PZC
Vreemde vogel in ontwerp wereld
Historische
tuinelementen
onder de hamer
33
Fanfare
in de tuin
zaterdag 28 april 2001
Hij had een gevierd ontwerper kunnen zijn, maar die sta
tus zegt hem niet zo veel. Evengoed is het signalerend
vermogen van de Drentse ontwerper opmerkelijk. Albert
Geertjes (50) is de trend vooruit.
Albert Geertjes laat zich in zijn woning graag omringen door eigen
ontwerpen. foto Wladimir van der Burgh
Ver voor de sloophouten kas
ten van Piet Hein Eek kwam
ontwerper Albert Geertjes met
een ontwerp waarin gebruikt
hout verwerkt werd. Al jaren
geleden legde de vijftigjarige
Drentenaar de constructie van
zijn ontwerpen bloot met zicht
bare lassen en verbindingen. En
ruim voor de doorbraak van
mobiel meubilair zette hij zijn
ontwerpen op wieltjes.
Geertjes lijkt zijn tijd vooruit.
En toch. Met commercieel suc
ces heeft hij niets. Het is de
zoektocht naar nieuwe vormen
die hem boeit. Is hij er eenmaal
uit, dan gaat hij als een eigen
tijdse Willie Wortel op zoek naar
de volgende uitdaging. Scham
per merkt Geertjes dan ook op
dat hij aan weerszijden 'wordt
ingehaald door leuke jonge jon
gens'. Maar dat boeit hem sim
pelweg niet. „Als een idee door
anderen wordt opgepikt, dan
stop ik ermee."
Albert Geertjes is een vreemde
vogel in het nationaal ontwerp-
wereldje. Zijn interesse voor het
vak werd al in zijn tienerjaren
gewekt door de Assense meu
belmaker Lütz de Jong. Hij
bracht uren in zijn werkplaats
door. Na de middelbare school
deed hij de Sociaal Academie en
een lerarenopleiding. „Maar
gaandeweg groeide de behoefte
om onafhankelijk voor mezelf te
werken."
Na zijn studie trok hij diverse
keren naar Australië en Azië.
„Als ik wat langer terug in Ne
derland was werkte ik onder an
dere in de bouw, bewerkte ik
leer en deed ik klusjes voor ar
chitecten en meubelmakers."
Pas vanaf 1980 gaat hij aan de
slag met het ontwerpen en pro
duceren van zijn eigen meube
len.
Genialiteit
Hij duidt zichzelf weliswaar
doorgaans aan als meubelont
werper, maar die benaming
dekt de lading niet. Sommige
ontwerpen neigen naar beel
dende kunst, terwijl uit andere
de genialiteit van een uitvinder
spreekt.
De incrowd kent zijn naam -
volgt zelfs zijn verrichtingen op
de voet- maar bij het grote pu
bliek is hij nauwelijks bekend.
Zijn bekendste ontwerp is wel
licht de staande lamp Brandend
Glas waarin grillige brokken
glas een woelige zee van ijs
weerspiegelen. De lamp dook
onder andere op in het decor van
het interviewprogramma van
wijlen Ischa Meijer en in de col
lectie van de Amsterdamse ga
lerie Frozen Fountain.
Een variatie op dat thema is
te vinden in Groningen, waar
hij de glasbrokken in de in het
oog springende Griffebrug over
het Winschoterdiep verwerkte.
Samen met Philippe Starck
richtte hij ook het Starck Pavil
joen in het Groninger Museum
in.
Hij is er weliswaar trots op, toch
is het de bescheidenheid van
Geertjes die in het oog springt.
Hij is allerminst een snoever.
Want snoeven, dat past niet bij
zijn nuchtere aard. Liever laat
hij zich in zijn opvallende, ei
genhandig verbouwde boerde
rij met werkplaats in het Drent
se Eelderwolde (onder de rook
van Groningen) omringen door
zijn eigen geesteskinderen. En
door schoonheid gecreëerd door
collega's, zoals een fauteuil van
Gerard van den Berg die hij best
zelf had willen ontwerpen.
Boekenboom
Wie zijn woning betreedt, stapt
in de unieke wereld van Albert
Geertjes. Met direct bij de in
gang zijn ingenieuze Boeken
boom uit 1996. De kast is niet
meer dan een boomstam waar
uit gaten gezaagd zijn, die de
boekenplanken vormen. „Door
boeken in de gaten te zetten,
herstel je de boom in zijn oor
spronkelijke vorm. Je zet het
papier als het ware terug waar
het vandaan komt." Die filoso
fie is exemplarisch voor zijn ori
ginele ideeën.
Ondanks de grote belangstel
ling voor deze Boekenboom,
houdt Geertjes de productie nog
steeds in eigen hand. Het gevolg
is een wachtlijst. „Ik ben niet
het type van grote klappers. Ik
zou het niet fijn vinden als heel
het land vol zou hangen met
mijn lampen." Daaruit spreekt
Voor Maupertuus ontwierp Albert Geertjes deze symbolische tafel Jacobs Daip.
het karakter van Geertjes als
onderzoeker. „Ik vind het pro
ces belangrijker dan het resul
taat en het vervolg."
In die zoektocht werkt hij zoveel
mogelijk met natuurlijke mate
rialen als onbewerkt hout, glas
en steen. „Ik leg verbanden met
beelden die ik voor ogen heb."
Geïnspireerd door het begrip
zwerfkei plaatste hij een aantal
stenen op wielen en poten. Het
resultaat is een collectie salon
tafels, die ogen alsof ze ieder
moment het interieur kunnen
verlaten.
Geertjes ziet het als uitdaging
om bestaande voorwerpen in
een andere context te plaatsen.
„Dingen zijn niet altijd wat ze
lijken. Daar wil ik mensen op
wijzen."' Zo maakt hij lampjes
van melkflessen en interieur-
verlichting van autokoplam
pen. Daaruit spreekt eveneens
de humor in zijn werk, zoals ook
in het ontwerp Prothese, waar
bij hij zijn fantasie losliet op een
stoel met een afgebroken poot.
„Ik heb willen schoonmaken en
conserveren wat er is, maar be
wust weggelaten wat verloren is
gegaan." Het resultaat is een
stoel met een 'kunstbeen'. „Ik
ben het zat om alleen maar
functionele dingen te maken."
En toch komt hij daar vaak op
uit. Als eerste sinds de oorlog
heeft hij van de gemeente Gro
ningen de opdracht gekregen
om een hek rondom de Martini
toren te plaatsen om het wild-
plassen tegen te gaan. „Ken
merkend voor de dingen die ik
doe, is de eenvoud. Mijn ontwer
pen zijn simpel."
Anja Sparidaans en Paul Geerts
In de hedendaagse tuin zijn
nostalgische elementen
van lang vervlogen tijden in
veelvoud terug te vinden. Bij
Veilinghuis Sotheby's in
Amsterdam gaan volgende
week dinsdag, 1 mei, een
aantal historische elemen
ten onder de hamer. Inclusief
een negentig meter lange ba
lustrade, die twee ton moet
opbrengen. Een primeur.
Van een kunststof tuinmeu-
beltje hadden ze honderd
vijftig jaar geleden nog nooit
gehoord. Het materiaal moest
tenslotte nog worden uitgevon
den. Dat geldt eigenlijk ook
voor de publieke tuin. De groene
ruimte voor of achter de woning
was weggelegd voor rijke lieden
die in landhuizen of kastelen
woonden.
Meer dan nu had de tuin daarom
het karakter van een beelden
tuin, met gebeeldhouwde orna
menten die de groene ruimte
grandeur moesten geven. Der
gelijke tuinen zijn nog steeds
mateloos populair. Met name in
de zomermaanden stroomt het
publiek er massaal toe, om te
proeven van de sfeer van het rij
ke verleden.
Tot op de dag van vandaag is de
invloed van dergelijke histori
sche tuinen groot. Begin jaren
negentig dook de Nederlander
en masse op de Engelse tuin. De
ze schijnbaar wilde groenpartij
sloot nauw aan bij de countrys-
feer, die zo prominent aanwezig
was in het interieur. Maar het
zijn met name de Franse ko
ninklijke tuinen -met afgepaste
borders en perken- die tot op de
dag van vandaag een blauw
druk vormen voor de Neder
landse tuin.
Het assortiment van de tuincen
tra laat wat dat betreft niets te
raden over. Betonnen tuinbeel
den en balustrades, mediterra
ne potten; ze zijn nog steeds vol
op en in soorten en maten te
koop. Zelfs het assortiment
planten is bijpassend.
Primeur
Het van oorsprong Engelse vei
linghuis Sotheby's heeft ko
mende dinsdag een primeur. In
de Amsterdamse vestiging vindt
de eerste veiling in Nederland
plaats waarin de tuin centraal
staat. Talloze decoraties van
honderd jaar of nog langer gele
den gaan dan onder de hamer.
Daarnaast komen een aantal
ontwerpen van hedendaagse
kunstenaars aan bod.
Volgens het veilinghuis is 'de
tuin nooit uit de mode geweest,
maar op dit moment populair-
De witte marmeren urn uit de negentiende eeuw is vijftig centime
ter hoog. De prijs ligt tussen de 2200 en 2600 gulden. De stenen bak
(1800 tot 2200 gulden) komt uit Engeland.
Een zinken en een ijzeren vogelkooi. Per stuk moeten ze tussen de
2200 en 2600 gulden opbrengen.
der dan ooit'. Met die weten
schap verwacht Sotheby's dan
ook een volle bak. Geïnteres
seerden kunnen ter plekke, tele
fonisch of via internet bieden op
onder andere tuinbeelden,
poorten, urnen, meubilair, fon
teinen en zonnewijzers.
Het vei'schil met antiquairs die
oude bouwmaterialen verko
pen, zit niet alleen in de ouder
dom, maar ook in de prijs. Die
kan dinsdag oplopen tot meer
dan een kwart miljoen. Goedko
per kan ook. De waarde van een
historische zonnewijzer, gevon
den aan de oever van de IJssel
bij Deventer, wordt geschat tus
sen de 2500 en 3500 gulden.
Een deel van het assortiment
heeft ongetwijfeld museale
waarde. Maar ook voor particu
lieren met een aanzienlijk lapje
groen is het aanbod interessant.
Wat te denken van een negentig
meter lange hardstenen balus
trade die naar schatting tussen
de 200.000 en 250.000 gulden
moet opbrengen? Volgens het
veilinghuis is het één van de top
stukken. De balustrade is af
komstig van kasteel Ochain in
België en moest wijken na een
ingrijpende restauratie. Ieder
element bevat elf gietijzeren ba-
lustervormige zuiltjes.
Sfinxen
Ook afkomstig uit België, van
Chateau de Beloeil, zijn twee
achttiende eeuwse 'bekronin
gen'. De prijs ervan ligt tussen
de 32.000 en 36.000 gulden. Nog
meer Belgische chique: twee
hardstenen sfinxen bewaakten
begin negentiende eeuw de
poort van een kasteel in de buurt
van Bergen. De waarde wordt
geschat tussen 40.000 en 60.000
gulden.
Sotheby's heeft vooral veel
beelden in de aanbieding, onder
andere van brons, steen, lood en
gietijzer. Het grootste deel daar
van is afkomstig uit de negen
tiende eeuw. Bijzonder is een
verzameling naakte kinderfi
guurtjes (putti) aan de voet van
een twee meter hoog vrouwfi
guur, die de vier seizoenen
verbeelden. Ze brengen ver
moedelijk zo'n 20.000 gulden
op. Liefhebbers van mannelijk
schoon kunnen bieden op een
terracotta Hercules (vanaf
16.000 gulden).
Eigentijdser zijn de Jugendstil
gietijzeren tafels, stoelen en
tuinbanken die dateren van
eind negentiende, begin twin
tigste eeuw.
Paul Geerts
Sotheby's Amsterdam, De
Boelelaan 30 in Amsterdam. De
kijkdagen zijn vandaag (28
april) en morgen (29 april) tus
sen 10.00 en 16.00 uur. De vei
ling vindt dinsdag om 14.00 uur
plaats. Meer informatie: 020-
5502200. Of via internet:
www.sothebys.com
Cyclamineus-narcis Jet-Fire.
Veel plantennamen berusten
op 'wishful thinking' van de
naamgever. De bloemen van
Clematis 'Moonlight' zijn zo
bleek als ik de maan nog nooit
gezien heb en Symphytum 'Hid-
cote Blue' heeft eerder de kleur
van bedorven karnemelk dan
die van een stralend blauwe he
mel. Terwijl ik dit schrijf is het
half april en vanuit mijn raam
kijk ik uit op Narcissus 'March
Sunshine'. In maart heb ik bloe
men noch sunshine gezien. Be
halve dan de bloemen van 'Fe
bruary Gold' - ook zoals altijd
een maand te laat.
De bloemen van 'March Sunshi
ne' in het gras voor het raam van
mijn schrijfkamer herinneren
mij niet alleen aan de overdre
ven optimistische naamgeving
van de narcissenkwekers, maar
ook aan mijn eigen tuinblun-
ders. Misschien is blunder een te
groot woord, maar het getuigt in
ieder geval van weinig inzicht
om de felgele 'March Sunshine'
te planten naast de bleekgele
Narcissus pseudonarcissus, een
bescheiden narcisje dat bij het
agressieve geel van zijn grotere
broer volledig in het niet valt.
Toen ik probeerde om mijn fout
te herstellen, werd ik het slacht
offer van mijn eigen adagium
'Plant geen tien bollen, maar
honderd'.
Ik kwam erachter dat planten
een stuk makkelijker is dan uit
graven. En laat 'March Sunshi
ne' nu juist een van de meest tie
rige narcissen zijn. Ik heb mijn
best gedaan om alle bollen weer
uit te graven, maar nog altijd
staan de knalgele bloemen ieder
voorjaar weer triomfantelijk in
het gras. Waarmee ik maar wil
zeggen dat 'March Sunshine'
geen slechte keus is voor wie op
zoek is naar een narcis die moet
verwilderen in het gras.
'March Sunshine' dankt zijn
sterke constitutie aan het bloed
van voorouder Narcissus cycla-
mineus, een piepklein trompet-
narcisje dat in het wild groeit in
vochtige bergweiden in het
noorden van Portugal en Span
je. Narcissus cyclamineus is niet
voor niets naar de cyclamen ge
noemd; net als bij een cyclamen
zijn de bloemblaadjes van dit
narcisje achterover gevouwen
als de oren van een haas op de
vlucht. Narcissus cyclamineus
wordt nauwelijks hoger dan een
centimeter of twintig. Het blad
is glimmend donkergroen; de
felgele bloemblaadjes zijn lang
en smal.
Narcissus cyclamineus kom je
zelden tegen in bloembollenca
talogi, maar de afstammelingen
van deze narcis des te meer. Al in
het begin van de vorige eeuw
zijn kwekers begonnen om Nar
cissus cyclamineus met andere
soorten te kruisen en sommige
van de meest populaire narcis
sen bezitten overduidelijk cy-
clamineus-bloed
Heel populair als potplant is op
het ogenblik 'Tête a Tête', een
heldergeel narcisje met twee
bloemen per stengel dat in deze
tijd van het jaar bij iedere bloe
menhandel op de stoep staat te
schreeuwen om de aandacht
van de klant. 'Tête k Tête' is niet
geschikt voor verwildering,
maar voor de bloemenman is het
een bestseller.
Gluurder
rijs voor de langstbloeiende
narcis gaat naar een cyclami-
neus-hybride: normaal bloeit
een narcis een week of drie,
maar 'Peeping Tom' houdt het
zeker vijf weken vol. Gelukkig
klinkt het Engelse 'Peeping
Tom' beter dan het Nederlandse
Narcissus 'Gluurder'. Niet alle
nakomelingen van Narcissus
cyclamineus zijn knalgeel. 'Do
ve Wings' is bleekgeel en de po
pulaire 'Jenny' is roomwit.
Maar bijna allemaal hebben ze
een sterke constitutie waardoor
ze uitstekend voor verwildering
geschikt zijn.
Een nieuwkomer die de laatste
jaren furore maakt is 'Jetfire',
met gele bloemblaadjes en een
oranje trompet. Een flinke
groep van 'Jetfire' geeft het ef
fect van een fanfarekorps dat
door de tuin marcheert. Geel
met oranje is een kleurencombi
natie die niet iedereen zal lig
gen, maar in deze tijd van het
jaar, als we door een enkele zo
merse dag in de waan gebracht
zijn dat het voorjaar is aange
broken maar de hagelstenen ons
nog regelmatig om de oren vlie
gen, kunnen we wel wat vrolijke
muziek in de tuin gebruiken.
Romke van de Kaa
L. S%£