Lichtvoetige roomservice
De magische wereld van Louis Drent
Lola rennt en tanzt
Theessink staat voor
uitbundige bluesmuziek
Vier danseressen treden voor het voetlicht in Punternelly. foto Joep Lennarts
Voor de vierde maal wordt in Goes het tweejaarlijkse project
theater-op-locatie gehouden. Na Seull, Seul 2 en Berichten
van de Straat staat nu Berichten op het programma, door Po
dium 't Beest voor Goes omgedoopt in Roomservice. Dit initi
atief van het Productiehuis Brabant in 's-Hertogenbosch
omvat zowel donderdag- als vrijdagavond verschillende
voorstellingen en verrassingen. In tegenstelling tot voor
gaande jaren neemt dans een belangrijke plaats in, waarbij
opvalt dat de naam Helma Melis tweemaal vertegenwoor
digd is: als solodanseres in Qwienes van de T: goes 1 en als
choreografe van Punternelly.
door Frans Doeleman
„Het is belangrijk dat het pu
bliek bij mijn dansvoorstellin
gen iets voelt qua emotie, maar
dat gaat allemaal heel intuïtief.
Ik zeg niet tegen een danser: je
moet dit materiaal doen en je
bent heel kwaad, zo werk ik
niet. Uitgangspunt is voor mij
het lichaam in de ruimte, dat de
mensen heel goed kunnen arti
culeren met hun lijf en de ener
gie van de beweging. Als ze dat
op een gegeven moment onder
de knie hebben, komt er steeds -
want iedereen is een mens - een
gevoel bij. En dat gevoel klopt
voor mij altijd. Daar moeten ze
niks aan veranderen, de mensen
moeten gewoon zichzelf zijn op
het toneel, voor zover dat kan.
Het is weliswaar heel abstract
wat je te zien krijgt, maar het
moet wel zo zijn dat er echte
mensen op de planken staan en
niet van die robotjes."
Helma Melis werd in 1973 gebo
ren in het Belgische Turnhout,
maar kwam rond haar twaalfde
met haar ouders naar Neder
land, waar ze de havo doorliep
en naar de Dansacademie in Til
burg ging. In 1996 rondde zij de
richting docent klassiek en jazz
af en in 1997 voltooide zij de op
leiding als uitvoerende in het
expressionistisch danstheater.
„Ik heb nooit les gegeven en ben
direct gaan dansen. Je moet er
wel een passie voor hebben,
want financieel is het geen vet
pot en het is moeilijk om aan
werkte komen."
Helma Melis beperkt zich overi
gens niet alleen tot dansen en
choreograferen. „Ik maak ook
altijd zelf het decor en ontwerp
de kostuums. Dat totaalpakket,
dus de dans, de mensen, het de
cor en de kostuums, vormt voor
mij een rond verhaal, maar dat
is voor het publiek niet duide
lijk en dat hoeft ook niet. Ik heb
niet de behoefte de mensen bij
voorbaat iets op te leggen. Wat
je te zien krijgt, kan heel associ
atief werken en dat probeer ik
zo open mogelijk te houden."
Squashbaan
Haar solovoorstelling Qwienes
van de T: goes 1 is gemaakt voor
een squashbaan en kan uitslui
tend op zo'n locatie worden uit
gevoerd. „Ik denk dat de men
sen zich er niks bij voor moeten
stellen, maar gewoon moeten
omschreven als 'een strijd tus
sen vier paar rode sportsokken'.
„Vier meisjes, gewoon jong, fris,
vrolijk, maar alle vier heel an
ders. Het uitgangspunt vorm
den oude oubollige quizzen als
Ren je rot en die met die mar
motten van Fred Oster. Maar
daar zie je niks meer van, alleen
dat er een quizmuziekje in zit
van dertig seconden en dat er
aan het eind iemand gewonnen
heeft. De marmottenrace heb ik
omgezet in dranghekken en
wegpionnen. Zo vader, zo zoon
en Zo moeder, zo dochter waren
ook een uitgangspunt, maar dat
blijkt alleen nog uit een fotootje
van één en dezelfde moederfi
guur op de kleding. Voor de pu
bliciteit heb ik nooit echt tek
sten over de inhoud, de mensen
moeten gewoon gaan kijken.
Deze voorstelling staat mooi in
een oude fabriek, maar past ook
in het theater."
Fenomeen
Helma Melis, die wordt gezien
als een 'nieuw fenomeen binnen
de moderne dans', erkent dat de
titels van de voorstellingen niet
echt diepzinnig verantwoord
zijn: „De T is een term uit het
squashen, 1 betekent dat ik in
m'n eentje ben en Qwienes is ge
woon de vrouw van een quash-
baan ergens. Punternelly komt
van het puntige van zo'n pion en
Nelly is de naam van een moeder
uit Zo moeder, zo dochter
Qwienes van de T: goes 1
donderdagen Punternelly
(vrijdag) maken onderdeel uit
van Roomservice vanuit 't
Beest in Goes, aanvang beide
avonden 18.45 uur. Zie ook de
volgende pagina.
Opgekropte creativiteit die een uitweg zoekt, de eeuwige
rang naar perfectie, de hang naar de Griekse mystiek, de
fascinatie voor 'Bijbelse luchten'. Pas toen
pers/reclamefotograaf en ras-Gelderlander Louis Drent de
24-uurs economie ontvluchtte en neerstreek in Koewacht,
kon hij zijn fantasie de vrije loop laten gaan en eindelijk die
foto's maken die hij al jarenlang voor zijn geestesoog had.
Bevrijd van het juk van de commercie maakte hij de Luigi-
Art collection 'Obsessions' die vanaf 1 juni te zien is in galerie
Elf in Goes
door Sheila van Doorsselaer
Drent (57) voelt zich steeds meer
Zeeuw onder de Zeeuwen, al
moet hij toegeven dat hij een on
gelooflijke 'cultshock' kreeg,
toen hij samen met vriendin (en
inspiratiebron) Astrid in het
rustige Koewacht ging wonen.
Hij heeft een bewogen leven
achter zich. Begon als hulpje
van zijn vader (ook persfoto
graaf) en leerde zo alle facetten
van het fotograf en vak kennen.
Hij nam veel hooi op zijn vork, te
veel, betrok de ene studio die
nog groter was dan de ander,
kreeg steeds meer commerciële
klanten en dat werd hem uitein
delijk te veel. Zijn creativiteit
werd door zijn opdrachtgevers
niet begrepen en ook niet gé-
pikt. „Toen ik nog reclamefoto's
maakte, zat ik in een keurslijf.
Ik probeerde steeds buiten de
voorgeschreven regels te treden,
maar dan werd ik op mijn vin
gers getikt. Jaren later werden
mijn ideeën gemeengoed en fo
tografeerde iedere fotograaf op
mijn manier. Dat was frustre
rend, maar ik was toen alweer
verder in mijn geest. Ik was zó
blij dat ik nu iets kan doen waar
ik zelf mijn ziel en zaligheid in
kwijt kan."
Hij omschrijft zijn werk als ma
gisch surrealisme. Betoverend is
zijn werk zeker. De taferelen
spelen zich af in de wereld bo
ven de wolken. Waar volgens
Drent de leefwereld van Pega
sus, Hera en Medusa,' samen met
de koningen van het dierenrijk
zich bevindt. Wolken hebben
Drent altijd geïnspireerd, voor
al dreigende luchten waar op
eens een lichtbundel aan ont
springt, zogenaamde Bijbelse
luchten. Dat alles vormt de ba
sis van zijn werk. De foto's een
collage noemen, zou een beledi
ging zijn en de betiteling als
computertrucage nog veel meer.
Drent heeft een zeer eigen ma
nier van expressie gevonden.
Hij fotografeert, maar dat is
slechts het beginpunt van zijn
werk. De foto's van Drent zijn
opgebouwd uit allerlei aparte
beelden. De rotsen fotografeer
de hij in Burgers Bush, de roof-
Lola tanzt heet de tachtig minuten durende voorstelling die
de Deventer technotrance-act Marchenko heeft gemaakt bij
de film Lola rennt. Een dance-party tegen de achtergrond
van filmbeelden. Al dansend kijken naar een romantische
actiefilm - dat belooft zaterdag een aparte sensatie te worden
in 't Beest te Goes.
door Jimke Mestermami
Je moet maar durven: het succes
van 'Wunderkind' Tom Tykwer
zo vervormen dat er een geheel
nieuwe beleving ontstaat. Dat is
wat Mark Stokhof en Henk
Scheerooren van Marchenko al
thans beogen met Lola tanzt. De
technospcialisten hebben de
beelden uit Lola rennt welis
waar intact gelaten, maar ver
der al het geluid, inclusief de ge
sproken woorden eruit gehaald.
Dit alles is vervangen door hef
tig en opzwepende dansmuziek,
met hier en daar een dialoog.
Nu was het geluid van de Duitse
regisseur Tykwer op zich al be
hoorlijk techno, maar wat de
twee Deventenaren betreft kon
het allemaal nog wat sterker.
Uiteindelijk hebben ze een ge
heel nieuwe compositie ge
schreven, bestaande uit zo'n
twaalf nummers die naadloos
aansluiten op de filmbeelden.
Dit alles met toestemming van
Tykwer 'himself', hoewel er
geen rechtstreeks contact is ge
weest. De besprekingen verlie
pen via zijn secretaresse. Maar
Anton van Amersfoort van
Filmhuis De Keizer in Deventer
verzekert dat alles in orde is.
„Hij vindt het ongelooflijk boei
end en wenst ons veel succes. Hij
ziet het als een tweede kans voor
zijn film"weet Van Amersfoort,
initiatiefnemer van dit dance-
filmproject.
Stap verder
Hij was degene die nog geen jaar
geleden bij het culturele jonge
rencentrum Burgerweeshuis
een balletje opgooide. Aanvan
kelijk had hij het idee om films
te vertonen met een deej ay erbij
zoals ze in het hoofdstedelijke
Paradiso wel doen. Maar direc
teur Rob Kramer van het Bur
gerweeshuis wilde wel een stap
verder gaan. „Juist op de grens
vlakken van genres gebeuren de
interessantste dingen", is zijn
ervaring.
Lola rennt leent zich volgens de
initiatiefnemers uitstekend
voor dit experiment. De op zich
al experimentele film kan heel
goed zonder tekst. Wat de perso
nages tegen elkaar zeggen is op
zich al niet zoveel en laat zich
bovendien makkelijk raden.
Daar komt bij dat Lola rennt
zo'n krachtige film is, dat ze
zelfs een aardbeving kan door
staan. De negentig decibellen
die Marchenko live produceert,
doen in elk geval geen enkele af
breuk aan de film.
Het hoge tempo, het flitsende,
clip-achtige karakter van de
film, maken Lola rennt bij uit
stek geschikt voor jongeren,
stellen Kramer en Van Amers
foort vast.
Lola tanzt, met Marchenko,
Margot Olde Loohuis en Ger-
ben Koopman: zaterdag 2 juni
om 21 uur in 't Beest Goes.
Lola tanzt is een dance-party tegen de achtergrond van beelden van de film Lola rennt.
foto Rob Philip
Klooien
Helma Melis danst Qwienes van deT: goes 1foto Joep Lennarts
gaan kijken. De dans heeft niets
met squash te maken en is alleen
op zo'n baan gesitueerd vanwe
ge de muren en de afmetingen.
Het is moeilijk er iets over te
zeggen, want het is heel per
soonlijk en gaat nogal met emo
ties gepaard. Het is belangrijk
dat het publiek dicht tegen het
glas zit, gewoon doorzichtig
glas. Ik heb begrepen dat het
glas in Goes groen is en dat kan
afbreuk doen aan het kleurrijke
decor."
„Ik denk nooit vanuit het pu
bliek, maar maak iets puur van
uit mijzelf. Als ze soms moeten
lachen, oké, maar ik zal nooit
denken van göh, laten we er eens
een grapje in stoppen. Dat
werkt niet bij mij. Je moet ma
ken wat je zelf wilt en geen con
cessies doen aan de toeschou
wers, al hoop je natuurlijk wel
dat ze het goed beoordelen. Men
vindt Qwienes vrij heftig, er ge
beurt van alles in korte tijd. De
meeste mensen zijn nogal onder
de indruk, emotioneel."
De voorstelling Punternelly, ge
danst door Ana Cristina Velas-
ques, Batja ten Kortenaar, Ca
milla Skovgaard Jensen en
Rikke Baewert, op muziek van
onder andere Zita Swoon en
Mogwai, wordt in een recensie
vogel legde hij vast in Eede, de
hagedis en boa constrictor in
een reptielenzoo in Groningen.
Zo reist hij stad en land af om de
perfecte plaat te schieten. Een
maal gelukt worden de beelden
uitvergroot en met behulp van
de computer bij elkaar gevoegd
tot één geheel. De computer is
slechts een hulpmiddel. Niks
wordt aangepast, niet de kleu
ren en niet de houdingen van de
hoofdfiguren om beter in het ge
heel te passen. Alles staat los
van zichzelf en smelt als vanzelf
samen.
Drent: „Het zijn kijkplaten. Hoe
langer je er naar kijkt, hoe meer
je er uithaalt. Voor het uiteinde
lij ke resultaat heb ik al het beeld
in mijn hoofd hoe het moet wor
den Ik kan dingen heel sterk in
mijn geest verbeelden. Ik kan er
mezelf in kwijt, hoewel ik nog
steeds heel onrustig ben. Veel
mensen roemen mijn foto's,
maar bij mezelf denk ik 'ik heb
de ultieme plaat nog niet ge
maakt'. Ik ga door tot het lukt."
De expositie Obsessions telt
twintig werken. In galerie Elf in
Goes zullen vanaf morgen (1 ju
ni) acht foto's hangen, die na
ongeveer twee maanden wor
den gewisseld voor andere. Elf
is geopend op vrijdag- en zater
dag van 11 tot 17 uur en op af
spraak.
The end of the beginning. foto Louis Drent
Maar het meest wordt Thees
sink geroemd om zijn heden
daagse vertolking van de akoes
tische bluesmuziek. Wie de ogen
sluit, denkt een originele Mis-
sissippi-bluesman te horen,
schrijven veel critici. Thees-
sinks donkere stemgeluid wordt
vergeleken met dat van Lowell
George, Johnny Cash, Chris Rea
en J.J. Cale. Ondanks zijn au
thentieke Amerikaanse geluid,
beschouwen de recensenten
hem ook als een vernieuwer.
„Theessink speelt de oude blues
niet na", aldus Frank Rabey.
„Hij breidt die uit, door het uit
kiezen en overhevelen van ele
menten uit andere rootsmuziek
(gospel, folk, New Orleans jazz)
waardoor een consistent en on
stuimig mengsel ontstaat, dat
uitbundig is en enkele smakelij
ke uithalen van de slide-gitaar
bevat."
Concert: Hans Theessink, van
daag (woensdag) in café Desaf-
inado in Middelburg, aanvang:
21 uur. Voorprogramma:
Champagne Charlie.
Theessink: „Je kon alleen maar
proberen na te spelen wat je
hoorde en proberen iets van de
indrukken over te brengen. Het
eerste bluesconcert dat ik bij
woonde was van Sonny Terry en
Brownie McGee. Ik zag voor het
eerst hoe met duim en vingers
het typerende gitaargeluid ont
stond. Ik ben daarna een hele
tijd aan het klooien geweest om
dat te leren. Als autodidact had
ik die tijd ook nodig. Het heeft
lang geduurd voordat ik be
hoorlijk kon spelen, want ik
moest zelf steeds nieuwe dingen
ontdekken. Dat heeft veel in
vloed gehad op mijn spel.
Het heeft daardoor een per-
Hans Theessink wordt in Amerika gezien als een briljante gitarist.
foto Wolfgang Gonaus
woensdag 30 mei 2001
Hij is een lichtend voorbeeld van de profeet die niet geëerd
wordt in zijn vaderland. In de Verenigde Staten wordt Hans
Theessink beschouwd als de belangrijkste blueszanger en -
gitarist uit Europa. Met veel succes treedt hij op in alle uit
hoeken van de wereld, maar het Nederlandse publiek kent
hem nauwelijks. Vandaar dat de schaarse optredens die de
geboren Tukker in Nederland doet over het algemeen plaats
vinden in kleine muziekcafés, zoals vanavond in Desafinado
in Middelburg.
door Ernst Jan Rozendaal
Wenen is inmiddels de thuisba
sis van Theessink, voor zover je
daarvan kunt spreken bij ie
mand die voor tweehonderd op
tredens per jaar de wei'eld af
reist. Als tiener hoorde hij begin
jaren zestig voor het eerst orgi-
nele akoestische bluesmuziek
op de radio. De Deltablues van
Big Bill Broonzy.
„Dat was voor mij van cruciale
betekenis", herinnerde Thees
sink zich later. „Ik was totaal
onder de indruk. Het swingde,
het had emotie. Blues hoorde je
toen niet vaak. Met veel moeite
kon ik via mijn Enschedese pla
tenzaak een elpee bestellen van
Big Bill Broonzy. Ook andere
zwarte Deltablues-muzikanten
als Muddy Waters, Leadbelly en
Brownie McGee hebben me ge
vormd. Het bijzondere aan die
mensen is niet him technische
kunnen, maar de emotie die ze
in hun muziek leggen, de uit
straling. Dat is voor mij altijd
belangrijker gebleven dan al het
andere."
Theessink verruilde de mando
line die hij van zijn vader had
gekregen voor een gitaar. Hij
leerde zichzelf spelen, want
voorbeelden had hij niet. Een le
raar die hem de grondbeginse
len van de bluesgitaar kon bij
brengen, was er destijds niet,
evenmin als video's waarop hij
de vingerzettingen van zijn ido
len kon afkijken.
soonlijke toets en dat is belang
rijk."
fMet dit soort uitspraken in in
terviews stelt Theessink zich
bescheiden opHet lij kt erop dat
anderen een hogere dunk van
zijn gitaarspel hebben dan hij
zelf. Bo Diddley noemde hem
ooit one helluva guitarplayer.
Amerikaanse kranten en tijd
schriften betitelen hem als een
'briljante gitarist die zich met
de allergrootsten kan meten',
'het Europese antwoord op Ry
Cooder', een European Slide-
master en iemand met een 'uit
stekende en inventieve bottle
neck-techniek'.