Hans vertoeft het liefst eenzaam in een bootje op zee
buitenbeentje
RUDEN RIEMENS
zaterdag 28 april 2001
Het zal het mysterie van
de zee blijven. Hans
Schilder uit Kampen trot
seerde meer avonturen dan
een normaal mens voor mo
gelijk houdt. Hij stierf bijna
een hongerdood midden op
de Atlantische Oceaan en
een wervelstorm op de Stille
Zuidzee werd hem bijna fa
taal. Schilder vocht en over
leefde. Zijn droombestaan
wilde hij nimmer meer opge
ven. Op de vlucht voor alles
en iedereen zwierf hij vijf
tien jaar in een gammele
zelfgebouwde catamaran
over de wereldzeeën. Nu zit
de 55-jarige avonturier toch
'thuis' bij moeders op het
Kampereiland, verslagen
door een korte hevige brand
op het eiland Guam, ten oos
ten van de Filippijnen. Zijn
schip, droom en leven zijn
verwoest.
Solozeiler Hans Schilder is de
personificatie van de Vlie
gende Hollander. Sommigen
verklaren hem voor gek, ande
ren zijn stinkend jaloers. Wie
droomde nooit van een onbe
kommerd leven in een hut aan
een wit strand? Schilder kent
het geluid van wuivende pal
men en van tuimelende dolfij
nen voor de boeg van zijn
zeilscheepje. Hij wil weer terug.
„Twee keer heb ik de wereldbol
in mijn eentje rond gezeild. Het
gaf mij de kans het diepste van
mijn ziel binnen te dringen en
dingen te ontdekken die ik voor
onmogelijk had gehouden. Ik
had een prachtig leven, maar
het is voorbij; mijn boot is weg.
Alles is verbrand."
Schilder tuurt vanuit een eta
blissement over de IJssel bij
Kampen. Het gelaat nog diep
gebruind, getooid met zeemans-
baard en het hoofd kaalgescho
ren. Tijdens het gesprek kan hij
zijn ogen maar moeilijk van de
snelstromende rivier af houden.
Het verkeer dat ondertussen
over de Kamper Stadsbrug
ï-aast, doet hem gruwen. „Ik ben
niet gemaakt voor Nederland.
Ik houd niet van asfalt, blik en
beton. Twee weken ben ik nu te
rug en snap echt niet hoe jullie
hier kunnen leven."
Nooit heeft hij thuis kunnen zit
ten. Als tiener al zwierf hij
dwars door Europa. „Mijn jeugd
was niet makkelijk. Eigenlijk
ben ik mijn hele leven op de
vlucht. Door te reizen heb ik
mijn bestaan ten goede kunnen
keren. In Nederland droomde ik
er van om alleen over de wereld
zeeën te varen, bevrijd van het
gewelddadige milieu waarin ik
leefde. Ik werd letterlijk gek van
mensen, hebzucht, haat en
drugs. Toen heb ik besloten mijn
fantasie te verwezenlijken en
ben ik vertrokken."
Het is de zomer van 1986. Schil
der vertrekt in een zelfgebouw
de catamaran vanaf Terschel
ling. Bestemming: onbekend.
Een groep oude zeelieden op de
kade schudt afkeurend het
hoofd. „Mijn boot was een drij
vende doodskist. De haven
meester verklaarde me voor
gek. Ik zou Hoek van Holland
nog niet halen", lacht hij. „Van
mijn laatste centen had ik aller
lei materialen gekocht.
Daarvan heb ik mijn eigen
droomboot getimmerd en haar
Prowlcat gedoopt. Achteraf is
het een godswonder hoe ik in die
schuit de oceanen heb bedwon
gen. Ze was absoluut niet zee
waardig. Twee drijvers, van 6,5
meter lang, had ik met planken
aan elkaar getimmerd. Als er
onderweg eentje losliet, sloeg ik
hem gewoon weer vast."
„Ik paste maar net in de kajuit.
Wanneer ik in bed lag, zat ik
klem met mijn schouders tussen
de wanden. Een toilet was er
niet, een petroleumprimus
vormde de keuken en een afge
dankte surfplank zou in geval
van nood dienst doen als red
dingsvlot."
Een handkompas, zeekaarten,
de sterren, maan en zon moesten
Schilder de weg wijzen. „Ik
voelde me Columbus die op weg
ging om de wereld te ontdekken.
In zijn tijd waren er ook geen sa
tellieten, radar en andere nauti
sche hulpmiddelen om je positie
te bepalen. Daarom heb ik ont
dekkingsreizigers altijd bewon
derd."
,Ik zette uiteindelijk koers naar
de westkust van Afrika. Daar is
de Atlantische Oceaan op zijn
smalst en kon ik de oversteek
maken naar Brazilië. Alles ver
liep voorspoedig en binnen en
kele weken bereikte ik Zuid-
Amerika."
Indianenstam
Schilder trok enkele maanden
langs de kust en bezocht onder
meer Guyana en Venezuela. In
Panama woonde hij een half
jaar bij een indianenstam. „Bij
hen voelde ik me direct thuis. Ik
lag met mijn boot in een baai
toen indianen in kano's me
maanden mee te komen. Ze wa
ren gastvrijik wist dat het goed
zat. Zij waren één met de natuur
en leefden zoals de Batavieren
duizenden j aren terug in Neder-
land ook deden. Zo'n prachtig,
trots en puur volk ben ik later
nooit meer tegen gekomen."
Nadien voer de zeiler tweemaal
solo de wereld rond. De avontu
ren die hij vertelt zijn nog niet
op tien handen te tellen. Verha
len over hagelwitte stranden,
snorkelen en vriendelijke ei
landbewoners worden afgewis
seld door ontberingen op zee,
honger en bedrog. Hij denkt te
rug aan gruwelijke tochten door
de doldrums, de beruchte gebie
den rond de evenaar, waar de
luchtdruk altijd laag is en het
weer onvoorspelbaar. „De wind
kan er plots wegvallen en dan
dobber je ver weg van ieder ei
land en het voedsel raakt op. De
eerste keer raakte ik vreselijk in
paniek. Ik heb staan schreeu
wen, maar niemand kon me ho
ren. Ik leek wel gek. De angst
maakte in de loop der jaren
plaats voor berusting. Ik zorgde
altijd voor een flinke voorraad
vers drinkwater en had rijst en
uien bij me. Daar leefde ik soms
weken op."
Alle voorraden ten spijt. onder
Hans Schilder vissend haar paling op de Stille Zuidzee.
foto Hans Schilder
weg van Panama naar Hawaii
stierf Schilder toch bijna de
hongerdood. „Mijn mast was
gebroken in een storm en dus
moest de stroming me naar land
brengen. Vreselijke weken heb
ik toen op zee doorgebracht. De
voorraden waren op en ik leefde
op uitgeknepen vissenkoppen
en een mengsel van zeewater en
urine. Ik dacht juist dat ik zou
sterven, toen een grote school
vissen voor mijn boeg opdook en
mee op zwom. Vijftig dagen lang
heb ik er elke dag eentje gevan
gen en opgegeten. Die dieren
zijn mijn redding geweest."
Wel vaker stond hij oog in oog
met Magere Hein. Eén keer werd
hij bijna overvaren door een
enorme olietanker die zijn cata
maran 's nachts op de oceaan
niet zag en rakelings langszij
scheerde. „Ik werd naar het
schip toe gezogen en kon niets
doen. Het is de enige keer ge
weest dat ik letterlijk van angst
in mijn broek heb gescheten."
Op een van de Salomon-eilan-
den bleef hij nog eens miracu
leus gespaard tijdens een uit
braak van cholera, maar de
dood was het meest dichtbij
toen Schilder tijdens het duiken
tegen giftig koraal zwom. Hij
was onderweg naar de dichtst
bijzijnde dokter toen een storm
uitbrak. „Ik was stuurloos en
begon door het gif in mijn li
chaam te ijlen. Vlak voordat
mijn bootje te pletter leek te
slaan op een rif, tilde een grote
golf mij op en belandde ik in een
kalme lagune. Eilandbewoners
hebben mij naar een arts ge
bracht, die mij tegengif heeft
gegeven. Ik heb zoveel meege
maakt, dat ik in wonderen ben
gaan geloven. Er is meer tussen
hemel en aarde."
Hij werpt nog maar eens een
blik op de IJssel en de mensen
die aan het raam voorbij benen.
Een flauwe glimlach verschijnt.
„Ik kan nog maar moeilijk be
vatten dat ik weer terug ben in
Nederland. Een paar maanden
geleden voer ik van eiland naar
eiland en luierde ik. Als mijn
portemonnee leeg was, deed ik
een grotere haven aan. Een paar
weken knapte ik dan de smerig
ste klusjes op en verdiende ik
een paar honderd dollar. Daar
kim je op afgelegen eilanden een
jaar van leven. Als je het een
beetje handig aanpakte was
kost en inwoning vrij."
Noodlot
Aan het droombestaan van
Schilder kwam eind vorig jaar
abrupt een einde. In de jachtha
ven van Apra Harbor op het ei
land Guam, ten oosten van de
Filippijnen, sloeg het noodlot
toe. Bij een brand verloor de
zeezeiler alles.
„Ik wilde op Guam een paar da
gen uitrusten van een vermoei
ende tocht en doorreizen. In de
supermarkt schreeuwden
vrienden dat mijn schip in lich
terlaaie stond. Ik holde onmid
dellijk naar de haven en werd
onderweg al gepasseerd door de
brandweer. Ik zag van een af
stand hoe mijn gastank ontplof
te en was net op tijd om mijn
boot kopje onder te zien gaan. Ik
was alles kwijt. Mijn dagboe
ken, honderden foto's, alle sou
venirs, papieren en laatste cen
ten; alles was verbrand."
„Het was mijn eigen schuld. Ik
had op mijn kookstelletje wat
kip en saus verhit. In de tropen is
dat de enige manier om voedsel
zonder koelkast, enige tijd goed
te houden. Toen ik boodschap
pen ging doen ben ik vergeten de
vlam te doven. De rest is inmid
dels geschiedenis."
Een paar maanden nam Schil
der de tijd om, via Indonesië,
Thailand en Laos, terug naar
Nederland te reizen. Nu woont
hij tijdelijk bij zijn moeder op
het Kampereiland. Ook zijn
oudste zoon heeft hij heeft weer
ontmoet. „Hij was een jongkind
toen ik naar zee vertrok, maar is
prachtig opgegroeid en is nu een
man." Schilder praat er liever
niet over. Na enig aandringen
vertelt hij dat hij onderweg -
waar mogelijk - contact heeft
onderhouden met zijn familie.
„Ik weet dat ik in Nederland
twee kinderen heb, maar wie
weet lopen er op deze wereld wel
meer nakomelingen van mij
rond. Ik hoef daar geen geheim
van te makenIk heb een wild le
ven geleid en daar hoorden
vrouwen bij. Mensen zullen er
schande van spreken en hebben
dan misschien wel gelijk. Je kin
deren mag je eigenlijk niet in de
steek laten, maar ik kan mij niet
binden. Eenzaam in een bootje
op zee is de enige plaats waar ik
me plezierig voel. Ik ben een
grote egoïst, maar dat is de enige
manier waarop ik kan overle
ven."
Lang wil de avonturier dan ook
niet in Nederland blijven. Schil
der wil het liefst vandaag nog
het ruime sop weer kiezen. Er is
echter één probleem: hij is plat
zak. „Ik wil snel wat geld ver
dienen zodat ik weer materiaal
kan kopen om een nieuwe boot
te bouwen. Nederland is niet
goed voor mijIk word gek van
de drukte en het koude weer
doet mijn lichaam stotteren,
terwijl ik me in de tropen geen
dag ziek heb gevoeld.'
Nicolai Lensen