Een liedje moet helemaal waar zijn Laïs is overal welkom Als lemmingen springen ze van de liefdesrots Drie stemmen zijn een orkest op zich Nieuwe cd van Ellen ten Damme Komische opera Béatrice et Bénédict e veelgebruikte vergelijking met engelen en toverfeeën ligt voor de hand. Met Jhun zoetgevooisde stemmen en charmante verschijning lijken Jorunn Bauweraerts (22), Annelies Brosens (21) en Nathalie Delcroix (25) - oftewel de groep Laïs - iedereen te kunnen betoveren, van folkf an tot progressieve popliefhebber. Nadat ze met het debuutalbum Laïs thuisland België aan hun voeten kregen, brengen ze sinds het verschijnen van de opvolger Dorothea in Nederland en Frankrijk de hoofden op hol. Toch is de nadruk op de hemelse stemmen eenzijdig, want Laïs heeft ook een aardse en donkere kant. donderdag 3 mei 2001 De Amerikaanse country- zangeres Emmylou Harris heeft in bewondering de toon gezet. Zij hoorde het trio vijf jaar geleden zingen op het folk- festival van Dranouter en was danig onder de indruk. De zan geres zei aangenaam verrast te zijn door de three angelvoices daarbij een kwalificatie gebrui kend die critici gewoonlijk voor haar reserveren. Sindsdien duikt de term op in vrijwel elke beschrijving van Laïs' muziek. Dat is niet zo gek, want het han delsmerk van de drie meisjes uit Kalmthout is hun - op de plaat én live - loepzuivere driestem mige zang. Aanvankelijk zong Laïs - de naam betekent stem maar ver wijst ook naar de middeleeuwse liederen van Marie de France - alles a capella. Op het in 1998 verschenen debuutalbum is on geveer de helft van de nummers zonder muzikale begeleiding opgenomen, de Vlaamse folk groep Kadril zorgt voor de inkleuring van de overige liede ren. Op het eind vorig jaar uitge brachte Dorothea werkt Laïs met een eigen vierkoppige band - die de zangeressen tijdens con certen ook bijstaat - en enkele gastmuzikanten. Toch worden ook daarop flink wat nummers a capella gezongen. In Laïs is de stem namelijk het belangrijkste instrument. Zo wel op de plaat Dorothea als tij dens concerten blijkt duidelijk dat Bauweraerts, Brosens en Delcroix per liedje beoordelen hoe de gewenste sfeer het beste kan worden opgeroepen. Als stemmen volstaan, wordt een lied niet met instrumentatie volgepropt. Voor een aantal nummers verschijnt slechts een deel van cle band op de planken en ruim de helft van de set wordt door het hele gezelschap ten ge hore gebracht. De drie stemmen van Laïs zijn een orkest op zich. Bauweraerts verzorgt doorgaans het lage re gister, Brosens het hoge en Del croix kruidt het geheel met fri vole toevoegingen. De door de zangeressen zelfgemaakte ar rangementen zijn razend knap. Het is prachtig te horen hbe een van de stemmen als het ware naar beneden duikelt, terwijl de andere twee doorzingen, of - een geliefd procédé van Laïs - hoe de driestemmigheid langzaam wordt opgebouwd en verrijkt. Teksten In interviews bagatelliseren de zangeressen soms de inhoud van de teksten, om aan te geven dat het hen vooral om de ldank gaat. „Onlangs zei iemand dat som mige woorden in onze teksten nog een hele achtergrond heb- I ben waar wij niets van afwe- I ten", betoogt Delcroix in Humo. „Maar we gaan niet studeren om de ware betekenis van die tek sten te achterhalen. Als ze poë tisch klinken zijn we allang tevreden. Wie weet waar wij al lemaal over zingen." Tot op zekere hoogte klopt dat. Het Ita liaans van 'Barbagal' en 'Bene- detta', het Zweeds van 'Min Morfar' en het Fins van 'Tina Vieri' is voor het Nederlandse publiek net zo onverstaanbaar als de Nederlandse teksten in Frankrijk of Italië, landen waar Laïs behoorlijk aan de weg tim mert. Laïs: Nathalie Delcroix, Annelies Brosens en Jorunn Bauweraerts (vlnr op beide foto's). foto Joris den Blaauwen/GPD Maar de suggestie dat de teksten er helemaal niet toe doen, gaat te ver. Daarvoor zijn ze met te veel zorg uitgekozen. Compone ren en arrangeren doen Bau weraerts, Brosens en Delcroix wel, tekstschrijven niet. Het merendeel van hun liedjes dui kelen ze op uit oude liedboeken. Met name Bauweraerts kan geen tweedehands boekwinkel of rommelmarkt voorbij lopen, zonder naar tekstboeken te snuffelen. De oud-Nederlandse teksten worden bewerkt - inge kort en enigszins gemoderni seerd - vervolgens vocaal gear rangeerd en - indien nodig - van muziek voorzien. Een mooi voorbeeld is 'Doran', het openingsnummer van de laatste cd: Zingend, springend Op de wei den/ Hoplen, koplenzwanemei- den Doran Luchtig, vluchtig Hand aan hand Wiegen, vlie gen z'over 't land Doran /Al pinkelt, finkelt Voorde meiden Zweven, streven door de wei den Doran Zingend, sprin gend Op de weiden Hoplen, koplen zwanemeiden Doran Ze kazzlen, fazzlen Goedge- zinden Zoomen, bomen suize- winden Doran Deze tekst, die doet denken aan een gedicht van Guido Gezelle, is duidelijk uitgekozen om zijn klank. De inhoud van de tekst valt daarmee samen, veel meer dan een feestelijk en vrolijk dansen wordt er met deze woor den niet uitgedrukt. De lente achtige sfeer wordt versterkt door de muziek en de productie op de plaat, die is beïnvloed door het werk van Daniel La- nois (veelgeroemd producer van onder anderen U2, Emmylou Harris en Bob Dylan), een favo riet van Bauweraerts. Geweld en seks Een nummer als dit versterkt het feeërieke karakter van Laïs, zoals de samenzang in 'Belle', 'Benedetta' en 'Les douze mois' de vergelijking van een hemelse samenzang voedt. In liederen als deze is het alsof drie nonnen uit een middeleeuws klooster het aardse ontstijgen. Maar dat de meisjes van Laïs geen nonnen zijn, blijkt uit de teksten die meer zijn dan alleen klank. Die verraden een fascinatie voor ge weld en seks. 'Zeven steken' vertelt het ver haal van eenjongeling van achttien jaren die bij z'n meisje de liefde k wam verklaren maar toen hij haar had van haar eer ontrukt liet hij haar zitten met haar ongeluk'Als het meisje hem in tranen komt vertellen dat ze zwanger is, neemt hij haai" 'mee naar een rivier en sprak: uw laatste rustplaats is hier. Hij heeft haar dadelijk vastgegrepen en nam een mes en gaf haar zeven steken, ja zeven steken, zij viel voor zijn voet. Zij lag te baden in haar eigen bloed'. Dat is andere koek. Een lied als '(houd uw) Kanne- ke' doet in de verte denken aan het kinderliedje 'Hop Marjan- neke, stroop in 't kanneke', maar is bepaald niet zo onschul dig. Een meisje gaat 's avonds om wijn: Wat vond z'in hare we- ge staan Houd uw kanneke vaste Schoon jongeling al on der de maan Bij nachte, bij nachte Houd uw kanneke pro per Dianneke, houd uw kanne ke vaste Die ruiter sprak dat meisje toe Of zij er zijne wille ivou doen Bij nachte, bij nachte Hoe weigerig dat meisje was Hij drukte ze neder in het groene gras Bij nachte, bij nachte... Swingend en poëtisch wordt hier een verkrachting bezongen en het kanneke van Dianneke mag hier zeker dubbelzinnig worden opgevat. Het is overi gens niet Laïs die deze betekenis erin legt. Het gebruik van mid deleeuwse teksten brengt een dergelijke dubbelzinnigheid met zich mee. Het beroemde verhaal Over den vos Reynaerde is immers ook niet het zoetsap pige sprookje van Reintje de Vos, maar een schunnige schel menroman die menigeen nog ro de oortjes bezorgt. Jacques Brei De aardse kant van Laïs blijkt niet alleen uit het gebruik van de middeleeuwse teksten, maar ook uit de keuze van heden daagse muziek. Het repertoire bevat covers van Sineacl O'Con nor en Jacques Brei en muzikaal zijn vele nummers een geslaag de mix van de ritmiek van oude volkswijsjes en de stuwende drums in jazz en rock-'n-roll. In de Belgische hit 't Smidje' lijkt het alsof Status Quo een mid deleeuwse herberg is binnenge vallen en het eerdergenoemde 'Tina Vieri' is vocaal en muzi kaal zo meeslepend dat het een prestatie is er stil bij te blijven zitten. Ongetwijfeld is het aan de veel zijdigheid van Laïs - hemels en aards, poëtisch en swingend, lieflijk en dreigend - te danken dat de groep de harten steelt van zowel liefhebbers van folk en klassieke muziek als van (pro gressieve) popliefhebbers. In december en januari reisde de band langs uitverkochte thea ters in Nederland, deze zomer zijn ze - na succesvolle optre dens tijdens eerdere edities - te ruggevraagd op festivals als Rock Werchter en Lowlands. Laïs is overal welkom. Het ziet ernaar uit dat alleen slecht weer en ziekte in de begeleidings band - waarvan sprake was - een geslaagd optreden van Laïs op Bevrijdingsfestival Zeeland in de weg kunnen staan. Ernstjan Rozendaal ConcertLaïs, Bevrijdingsfestival op het Bellamypark in Vlissingen, zaterdag om 17 uur. Papier is geduldig, maar ook verraderlijk. Vroeg of laat verraadt iedere schrijver zijn persoonlijke drijfveren. Dat geldt in het bijzonder voor Ellen ten Damme. Ze is een van Ne derlands grootste poptalenten, een meer dan middelmatig ac trice (De Tranen van Maria Ma- chita, De Kleine Blonde Dood, Pleidooi, Jiskefet), maar boven dien een openhartig columniste in het Volkskrant Magazine. Haar besognes (deze week kwam haar langverwachte tweede album I Am Here uit en is een indrukwekkende tournee gestart) en haar chaotische na tuur leiden er onvermijdelijk toe dat een en ander door elkaar loopt. De standaard-openingszin van de column luidt: 'Waar is Ellen ten Damme?' Waarna het multi- talent bericht van een filmloca tie in Namibië, terloops melding maakt van een huwelijkse rela tie 'voor de gein' of de lezer mee neemt naar de chaotische ont vangst in Nederland van haar schildersvriend, de al even ex plosief levende Afrikaganger Peter Klashorst. De meest recente column was een onvoldragen vrucht en haalde geen enkele deadline. Het Volkskrant Magazine liet de hamvraag 'Waar is Ellen ten Damme?' dan ook volgen door een raadselachtig, zelfs mythe versterkend 'Geen Idee', waar bij de ruimte voor Ten Damme's rubriek blanco werd gelaten. Het corpus delicti zit tegenover de verslaggever en gunt een blik op een jaloers makend parel moeren gebit. „Hahaha", schatert Ellen ten Damme. ,,Zelf wist ik wel waar ik was, hoor! Maar ik had de re dactie te laat gemeld dat ik weer eens vast zat." Het gezicht vers trakt als van een klein meisje dat een straf ziet hangen. Dood- serieus: „Ik lever altijd maar wat in. Ik wil de deadline van die column zoveel mogelij k naar achteren schuiven. Ik hoop al tijd dat ik nog iets beleef. Zodra zo'n redacteur verdwaasd aan de telefoon hangt en roept: 'Nu moet ik je stukje hebben!', dan denk ik altijd nog: 'Oh, ik heb nog een halve dag de tijd'. Eer lijk gezegd was ik de column de ze keer helemaal vergeten. En dus heb ik een hele dag te laat maar mijn tourschema als co lumn ingeleverd." De voor de hand liggende vraag of ze de redactie wel serieus neemt als ze zoiets flikt, levert een even verbaasde als oprecht naïeve blik op. „Het leek me wel grappig. Het zou ook kunnen dat 'ze' het cool hadden gevon den." Hoe zit het dan met de ver menging van functies? Ten Damme trekt een misprijzend gezicht: „Ik ben geen columnist. Ik schrijf altijd maar een beetje wat er door me heen gaat." Het gelaat weerspiegelt een streepje zon: „Ik dacht: nu zal ik wel ont slagen zijn, maar dat viel mee." De coulance waarmee Ellen ten Damme (33) behandeld wordt, is opmerkelijk, zelfs voor Ne derlandse begrippen. Die kan alleen maar worden gerecht vaardigd door twee dingen. Eén: ze is ondanks haar gecom pliceerde karakter en gedrag ontwapenend. Twee: bij de krantenredactie, maar ook bij de platenmaatschappij en bij casting agencies leeft de rotsvaste overtuiging dat Ten Damme in het bezit is van wat Amerikanen typeren als 'star material'. En een ster heeft een streepje voor. Over deadlines gesproken, de release van haar tweede album was een onwaarschijnlijk zware bevalling. Anderhalf jaar gele den was het merendeel van het songmateriaal dat van I Am He- re een verrassend sterk album maakt, al goeddeels klaar. Bij Studio Zeezicht in Spaarnwou- de had Ten Damme een achttal hartenkreten op de band ge slaakt, slechts voorzien van spaarzame gitaar- of toetsenbe- g'eleiding. Naakt, kaal, recht streeks, zoals Faith van George Michael, of om het even welke plaat van Ani DeFranco. Iemand moet bij Universal - de platenmaatschappij waar ze dankzij het onderschatte de buut Kill Your Darlings (1995; een coproductie met Rob ten Bokum) nog een contractje had - zijn wakker geschrokken. Er volgde, een voor Nederlandse begrippen, forse vergroting van productiebudgetten en voor spelbaar, een eindeloze reis langs opnamestudio's in bin nen- en buitenland (Londen, de dEUS-studio in Ronda, de Bel gische ICP Studio's). Het resul taat van deze tocht is gelukkig geen ontkenning van het voor liggende creatieve proces. In een productie van Attie Bauw zijn de arrangementen gespierd ge worden, maar is het autobiogra fische karakter dat Ellen zo bij zonder, want onvervreembaar maakt, overeind gebleven. „Als je voor jezelf schrijft, is het zoeken", zegt ze. „Het moet dan helemaal waar zijn: het liedje moet verwoorden wat ik voel. En het moet interessant zijn: als ik iemand een blik gun in mijn binnenste, moet die zijn hoofd niet afdraaien, of enkel naar me kijken omdat-ie dat wel prettig vind", zegt Ten Damme. „Je legt jezelf veel meer regels op dan ie mand anders dat ooit zou doen. In 'Save Me', een van de zelfcori- fronterende songs op I Am Here, snijdt Ellen het dilemma van in nerlijk versus uiterlijk aan. 'Hoe komt het dat zoveel honderden mannen het kleine meisje in me niet herkennen?', zingt ze. Ten Damme: „Mensen gaan af op mijn buitenkant, hebben een vluchtige indruk van: da's wel een lekker meisje. Je wilt dat ze beseffen: er is meer. Ik ben sterk, zwak, krachtig en klein tegelijk. Natuurlijk is 't moeilijk om dat te laten zien. Meteen verder kij ken dan het uiterlijk, dat is wei nigen gegeven. Dat geldt voor iedereen in eerste instantie, ook voor mij." Haaks op de kwetsbaarheid, die zich op het album uit in dag boekfragmenten als 'Rain Roses (on my grave)', 'Miss You' en 'From Here We Go', staat Ten Damme's performers-karakter. Van het ene ('Vind je 't wel wat, wat ik doe?') op het andere mo ment kan haar onzekerheid om slaan in een granietachtige on aantastbaarheid ('Wie doet me wat?'). Ten Damme: „Het is jouw waar neming, maar ze klopt wel. Als ik zing en ga staan, dan doe ik gewoon mijn ding. Zolang ik schrijf, houd ik met niemand re kening. Da's privé, 's nachts in mijn eentje. Voordat ik het re sultaat aan anderen laat horen, moet er ook heel wat gebeuren. Eerst moet er een dag koffie worden gezet, en dan pas kan ik het, heel dwarsig, loslaten. Ei genlijk denk ik dan: daar heeft niemand iets mee te maken. Aan de andere kant: ik wil juist men sen vermaken, confronteren met mezelf. Dus waarom zou ik er zo moeilijk over doen?" De platenbonzen bij Universal zijn doorgaans van gewapend beton. Totdat ze in Ellens co lumn lazen dat zij gekozen had den voor een pr-campagne waarbij Ten Damme wordt ver kocht als 'lekker ding'. Ten Damme: „Ze waren geschokt tot op het bot. Ellen, zo gaan we toch niet met je om? Ik: Het was een geintje!Weer die verstrak king over het gezicht. „Maar wel een serieus geintje." John Oomkes Ellen ten Damme: „Mensen gaan af op mijn buitenkant, hebben een vluchtige indruk van: da's wel een lekker meis je. Je wilt dat ze beseffen: er is meer." foto Lex van Rossen/GPD Mensen zijn merkwaardige gelukzoe kers", vindt de Britse regisseur Tim Al- bery. „Aan de ene kant houden ze elkaar met een ingewikkeld spel voortdurend voor de gek, durven ze elkaar nooit te vertellen wat ze echt voelen en vinden. Maar uiteindelijk storten ze zich elke dag weer bij duizenden tegelijk in het huwelijk. Als lemmingen springen ze van de liefdesrots. Maar een ding weet ik zeker: een huwelijk houdt al leen stand met een beetje en de nodige hu mor." Vanuit die gedachte ensceneerde Albery de komische opera Béatrice et Bénédict van Hector Berlioz, zelf een componist wiens huwelijksleven niet altijd zonneschijn was. Dinsdag beleefde deze nieuwe productie van De Nederlandse Opera zijn première in het Amsterdamse Muziektheater. Een ver haal over twee mensen die voortdurend roe pen niets voor elkaar te voelen, maar dan plotseling toch als een blok voor elkaar val- len. Albery bracht zijn kijk op dit werk eerder j bij de opera van Santa Fé in de Verenigde Staten. Edo de Waart leidde toen ook daar het orkest. Het was dan ook zijn idee als mu- I zikaal leider van DNO om deze productie I naar Nederland te halen. Dat wil zeggen: I »Het gedeeltelijk overdekte theater van Santa Fé ligt midden in de woestijn. Het pu bliek zag toen tijdens de voorstelling de zon Scène uit Béatrice et Bénédict. ondei'gaan en de woestijn prachtig kleuren. In het Muziektheater kan dat natuurlijk niet. En ook bestaat het publiek hier niet uit foto Marco Borggreve/GPD vakantiegangers wat alles zo'n bijzondere feestelijk sfeer gaf." Toch lijkt het verhaal ook nu in een woestijn te spelen. „Het ver haal speelt op Sicilië. Het publiek moet een gevoel krijgen van hitte, van idylle, vrij heid." Albery is van huis uit toneelregisseur. „Dat betekent dat ik in de opera rekening moet houden met de beperkingen die de muziek me oplegt. Maar de muziek biedt je ook een structuur, legt je een ritme op. Dat is vaak prettig, net zoals een toneelstuk gevaarlijk kan zijn. Daar moet je altijd weer zoeken naar het juiste gevoel in een tekst, naar een verliefd wordt op Bénédict. Ik heb daarom hier en daar wat teksten van Shakespeare teruggebracht." „Ach, er is altijd al aan deze opera gesleu teld. Die scènes worden gespeeld in het En gels, terwijl er in het Frans wordt gezongen. Het Engels klinkt mooi en het publiek is hier aan die taal gewend. Als je de zangers Frans laat spreken gaat het misschien mis, omdat het niet hun spreektaal is. Ik merkte dat bij Die Zauberflóte in de Metropolitan. Ze kon- uitdrukking van een karakter. Ik heb wel meegemaakt dat we alleen maar tekst had den en geen enkele aanwijzing over de personages. Een beangstigende vrijheid waarmee je aardig de mist in kunt gaan. Trouwens, ook in deze opera wordt veel ge acteerd. Berlioz gebruikte het stuk Much adoo about nothing van Shakespeare. Maar omdat hij er aanvankelijk een eenakter van wilde maken liet hij nogal veel weg, zodat je niet begrijpt waarom Béatrice opeens wel den zingen in het Duits, maar spreken?" Kost het hem als toneelmaker bij deze opera geen moeite om van operazangers echte ac teurs te maken? „Echt goede zangers weten wat ze zingen en die willen dat ook laten zien. Anders zouden ze ook nooit op het to neel gaan staan. Bovendien bepaalt de mu ziek emotie en het ritme van een rolEn in de gesproken scènes is de taal van Shakespeare zo mooi van klank en ritmiek, dat ze daar weinig moeite mee hebben." Net als Verdi had Berlioz en fascinatie voor de Britse to neelschrijver. „Logisch, want in de negen tiende eeuw trokken er heel wat Engelse ge zelschappen met werk van Shakespeare door Europa. Hij werd vereerd als een god. Het is in elk geval goed dat hij niet zijn be kendste stuk koos, zodat de kans kleiner was dat het publiek zijn bewerking met het origineel zou vergelijken. Soms kan die zelfs beter uitpakken, net zoals een film soms beter is dan het boek." „Much adoo about nothing was een tragiko medie. Maar Berlioz haalde de tragiek eruit. Aan de andere kant diepte hij bijvoorbeeld de rol van Béatrice verder uit, zodat ze zich nu toch afvraagt: waarom ze opeens.van Bé nédict zou houden, waarom ze voor hem haar vrijheid en zelfstandigheid zou opge ven. Want hoe werkt dat eigenlijk, dat ge voel dat wij liefde noemen. Maar weet je wat ik zo mooi vindt van deze opera? De ouver ture." Hans Visser Béatrice et Bénèdict, opera van Hector Berlioz door De Nederlandse Opera. Met o.a. Jonathan Best, Christopher Sc haldenbrand, Paul Groves, Trevor Baxter, Mary Dunleavy en Sara Fulgoni, het Koor van De Nederlandse Opera, het Konink lijk Concertgebouworkest o.l.v. Edo de Waart. Amsterdam, Muziektheater, 3, 6, 11, 13, 16, 18 mei.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2001 | | pagina 29