oerolfestival, is aan- braaf als een boeketroman om ■rvolgens als een mokerslag toe te slaan. iorgen, 15 juni, is de première op het strand Jn Terschelling. ^gelooflijk dat niemand eerder op dit '^gekomen is." Regisseuse Anke Boerstra 3D zich er nog om verbazen. In een repeti- eniimte in Den Bosch legt ze met de spelers laatste hand aan SIL. De voorstelling, beroemde boek Sil de strandjutter, een co-productie van het Oerol-f estival en Muctiehuis Brabant. Volgens Boei-stra is L jnteressant voor alle leeftijden'. «rijver Hein Verhees verrichtte het tita- om het boek Sil de strandjutter ^Cor de Bruijn te vertalen naar een thea- !rv°orstelling van anderhalf uur Op het ;and van Terschelling vertolken Brabant- acteurs in samenwerking met plaatselij- amateurspelers dit oer-Hollandse snaai. Anke Boerstra was zelf altijd al ge door de gelijknamige tv-serie, -»Jan Decleir in de hoofdrol. Toen ze een tijdens een Oerol-festival langs het Md liep, viel het kwartje. de muur hangen foto's van het Ter- strand waar het zich allemaal Sil destrandjutteropTerschelling. foto Marleen Swart/GPD gaat afspelen. „Deze duinpan", legt de re gisseuse uit, wijzend op de foto, „ligt vlakbij Heartbreak Hotel, dat is de laatste strand tent op Tei'schelling. De vormgeefster is daar nu al aan het werk. In het decor gebrui ken we zoveel mogelijk spullen uit scheeps wrakken. Dat is een authentiek gegeven: als je op Terschelling rondkijkt, zie je dat bij voorbeeld in de 'millem', dat is de stal, vaak scheepsmasten verwerkt zijn. Er liggen nogal wat ven-aderlijke zandbanken voor Maar er is meer. Boerstra: „In deze voorstel ling komt alles bij elkaar. Het gaat ook over óntluikende seksualiteit, verloren on schuld, de verhoudingen binnen het gezin en ga zo maar door. Het is een behoorlijk complex gegeven. Vandaar dat ik Hein Ver hees heb gevraagd als schrijver. Hij is heel goed in het construeren van een degelijk, waterdicht verhaal. Het boek beschrijft een complete familiegeschiedenis, het valt niet mee om dat terug te brengen tot een theater- het eiland, dus er spoelden regelmatig sche pen aan." De plaatselijke bevolking wist wel raad met de bruikbare spullen uit die wrakken, maar het leverde conflicten op met de autoritei ten. 'Gij zult niet oogsten wat ge niet ge zaaid hebt' is een oeroude wijsheid waar ook Sil mee te maken krijgt in de voorstel ling. Samen met zijn vrouw redt hij een meisje uit zee, dat ze opvoeden als hun dochter. In ruil neemt de zee een van zijn zoons, die sterft bij een scheepsongeval. voorstelling van anderhalf uur. Wat Hein ook heeft, is een band met boeren, het plat teland. Uit zijn werk spreekt vaak een heim wee naar kleine gemeenschappen, een heimwee die je ook in het boek herkent." Boerstra zelf is naar eigen zeggen uit heel ander hout gesneden. Haar stijl is meer een absurdistische abstractie, zoals ook duide lijk te zien is in de beelden die ze voor de voorstelling bedacht. Zo begint SIL met een maïsveld en koeien op het strand. Elemen ten uit het boerenleven die, in een andere situatie geplaatst, een absurde wending krijgen. Met alle middelen die haar als re gisseuse ten dienste staan, wil Boerstra één ding bereiken. „Emotioneel via de achter deur bij het publiek binnenkomen. En dan delen we een mokerslag uit. SIL is in eerste instantie een ontzettend romantische boeketroman. Het mooie is, dat dit romanti sche verhaal zich afspeelt op de plek waar je als toeschouwer ook daadwerkelijk bent. Maar ik vind het zelf als kijker wel prettig als je voelt dat de acteurs ook weten dat we een illusie aan het creëren zijn. Halverwege kappen we daarom met het braaf vertellen van het verhaal. Dan gaan we schampen en schuren langs dat romantische gevoel, die streekroman. Het beeld wordt steeds leger, terwijl de acteurs juist steeds meer in het verhaal kruipen. Öp die manier probeer ik echt bij het publiek binnen te komen." Isabelle Savelkoul Productiehuis Brabant ism Oerolfestival; SIL/lo- katieproduktie; Oerol Terschelling; 15 tot en met 23 juni; dagelijks 20.30 uur Regie: Anke Boerstra; Beeld: Hetty van Bommel; Productie: Erica Salomé; Arrangementen: Marti- ne Boerstra; Grafische vormgeving: Rita Ottink. Spel; De buurtschap: Arie Buren, Egbert Zorg drager, Nel Swart, Atty van Witzenburg, Alie de Jong. Informatie op www.oerol.nl. Kristin Feireiss: „Ik denk dat je architectuur zo transparant mogelijk moet maken. foto G PD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 29