de aarde raakt
Waar het licht
Vlaamse meesters
komen heel dichtbij
David Vandekop
in Renesse en Zierikzee
Rubens, Jordaens
en Van Dyck
De Stichting Plus Min in Re
nesse voert de boventoon in
de Manifestatie David Vande
kop. Een opmerkelijke selectie
tekeningen uit de eigen nalaten
schap van de kunstenaar en uit
enkele museale verzamelingen
vormt de hoofdmoot van de eer
ste tentoonstelling die tot en
met zondag 1 juli is te zien in die
unieke ruimte aan de Rampweg.
De expositie werd samengesteld
door voormalig conservator H.
van Haaren van het Haags Ge
meentemuseum. „David Vande
kop was een dagboektekenaar.
Wat een dagboekschrijver met
woorden pleegt te doen, deed hij
als man van weinig woorden en
wars van theoretische bespiege
lingen met getekende beelden",
schrijft de gastcurator in het
eerste van de vier cahiers die
aan het einde van de manifesta
tie samen tot één catalogus wor
den gevoegd.
Vandekop 'tekende' in totaal 57
dagboeken van elk 200 pagina's.
Zij werden door de vader van de
kunstenaar, zelf boekbinder, op
speciale wijze gesneden en ge
bonden. Volgens Van Haaren
vormen de tekeningen een soort
sleutel tot het overige werk van
Vandekop. Ze dienden als mid
del om dagelijkse waarnemin
gen en gevoelens direct vast te
leggen. „Die dagelijkse con
frontatie met het landschap
waarin hij leefde, leverde altijd
weer nieuwe indrukken die aan
leiding waren voor een directe
en altijd synthetische weerga
ve."
Ruimte
Vandekop voelde zich al lange
tijd voordat hij zich in 1981 in
Dreischor vestigde, aangetrok
ken tot Zeeland. Hij werd in
1937 in Den Haag geboren en
heeft daar lange tijd gewoond.
Het landschap en het licht hier
boden hem belangrijke inspira
tiebronnen voor zijn aquarellen
en tekeningen. Ze staan net als
zijn beelden in het teken van
ruimte. Het wit van het dag
boekpapier, het vele wit in
praktisch alle aquarellen, tus
senruimten in de volumes van
de beelden. Van Haaren be
schouwt die elementen als uit
spraken van de kunstenaar die
ruimte zoekt, ruimte wil geven.
„Met pen of penseel beschrijft
hij de ruimte die hij ondergaat
door veel weg te laten en zo tot
de kern van zijn beeld te ko
men", geeft de gastcurator aan.
I Als voorbeeld noemt hij Vande-
kops aquarel van de Zeeland-
brug uit 1982 waarin de aanlei
ding gereduceerd wordt tot een
abstract beeld met slechts de
herinnering aan de brug. „Het
beeld bestaat uit gele, blauwe en
groene lijnen die langs de ran
den van het papier zijn getrok
ken. Een witte golvende verti
cale lijn, een reeks in grijs
getekende, horizontaal lopende
boogjes van waaruit een trans
parant wolkerig grijsblauw
voorzichtig een deel van het
witte papier aanraakt."
Van Haaren is erin geslaagd met
de inrichting van deze eerste ex
positie een indruk te geven van
Vandekop s verwondering over
ruimte, over die plaatsen waar
de horizon zichtbaar is, waar
het licht de aarde raakt. De ver
anderlijkheid van het licht, van
het land en van het water en de
beweging van wolken en vogels
spiegelden hem telkens weer
nieuwe beelden voor en deden
hem tegelijkertijd de groots
heids beseffen van het nooit ein
digende ritme van dag en nacht
en van de jaargetijden.
Sculpturen
Vandekops sculpturen getuigen
ook van zijn fascinatie voor
weidsheid en ruimte. Kenmer
kend voor zijn beelden is de
symbiose van mythologie en de
omgeving die hem omringde. De
handelingen van mythologische
goden en helden uit de oudheid
lagen ten grondslag aan het ont
staan van zijn sculpturen. Zo
bracht het verhaal van Eoos - de
godin van de dageraad - hem tot
een robuuste houtdruk. Andere
varianten op mythologische
verhalen zijn de kleurrijke
aquarellen met mensfiguren,
paarden, vogels en stieren. Be
kende mythologische motieven
in zijn werk zijn bijvoorbeeld
Dionysus, de als stier vermomde
Zeus die Europa ontvoert en Le-
da en de Zwaan. Voor Vandekop
zijn deze motieven belangrijke
metaforen van het menselijk be
staan, van het lustige en eroti
sche aardse. Het Zeeuwse land
schap met vele ronde vormen
bood hem vergelijkbare metafo
ren, zoals de dijklichamen, de
golfslag van het water, de baad
sters op de stranden en de als
oppers opgeslagen vruchten
van de aarde.
De sculpturen komen breeduit
onder de aandacht tijdens de
tweede Vandekop-expositie in
Plus Min van zondag 15 juli tot
en met zondag 12 augustus. De
samenstelling ervan komt op
naam van voormalig directeur
R. Oxenaar van het Museum
Kröller-Müller.
De sculpturen zijn royale,
krachtige vormen die nadruk
kelijk de sporen van het ont
staan vertonen. De kunstenaar
leek een permanent onderzoek
naar de bronnen van de beeld
houwkunst te verrichten. De
constatering dat hij niet zozeer
beeldhouwer was, maar creator
van ruimtelijke objecten, lijkt
gerechtvaardigd. In een no-
nonsenstijd waarin mythe en
poëzie op de achtergrond dreig
den te raken, wist Vandekop de
neurs L. Plompen en A. Lampe
uit Den Haag. Plompen licht
desgevraagd toe: „Zo rond 1980
zijn wij bewust in de kunstwe
reld gaan rondkijken. In galerie
Nouvelles Images in Den Haag
maakten wij kennis met het
werk van David Vandekop. Dat
sprak ons direct aan. We kenden
hem toen nog niet persoonlijk.
Wat later maakten we kennis
met hem tijdens een expositie in
het Haags gemeentemuseum.
Sinds die tijd hebben we zijn
werk gevolgd en zijn we ook di
verse malen bij hem op bezoek
geweest in zijn atelier in
Dreischor."
De privé-collectie van Plompen
en Lampe bevat beelden en te
keningen en een sculptuur uit de
beginperiode toen Vandekop
een stage volgde in Polen. Ver
der beschikken de twee collec
tioneurs over drie opmerkelijke
collages die beslist een plaats
krijgen in de tentoonstelling in
Plus Min dit najaar. Met de eer
ste collage visualiseerde de kun
stenaar een kenmerkende zwar
te vlasschuur zoals die ook op
zijn eigen erf in Dreischor stond.
Hij bracht schuur en landschap
in beeld door middel van ge
plakt papier in een verrassende
structuur met de kleuren zwart,
wit en grijs.
In de andere collage overheer
sen juist de lichte kleuren. „Het
zijn als het ware stroken die aan
een draad in een lijst hangen. Er
is gecombineerd met schelpen-
vormen en het geheel heeft de
sfeer van mengeling van water,
lucht en strand", aldus Plom
pen. Volgens hem is het beeld
van de derde collage nog terug
houdender. Heel subtiel zijn
daarin de contouren van een
zandduin en wederom schelp-
vormen in beeld gebracht.
Naast de drie exposities in Plus
Min krijgt het werk van Vande
kop deze zomer ook volop aan
dacht in De Vierschaar van het
monumentale stadhuis in Zie
rikzee. Voor beeldend kunste
nares en tevens bestuurslid
Margreet Leij dekker van de
Stichting Plus Min biedt de Ma
nifestatie Vandekop een prima
kans een eerder initiatief nader
gestalte te geven. Als lid van de
adviesgroep voor de beide Zie-
rikzeese musea lanceerde zij
vorig jaar het voorstel een expo
sitieruimte te creëren voor he
dendaagse kunstenaars die op
Schouwen-Duiveland werkten
of geboren zijnNaast de rijk ge
varieerde historische collectie
in de gemeentelijke musea wil
de zij ook mogelijkheden schep
pen het werk van hedendaagse
kunstenaars nader te belichten.
De herdenkingsexpositie ge
wijd aan de Zierikzeese kunste
naar Ad Braat vorig jaar bete
kende een waardige start van
dit initiatief.
Volgens Leij dekker biedt de
presentatie van het werk van
Vandekop in De Vierschaar een
even waardige opvolger. In
overleg met museumconserva
tor P. Priester en met veel mede
werking van Ellen Vandekop, de
weduwe van de kunstenaar,
heeft zij een een boeiende col
lectie kunnen samenstellen. De
expositie in De Vierschaar -
vanaf zaterdag 30 juni tot en
met zondag 2 september - biedt
vooral een indruk van klein
plastiek en grafisch werk van
Vandekop. „Een primeur voor
Zeeland hier zijn de sieraden die
deze veelzijdige kunstenaar ook
heeft ontworpen", zegt Leijdek-
ker met enige trots. Zij geeft aan
dat de ontwerpen van deze sie
raden net als voorheen ook nog
uitgevoerd kunnen worden door
de Zierikzeese edelsmid M.
Jech.
David Vandekop was een man
van weinig woorden. Zijn gete
kende dagboeken leveren daar
het overtuigend bewijs van.
Slechts een enkel kernachtig ci
taat typeert zijn bezieling: 'In de
kunst is geen vooruitgang, al
leen kwaliteit'.
Ali Pankow
De exposities in Galerie Plus Min
zijn op zaterdag en zondag geopend
van 12.00 tot 17.00 uur of na af
spraak. De tentoonstelling in De
Vierschaar is geopend van maandag
tot en met zaterdag van 10.00 tot
17.00 uur en op zondag van 12.00 tot
17.00 uur.
donderdag 31 mei 2001
Vallende engel
Strand
grote thema's steeds weer tot le
ven te brengen in zijn objecten.
Vooral de laatste jaren van zijn
leven werkte hij veel met hout
en klei. Het hout beschilderde
hij meestal in de kleuren wit,
geel, groen en blauw. De klei
werd geglazuurd.
De derde en laatste expositie in
Plus Min in het kader van deze
manifestatie wordt gehouden
vanaf zondag 21 oktober tot en
met zondag 18 november. Deze
tentoonstelling biedt een keuze
van de particuliere collectio-
et komt vaker voor dat het werk van
internationaal bekende kunstenaars in hun eigen
gemeente nauwelijks aandacht krijgt. De
gemeente Schouwen-Duiveland leverde daar ten aanzien
van het werk van David Vandekop een sprekend voorbeeld
van. Van postuum eerbetoon aan deze in 1994 in Dreischor
overleden veelzijdig kunstenaar was tot nu toe geen sprake.
Alleen het specifieke beeld op zijn eigen graf deed destijds
wat stof opwaaien onder de Dreistenaars. Het tij blijkt te
keren. Met vier exposities - drie in Renesse en één in
Zierikzee - wordt zijn werk de komende maanden breeduit
onder de aandacht gebracht.
Nederlandse musea hebben zich nooit
geroepen gevoeld om veel I7e-eeuwse
Vlaamse tekeningen te verzamelen. Het is
dan ook bijzonder dat Boijmans Van Beu-
ningen in Rotterdam er ongeveer 260 bezit.
Een keuze daaruit begeleidt - in de vroegere
zaal voor tijdelijke tentoonstellingen waar
voortaan het prentenkabinet over beschikt
- het verschijnen van een indrukwekkende
wetenschappelijke catalogus. Honderd bla
den zijn in dat boek in kleuren gereprodu
ceerd terwijl de andere in zwart/wit zijn
weergegeven. Aan de veeleisende studie
heeft Bram Meij, hoofd van het prentenka
binet, vier jaren gewerkt.
Het was door de twee verzamelaars naar
wie het Rotterdamse museum is genoemd,
dat de oude Vlaamse tekenkunst in Rotter
dam een goede plaats kreeg. Met de verza
meling van mr. F.J.O. Boijmans kwam het
museum in het bezit van omstreeks 200 van
dergelijke tekeningen. Zestig daarvan gin
gen door de brand in het Schielandshuis
verloren. De eerste directeur verminderde
in 1866 dat verlies door aankopen.
Een grote aanvulling voor de collectie
kwam uit de collectie-Koenigs, waarvan
een deel verloren is gegaan doordat Van
Anthonie Van Dyck: Zittende man, wit gehoogd
Beuningen ze tijdens de bezetting aan Duit
sers verkocht. Vijftien van die verloren bla
den zijn in het Moskouse Pushkin-museum
beland en Rotterdam heeft daar nog steeds
belangstelling voor.
De drie grootmeesters: Rubens, Jordaens en
Van Dyck vormen de hoofdschotel in de ten
toonstelling. Daarnaast zijn werken van
twintig andere kunstenaars opgenomen van
wie Jan Fyt en Frans Snijders (als schilders
van dieren) in ons land waarschijnlijk het
minst onbekend zijn.
Grote schilderijen van Rubens maken zo'n
overweldigend theater dan men de neiging
krijgt om na de eerste indruk maar eens
goed naar details te kijken. Grote taait,
kleine hapjes. Met de 28 tekeningen in deze
tentoonstelling is hij ons wel zeer nabij. Hij
verbleef tot ongenoegen van zijn Italiaanse
broodheer, de hertog van Mantua, hardnek
kig in Rome waar hij onder meer tekeningen
maakte naar antieke reliëfs. Hij verzamelde
Italiaanse tekeningen en stak veel op van
Venetiaanse kunst, vooral van Titiaan. Te
rug in Antwerpen gaf hij de Italiaanse in
vloeden aan Jordaens en anderen door.
Meer dan andere schilders was hij betrok
ken bij de weergave van zijn werken in pren
ten. Hij vertrouwde dat aanvankelijk toe
aan Lucas Vorsterman, aan wie ook enkele
tekeningen in de tentoonstelling zijn toege
schreven. Na een conflict met deze graveur
liet hij andere vakmensen naar zijn ontwer
pen werken. Van Dyck heeft ontwerpen ge
tekend voor een portrettenreeks., maar voor
prenten naar zijn schilderijen tekende hij
niet zelf. Het voorbeeld van de door Rubens
georganiseerde prentenproduktie is door
Jordaens gevolgd. Deze schilders hebben
niet - zoals Rembrandt - zelf een belangrijk
grafisch oeuvre geschapen.
Het Rotterdamse museum bezit van Rubens
vrij veel schetsen in olieverf. Blijkens de ca-
talogus maakte hij vervolgens tekeningen
van afzonderlijke figuren Zo ontstond het
blad met een knielende man, volgens de ca
talogus direct naar levend model. De over
eenkomst met de ook afgebeelde antieke
tors in het Vaticaans museum is duidelijk.
De schilder was sterk in verbeeldingen van
figuren in actie. Op een blad met drie guir
landedraagsters is het vrouwelijk naakt nu
eens niet corpulent. Er is ook een verfijnd
portret van de mooie, 16-jarige Hélène
Fourment met wie de geridderde kunste
naar trouwde.
De tekening van een ongeremd drinkgelag
toont Jordaens zoals we hem van boertige
schilderijen kennen. Hij is echter onder
meer ook de tekenaar van gevoelige portret
ten. De naakten op de tekening 'Diana en
Callisto' doen in de compositie heel even
denken aan de baadsters waar Cézanne
rond 1900 studies naar maakte.
Anthony van Dyck is niet alleen de charme
rende portrettist. Een fors rugnaakt is gete
kend in de trant van Rubens. Een explosie
van felheid toont het blad met Petrus die bij
de arrestatie van Christus Malchus een oor
af hakt. Christus zette het er weer aan. In het
werk van sommige tijdgenoten was Rubens
nog enigszins aanwezig. Voor een opmerke
lijk goed portret door Paulus Pontius bij
voorbeeld heeft hij de opzet gemaakt.
Dolf Welling
Expositie: Tekeningen van Vlaamse
t/m 5 aug. in Boijmans Van Beuningen Rotter
dam; geopend: di. t/m za. 10-17 uur, zo. 11-17 uur;
catalogus Rubens, Jordaens en Van Dyck, f 99.50.