Balanceren op het scherp van de snede a .r Een ballonvaart maakt de mens even wat gelukkiger Thijs Kramer neemt afscheid van Zeeuwse Milieu Federatie X uv zaterdag 5 mei 2001 Boven de Westerschelde straalt de zon. Zandplaten blinken. De vloed loopt langzaam het modderige oude veerha- ventje van Hoedekenskerke binnen. Een idyllisch beeld, dat niet lang stand houdt. Donkere wolken komen opzetten. De zon maakt plaats voor een flinke plensbui, compleet met enkele donderslagen. Het is symbolisch voor het gesternte waaronder Thijs Kramer (46) de afgelopen zestien jaar werkzaam was voor de Zeeuwse Mi lieu Federatie. Op de barricaden voor na tuur en landschap in de Delta, met wisse lend succes. De balans opmakend is er per saldo meer zonneschijn dan regen. Kra mer heeft met veel volharding de groene ruimte in Zeeland op de kaart gezet. Van een roeping wil hij niet horen. Wat hem dan wel heeft bewogen zich voluit in te zetten voor natuur en landschap weet Thijs Kramer ook niet precies. Een combinatie van eigen ambities met die van de Zeeuwse Milieu Federatie. In het maatschappelijk krachten spel een positie proberen te verwerven voor natuur en milieu. Dat is hem zeker gelukt, al moest er vaak tegen de stroom in geroeid wor den. En de strijd is nog lang niet gestreden. Kramer, op en top wortelend in het Zeeuws- Vlaamse land, relativeert zijn rol in het taaie proces van erkenning. „Je bent tot op zekere hoogte een boegbeeld. Dat kun je alleen maar zijn omdat zoveel mensen je steunen. Je hebt ook geen greep op de maatschappelijke ontwikkeling, die absoluut gunstig was. Als ik de ZMF vergelijk met de milieufederaties in andere provincies, dan hebben we het niet slecht gedaan. Dat is het werk van meerderen geweest. Je hebt ook te maken met gunstige politieke omstandigheden. Allerlei dingen die soms als een puzzel in elkaar vallen." Voor Kramer is het open houden van de Oos- terschelde een voornaam ijkpunt. „De open Oosterschelde is een verworvenheid van de milieubeweging, zoals het kinderwetje van Van Houten dat was voor de arbeidersbewe ging. Ik voel me er ook persoonlijk extra ver antwoordelijk voor. Er is strijd voor geleverd, wij zijn erfgenamen van de actievoerders van toen. Het is ook de reden waarom we het plan Tureluur voor natuurontwikkeling langs de Oosterschelde hebben opgezet. De erfenis van de open Oosterschelde voortzetten. Het is een emotionele verbondenheid die ik voel met de Oosterschelde, al is mijn persoonlijke band groter met de Westerschelde, daar ben ik langs opgegroeid." De Oosterschelde moet in het collectieve ge heugen van de milieubeweging een aparte plek houden, zegt Thijs Kramen „Tot nu toe is er goed met de erfenis omgesprongen, ook nu het een Nationaal Park is. De natuur blijft ge woon voorop staan. Er zijn wel wat incidenten gewoest, zoals aanleg van camping Orisant, maar ik vind dat we het goed gedaan hebben, al is het nog lang niet klaar.Hij doelt op een vervolg van de deltawerken, waarover het al gemene oordeel minder juichend is dan ten tij de van de ingebruikname van de stormvloed kering in 1986. Het besef wint terrein dat dergelijke grote ingrepen in de natuur ten fa veure van de veiligheid, niet zonder nadelige gevolgen blijven. Herbezinning De tijd is rijp voor een herbezinning op de del tawerken, stelt Kramer. Hij vindt dat er goede redenen zijn om forse wijzigingen aan te bren gen. Niet alleen vanwege de natuur, ook met het oog op de klimaatveranderingen en de wa terafvoer van de grote rivieren. „Het deltage bied is nog lang niet gex-eed. Je ziet elke eeuw een ander beeld. Het huidige beeld zal ook weer veranderen. Ik denk aan nximte aan het water prijsgeven, decompaxtimentering. We staan aan de vooi'avond van een nieuwe visie op het hele deltagebied en dat zal forse veran deringen met zich meebrengen." Een omslag in het denken is nodig. Vroeger kwam de grote dreiging vanuit zee, nu komt die vanuit de rivieren. Er is steeds meer water dat afgevoerd moet worden; langs de rivieren zelf zijn onvoldoende mogelijkheden. De zee- spiegelxijzing versterkt de problemen. Kra mer: „In Zeeland houden we het nog wel droog. De problemen zitten meer in het rivie- i-engebied. Moeten we soms deBommeler- waard onder water zetten? De Betuwe ontrui men of liever een compartimenteringsdam wegbi'eken? Er ontstaat een enox-me behoefte om water op een snelle manier kwijt te kun nen." Het houdt hem sterk bezig en in zijn nieuwe functie bij Staatsbosbeheer blijft hij ei'over meedenken. Dankzij Kramers inzet - 'ik pak graag dingen op'- wordt meerrekening gehouden met de belangen van natuur en mi lieu. Hij is er de man niet naar om hoogtepun ten op zijn conto te schi'ijven. „Het zijn veelal processen waar je een deel van de club bent. Het leukste is om dingen uit te voeren. Schou- wen-Oost is het eerste landinrichtingsproject dat door de natuurbescherming is aange- vi-aagd. Kust in Kleuren voor West-Zeeuws- Vlaanderen is een leuke ontwikkeling. Visies ontwikkelen, laten zien wat je met een gebied kunt, hoe je problemen aanpakt. Waar ik een gruwelijke hekel aan heb is pappen en nathou den. Het pi'oj eet Walcheren 2000+vind ik niks. Daar zit geen visie in, texwijl Walcheren die juist hard nodig heeft. Kramer blijft niet in het eigen (natuur)hok zit ten, hij klimt over de schutting. Dat heeft de recreatiesector gemerkt. Voor West-Zeeuws- Vlaanderen en het Veerse Meer zijn gezamen lijke plannen gemaakt. De recreatie lift mee met de gestroomlijnde belangenbehaxliging van de natuur. „Recreatie en toerisme is in het hele publieke debat een ondergeschoven kind je. Voor Zeeland is het een belangx'ijke econo mische pijler. Er is in die sector nauwelijks aan visievorming gedaan, al begint men er wel meer over na te denken", betoogt Kramer. „Natuur en recreatie zullen elkaar altijd blij ven tegenkomen. Wij zijn niet tegen recreatief medegebruik, zolang de natuur maar niet in een verdomhoekje komt." De erkenning als belangenbehartiger mag dan een feit zijn, de natuur- en milieubeweging kan het zich niet veroorloven te freewheelen. Mooie plannen en creatieve ideeën zijn som migen een doorn in het oog. Thijs Kramer zal zijn laatste vergadering van de landinrich tingscommissie Schouwen-Oost niet licht vergeten. Zonder veel argumenten blokkeer den de boeren een noodzakelijke boerderij ver plaatsing. Een afscheid met weliswaar een bos bloemen, maar ook een (voorlopige) neder laag. Het is een waarschuwing dat het tij mak kelijk keert en dat het natuurbelang nog altijd niet vanzelfsprekend is. Met Schouwen-Duiveland heeft Kramer trou wens toch een soort haat-liefdeverhouding. Hij beleeft er de uitvoering van plan Tureluur, dat uitgroeit tot een grandioos voorbeeld van natuurontwikkeling (als die ene hoeve ten minste niet in de weg blijft staan). De regio viel in 1998 genadeloos over hem heen, toen hij vierkant tegen inzet van de stormvloedkering was om de wateroverlast te verminderen. „Ik heb me daarin gewoon vergist, dat is gelukkig niet veel voor gekomen. Ik reageerde heel spontaan, de emotionele band met de Ooster schelde speelde mee. Ik ben helemaal voorbij gegaan aan het feit dat de hele zaak onder wa ter stond en de emoties van 1953 meespeel den." Dat Kramers standpunt technisch gezien juist was (manipuleren met de kering hielp niet) vermocht de commotie over zijn uitspraken niet te temperen. „Wat ik vooral als pijnlijk heb ei*varen is dat er onder de oppervlakte bij een bepaald deel van de bevolking enorme weerstand bestaat tegen natuur en milieu." Hoe juist dat is, bleek ook bij een ander diepte punt uit zijn ZMF-loopbaan: het afstemmen van de milverka veling rond Aardenburg. „We hadden jarenlang aan het project gewerkt en het was een goed plan. De boeren dachten door het afstemmen het natuurbeleid tegen te hou den. Ze hebben alleen hun eigen voordelen in rook zien opgaan." De agrariërs blijven een geducht tegenstan der, ook al is er op het platteland een revolutie gaande. De verhoudingen veranderen, ex-vaart Kramer. „Vijftien jaar geleden was iemand als Huib van der Maas heilig. De hele ontpolde- ringsdiscussie is terug te voeren op het gege ven dat de landbouwvoormannen een onder werp hadden waarmee ze hun achterban konden bedienen. Nu is er een culturele revo lutie diè een achterhoedegevecht voex-t in de besturen van de waterschappen. De boeren hebben het niet meer alleen voor het zeggen in het landelijk gebied. Ze zitten in een hoek waar de klappen vallen. Daar moet je wel re kening mee houden." Thijs Kramer deelt zijn tijd bij de milieufede ratie in drie parten: de protestfase, de erken ning via beleidsplannen en de verbreding.,We zijn nu met allerlei andere partijen in discussie om stappen verder te zetten. Je moet in de kop groep zitten en niet achterin het peloton. Dan kom je ook een beetje uit de zeux-pietenf ase. Een deel van de natuurbescherming is zeui-- pieterig, heeft te weinig vertrouwen in de overheid. Als er een plan wordt gelanceei'd is men meteen tegen. Dat is in wezen conserva tief; daar moet de natuurbescherming wel voor oppassen. Vi'oeger stond je met de rug naar de samenleving gebogen over het laatste plantje, in de hoop dat het niet vertrapt zou worden. Nu gaat liet erom: hoe krijgen we het natuurbeleid gerealiseerd." Poldermodel Het zowel befaamde als beruchte poldermodel lijkt Kramer op het lijf geschreven. Hij gelooft zelf dat met het sluiten van compromissen veel is bereikt. Balanceren op het scherp van de snede. „Een compromis is altijd een risico. Je hebt te maken met een lastige dubbelrol van de ZMF. Je hebt een soort vakbondstaak als be langenbehartiger en je mikt op het haalbare. Aan de andere kant is er de maatschappij-kri tische rol, die verder gaat dan wat kantteke ningen zetten bij ontwikkelingen. Je moet een evenwicht zien te vinden. Proberen alletwee de rollen te spelen. Dat is niet makkelijk, maar ik ben niet iemand van zwart-wit. Een groot deel van de achterban kan zich goed vinden in de o vex-legrol die we de laatste tien j aar hebben ontwikkeld." Kramer weet niet of hij wel de hele sector re presenteert. „Ik ben een beetje een voorloper. Soms voer ik heftige discussies met de achtex-- banHet gaat in feite om strategie - hoe den k j e dingen te realiseren. Vroeger waren we gewoon tegen, nu moeten lastige afwegingen worden gemaakt. Misschien ben ik te genuan ceerd geworden. Door al die overleggen hoor je ook de argumenten van anderen. Ik probeer graag de grootste gemene deler te vinden. Als je me boos wilt ki'ijgen, moet je zeggen dat compromissen sluiten liet verkwanselen van het natuurbelang is. Ik geloof niet in alleen maar een radikale gx-oene lijn. Het ons-kent- ons cultuurtje? Ik heb wel eens in vijf minuten vier miljoen gulden voor iets geregeld. Dat komt omdat er vertrouwen aanwezig is. Dat werkte vroeger ook zo, alleen werden er toen Sloegebieden aangelegd." Draagvlak Het beeld dat veel mensen van hem hebben klopt niet altijd met de werkelijkheid, meent Kramer. „Ik ben helemaal niet zo'n di-aag- vlak-freak. Soms moet je geen breed draag vlak willen creeëren voor een bepaalde visie. Draagvlak is de vij and van het ambitieniveau. De Eiffeltoren zou nooit zijn gebouwd als ex- eerst draagvlak voor was gevonden. Je moet bewust een beperkte groep opzoeken om gren zen te verleggen. Anders krijg je ideeën nooit van zijn leven uitgevoerd. Dat is het nadeel van het poldermodel. Je moet in bepaalde fa ses ook de stilte opzoeken. Dat is geen onde mocratische houding. Het is meer van: hoe krijg je bepaalde maatschappelijke ontwikke lingen in gang gezet." Thijs Kramer vindt dat in strategisch naden ken over dingen zijn kwaliteiten liggen. „Ik heb liever een sterke tegenstander dan een slechte medestander." Een Zeeland-debat over de toekomst van de provincie ziet hij als een slecht voorbeeld van strategisch naden ken. „Toeters en bellen om gebrek aan inhoud te camoufleren." Hij vex-wijt dat ook de poli tiek. „Uit de bestuurlijke koker komen niet de vergezichten met visie. Dat is jammer. De poli tiek moet weer kenbaar maken waar ze voor staat. Nadenken over de toekomst en de lei dende rol in het maatschappelijk debat op pakken. Het is niet voor niets dat er zo weinig mensen naar de stembus gaan. In natuux-clubs vindt meer visievorming en discussie plaats dan in politieke partijen." Rinus Antonisse Op vrijdag 11 mei wordt tijdens een mini-sym posium over de Oosterschelde door de ZMF af scheid genomen van Thijs Kramer. Dat ge beurt vanaf 14.00 uur in hotel Arion te Vlissin- gen. Er worden enkele inleidingen gehouden, door journalist Kees Slager, die terugblikt op de woelige tijd van het ontwakend milieubewustzijn; door Eric Marteijn, afde lingshoofd rivieren Rijkswaterstaat, over de gevolgen van de rivierenproblematiek voor de delta en door Kramer zelf, over het plan Ture luur. Om 16.00 uur begint een afscheidsrecep tie. AA Thijs Kramer: „Je moet in de kopgroep zittenen niet achterin het peloton. Dan kom je ook een beetje uit de zeuip ietenfase foto Peter Nicolai Toen hij besloot om van zijn hobby zijn beroep te maken en om steun aanklopte, kreeg ballonvaarder Rien Jurg (50) uit Hengelo overal nul op het rekest. Niet levensvatbaar, werd ge zegd. En dus nam hij maar een tweede hypotheek op zijn huis om te kunnen beginnen. Inmiddels is zijn ballon- vaartbedrijf het grootste van Europa. „De ballon is een skybox in de lucht." ATatuurlijk is hij wel eens bang geweest. IN Maar doodsangst heeft hij nooit ge kend. Alhoewel. Zijn eerste Gordon Ben- nett-race, in 1983 vanaf de Place de la Con corde in Parijs, herinnert hij zich nog maar al te goed. Het weer was toen zo slecht. Het team dat als eerste startte, verongelukte in Duitsland. Zelf kwam hij in een enorm on weer terecht. Er was turbulentie, waardoor de ballon een paar keer tegen de nokken van gebouwen botste. „Ik zie nog zo tussen de wolken door opeens de Sacré Coeur een paar meter onder me. Beangstigend, maar ook enerverend." Met de grootste moeite kon hij even ten noorden van Parijs een goed veld vinden om te landen. „Die race had Ballonvaarder Rien Jurg nooit mogen worden begonnen", klinkt het laconiek. De Gordon Bennett-race is 's werelds meest prestigieuze wedstrijd voor gasballonvaar- ders. In het begin was hij al blij dat hij mee mocht doen; de laatste j aren eindigt hij stee vast bij de eerste drie. Het zou mooi zijn, zegt hij, als hij een keer zou winnen, want het land van de winnaar mag het evenement het jaar daarop organiseren. Rien Jurg schat dat hij inmiddels zo'n twee duizend keer de lucht in is geweest. De kick en het intens genieten zijn er onderhand wel van af, geeft hij toe. „Waar jewel van geniet, is van de verrukking van de passagier. De gene die voor het eerst een ballonvaart mee maakt, is meestal euforisch. Het gevoel dat je los bent van de grond, dat de wereld aan je voeten ligt, dat je een stukje dichter bij het paradijs bent, is heel sterk. Ik zeg wel eens: een ballonvaart maakt de mens even een stukje gelukkiger." Het is wel wrang, zegt hij, dat er uitgere kend nu mond- en klauwzeer heerst. Sinds het uitbreken van de ziekte, begin maart, zijn alle ballonvaartactiviteiten in Neder land gestaakt. „Heb je net een gigantische investering gedaan, sta je aan de grond. Mi nister Joiritsma roept dat ondernemen vooniitzien is en risico's nemen. Maar nie mand had deze ellende kunnen voorzien, de boeren niet en wij al helemaal niet. Geluk kig zijn wij niet louter afhankelijk van acti viteiten in Nederland. We doen ook veel in het buitenland. Dat gaan we nu maar ver sterkt aanpakken. En het ziet er naar uit dat dat ook gaat lukken." Rien Jurg heeft jarenlang nieuwbouwwo ningen ontworpen, niet alleen in dienst van architectenbureaus maar ook zelfstandig. In 1982 besloot hij van zijn hobby ballonva ren zijn beroep te maken. Velen verklaarden hem voor gek. Overheidsinstanties waarbij hij aanklopte voor een investeringspremie - het beginnen van een eigen bedrijf werd toen zeer gestimuleerd - gaven hem steevast nul op het rekest. Telkens werd de afwijzing gemotiveerd met de opmerking 'niet levens vatbaar'. Uiteindelijk nam hij een tweede hypotheek op zijn huis tegen een rente van boven de tien procent. „U bent wel innove rend bezig", zei de man van de bank nog. Van het geld kocht hij een eigen ballon. En een naaimachine, waarop Peggy, zijn vrouw, 's avonds de reclamespandoeken maakte die op ballon moesten worden be vestigd. „Het was best een moeilijke tijd", zegt hij„Vooral de eerste drie jaar was het sappelen. Ik maakte toen nog geen dertig tot veertig vaarten per jaar." „Maar ik heb altijd geweten dat een lucht ballon een fantastisch pr-instrument is. Probleem was dat in het begin velen nogal pessimistisch tegen deze vorm van reclame maken aankeken, laat staan dat er mensen konden worden gevonden die het leuk von den om een ballonvaart mee te maken. On bekend was toen ook onbemind. Het heeft heel veel moeite gekost om mensen te ovei"- tuigen. Maar er wai-en ook mensen die me het voordeel van de twijfel gaven. „Okee, la ten we het dan maar eens proberen met een spandoekje op de ballon. En zo werden we elk jaar groter." Wat er nu staat, is het grootste ballonvaart- bedrijf van Europa, met een omzet van te gen de zes miljoen gulden en met veertien mensen in vaste dienst. De hele club - inclu sief part-time ballonvaax'ders die op afroep uit het hele land beschikbaar zijn - telt zo'n negentig mensen. Vorig jaarwerden met bij na dertig ballons duizend vaarten uitge voerd, tot ver in het buitenland toe. Er zijn bedrijven die meerdere ballons hebben om dat ze op meerder plaatsen tegelijk actief willen zijn. „We hebben nu een organisatie", zegt Rien Jurg, „die in staat is ballons te transpoite- ren naar waar de klant ze wil hebben. Niet alleen naar Het Hulsbeek, ook naar Azië of Latijns-Amerika, Vorig jaar zijn we voor Discovery Channel naar Argentinië ge weest." „Er is helemaal geen sprake van verzadi ging", antwoordt hij desgevraagd. „Wacht maar tot het nieuwtje er af is, dan heb je een probleem, heb ik wel eens te horen gekre gen. Maar het tegendeel is het geval. Juist doordat ze zoveel in de lucht worden gezien, willen steeds meer mensen een vaart in een ballon meemaken, Tien procent van de Ne derlanders, is uit onderzoek gebleken, wil len wel eens ballonvaren. Dat zijn anderhalf miljoen mensen. Dat kunnen wij - een rela tief kleine groep ballonvaarders - helemaal niet aan." Gandhi Hij is inmiddels de hele wereld over ge weest. Heeft alle continenten bezocht. Is op gestegen bij de tempels inMexico, de pira mides in Egypte, in de Rocky Montains in Canada; geland in de Mississippi-delta in Amerika, op het strand aan de Zwarte Zee in Roemenië, in het Andesgebex-gte in Chili. Hij is nog op de thee geweest bij premier Radjif Gandhi in India. „Het is toch prachtig dat het bedrijfsleven ons in zo'n mal mandje de hele wereld over stuurt. Ik ben het stadium van hobbyist na tuurlijk al lang voorbij en steeds zakelijker geworden. Maar dit soort trips geven nog steeds een geweldige kick. Daar doe je het uiteindelijk toch voor. Het leven is te kort om er niet van te genieten." Rindert Paalman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 25