PZC
Vrienden van dit Land roeren zich
23
De Levende
Schelde:
voor alles
wat goed is
zaterdag 2 juni 2001
De Levende Schelde keert zich tegen ontpoldering langs de Westerschelde foto's Ruben Oreel
Het is een prachtig initiatief: goed
Zeeuws, goed rond. Stichting De Le
vende Schelde gaat zich inzetten voor 'al
les wat goed is in Zeeland' en tegen ont
poldering langs de Westerschelde.
'Zeeuws Blok', meesmuilen tegenstrevers
uit de natuur- en milieuhoek al.
Stichting De Levende Schelde, met ras-
Zeeuw en doorgewinterd CD A-politicus
Huib Eversdijk als boegbeeld, heeft zo
kort na de oprichting al heel wat losge
maakt. Commissaris van de Koningin
Wim van Gelder trok onmiddellijk van
leer. Op zijn bekende wijze. Hij verweet
de oprichters met de rug naar het water te
staan, terwijl het water Zeeland zoveel
goeds geboden heeft en nog steeds te bie
den heeft: scheepvaart, vruchtbare
grond, visserij, welvaart.
De reacties roepen herinneringen op aan
een in de jaren zeventig uitgevochten
strijd, die voor een Open Oosterschelde. De
actiegroep die zich verzette tegen afsluiting
van de Oosterschelde werd door de toenmalige
hoofdredactreur van de PZC, Gommert de
Kok, weggezet als een gevreesde guerillabe-
weging: de Tupamaros. Dat leidde aanvanke
lijk tot verontwaardiginglater werd de pu
blicitaire waarde ervan ingezien: Tupamaros,
een schitterende geuzennaam.
Of stichting De Levende Schelde zo ook de be
naming 'Zeeuws Blok' zal omhelzen? Het laat
zich raden. Zeeuws Blok heeft te veel weg van
extreem-rechts en niemand wil daarmee ver
bonden worden. Bovendien, is De Levende
Schelde wel een actiegroep? Eén van de be
langrijkste initiatiefnemers, ir D. J. van dei-
Have, voormalig directeur van kweekbedrijf
en zaadhandel Van der Have in Kapelle, moet
er goed over nadenken. „Actiegroep? Nee, dat
is niet direct de bedoeling. Je hebt bepaalde
gedachten en die wil je uitdragen. Dan kun je
meneer Van Gelder ook een actievoerder noe
men."
Bloedkoralen
Van Gelder, de man die zich ten tijde van de fa
liekant mislukte ontpolderingsdiscussie in
1996 voor natuurherstel uitsprak, noemt De
Levende Schelde pertinent niet een Zeeuws
Blok. Nee, dat gaat hem te ver. Hij zoekt het in
de literatuur, in De bloedkoralen van de bas
taard, geschreven door oud-Vrij Nederland
hoofdredacteur Rinus Ferdinandusse, een ge
boren Zeeuw.
„Lees het maar, de Zeeuwse Actie van Reilof
Willem de bastaard van Heenvliet. Het klopt
precies. Die Zeeuwse Actie is De Levende
Schelde. Ik kwam Ferdinandusse laatst tegen
in een restaurant in Amsterdam. Nog voordat
die stichting naar buiten trad. Hij wüde een
nieuwe versie van De bloedkoralen schrijven.
Ik heb hem later een kaartje gestuurd: 'Ze zijn
weer opgestaan. Deel twee van De bloedkora
len is al een feit'."
In het begin van het boek van Ferdinandusse,
verschenen in 1971 bij de Arbeiderspers,
spreekt Van Heenvliet een zaal vol notabelen
toe. „Zeeuwen, Vrienden van dit Land", be
gint hij, „ontworsteld aan de zee. Nazaten van
Borssele, van De Ruyter, van Naerebout." En
verder: „Hij bezwoer zijn gehoor dat het hart
van de Zeeuw klopte als de eeuwige slag van
de golven tegen de dijken, soms woest en uit
dagend soms kalm en maj estueusNa de strij d
tegen het water wenkte een nieuwe strijd: die
tegen patat en mayonaise, tegen uitspattingen
en verbastering."
Het lijkt, al lezend, inderdaad precies te klop
pen. De Levende Schelde is de Zeeuwse Actie.
Niet de strijd tegen patatboeren en Belgische
vakantiegangers is de inzet, maar de strijd 'te
gen eenzijdige milieubelangen'. En wellicht
tegen een verdere verdieping van de Wester
schelde voor de Antwerpse haven.
In wezen gaat het Van Gelder, Eversdijk en
zijn stichting De Levende Schelde, maar ook
voormalig directeur van Rijkswaterstaat
Henk Saeijs en oud-actievoerder voor een
Open Oosterschelde, journalist Kees Slager
allemaal om hetzelfde: de toekomst van Zee
land. Met als hamvraag: hoe ga je vervolgens
met de zee en het land om.
De scheiding der geesten begint daar. Met de
ontpolderingsdiscussie vijf jaar geleden
kwam die scheiding der geesten in volle om
vang aan de oppervlakte Hetgeen onvermij
delijk was. Want de tijd dat iedereen hetzelfde
dacht over waterbeheer is al lang geleden, de
tijd van betonnen dammen en hoge dijken.
Dat denken was gemeengoed vanaf de waters
noodramp in 1953 tot de strijd voor een open
Oosterschelde begin jaren zeventig.
Henk Saeijs, een bioloog tussen de bouwinge-
nieurs bij Rijkswaterstaat, speelde in die ken-
tering een grote rolDat hij het tot directeur
van de directie Zeeland van Rijkswaterstaat
bracht, is tekenend
„Vandaar", stelt Van Gelder, „dat er ook geen
actiegroep voor echt natuurherstel langs de
Westerschelde is opgestaan. Rijkswaterstaat
is de actiegroep, al durft Rijkswaterstaat daar
niet voor uit te komen, vanwege clubjes als De
Levende Schelde."
Kees Slager kijkt daar net zo tegenaan.
„Waarom zou je een actiegroep oprichten, als
jouw ideeën al worden gedragen? Er heeft zich
bij Rijkswaterstaat een cultuuromslag voor
gedaan. Een golf van nieuwe ingenieurs is
daar binnengetreden. De oude garde heeft er
niets meer te zoeken." Voor Henk Saeijs, in
middels teruggetreden als directeur van
Rijkswaterstaat Zeeland, is dat geen uitge
maakte zaak. „Je moet altijd met iedereen in
gesprek blijven." Oké, wat de stichting De Le
vende Schelde wil, zegt hem niet veel. „Wie
een levende Schelde wil, heeft zoveel moge
lijkheden. Daar hoort het meer ruimte geven
aan de rivier bij. Het is verkeerd dat bij voor
baat uit te sluiten, zeker met het oog op de ver
wachte zeespiegelrijzing. Iedereen wil veilig
heid, dat staat voorop. Als die veiligheid
gebaat zou zijn bij het teruggeven van land
aan de rivier, moet dat toch bespreekbaar
kunnen zijn. In al z'n nuances."
Met Van Gelder zegt Saeijs wel eens moe te
worden van 'bepaalde mensen' die niet over de
grenzen van hun tradities heenkijken. „Het
denken over waterbeheer is veranderd in Ne
derland; dat je water niet altijd moet bevech
ten, maar dat je met het water moet meewer
ken Voor de veiligheid, voor de natuurlij kheid
van het watersysteem. Als je dat zorgvuldig
doet, verdien je er alleen maar mee. Kijk maar
naar het zoute Grevelingenmeer, dat is een
hoogstandje op het gebied van recreatie en na
tuur."
„In waterstaatskringen heeft zich een revolu
tie voltrokken", stelt Saeijs. „Die laat zich
door een paar mensen niet tegenhouden." Of
hij dit 'die paar mensen' nog eens wil vertel
len? Hij is bereid. Maar ik denk dat zij mijn
mening wel kennen."
Van der Have kent die mening inderdaad en hij
is er weinig van gecharmeerd. „In Zeeland is
destijds met de ontpolderingsdiscussie zoveel
ongenoegen opgewekt. Nu een verdere verdie
ping van de Westerschelde weer actueel
wordt, willen wij de hele meningsvorming be
geleiden, zodat de discussie niet eenzijdig
door natuur- en milieuorganisaties wordt be
paald. Er zijn net zo goed andere belangen:
landbouwkundige, waterstaatkundige, cul
tuurhistorische."
Rijn en Maas
En dan komt het: Van der Have is niet tegen het
meer ruimte geven aan de rivier, maar wel als
dat in Zeeland gebeurt. „De Westerschelde is
absoluut niet te vergelijken met grote rivieren
als de Rijn en de Maas. De Westerschelde is een
zeearm met zout water. Je moet daar voorzich
tig mee omspringen." Hij betwijfelt ook ten
zeerste of het teruggeven van polders langs de
Westerschelde enig effect heeft op de water
stand, als zinvolle reactie op de verwachte stij
ging van de zeespiegel. „Langs de Schelde in
Vlaanderen, waarde rivier veel smaller is, kan
dat helpen. Maar hier?"
Toch is ook Van der Have niet tegen ingrepen
die in Zeeland landbouwgrond kunnen kos
ten, als dat de veiligheid ten goede komt. Het
idee een dwarsverbinding te maken tussen de
Wester- en Oosterschelde in het oostelijk deel
van Zuid-Beveland, achter Rilland, lijkt hem
een 'erg interessant onderwerp'. Bij een super-
storm kan dan water uit de Wester- naar de
Oosterschelde stromen om vooral Vlaanderen
droge voeten te laten houden. „Dat kan zinnig
zijn."
Middenweg
Al doorpratend lijkt er een middenweg te ont
staan. „Wij willen een evenwicht zoeken", er
kent Van der Have, maar: „Ik erger me alleen
buitengewoon aan die milieugroepen. Zij wil
len per se natuurcompensatie, terwijl de na
tuur altijd in beweging is. Waarom moet er dan
zonodig kunstmatig natuur gecompenseerd
worden?"
Van der Have is al lang gepensioneerd. Veel
andere bestuursleden van stichting De Leven
de Schelde genieten ook van hun AOW. Het
verleidt Commissaris van de Koningin Van
Gelder tot de uitspraak: „Ze kunnen het nieu
we waterdenken nog twee, drie jaar uitstellen.
Ze zijn met een achterhoedegevecht bezig."
Zulke opmerkingen schieten bij Hans Meijer,
provinciaal voorzitter van de landbouworga
nisatie ZLTO, in het verkeerde keelgat. „Het
zijn bijna allemaal oud-bestuurders. En dan
nog? Het is toch goed dat burgers zulke initia
tieven nemen, dat zij hun ongerustheid omzet
ten in een maatschappelijke actie. Ze kunnen
op mijn warme sympathie rekenen."
Ook uit onverwachte hoek, van de Middelbur
ger Jan Goedman, krijgt de stichting 'tegen
draadse steun'. Goedman voerde vanuit het
Rijn-Schel de-Instituut actie tegen kernener
gie. Hij is tegenwoordig projectleider bij de
Rijksplanologische Dienst.Met de ideeën van
De Levende Schelde heeft hij niets op. „Het
tussen hoge dijken inklemmen van water is
een onbegaanbare weg. Je moet meekoppelen
met het water, niet ertegenin gaan. Dat verlies
je. Over het algemeen is dat kwartje wel geval
len in Nederland." Toch kan Goedman het ini
tiatief wel begrijpen. „Zeeland heeft een trau
matische ervaring met water." Wat hij echter
vooral goed vindt, is dat er tegenwicht wordt
geboden. Want: „Alleen druk op de melk
brengt boter voort."
Harmen van der Werf