Heggenlandschap
weer in oude glorie
Bomen sierden de Voorstraat in Sint Philipsland
FZC
Nieuwe raadkaart
Napoleon gaf zijn
Scheldestad buffer
woensdag 6 juni 2001
Het heggengebied in de
Zak van Zuid-Beve
land ligt er weer piekfijn bij.
Afgelopen twee jaar onder
ging het voor Nederland
unieke gebied vol koe-
braamstruweel een grondige
opknapbeurt. Dat was hard
nodig, want de karakteris
tieke meidoombeplanting
vertoonde door een explosie
van het gevreesde bacterie-
vuur grote gaten en ook de
waterhuishouding functio
neerde niet meer goed.
Dankzij de forse face-lift,
die ongeveer 650.000 gulden
kostte, flonkert het heggen-
gebied als een diamantje in
het landschap van de Zak.
Beheerder Arjan Boon van
de Vereniging Natuurmonu
menten is er zeer mee in zijn
sas.
De restauratie van het 80
hectare grote natuurgebied
zuidelijk van Nisse is goed ver
lopen. Wel trad er vertraging op
als gevolg van natte weersom
standigheden. „Er is niet be
knibbeld, alles is goed aange
pakt. Ik heb nu zoiets van: het is
gewaarborgd voor jaren. Het
fundament ligt er weer, de jonge
aanplant kan gaan floreren. Het
heeft natuurlijk enige tijd nodig
om te groeien, maar de gaten in
het landschap zijn hersteld. Dat
is heel belangrijk", stelt Boon,
die in Zeeland voor Vereniging
Natuurmonumenten de beheer-
eenheid Schelde onder zijn hoe
de heeft.
Het heggenreservaat is in Ne
derland nog maar het enige ge
bied dat zoveel koebraamstru-
weel herbergt. Elders heeft de
kaalslag het gewonnen; in de
Zak van Zuid-Beveland werd
dat zo'n dertig jaar geleden op
het nippertje voorkomen. De
machines van de ruilverkave-
laars moesten na acties een deel
van de originele beplanting ont
zien. Het koebraamstruweel
bleef gespaard, met als belang
rijkste struiken meidoorn,
hondsroos, koebraam, vlier en
sleedoorn. Eronder ligt een
kruidlaag, waarin onder meer
schapeboterbloem, bitterzoet,
haagwinde en fioringras voor
komen.
De heggen zijn spontaan ont
staan in de lang vervlogen pe
riode dat de sloten voor de ont
watering werden gegraven,
vermoedelijk al na de bedijking
in de dertiende eeuw. Ze zijn ge-
groepeei'd op en rond een lap
pendeken aan hollebollige wei
landjes, die worden beweid met
koeien - er loopt onder meer
rond de werkschuur van Na
tuurmonumenten aan de
Zwaakse Weel een groep van het
zeldzame ras witlik - en deels
zijn bestemd als hooiland. In
1997 moesten er als gevolg van
het uitbreken van bacterievuur
- dat zeer schadelijk is voor de
fruitteelt - veel meidoorns wor
den gekapt en het heggengebied
verloor veel van zijn glans.
Onderhoud
Natuurmonumenten heeft flink
wat overhoop gehaald, vertelt
Arjan Boon. Er is veel onder
houd gepleegd aan bomen en
Het heggenlandschap werd de afgelopen jaren grondig onder handen genomen.
struiken (slechte exemplaren
werden gerooid). Over een leng
te van vijf kilometer werden
nieuwe rasters geplaatst. Er zij n
circa 600 nieuwe struiken, alle
behorend tot het koebraamstru
weel, aangeplant. In de sloten
vonden delfwerkzaamheden
plaats en er zijn enkele stuwen
geplaatst voor het regelen en
ophouden van het water. Het ge
bied beschikt nu over een eigen
waterhuishouding. Tenslotte
zijn er hekken neergezet.
Het is overigens niet de bedoe
ling het publiek buiten het heg
genreservaat te houden. Inte
gendeel, bezoekers zijn juist
welkom, zegt beheerder Boon.
Als laatste onderdeel van het
restauratiepi'oject wordt de al
bestaande wandelroute, die be
gint bij de schaapskooi van de
Zeeuwse Schaapskudde, met
anderhalve kilometer verlengd.
Dat moet eind van de zomer zijn
beslag hebben gekregen. De
route wordt duidelijk gemar
keerd en er komt een folder be
schikbaar, waarin aandacht
wordt besteed aan de bijzonder
heden die de wandelaar onder
weg tegenkomt. „We gaat er een
mooie route van maken door een
landschap dat een nostalgisch
gevoel geeft", meldt Boon.
Hij zegt dat het heggengebied
niet het enige waardevolle in de
Zak van Zuid-Beveland is. Bij
Nisse ligt ook het ruim 60 hecta
re grote ganzenreservaat dat -
de naam zegt het al - vooral in de
winter als opvanggebied voor
ganzen fungeert. Ook daar zijn
onlangs nieuwe rasters ge
plaatst.
Op sommige plekken is er veel
last van distels, een plant waar
boeren een grondige hekel aan
hebben. Natuurmonumenten
voert twee jaar een proef uit, om
de beste maaimethode te ach
terhalen, zodat de distelgroei
beter onder controle gehouden
kan worden.
Een ander diamantje is de
Zwaakse Weel, restant van de
ooit machtige stroom de Zwake.
Daar is afgelopen jaren al veel
onderhoud aan gepleegd en de
omgeving kan nog mooier wor
den door de overname van een
nabije boerderij. Daardoor
komt er een oppervlakte van on
geveer 50 hectare in het Zwaak
se Weelgebied bij. Natuurmo
numenten gaat onderzoeken
welke bestemming er het beste
gegeven kan worden aan de mo
numentale boerderij met op
stallen. Boon vindt het een goe
de zaak dat het waardevolle
cultuurlandschap in de Zak op
deze manier kan worden ver
sterkt.
De face-lift van het heggenge
bied kon overigens zo grondig
worden uitgevoerd dankzij het
feit dat de Zak is aangewezen
als waardevol cultuurland
schap (WCL). De helft van de
kosten is via de WCL-regeling
betaald. Boon: „De aanwijzing
tot waardevol cultuurland
schap heeft een status aan het
gebied gegeven en er is geld be
schikbaar gekomen. Daardoor
hebben we een hoop extra kun
nen doen. Het werk was niet zo
goed mogelijk geweest zonder
die ondersteuning. Is zo'n in
strument als de WCL er niet,
dan gaat het allemaal veel moei
zamer."
Rinus Antonisse
De Oostbeer, aan de Vlissing-
se Commandoweg, was
eens een belangrijke verdedi
gingsvesting. Napoleon liet hem
bouwen na de korte Engelse be
zetting van Vlissingen in 1809.
De Franse keizer was daar woe
dend over. Vlissingen, dat voor
1809 in Franse handen was, had
voor Napoleon de betekenis van
een strategische troef in de oor
log tegen Engeland.
De Engelsen vielen Vlissingen
dus niet voor niets aan. De
Fransen controleerden de Wes-
terscheldemonding. Zo kon de
Franse invasievloot vanuit Ant
werpen via Vlissingen naar En
geland uitvaren. Dat gevaar
wilden de Engelsen indammen.
Na een strijd van twee weken
gaven de Fransen zich in Vlis
singen over. Na korte tijd moes
ten de Engelsen weer uit Vlis
singen vertrekken omdat ze
massaal ziek werden. Om een
nieuwe aanval te voorkomen
wilde Napoleon een betere be
veiliging. Hij gaf opdracht een
soort buffer van kroonwerken
rond de stad te bouwen. Daarbij
werd het Keizersbol werk ver
groot en van kazematten voor
zien. Vlissingen kreeg het
karakter van een vesting. De
dijklichamen aan de oost- en
westzijde van deze vesting wer
den in 1810 vervangen door
twee beren: de Oostbeer en de
Westbeer.
Schietgaten
De beren waren hol. Aan de bin
nenkant kwamen gangen met
schietgaten. Die verlengde gan
gen werden uitgerust met een
springstof systeem. Dit zorgde
ervoor dat de dam, die de vesti
ginggracht scheidde van de
Westerschelde, bij een vijande
lijke aanval kon worden opge
blazen. Op deze manier zou het
gebied buiten de Vlissingse ves
ting onder water lopen, inclu
sief vijandelijke stellingen.
Op de beren stond een soort to
rentje, een monnik. Deze mon
nik werd op de beren geplaatst
om het aanvallers onmogelijk te
maken over de beren heen te lo
pen. Uit voorzorg was op de
rand van de beer van natuur
steen al een driehoekige boven
kant gemaakt, een zogenoemde
ezelsrug. De monnik op de
Westbeer is altijd gebleven. Die
op de Oostbeer werd aan het be
gin van de vorige eeuw verwij
derd. Hij moest plaats maken
voor een houten loopbruggetje.
Geld om het monument te her
stellen was er lange tijd niet. In
1978 besloot de Vlissingse ge
meenteraad vijftienduizend
gulden beschikbaar te stellen
voor voorbereidend onderzoek.
Hierna is de Oostbeer op de mo
numentenlijst geplaatst. In no
vember 1994 werd de Oostbeer
uiteindelijk opgeknapt en weer
compleet gemaakt. Het in ver
val geraakte monument moest
door de opknapbeurt aantrek
kelijk worden voor toeristen. De
Oostbeer werd niet helemaal in
oorspronkelijke staat hersteld.
De monnik werd geheel in beton
uitgevoerd, in plaats van in na
tuursteen.
Bij graafwerkzaamheden in
verband met de restauratie
kwam ook de zogenoemde muts
boven water, een ongeveer twee
meter hoge, kegelvormige kap.
De muts stond ooit op de mon
nik. Dat de muts werd gevonden
was een verrassing. Op de West
beer was de originele muts al
lang vervangen. Het vermoeden
was dat de muts in de gracht aan
de landzijde getrokken was bij
het aanbrengen van het houten
loopbruggetje. In die tijd was er
nog geen goed materieel om het
ongeveer duizend kilo wegende
gevaarte te transporteren.
Mario Wisse
illustratie Adri Karman
Naam: De Oostbeer
Ligging: Tussen de Westerschelde en de Comman
doweg in Vlissingen
Functie: In de Franse tijd een belangrijke verdedi
gingsvestiging
Dntstaan: Na de Engelse bezetting van Vlissingen in
1809. Gebouwd in opdracht van Napoleon
om een nieuwe aanval van de Engelsen on
mogelijk te maken
bewoond door de artsen
Schreuder, De Groot, Mensink,
Bruynzeel en Menger. Nu woont
Kees Hoek op dit adres. Daar
naast het huis waar Ko Geense
woonde met zijn twee zusters,
alledrie vrijgezel, meldt A. Ver-
kerke ons. Later woonde M.
Geense er en laatst de familie
Noorthoek. Aangrenzend de
werkplaats van timmerman T.
Geense.
Sint Philipsland of Flipland
werd in 1496 bedijkt en dankt
zijn naam aan de apostel Philip-
pus, die patroonheilige was van
de kerk. Die behoorde begin
vijftiende eeuw tot het bisdom
Utrecht en het dekenaat Schou
wen. In 1532 moest het eiland
weer aan de zee worden prijsge
geven en het bleef drijvende tot
1645, toen de oude polder op
nieuw werd ingedijkt. Tot 1884
was het een eiland met veerver-
bindingen naar Oud- en Nieuw-
Vossemeer en St. Annaland op
Tholen, over het Zijpenaar Dui-
veland en naar Overflakkee,
Rotterdam en Dordrecht. Dat
jaar werd de Slaakdam aange
legd als verbinding met Noord-
Brabant. De watersnoodramp
van 1953 maakte vele slachtof
fers op het eiland. In 1972 kwam
een vaste verbinding met het ei
land Tholen tot stand. De veer
dienst met Anna-Jacobapolder
werd opgeheven na de aanleg
van de Philipsdam in 19 8 8die
een verbinding vormt met de
Grevelingendam. In 1995werd
de tot dan toe zelfstandige ge
meente bij Tholen ingedeeld.
Deze keer waren opvallend veel
goede inzendingen, maar ook
enkele verkeerde. Zo werden
onterecht Wemeldinge, Nieuw
en St. Joosland en Colijnsplaat
genoemd. De waardebonnen
gaan naar Mevrouw E.J. de Vis-
ser-Neele uit Terneuzen, K. van
de Berg uit St. Philipsland en
A.Verkerke uit St. Philipsland.
Deze week weer een nieuwe te raden prentbief kaart uit de collec
tie van Goesenaar Hans Lindenbergh. Ook nu de vraag: om
welke straat in welke plaats gaat het? Wanneer lezers bijzonderhe
den weten over de afbeelding, dan worden ze gevraagd die door te
geven.
Inzendingen moeten uiterlijk zaterdag 7 april binnen zijn bij de re
dactie van de PZC, Buitengebied, postbus 18,4380 AA, Vlissingen,
fax 0118-470102, e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van
goede oplossingen worden drie waardebonnen van 25 gulden ver
loot.
De prentbriefkaart die vorige
week in Buitengebied ver
scheen, toonde de Voorstraat in
Sint-Philipsland, de hoofd
straat van dit dorp op het gelijk
namige eiland. Op de achter
grond torent net boven de
bomen de Nederlands hervorm
de kerk uit, die gebouwd is in
1668. Het open torentje werd
gerestaureerd in 1844.
De foto is waarschijnlijk ge
maakt rond 1920, in ieder geval
na 1900, maar voor 1926, want
er was toen nog geen electrici-
teit. De bomen zijn gerooid ge
weest, maar dankzij een legaat
van de familie Van Noort, ooit in
Sint Philipsland woonachtig, is
het weer een dorp geworden met
bomen, schrijft mevrouw E. J.
de Visser-Neele uit Terneuzen.
Door velen herkend is haar
over-over grootmoeder, de da
me in klederdracht links op de
foto, bekend als Arjaantje, maar
voluit Arjaantje Neele v.d. Ree.
Zij werd 98 jaar en 11 maanden.
„Haar laatste jaren werd ze ver
zorgd door mevrouw Mientje
Kempeneers den Braber, thans
nog wonend in Krabbendijke
Neulande", aldus de achter
achter kleindochter.
Mevrouw Reijngoudt uit Krui-
ningen identificeert Arjaantje
als haar overgrootmoeder.
„Mijn moeder, haar kleindoch
ter dus, die 96 jaar is, herkent
ook de mensen die rechts op de
foto staan," schrijft zij, zonder
ons verder te informeren.
In het huis waar deze Arjaantje
voor staat woonde Marien
Neele. Later begon juwelier
Kees Stouten er een horlogerie,
schrijft A. Verkerke.
In het aangrenzende pand had
den de gezusters Cato en An-
toinnete Stols een winkel in le
vensmiddelen. Ook waren er een
bakker en een slager gevestigd.
K. v.d. Berg uit Sint Philipsland
meent de derde persoon rechts
op de foto, een man met pet, te
herkennen als schilder Split. Hij
merkt verder op dat de straat
bekend staat onder kadaster nr
314-276 van Noordzijde.
In het witte huis rechts woonde
postbode Andries Faasse. Nog
nauwelijks zichtbaar rechts
daarvan staat een deel van de
gevel die toebehoorde aan de
woning van Dirk J. van Dijke.
Dit huis moest in 1939 wijken
voor de bouw van een kerk voor
de Gereformeerde Gemeente.
Het belendende perceel aan de
andere zij de was het dokterhuis,
Heggengebied omgeving Nisse.
foto's DirkJan Gjeltema