Bankroet Armenië kan
nauwelijks verder zinken
Mythe maakt van Bulgaren perfecte moordenaars
PZC
i y
Bevolking verlaat
massaal het land
zaterdag 5 mei 2001
Zabel Artinian (25) en Raffi
Kojian (28) uit Amerika heb
ben hun droom vervuld: ze hebben
New York en Los Angeles verruild
voor Armenië, het land dat hun
overgrootouders een eeuw gele
den ten koste van honderdduizen
den levens tevergeefs aan het te
loorgaande Osmaanse Rijk
probeerden te ontworstelen. Maar
hun nieuwe landgenoten denken
dat ze niet goed wijs zijn. Wie kan,
ontvlucht dit ellendige land dat
geboren werd uit een ander ineen
stortend rijk: de Sovjet-Unie. De
leegloop heeft zulke proporties
aangenomen, dat pessimisten vre
zen voor het voortbestaan van de
Armeense staat.
Gebroken traptreden van kaal be
ton leiden langs ramen zonder
glas door een onverlichte hal naar Za
bel en Raffi's appartementje. Vier
hoog, postzegelformaat. Badkamer,
keukenblok en slaapkamer hebben ze
er zelf in moeten laten bouwen en het
is nog steeds primitief. Het stel maalt
er niet om. „Het is toch geweldig om
iedere dag vanaf je balkon de Ararat
te kunnen zien", glundert Raffi.
Er is geen Armeniër ter wereld die het
beeld van de heilige berg niet op zijn
netvlies heeft. Glinsterend wit torent
hij met zijn meer dan vierduizend me
ter boven de hoofdstad Jerevan uit,
ongenaakbaar, en onbereikbaar. Hij
ligt namelijk in buurland Turkije, in
het verloren gegane 'West-Armenië'.
De Armeniërs in de diaspora stammen
af van degenen die de deportaties en
massamoorden tijdens de Eerste We
reldoorlog ontvluchtten. Raffi's over
grootouders kwamen bijvoorbeeld uit
Cilicië, het gebied dat zich vanaf de
Turkse stad Adana uitstrekt tot in Li
banon. Hij heeft zijn website over Ar
menië dan ook cilicia.com genoemd.
„Mijn grootmoeder fluisterde me
vaak toe dat ik terug moest gaan naar
het moederland1', zegt Zabel.
Cognac
Zeven van de acht soorten van Arme-
nië's beroemde cognac zijn naar
plaatsen in dat verloren land ver
noemd, net als wijnen en kinderen.
Maar veel meer dan de bewoners van
het historische 'Oost-Armenië', de
huidige staat, ijveren de Armeniërs in
de diaspora voor internationale er
kenning van wat zij de eerste genocide
in de moderne geschiedenis noemen.
Turkije, de opvolger van het Osmaan
se Rijk, ontkent de aantijging van
moedwillige volkerenmoord. Het be
weert dat de Armeniërs het onheil zelf
over zich afgeroepen hebben door
Rusland, de vijand, destijds te helpen
het grondgebied van hun eigen staat,
de Osmaanse, te veroveren.
Sinds de Armeniërs tien jaar geleden
een onafhankelijke staat kregen, voor
het eerst - op de kortstondige repu
bliek tussen 1918 en 1920 na - sinds
zeshonderd jaar, is de grens met Tur
kije slechts een jaar of twee open ge
weest. Want Armenië's oosterbuur
Azerbeidzjan zet Turkije onder druk
om hem dicht te houden zolang het
Armeense leger vijftien procent Azer-
beidjzaans territorium bezet houdt.
Al voor de Sovjet-Unie ten onder
ging, waren er wrijvingen ontstaan
tussen de Armeniërs en de Turksspre-
kende Azeri's, die escaleerden in de
oorlog om het autonome republiekje
Nagorny Karabach. De 120.000 Ar
meense broeders die op die bergtop in
Azerbeidzjan woonden, werden na
zes jaar strijd in 1994 'bevrijd'. Op de
landkaart die nu in Jerevan verkrijg
baar is, ligt Nagorny Karabach bin
nen Armeense grenzen. Een groot
scheepse etnische schoonmaak was
eveneens het resultaat. Er woont geen
Azeri meer in Armenië en alle 300.000
Armeniërs zijn verdwenen uit Azer
beidzjan. „Zij vormden daar de eco
nomische elite, terwijl de Azeri's hier
maar boeren waren", vertelt Gagik
Yegevyan, de directeur van het De
partement voor Migratie. „We hebben
geprobeerd hen te vestigen in de dor
pen, maar dat lukte niet. Wat weet een
petroleumtechneut van landbouw?"
Blokkade
De blokkade die Azerbeidzjan, Tur
kije en Georgië vervolgens oplegden,
wurgt langzaam maar zeker de Ar
meense economie. Want de grens met
Georgië mag dan inmiddels weer opeh
zijn voor handel, opstandige Abcha-
zen blokkeren de doorgang naar Rus
land. De andere buur, Iran, blinkt
evenmin uit in soepel grensverkeer, de
wegen zijn in erbarmelijke staat en
het is geen noemenswaardige afzet
markt.
Niet dat Armenië zoveel af te zetten
heeft. De industriële productie en
landbouw zijn teruggevallen tot het
niveau van begin jaren zeventig. Het
aantal woningen dat bewoond wordt,
De vrouwen uit het dorp Karmir werken in de tapijtenknoperij van James Tufenkian. Hij is een van de weinigen die toekomst ziet in Armenië, foto's Jessica Lutz
too km I lip©
GEORGIË
Steenhouwers werken aan een kruis. Armenië viert dit jaar dat het 1700 jaar geleden het christen
dom als staatsgodsdienst aannam.
is gelijk aan dat van de jaren veertig.
Op dat laatste cijfer afgaand, zou de
bevolking nog maar zo'n anderhalf
miljoen koppen tellen; de productie
cijfers duiden op zo'n 2,5 miljoen in
woners; terwijl het inwonertal vol
gens officiële schattingen 3,8 miljoen
zou moeten zijn.
„We hebben net zoveel mensen verlo
ren als door de genocide, maar nu
kunnen we niemand anders dan ons
zelf de schuld geven", zegt Raffi Ho-
vanissian. Hij emigreerde in 1989 uit
de Verenigde Staten en werd - met be
houd van zijn Amerikaanse paspoort -
de eerste minister van Buitenlandse
Zaken van Armenië. Hij verloor die
baan weer toen hij tijdens een officieel
bezoek aan Turkije aankondigde 'de
westelijke territoria' op te zullen ei
sen. Tegenwoordig leidt hij een
denktank in Jerevan.
Vrede met Azerbeidzjan zou kunnen
leiden tot de opheffing van de blokka
de. Maar van het recente overleg tus
sen de Armeense en Azerbeidzjaanse
presidenten over Nagorny Karabach,
dat in juni voortgezet wordt, ver
wacht Hovanissian weinig. Daar is de
kwestie te complex voor.
„Pas vanaf vorig jaar tellen we de
mensen die over land reizen", zegt
Stepan Mnatsakanyan, de directeur
van de Nationale Statistische Dienst,
terwijl hij boek na boek vol cijfertjes
op de tafel stapelt in zijn kantoor op
de bovenste verdieping van een verder
leegstaande toren. „In 2000 verdwe
nen 13.200 mensen per trein, 13.600
per auto en 25.700 per vliegtuig. We
weten dat er in de acht jaar daarvoor
644.000mensenper vliegtuig vertrok
ken zijn."
In 1999 leek de trend nog te keren:
slechts 7.000 mensen stapten op het
vliegtuig om niet meer terug te ko
men. Maar toen 's lands twee meest
populaire politici om nog duistere re
denen in het parlement neergeschoten
werden, sprong dat aantal weer om
hoog. Westerse ambassades verlenen
nog alleen toeristenvisa en weigeren
tot tachtig procent van de aanvragen,
omdat bijna niemand terug komtAan
uitreisvisa, gebruikelijk in sommige
andere ex-Sovjet-staten en tot nog
geen tien jaar geleden ook in Turkije,
doet Armenië niet. „Men heeft geen
hoop op de toekomst meer", meent
Mnatsakanyan. „De achterblijvers
zijn machtig en corrupt. Dan zijn er
degenen die geen geld hebben om de
reis te betalen of elders woonruimte te
huren. We kunnen nauwelijks nog
verder zinken."
Dat moge zo zijn wat aantal betreft,
de kwaliteit van de bevolking holt
echter nog verder achteruit. De mees
te gezonde mannen tussen de 20 en de
50 zijn weggetrokken om elders werk
te zoeken. In Sovjettijden was Arme
nië naast Moskou hét centrum van hi-
tech, waar de computers, nucleaire en
laserinstallaties van de defensie-in
dustrie gesitueerd waren. Die kennis
is grotendeels verdwenen of achter
haald: wie nog voor een symbolisch
bedrag op de loonlijst staat van derge
lijke instituten, zit werkeloos thuis.
Demografie
Gagik Yegevyan, de directeur van het
Departement voor Migratie, maakt
zich vooral zorgen om de demografi
sche gevolgen. „Voor iedere 1000
vrouwen in de huwbare leeftijd zijn er
nog 700 mannen. Het aantal huwelij
ken is gehalveerd. Bestaande huwelij
ken stranden omdat manlief maar een
keer per jaar overkomt. Veel kinderen
groeien op zonder vader. Op scholen
geven nog alleen vrouwen les. Jongens
hebben geen rolmodel meer. Over een
jaar of tien krijgen die gegarandeerd
problemen."
Veel jongens, of meisjes, zullen er dan
overigens niet zijn. Tien jaar geleden
kwamen er nog 80.000 Armeniërtjes
ter wereld, in 1999 waren het er
36.000, vorig jaar 34.000. Ook in Rus
land krimpt de basis van de bevol-
kingspyramide in schrikbarend tem
po, maar voor een klein landje als
Armenië is deze trend ronduit bedrei
gend. Want wie moet straks het land,
nog los van de bezette gebieden, ver
dedigen, mocht Azerbeidzjan beslui
ten tot een tegenaanval? Het animo is
toch al niet groot, getuige een wets
voorstel om amnestie te verlenen aan
de naar schatting 15.000 deserteurs
die het land zijn ontvlucht, in de hoop
dat ze terug zullen keren.
De vergrijzing gaat in zo'n rap tempo
dat inmiddels ieder werkend lid van
de bevolking een pensioentrekker on
derhoudt. De metro van Jerevan rijdt
nog maar met twee wagons in plaats
van drie en de regering heeft het aan
tal klassen in het lager onderwijs te
ruggebracht. „Maar ook de onderwij
zers worden steeds ouder. Niemand
wil die baan nog voor zo'n schijntje",
meent Gevorg Poghosyan, socioloog
en directeur van het Instituut voor Fi
losofie en Wet. Aan de muur in zijn
werkkamer hangt een kaart van de
Kaukasus waar pijlen kriskras over
heen lopen: de migratiestromen tus
sen 1988 en 1994. „Duizenden meisjes
die weggetrokken zijn uit de dorpen,
prostitueren nu hier in Jerevan. Moe
ders doen het om hun kinderen te eten
kunnen geven. We verliezen onze cre
ativiteit. De rek is uit de samenle
ving."
Van Hagop Bazoyans medestudenten
heeft 70 procent zijn heil elders ge
zocht. „Die komen ook niet meer te
rug", zegt de 29-jarige fysisch ingeni
eur. „Het is moeilijk om je leven
opnieuw op te bouwen. En ze weten
niet of ze dan niet weer weg moeten.
Er zijn te veel slechte herinneringen."
Bazoyan is een van de weinige geluks
vogels met een baan, en nog wel bij
HPL Inc., een gespecialiseerd soft
warebedrijf uit Silicon Valley van een
Armeense Amerikaan die wat voor
zijn moederland wilde doen.
Californië
De Armeense programmeurs bleken
ook wat voor hem te kunnen doen. In
kale ruimten met het roze Sovjetbe-
hang nog aan de muur, van het voor
malige Instituut voor Informatie,
Technologisch en Economisch Onder
zoek zit een honderdtal van hen nu da
gelij ks gebogen over de computer. De
kieren in de metalen raamkozijnen
zijn met bruin plakband afgeplakt, de
ruiten sinds een jaar of tien niet meer
gewassen. „Hun salarissen zijn hoger
dan dat van de president hier", zegt
manager David Lepajian, „maar ze
kosten een fractie van hun collega's in
Silicon Valley." Nagenoeg alle soft
ware van HPL wordt inmiddels in
Jerevan ontwikkeld en met de eigen
satelliet naar Californië gezapt. En
het nieuws doet de ronde. Volgens Le
pajian werken in totaal zevenhonderd
Armeniërs voor buitenlandse soft
warebedrijven.
Het stadje Gavar aan het Sevanmeer
en het even verder gelegen dorp Kar
mir zijn zo verwaarloosd dat ze wel
gebombardeerd lijken te zijn. Slechts
een enkele dronken man loopt over
straat. Toch heeft hier een kleine revo
lutie plaatsgevonden dankzij een an
dere Amerikaanse Armeniër, James
Tufenkian (48). „Ik was één keer in
Armenië geweest, in 1981en was me
teen verliefd. Ik zwoer dat als het ooit
vrij zou zijn, ik mijn leven er voor zou
geven."
Zo ver hoefde hij gelukkig niet te
gaan. Het uitbreiden van zijn tapij
tenknoperij in Nepal met een vesti
ging in Karmir was al voldoende om
een streek weer een sprankje hoop te
geven. Alle vrouwen uit het dorp wer
ken er. Dorpen in de omgeving hebben
van 'Mister James' kudden merino-
schapen gekregen waarvan hij de wol
afneemt. Hij heeft kaarders, spinners
en ververs in dienst en verkoopt zijn
handgemaakte tapijten voor hoge
prijzen in 'the States'. De zaken gaan
zo goed dat hij inmiddels ook kera
miek produceert en in de bouw en het
toerisme zit.
„New York is the best city in the
world. I love it", zegt hij. „Ik kan er
bovendien omwille van mijn zaken
niet weg. Maar ik zou dolgraag hier
willen wonen In dit land kun je vin
den wat je wilt. Anderen denken dat
het vies land is, vol oplichters. Dat
vinden ze dan maar. Ik vond loyale
managers en goede werkers. Mensen
reageren op mijn idealisme. Ze weten
dat er meer op het spel staat dan geld.
Het gaat om het opbouwen van ons
land. We moeten bewijzen dat dat
kan."
Jessica Lutz
Een recente omzwerving over de Balkan
voerde mij naar Bulgarije, een obscuur
landje op de drempel van Turkije. „Als in
Bulgarije iemand wordt vermoord, vloeit er
geen druppel bloed", had mijn Servische
vriend de avond tevoren nog vol bewonde
ring gezegd. „Hier moeten ze altijd zo nodig
mensen met machinepistolen neermaaien in
hotellobby's."
Zoals Frankrijk met wijn wordt geassoci
eerd, stond Bulgarije inderdaad bekend om
zijn kwalitatief goede moorden. Het enige
wat ik van dit landje wist toen ik het bin
nenreed, was dat Bulgaren begenadigde
moordenaars waren die hun vakkennis-
volgaarne over de grenzen etaleerden.
Een van de meer geruchtmakende misdrij
ven van de eeuw was de 'paraplumoord' in
Londen en ik had mij voorgenomen deze
zaak direct na aankomst in Sofia op te los
sen. Er schoten mij weinig andere onder
werpen te binnen.
De 'paraplumoord' werd gepleegd op 7 sep
tember 1978, hoewel het slachtoffer pas drie
dagen later zou overlijden. Dat slachtoffer
was de dissident Markov, die voor de BBC
werkte. Terwijl Markov die zomerdag op
Waterloo Bridge in Londen op de bus stond
te wachten, voelde hij een prik in zijn been.
Hij draaide zich om, en zag een heer met een
paraplu die 'Oh, pardon' zei.
Markov vervolgde zij n busreis naar het kan
toor van de BBC aan de andere kant van de
Thames, maar werd de volgende dag ziek.
De dokter dacht aanvankelijk aan griep,
maar luttele dagen later vernam een ge
schokte wereld de toedracht. Markov was
gedood door een langzaam werkend gif dat
uit de punt van de paraplu was gekomen.
standplaats
Dader: de Bulgaarse geheime dienst. Het
Grand Hotel Bulgaria in het centrum van
Sofia was altijd al de plek geweest waar
buitenlandse correspondenten verbleven.
John Reed had hier in 1915 geslapen en Ja
mes David Bourchier was er zelfs overleden.
Bourchier, die een kwart eeuw lang de Bal
kan-correspondent van de Times was ge
weest, stierf in kamer 29. Hij was zo vaak in
Sofia, dat de Bulgaren na zijn dood in 1920
een sigarettenmerk naar hem noemden
(Bourchier stierf aan een longaandoening).
De man die ik in de lobby van het hotel de
hand drukte, stelde zich voor als Vladimir
Bereanu. Hij sprak accentloos Engels, had
contacten bij de inlichtingendienst en wist
alles van Markov's dood.
Zijn verhaal was opmerkelijk. De gifspui-
tende paraplu, zo zei hij, had nooit bestaan.
Markov was misschien vergiftigd, maar
misschien ook niet. Maar als hij was vergif
tigd, was dat gif in zijn been geschoten met
een KGB-pistool.
De dader had inderdaad een paraplu gehad.
Maar dat was alleen een hulpmiddel ge
weest. Enkele dagen daarvoor was gepoogd
een andere dissident in de Parij se metro met
het pistool te dodenmaar de gifcapsule was
niet door zijn jas gedrongen. Daarom had
den de Bulgaren besloten op Waterloo
Bridge een paraplu te gebruiken. De agent
liet die vallen, bukte zich om hem op te ra
pen en schoot in het been van Markov. De
dunne zomerbroek was geen belemmering.
Het verhaal over de paraplu als moordwa
pen, zo vervolgde mijn kettingrokende
bron, kwam uit Britse koker. Een journalist
van de Evening Standard had destijds een
verhaal over Markov geschreven met twee
koppen, waaruit hij zijn hoofdredacteur
had laten kiezen: 'Bulgaarse dissident ge
dood door wesp' en 'Bulgaarse dissident ge
dood met paraplu'. De hoofdredacteur had
de laatste gekozen en de mythe was gebo
ren.
Die mythe kwam de Britten goed uit, pufte
mijn gesprekspartner, want Bulgarije
moest als trouwe vazal van Moskou zwart
worden gemaakt. Maar er was nog iets an
ders waar hij op wenste te wijzen.
Scotland Yard had 23 jaar lang geweigerd
het autopsieverslag van Markov vrij te ge
ven, hoewel de Bulgaarse regering daar
vaak (en tot voor kort) om had gevraagd.
Waarom? Vladimir Bereanu grijnsde ge
heimzinnig en zei: „We kunnen niet uitslui
ten dat Markov aan griep is gestorven en dat
de MI5 (Britse contraspionagienst) zijn
dood heeft aangegrepen om de Bulgaren
zwart te maken als moordenaars."
Terwijl Bereanu de lobby uitbeende, een
pluimpje rook achterlatend, overpeinsde ik
zijn onthulling. Markov was helemaal niet
vermoord en zeker niet met een paraplu. Ik
was in de val gelopen van de MI5 Bulgarije
was niet het land van de begenadigde moor
denaar.
Het was gewoon het land van de yoghurt.
Cees van Zweeden