Royaal wonen hoeft niet
veel ruimte te kosten
Van bloemist tot groenartiest
41
Taal in
de tuin
PZC
zaterdag 9 juni 2001
De Nederlander wil
graag royaal wonen.
Aan architecten is de uitda
ging om het royaal wonen
vorm te geven. De Stuur
groep Experimenten Volks
huisvesting (SEV) in Rotter
dam schreef voor hen een
prijsvraag uit. Een selectie
uit de beste projecten.
Voor royaal wonen zijn niet
altijd mega-kavels in bos
rijke gebieden nodig. Zelfs mo
notone flatwijken, waar de na
oorlogse stedenbouw zo om is
verguisd, kunnen worden om
getoverd tot kleine paradijzen
waar de individuele woonwens
kan worden gehonoreerd.
Maar dat alles voltrekt zich niet
zomaar. Architecten hebben een
duwtje in de rug nodig, bouwers
moeten van hun gebruikelijke
serieproductie afstappen. Oud-
rijksbouwmeester Wytze Patijn
kan de kritiek op zijn beroeps
groep wel billijken: „De archi
tectentraditie is er niet direct
een van klantvriendelijk aan
bod-denken. Denk alleen maar
aan de discussie over platte da
ken en kappen. We weten dat
veel mensen kappen willen,
maar de architecten leggen uit
waarom mensen dat niet moe
ten willen."
Patijn is voorzitter van de jury,
die zich buigt over de prijsvraag
van de Stuurgroep Experimen-
ten Volkshuisvesting. Prachtige
werktitels kwamen uit de bus:
'Tweede jeugd', 'De Gedoogwo-
ning', 'Magazijn van de Ruimte',
'Thank God it's Friday', 'Heavy
Industry Easy Living', 'Casco
City', 'Patiopark' en 'Hoe kaler
hoe royaler'. Hoe verschillend
de uitwerking ook is, er is een
duidelijke rode draad te ont
dekken.
Creativiteit
Buitenproportionele kavels a la
de Verenigde Staten kan Neder
land zich niet veroorloven en
dus moet het antwoord in crea
tiviteit worden gevonden. Dat
betekent wonen op onverwach
te plekken (industriegebied met
relatief goedkope grond, ver
pauperde wijken die na een op
knapbeurt weer aantrekkelijk
blijken) en besparen op materi
aal (cascohuizen, in alle soorten
en maten, met als bijkomend
voordeel dat ze vrijwel geheel
naar eigen smaak en wens zijn in
te richten).
De Utrechtse architect Jasna
van der Burg-Antic heeft Kana
leneiland als uitgangspunt ge
nomen. Weg met de eindeloze,
saaie rijen flats, is de boodschap
van de van oorsprong Joegosla
vische. Op de benedenverdie
ping komen winkels. De slager,
bakker en caféhouder moeten
de levendigheid en de sfeer in de
probleembuurt van nu terug
brengen. Nieuwe bouwlagen
bovenop moeten het verlies aan
woonruimte compenseren. Veel
glas in plaats van somber beton.
Ook voor en achter worden uit
bouwen gepleegd. Voor een ex
tra kamer, een lekker terras of
een tuin die, zoals ze het zelf uit
drukt „de natuur naar het beton
moet brengen".
De Amsterdammers Mark Snit-
ker en Leen Borst voegen een
nieuw type flat toe aan het hui
dige aanbod, de Wenteltoren.
Elke etage biedt ruimte aan drie
vier-kamerwoningen van 120
vierkante meter. Dat is op zich
nog niet heel ruim. Het aardige
van de flat is dat ze deels hogere
plafonds heeft. In bad- en slaap
Casco City
Het magazijn van de ruimte.
kamers is de plafondhoogte
standaard 2 meter 40, maar in
de woonkamer kijkt de bewoner
op tegen 3 meter 30.
Danielle Niederer en Mariëtte
Claringbould van TLU land
schapsarchitecten Utrecht den
ken bij 'Thank God it's Friday'
aan wonen op een buiten in een
stads decor. Met 'het beste van
twee werelden' menen ze de
honger naar wonen in het groen
te kunnen stillen. De koper be
gint met een casco-woning, met
allerhande uitbreidingsmoge
lijkheden en 'beunbudget'. Het
tweetal mikt op heel wat types
bewoners: 'dromers met geld,
idealistische yuppen, oudere
rustzoekers, degelijke beleg
gers, ouders met computerver-
slaafde bleekneusjes uit de stad,
klusliefhebbers met liefde voor
architectuur en een enkele
doorgedraaide effectenhande
laar'.
Pakhuizen
En wie wil in 'Casco City' wo
nen? Pakhuizen, cargohallen,
bedrijfsverzamelgebouwen die
tussenvormen zijn van woon-
werkruimtes. Ontwerpers Mi
guel Loos en Koen Drossaert
van HUB Architecture uit Am
sterdam zien het helemaal zit
ten voor de consultant die graag
aan huis wil werken, voor de
Thaise familie die de combina
tie van woning en thai food-res-
Het Patiopark.
taurant eindelijk kan realise
ren, voor de autofreak die zijn
wagenpark bij huis kwijt kan.
Ook 'Het magazijn van de ruim
te' lijkt op het eerste gezicht een
bedrijfsruimte. Rob Smits van
3D-OD uit Eindhoven tracteert
de toekomstige bewoner op een
prefab-betonskelet met alumi
nium kozijnen. Maar de ruimte!
1.225 kuub per eenheid voor een
half miljoen! Uiteraard is het
vloeroppervlak geheel naar ei
gen wens in te delen. Als plek
heeft Smits binnenstedelijke
bedrijfsterreinen in gedachten,
waar een vrijheid heerst die niet
in de beschermende woonstra
ten is te vinden.
'Heavy Industry Easy Living'
van de Soester architect Jeroen
Spit is, zoals de werktitel al aan
geeft, een idee voor een woon
complex in industriegebied.
Maar of de realisering van het
plan zo easy zal gaan als Spit
wel denkt, is zeer de vraag in een
land met zo'n Hinderwet- en re
geltjestraditie.
Randvoorwaarden
Rotterdammer Robert Winkel,
ontwerper van 'De Gedoogwo-
ning' lijkt met zijn werktitel zijn
collega te hulp te schieten. Ook
hij heeft nagedacht over wonen
in een gebied, ingeklemd tussen
water-, spoor- en autowegen.
De Spaanse Polder in Rotter
dam is in Winkels ogen zo'n ge
bied, waar de randvoorwaarden
voor wonen door verschillende
groepen mensen al bestaan.
Een McDonalds voor studenten,
een Gamma voor de doe-het-
zelver en een kinderboerderij
voor families. Winkel vertaalt
zijn types gedoogwoning naar
de verschillende gebruikers:
kriskras door elkaar staande
caravans voor studenten, deels
met bouwafval in elkaar ge
knutselde huizen voor klussers,
'villavloeren' voor de grote ge
zinnen en 'droomhuizen' voor
waterliefhebbers die zich kun
nen permitteren een bootje voor
de deur te hebben dobberen.
Hans Westervoorde
Omdat ik jarenlang in Enge
land gewoond en gewerkt
heb, is het geen grootspraak
wanneer ik zeg dat mijn beheer
sing van de Engelse taal uitste
kend is. Maar hoe goed je een
taal ook spreekt - af en toe sta je
toch met de mond vol tanden.
Iets dergelijks overkomt mij
soms met het vertalen van plan
tennamen. Daarom is het pret
tig dat er voor planten Latijnse
namen bestaan die misverstan
den uitsluiten. Maar voor gewo
ne planten gebruik je toch graag
een gewone naam. Het staat wel
erg pretentieus om het over Ta
raxacum officinale te hebben
als je een paardebloem bedoelt.
Met vallen en opstaan heb ik ge
leerd dat een paardebloem in
het Engels geen horseflower is,
maar een dandelion. Maar een
paardestaart is wel degelijk een
horse-tail. Verwarrend.
Een schier bijbelse spraakver
warring ontstond lang geleden
toen ik een Engelse tuinvriend
om wat zaad van een witbloei
ende judaspenning wilde vra
gen. De Engelsen associeerden
die plant helemaal niet met Ju
das en zijn zilverlingen. Engel
sen zien in de judaspenning nu
juist eerlijkheid en onschuld en
noemen de plant honesty, wat
zoveel betekent als rechtscha
penheid. Kennis van het bota
nisch potjeslatijn brengt zelfs
geen uitkomst, want de tweeja
rige judaspenning wordt door
een andere botanicus Lunaria
annua (annua=een jarig) ge
noemd. Verwarring ten top.
De judaspenning is een plant
waarmee je twee keer per jaar de
tuin kunt opvrolijken; eerst in
het voorjaar als de plant bloeit
en aan het einde van het seizoen
nogmaals met de als zijde glan
zende, zilverwitte penningen
waaraan de plant zijn naam
ontleent. Die penningen zijn de
ellipsvormige tussenschotten
van de zaadpeul. Er zijn in de
bloem verscheidene kleurscha
keringen; de gewone vorm van
judaspenning bloeit lichtpaars,
maar er bestaat ook een aan
trekkelijke paarsrode variëteit:
'Munstead Purple'. Mooi onder
het uitgewassen lila van ver-
bloeiende seringen.
De witte judaspenning, Lunaria
annua 'Alba', is minder spre
kend dan de paarse maar kan
gebruikt worden om donkere
stadstuinen op te vrolijken.
Hetzelfde geldt voor de bont-
bladige judaspenning, Lunaria
annua 'Variegata' - eigenlijk
monsterlijk, dat witbonte blad,
maar effectief in zware scha
duw.
Naast de tweejarige judaspen
ning bestaat er ook een judas
penning uit Midden-Europa,
Lunaria rediviva, die in vochti
ge bossen groeit en die een be
trouwbare vaste plant is. De
bloemen van deze vaste judas
penning zijn niet paars, maar
lichtroze met een lila zweem. En
de penningen zijn niet ovaal,
maar spits en langwerpig, alsof
ze van twee kanten onder druk
zijn gezet. Lunaria annua is zel
den als plant verkrijgbaar,
maar het zaad is te koop, of te
geef, en je kunt het gewoon in de
volle grond zaaien. Lunaria re
diviva is bij een goed gesorteer
de vasteplantenkweker als
plant te koop.
Romke van de Kaa
Groenkunstenaar Gary Loen.
foto Mare Bolsius
Hij ontwikkelde zich in rap tempo
van 'gewone bloemist' tot groen
artiest. Momenteel geeft hij voor colle
ga's in binnen- en buitenland work
shops en omringt hij het bezoek van
koningin Beatrix aan Rusland met de
coraties. „Ik merk dat ik steeds meer
als autoriteit word gezien", aldus Gary
Loen (38).
Gary Loen had als zestienjarige een
weekendbaantje in een bloemenkiosk
in Uden. „Daar verkochten ze vooral
van die standaard gemengde boeket
ten", herinnert hij zich. In eerste in
stantie studeerde hij bedrijfseconomie
aan de meaomaar het eind van die stu
die haalde hij niet. In plaats daarvan
ging hij fulltime aan de slag in de kiosk,
waarna Loen in een bloemenwinkel be
landde. „Bloemenatelier Hugo van
Hooff was toen dé zaak van Uden. Daar
heb ik het vak echt geleerd. Hij zag dat
ik talent had en zorgde ervoor dat ik er
wat mee deed. Uiteindelijk heb ik zijn
zaak overgenomen."
In 1990 werd het Gary's Bloematelier.
De zaak in de dorpskern van het Bra
bantse Uden werd al snel een begrip in
de regio. „Het is een uitdaging om met
een eigen zaak je eigen stijl neer te zet
ten." Volgens eigen zeggen verkoopt hij
geen bloemen, maar emotie. „Bloemen
roepen altijd emoties op bij mensen,
vooral als je ze cadeau krijgt. Zo'n ge
baar is een bijzondere manier van com
municeren; dat is het mooie ervan."
Zes jaar geleden kwam er een nieuwe
uitdaging. „Via de redactie van een
vakblad werd ik attent gemaakt op de
activiteiten van het Bloemenbureau
Holland, een organisatie die Neder
landse bloemen en planten promoot in
binnen- en buitenland. Als internatio
naal arrangeur verzorg ik nu trends
hows, demonstraties en workshops met
bloemen in de hoofdrol
Gary Loen heeft zich inmiddels opge
werkt tot de top van de Nederlandse
bloemdecorateurs. Zijn naam wordt in
een adem genoemd met die van Marcel
Wolterinck (Laren) en Menno Kroon
(Amsterdam). „Zij hebben een ietwat
extremere cliëntèle. Ik moet me wel
aanpassen, Brabanders zijn toch iets
behoudender." Onder de grote groep
vakgenoten neemt hij zonder meer een
aparte positie in. „Door mijn eigen stijl
ben ik een vreemde eend in de bijt. Ei
genlijk ben ik de enfant terrible in het
toch overwegend behoudende bloe
men wereldje."
Die houding is er volgens hem ook de
bet aan dat hij tot nu toe nauwelijks
wedstrijden heeft gewonnen, hoewel
hij verschillende keren de finale haalde
van het Nederlandse Kampioenschap
Bloemschikken. „Het valt me op dat ik
een paar jaar voorloop op de trends. Ik
speel niet op safe, dus snappen jury's
mijn werk niet. Maar het gaat me niet
om de prijs, het gaat erom dat ik kan la
ten zien wie ik ben.
Zijn aanwezigheid in TV Woonmagazi-
ne vormt voor Gary Loen eveneens een
podium.,Ik merk dat ik steeds meer als
autoriteit word gezien. In zo'n pro
gramma kun je behoorlijk ver gaan,
want het gaat erom dat je kijkers op
ideeën brengt voor bloemen in hun ei
gen interieur."
Ook in de opdrachten die hij doet voor-
Bloemenbureau Holland kan hij zijn
experimentele ei kwijt. „Dan moet ik
artiest zijn", stelt hij. „De bedoeling is
dat ik collega's aan de hand van de ac
tuele seizoenstrends laat zien hoe ze op
Een decoratie van Gary Loen.
een vernieuwende manier met bloemen
kunnen werken. Ze kunnen dit verta
len in hun winkelinterieur. Zo komt de
consument uiteindelijk ook met nieu
we trends in aanraking."
Contrasten
Gary Loen dankt het succes aan een ei
gen stijl. „Ik werk graag met contras
ten. Daarmee geef je een boeket een be
paalde spanning. In mijn creaties zie je
dus vaak verschillende structuren, vor
men en kleuren, die toch met elkaar
harmoniëren." Bovendien werkt hij al
tijd met zijn favoriete bloemen: tulp,
orchidee en roos. Vooral van de tulp,
één van Nederlands meest bekende ex
portproducten, is hij gecharmeerd. „De
tulp blijft evolueren, is dus telkens an
ders. Tulpen gaan niet alleen bloeien,
maar groeien ook in de vaas. Vervol
gens gaan ze hangen en dat levert weer
een totaal ander beeld op. Daarop anti
erpeer ik als ik met tulpen werk. Ik geef
ze alle vrijheid om zich verder te ont
wikkelen."
Thuis heeft hij zelden bloemen staan.
„Bloemen moet je neerzetten om ervan
te genieten en daarvoor ben ik te vaak
van huis. In het buitenland koop ik wel
vaak bloemen, die ik in mijn hotelka
mer zet. Maar dan bij voorkeur in de
badkamer. Dan kan ik ernaar kijken als
ik op het toilet zit."
Tijdens zijn vele buitenlandse reizen is
hem opgevallen dat in het buitenland
anders met bloemen wordt omgegaan.
Als een Rus zijn laatste roebel kan uit
geven aan een bosje bloemen of aan
brood, dan koopt hij beslist bloemen."
Nederlanders zijn volgens hem vrij
nuchter. „Hoewel we de laatste jaren
meer aan bloemen uitgevenBovendien
kopen we bewuster bepaalde bloemen.
We geven bijvoorbeeld altijd bloemen
in de knop, want die staan immers lang.
Maar bloeiend zijn het mooist, dus ei
genlijk het meest geschikt als cadeau."
De lijst bijzondere proj ecten die hij uit
voerde, groeit nog steeds. Gary Loen
verzorgde onder andere de aankleding
van de modeshows van couturier Frans
Molenaar en de decoratie van Fêtes des
Tulipes van de Nederlandse Ambassa
de in Parijs. Daarnaast deed hij de sty
ling voor de afscheidsreceptie van de
Nederlandse Ambassade in Bonn en
maakte hij het bruidsboeket voor
Anette Sekreve.
Staatsbezoek
Ook voor het huidige staatsbezoek van
koningin Beatrix en Prins Willem
Alexander aan Rusland verzorgde hij
de bloemdecoraties; van de bloemen in
de gastenverblijven tot de kransen voor
diverse monumenten. „Bij die gelegen
heid word ik ook aan haar voorgesteld.
Dat is leuk, maar het doet me niet zo
veel. Met dergelijke opdrachten ga ik
net zo om als met bloemdecoraties van
mijn vaste klantenIk zou het uiteraard
wel leuk vinden om het bruidsboeket
voor Alex en Maxima te maken."
Door deze activiteiten is hij nauwelijks
in zijn eigen zaak te vinden. „Dat is een
duidelijk keuze, maar het betekent wel
dat je je eigen zaak moet kunnen losla
ten." Het liefst wil hi] zichnog verder
ontwikkelen, onder meer trendpresen
taties te geven in Amerika of Japan. „Ik
wil dit werk tot aan mijn pensioen blij
ven doen, maar je moet wel vernieu
wend blijven. Nu pik ik trends en nieu
we ontwikkelingen gemakkelijk op,
maar de vraag is of je zo scherp blijft."
Binnen zij n vak heeft hij verder nauwe
lijks ambities. Wel denkt Loen aan een
eigen modecollectie.,Mode heeft altij d
al mijn interesse gehad. Bovendien
heeft mode een link met bloemen. Bij
kleding gaat het ook om kleuren, struc
turen, vormen en materialen. En daar
in ligt juist mijn kracht."
Anja Sparidaans
Gary's Bloematelier, Kerkstraat 51,
540Ï BD in Uden. Tel: 0413-261288.